Wonderlijk koppel De provincie ging niet ten onder Altijd net een beetje anders Brandende liefde voor Zeeland 1900/2000 vrijdag 31 december 1999 D Annie M.G. Schmidt A.F.C. de Casembroot In totaal zijn 44 personen voor gedragen als Zeeuw van de Eeuw. Sommigen werden tien lallen keren genoemd; anderen moesten het met slechts één no minatie doen. Honoré Colsen, de in 1980 overleden voorvech ter voor vrije veren over de Wes- terschelde, politicus en erkend koppige Zeeuw Adriaan Ka- land (1922-1995), fotograaf Wim Riemens (1933-1995) en de Goese homeopatische arts Pie- ter Kleinepier (1918) behoren volgens de lezers van de PZC tot de subtop. Oud-voetballer Dan ny Blind en oud-wielrenner Jan Raas hebben vanwege hun ver diensten in de sport naar het oordeel van een deel van de in zenders recht op de titel Zeeuw van de Eeuw. Dat geldt ook voor Pieter Zeeman (geboren in 1865 in Zonnemaire), die in 1902 de Nobelprijs voor natuurkunde kreeg, dirigent Eduard Flipse (1896-1973, afkomstig uit Wis- senkerke), burgemeester David Kodde van Zoutelande (1894- 1967), Hendrika Ghijsen (1884- 1976), samenstelster van het Woordenboek der Zeeuwse dia lecten, L.W. de Bree (1912-1977 schrijver van het eerste deel van de geschiedenis van Zee land in de Tweede Wereldoorlog en de Vlissingse sociaal-demo cratische wethouder L.P. van Oorschot (1885-1973). Eén of slechts enkele stemmen verwierven onder anderen wa terschapsvoorman P.J.J. Dek ker (1900-1971), burgemeester AH.S. Stemerding van Oost- en West-Souburg (1894-1962), J.N. Pattist (1876-1946), schrij ver van het Zeeuws-Vlaamse volkslied, archivaris W.S.Unger (1889-1963), PZC-hoofdredac- teur Gommert de Kok (1924- 1985), M.C. Verburg (1920), oud-directeur van het ETI en oud-staatsraad, troubadour Engel Reijnhoudt (1946), dich ter en criticus Hans Warren (1921) en Bert van Leerdam (1956), programmamaker voor Omroep Zeeland. Eén persoon mocht volgens een inzender in elk geval niet in aan merking komen voor de titel Zeeuw van de Eeuw. Dat is D.A Polderman (1877-1939), de schrijver van de tekst van het Zeeuws volkslied. Hij was bo venmeester van de openbare la gere school in 's-Gravenpolder. De lezer wist te melden dat Pol derman het maken van klassen- foto's zodanig arrangeerde dat kinderen van landarbeiders niet samen met kinderen van boeren werden gefotografeerd. Het gaf immers geen pas - vond de bo venmeester - kinderen van 'veldnegers' met spruiten uit de betere boerenstand op de foto te zetten. Ben Jansen Watersnoodramp op Schouwen-Duiveland, februari 1953. e lezers van de PZC hebben schrijfster Annie M.G. Schmidt (1911-1995) en com missaris van de koningin jonk heer Auguste Francois Charles de Casembroot (1906-1965) aangewezen als Zeeuwen van de Eeuw. Een kleine driehonderd reacties kwamen binnen op de oproep een man of een vrouw voor te dragen die in de nu ver streken honderd jaar zijn of haar stempel op de Zeeuwse sa menleving heeft gedrukt. Ook is gevraagd naar gebeurtenissen die van grote invloed zijn ge weest op Zeeland. Die Gebeur tenis van de Eeuw is voor de PZC-lezers zonder enige twijfel de watersnoodramp van 1953 en de uitvoering van het Delta plan. Als Zeeuwen van de Eeuw zijn Annie M.G. Schmidt en jonk heer De Casembroot - beiden behaalden ongeveer evenveel stemmen - een wonderlijk kop pel. De schrijfster, dochter van de hervormde predikant in Ka- pelle, heeft zich nooit echt thuis gevoeld in Zeeland en vestigde zich kort na de oorlog opgelucht in Amsterdam. De commissaris van de koningin was een Zeeuw in hart en nieren en beschouwde zijn functie als de vervulling van een ideaal. Nummer drie op de lijst