Nu nog een uitvinding die ons fit oud laat worden PZC 1999/2000 Wil de mens weten wat zijn fysieke bedreigingen zijn vrijdag 31 december 1999 De medische wereld kende deze eeuw een duizelingwekkende ontwik keling. Van de röntgenstraal via de MRI-scan naar de genetische tech nologie. En na de aspirine en de penicilline is er nu zelfs een pil die bij ro kers de zucht naar een sigaret wegneemt. Een bloemlezing van een eeuw medische mijlpalen. De Friese huisarts Greidanus dacht in 1901 dat het zo'n beetje was gedaan met de ontwikkelingen in de geneeskunde. Hij schreef: 'De laatste 50 jaar is er zoveel gebeurd, dat maken we nooit meer mee.' Grei danus kon niet bevroeden dat hon derd jaar later hart, lever en longen, desnoods in combinaties, worden ge transplanteerd. De geneeskunde on derging welhaast een gedaantever wisseling. Toch had Greidanus in zijn dagen al reden voor opwinding. De rol van de bacterie als ziektekiem was ontdekt. Hygiëne werd het toverwoord. De hoge sterfte van moeders en pasgebo renen op kraamafdelingen stopte goeddeels nadat artsen voor een in wendig onderzoek simpelweg hun handen wasten. Leiden kende in 1854 nog een zeer ernstige cholera- epidemie. Nu zag Greidanus dat ziekteverwekkers met illustere na men als tyfus, tuberculose, difterie en de gevreesde gonorroe gestalte kre gen onder Duitse microscopen. Vooral de Fransman Pasteur zette in de vorige eeuw de medische wereld op zijn kop. Hij toonde aan dat ziek tekiemen door verhitting worden ge dood en introduceerde de mogelijk heid van vaccineren. In Amerika werd de Gele Koorts succesvol be streden nadat sterfte onder het werk volk de bouw van het Panamakanaal had bedreigd. En de eerste stappen op het terrein van narcose waren ge zet; opereren was niet langer een kwelling. Het kon niet zo snel blijven gaan, dacht Greidanus. Maar de twintigste eeuw bracht een stortvloed aan ont wikkelingen. De inkt van de huisarts was nog niet droog of het bestaan van bloedgroepen werd ontdekt. Het gaf de reeds eeuwen durende proeven met bloedtransfusie, ooit door de Ro meinen al met dierenbloed gepro beerd, een minder dodelijk karakter. Heden ten dage zorgen netwerken van bloedbanken voor voldoende voorraad. In ziekenhuizen worden honderden volledige transfusies per jaar uitgevoerd. ECG Medici met een oog voor techniek on dersteunden de vooruitgang van de geneeskunde met ingenieuze vindin gen. Zo nam de Nederlander Willem Einthovenin 1903 elektrische pulsen waar in de hartstreek. De onderzoe ker prutste net zo lang tot hij zijn 'snaargalvanometer' had. Het daar mee gemaakte Electrocardiogram, kortweg ECG, gaf de elektrische sig nalen in de hartspier weer. Sindsdien kunnen cardiologen het hartinfarct aantonen. De Duitser Wilhelm Conrad Röntgen was ook zo'n uitvinder. Op 8 novem ber 1895 ontdekte hij bij toeval zijn 'X-stralen', die hij uit bescheiden heid nimmer röntgenstralen noemde. Röntgen wist wel hoe groots zijn ont dekking was. De eerste röntgenfoto van een hand was weldra een feit. De betekenis voor de diagnostiek bleek enorm: Een blik fn het lichaam was mogelijk geworden. De ene na de andere vinding volgde. Vooral vanaf de Tweede Wereldoor log nam de techniek een geweldige vlucht als gevolg van de industriële revolutie. De röntgenfoto bleef be langrijk, maar de recent ontwikkelde MRI-scan gaat verder: die snijdt het lichaam als het ware 'in plakjes' en geeft het grafisch weer. Tumoren, maar ook ander onheil kan op moei lijke plaatsen zoals in de hersenen worden waargenomen. Techniek Greidanus had honderd jaar geleden nog een aantal eenvoudige maar ef fectieve hulpmiddelen. Hij luisterde met een stethoscoop naar de adem haling en legde twee vingers op de borst of rug van de patiënt om er ver volgens met de andere hand op te kloppen. Dit gebaar waarmee de Franse wijnboeren controleerden hoe vol hun vaten zatenbleek ook ef fectief om de longinhoud te beluiste ren. Artsen gebruiken de stethoscoop en het kloppen nog steeds. Maar de techniek gaf de arts veel ge avanceerdere instrumenten. Naast het ECG van Einthoven zijn er nog zeker twee Nederlanders die een in ternationaal erkende bijdrage lever den. Een daarvan is Zernike, die met zijn 'fasencontrastmicroscoop' het onderzoek enorm vergemakkelijkte. Een andere Nederlander, die anders dan Zernike en Einthoven geen No belprijs ontving, is Willem Johan Kolff. Deze nog levende internist knutselde in de oorlogsjaren op de zolder van het Kamper ziekenhuis de eerste kunstnier in elkaar. Hij maak te het mogelijk bloed van giftige stof fen te ontdoen, een van de functies van de nier. Ontelbaar veel nierpati- enten kregen door de dialyse een lan ger leven of konden uiteindelijk een getransplanteerde nier ontvangen. Kolff vertrok later naar Amerika en leverde bijdragen aan de ontwikke ling van veel andere kunstorganen. Tijdens een recent bezoek aan Neder land sprak hij zich uit voor meer ge bruik daarvan. Het implanteren van