Zeeuwen van de Eeuw, senator en dijkgraaf ad interim Huib Eversdijk uit Rilland- Bath, verbindt beiden. Hij is net als Schmidt in Kapelle geboren (1933) en heeft net als De Casembroot de functie van commissaris van de koningin in Zeeland nagestreefd. Eversdijk is het alleen niet geworden. een geboren en getogen Zeeuw, die er niet over peinst Zeeland ooit te verlaten, is er niets mooi ers dan commissaris van de ko ningin in deze provincie te zijn. Ook mooi is de functie waarin hij begint: burgemeester van Westkapelle. Bij zijn installatie in deze gemeente is De Casem broot 25 jaar en daarmee de jongste burgemeester van Ne derland. Hij blijft eerste burger van Westkapelle - met een on derbreking tijdens de oorlog - tot hij begin 1948 tot commissa ris van de koningin wordt be noemd. Neemt De Casembroot na de watersnoodramp het voortouw bij het herstel van de schade, bij de ontwikkelingen die erop vol gen laat hij het initiatief wat meer aan anderen over. De indu strialisatie, de recreatie, ge meentelijke herindelingen en samenvoeging van waterschap pen; De Casembroot spant zich er vanzelfsprekend voor in. Maar hij ziet ook dat het Zee land waarvoor hij zijn branden de liefde koestert, met zijn kleinschaligheid en zijn over wegend agrarische karakter ge leidelijk begint te verdwijnen. In de PZC die de dag na de be grafenis van De Casembroot verschijnt, haalt de schrijver van het hoofdartikel het gezang aan dat aan het slot van de her denkingsdienst is gezongen: De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestagen stroomze zijn als gras. door zon verdord, ver vluchtigd als een droom. Hij stelt vast dat de generatie die De Casembroot heeft gekend, zo lang zij wordt voortgedragen in de gestadige stroom van de tijd, aan hem zal blijven denken als een in de ware zin van het woord uitzonderlijk mens. „En pas na dat deze generatie zal zijn afge lost, zal de herinnering aan hem vervluchtigen als een droom." Dat De Casembroot 35 jaar na zijn overlijden nog door veel PZC-lezers als Zeeuw van de Eeuw wordt genoemd, bewijst dat het zo ver nog niet is. De gevolgen van de ramp wor den pas in de loop van de vol gende dagen zichtbaar. Dorpen en boerderijen liggen in een uit gestrekte watervlakte. Bewo ners hebben zich op bovenver diepingen en daken in schamele veiligheid gebracht. Velen heb ben zich niet weten te redden. Het dodental blijft maar stijgen tot uiteindelijk 1835. Duizen den koeien, paarden, varkens en ander vee verdrinken. Ongeveer 200.000 hectare land staat on der water. Ruim 47.000 wonin gen, boerderijen, scholen, ker ken en andere gebouwen zijn beschadigd. Meer dan 70.000 bewoners van de getroffen ge bieden moeten evacueren. „Zeeland gaat niet ten onder", spreekt commissaris van de ko ningin jhr. AF.C. de Casembroot ferm. Hij is de spil in de hulpver lening en het herstel van de schade. Initiatieven uit binnen- en buitenland om het leed van de getroffen bevolking te ver zachten, lopen grotendeels via hem. Ook neemt hij de tijd ge redde en geëvacueerde Zeeu mend, een tikje tegendraads, plezierig stout en maar matig onder de indruk van volwasse nen. Een aangename rebelsheid die de schrijfster zelf ook bezit. Doe nooit wat je moeder zegt is dan ook de titel van het onlangs verschenen boek van Joke Lin- ders over de geschiedenis van het schrijverschap van Annie M.G. Schmidt. Het opstandige in het karakter van Anna Maria Geertruida Schmidt valt wellicht terug te voeren op haar jeugd in Kapelle. Hoe zeer de daar in 1911 gebo ren domineesdochter haar best ook doet, het lukt haar maar niet net zo te zijn als de andere kinderen in het dorp. Ze praat anders, ziet er met haar stadse kleren en ponyhaar anders uit en ze is ietwat verlegen en in zichzelf gekeerd. Schmidt schrijft later dat ze het angstig vond een kind te zijn van een no- Annie M.G. Schmidt met Simon Carmiggelt, aan het begin van hun schrijverscarrière. tabel in een dorp in de jaren twintig. „Mijn ouders waren in tellectuelen uit de stad. Ze spra ken de taal niet, ze hadden boe kenkasten vol Ibsen en Het leven der Vogels. Ook al bemoei den ze zich nog zo driftig met de dorpsgemeenschap, ze bleven vreemden met hun kinderen." En over de domineeswoning - tegenwoordig deel van een wo ninginrichtingswinkel - aan het Kerkplein: „De kamers waren groot en hol en koud en de zolde ringen zo hoog. De werkelijk heid was buiten en de spoken waren binnen. Vluchten was niet mogelijk, dat kon pas later en daar ben ik nog altijd mee be zig." Voorlopig vlucht de jonge Schmidt in boeken en in de ge dichtjes die ze zelf schrijft. Na de hbs in Goes, waar ze een twee krijgt voor Nederlands en haar opstellen worden weggegooid of voorzien van rode krassen, volgt ze een opleiding tot leeszaal-as sistente en later een cursus voor leidinggevende bibliotheek functionarissen. Van eind 1941 tot eind 1945 is ze directeur van de openbare bibliotheek in Vlis- singen. Schmidt verlaat Zee land om gehoor te geven aan de lokroep van het culturele en li teraire klimaat in Amsterdam, gaat bij Het Parool werken en publiceert gedichten, columns, cabaretteksten en kinderverha len. Ook wijdt Schmidt zich aan hoorspelen (dat over de Familie Doorsnee is in de eerste helft van de jaren vijftig zeer popu lair) en aan teksten voor musi cals en blijspelen, zoals Heerlijk duurt het langst (1967), En nu naar bed (1971) en Er valt een traan op de tompoes (1980). Annie M.G. Schmidt overlijdt op 21 mei 1995, in de nacht na haar 84ste verjaardag. Voorleessessie in de bibliotheek van Vlissingen, 1986. foto Ruben Oreel Morgen (zaterdag) is er op Ne derland 1 een Annie M.G. Schmidt-dag, 16.30-0.00 uur. Feest in Yerseke: Commissaris De Casembroot, geflankeerd door prinses Beatrix (links) en prinses Mar griet, 1961. fotoarchief PZC Zeeland begint er net weer bovenop te raken. Het her stel van de oorlogsschade is een eind gevorderd; het ergste leed is geleden. Dan maakt een noordwesterstorm met orkaan kraan in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 duidelijk dat Nederland al tientallen jaren zijn bescherming tegen de zee heeft veronachtzaamd. Op vijf honderd plaatsen in Zuidwest- Nederland slaan de golven grote en kleinere bressen in de dijken. Schouwen-Duiveland, Sint- Philipsland, Goeree-Overflak- kee, het westen en midden van Tholen, delen van Zuid- en Noord-Beveland, de Hoekse Waard en West-Brabant raken overstroomd. Het is kil en stil in Middel burg maandag 15 februari 1965. Zeeland neemt afscheid van zijn geliefde commissaris van de koningin jhr. mr. Auguste Francois Charles de Casem broot, die vijf dagen eerder in het ziekenhuis in Utrecht over leed. Drie, vier rijen dik staan Middelburgers en voor deze ge legenheid naar de hoofdstad ge komen inwoners van andere de len van Zeeland langs de Lange Delft, de Markt en de Lange Noordstraat om de rouwstoet voorbij te zien trekken. De Casembroot is dood. Het kost Zeeland moeite de draad weer op te pakken. De Casembroot is niet zo maar een functionaris die de vergade ringen van Provinciale Staten voorzit, de koningin ontvangt wanneer ze Zeeland bezoekt en her en der linten doorknipt. De Zeeuwse bevolking heeft een grote genegenheid voor deze hoekige maar hartelijke man, met zijn harde, ietwat gebarsten stem, die nogal eens impulsief reageert en soms snel geëmotio neerd raakt. Een harde werker, die na de bevrijding en na de watersnoodramp van 1953 on- Commissaris van de koningin De Casembroot met koningin Juliana op het bordes van het provinciehuis in Middelburg. foto archief PZC vermoeibaar in de weer is voor het herstel van Zeeland. Een man ook die laat blijken oprech te belangstelling te hebben voor iedereen die hij ontmoet. Dat zijn eigenschappen die de Zeeu wen graag in hun commissaris van de koningin - en ook in zich zelf - herkennen. De Casem broot, dat is er één van ons. De in 1906 in Middelburg gebo ren telg uit een Zeeuws regen tengeslacht beschouwt zijn ambt als een wereldbaan. Voor wen op te zoeken en hun verha len aan te horen. Terwijl hulp en herstel in volle gang zijn, groeit het besef dat dit nooit meer mag gebeuren. Ne derland moet nu maar voor eens en voor altijd afrekenen met de zee. Drie weken na de overstro ming gaat de Deltacommissie aan de slag met de taak na te gaan hoe in de toekomst waters noodrampen kunnen worden voorkomen. Een jaar later pre senteert de commissie haar Deltaplan. Dat voorziet in af sluiting van de zeegaten in Zuidwest-Nederland, met uit zondering van de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg. Deze radicale oplossing verkort de kustlijn aanzienlijk, waardoor het niet nodig is enkele honder den kilometers bestaande dij ken te versterken. De uitvoering van het Deltaplan zal ook een economische.impuls voor Zuid west-Nederland betekenen: betere bereikbaarheid, moge lijkheden voor recreatie en in dustrie en zoet water voor land en tuinbouw. De nadelen voor visserij en schelpdierteelt wor den voor lief genomen. Waterbouwkundig Nederland gaat aan de slag. De afsluitings- werken volgen elkaar in rap tempo op: Zandkreekdam (1960), Veerse Gatdam (1961), Grevelingendam (1965), Vol- kerakdam (1969), Haringvliet- De stormvloedkering, een dure maar mooie afsluiting van de deltawerken. foto Lex de Meester dam (1970) en Brouwersdam (1972). In 1978 moet het laatste karwei, de lastige afsluiting van de brede en diepe Oosterschel- demonding, zijn voltooid. Maar zo ver komt het nietBegin jaren zeventig groeit het besef dat met deze afdamming een bijzonder natuurgebied om zeep wordt ge bracht. Actiegroepen komen in het geweer. Het kabinet Den Uyl legt de voorbereidingen voor de afsluiting van de Oosterschelde stil en zet andermaal een studie commissie aan het werk. Het re sultaat: geen dichte dam in de monding van de Oosterschelde, maar een stormvloedkering die bij gevaarlijk hoog water kan worden gesloten. Een tussenop lossing. Velen die de ramp aan den lijve hebben ervaren, zijn er niet echt tevreden mee en er gaat toch nog heel wat natuur verlo ren. De kosten zijn hoog: 7,8 miljard gulden. Veel geld, maar een comprom is mag wat kosten. Hoe prettig zou het niet zijn net als Pluk over een klein rood kraanwagentje te beschik ken en daar zo maar wat mee rond te rijden, de bekommernis sen van alledag achterlatend. Menig volwassene die Annie M.G. Schmidts boek Pluk van de Petteflet aan kinderen heeft voorgelezen - goed! - of voor zichzelf gelezen - uitstekend! - mijmert wel eens over een zor geloos bestaan als dat van Pluk. Avonturen van hooguit tweeën halve bladzijde, ontmoetingen met interessante figuren als de Lispeltuut, de heen- en weer wolf en de duif Dikke Dollie en natuurlijk dat afgunst opwek kende kleine rode kraanwagen tje. Pluk is net als Jip, Dikkertje Dap en andere personages uit de boeken, gedichten en liedjes van Annie M.G. Schmidt onderne- foto Wim Riemens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 73