dierlijke organen (xenotransplanta- tie), een ontwikkeling waarop al ja ren wordt gestudeerd en die deels al is ingezet met het gebruik van dierlijke darmen, acht Kolff immoreel. Wat we zelf kunnen maken, moeten we niet pakken ten koste van een dierenle ven, zei hij. Over de mogelijkheden van een kunsthart, door hem ontwik De medische wereld kende deze eeuw een duizelingwekkende ontwikkeling. keld in 1986, verhaalt Kolff aan de hand van een voorbeeld. Volgens hem wint ooit een atleet de marathon met een kunsthart en zal daarom worden gediskwalificeerd. Kolff leverde ook een bijdrage aan het ontstaan van de hart-longmachine. Het apparaat neemt tijdens hartoperaties de hart- functie over en voorziet het bloed kunstmatig van zuurstof. De machi nale mogelijkheden van de kunstnier en de hart-longmachine waren de De open hart operatie is een van de belangrijkste ontwikkelingen van deze eeuw. grootste wegbereiders voor orgaan transplantatie. De eerste niertransplantatie vond plaats in de jaren vijftig. Maar de Zuid-Afrikaanse arts dr. Barnard werd in een klap wereldberoemd toen hij op 3 december 1967 in het Groote Schuurziekenhuis in Kaapstad het eerste hart transplanteerde. De westerse wereld volgde de gang van zaken ademloos, maar de patiënt overleed al na 18 dagen aan een long ontsteking. Bamards tweede trans plantatie had meer succes; de patiënt leefde nog twintig maanden in een aanmerkelijk fittere toestand dan voor de ingreep. De transplantatie plaatste de medi sche wetenschap voor het probleem van de afstoting. De eerste nieuwe nieren werden binnen korte tijd door het ontvangend lichaam 'afgewe zen'. Pas in jaren '60 en '70 werden echte vorderingen gemaakt met de ontwikkeling van medicijnen tegen die afstoting. Inmiddels worden al langere tijd levers, nieren, harten, longen en combinaties daarvan ge transplanteerd. De jongste ontwik kelingen op transplantatiegebied zijn de alvleesklier en de darm. Chi rurgen opereren vele uren aaneen, waarna op afdelingen 'intensive ca re' wekenlang alle zeilen moeten worden bijgezet om de patiënt in le ven te houden. Farmacie De werking van antistoffen tegen ziekte betekende eind vorige eeuw het begin van het farmaceutisch tijd perk. Wat in de oudheid begon met kruiden, smeersels en drankjes, ging uiteindelijk over in poeders en latei- de gemakkelijk te doseren en in te ne men pil. Bekend is het werk van de Duitse onderzoeker Felix Hoffmann, die met behulp van de latere Nobel prijswinnaar Adolf von Bayer in 1897 'aspirine' ontwikkelde. De werkzame stof 'acetylsalicylzuur' bleek een voortreffelijk koortswe- rend en pijnstillend middel. Het aspirientje kreeg later ook nieu we toepassingen, waarvan het Bayer- concern trots meldt dat er jaarlijks nog vele bijkomen. Als bloedverdun- ner bijvoorbeeld voor cardiologische problemen. Recent hebben onder zoekers de aspirine een rol toebe dacht in de strijd tegen kanker. De genezende werking van de 'che motherapie' stamt uit 1910, toen de eerste synthetische stoffen tegen ge slachtsziekten werden ingezet. In 1929 zette de Brit Sir Alexander Fle ming een geweldige stap met penicil line. In een klein schaaltje zag hij dat een schimmel de bacteriën aantastte. Fleming concludeerde terecht dat de schimmel (penicillium notatum) een stof afscheidde die de bacteriegroei remde. Zijn eerste pogingen de peni cilline te gebruiken bij mensen mis lukte. Hij had te weinig penicilline. In Amerika vond de Brit hulp. Door de drooglegging bleven daar vaten voor de alcoholproductie onge bruikt, zodat Fleming er zijn schim mels in kon kweken. In de Tweede Wereldoorlog kwam zijn penicilline beschikbaar voor de geallieerde sol daten. Gedurende decennia daarna zijn nog vele andere antibiotica ge vonden, telkens tegen specifiekere aandoeningen. Probleem Aangespoord door immense financi ële winsten speurt de farmaceutische industrie tot de dag van vandaag naar nieuwe medicijnen. Daarmee staan zij de artsen bij in hun strijd te gen ziekte. Voor veel aandoeningen is opereren niet meer nodig omdat er een adequaat medicijn tegen bestaat. Zo is het aantal maagoperaties door de jaren heen drastisch gedaald. Aan het einde van deze eeuw is spra ke van een nieuw soort pil: de consu- mentenpil. Voor ieder probleem dat veel mensen treft, lijkt de farmaceu tische industrie een chemisch antwoord te fabriceren. Zo zijn er medicamenten die bij hapering de mannelijke erectie bevorderen, be staat er een veelbelovende pil tegen kaalheid en is recent een medicijn ge ïntroduceerd dat rokers hun sigaret doet vergeten. Maar een aantal prangende kwesties heeft ook de farmacie nog niet opge lost. De jacht op een vaccin tegen het aidsvirus HIV is wereldwijd gaande. Tot dusver kan de ziekte alleen wor den 'geremd'. Schrijnend is de onmogelijkheid voor miljoenen HTV-besmette Afri kanen om over deze medicijnen te be schikken. Hen wacht een wisse dood. Ook tegen gevaarlijke varianten van malaria, die in de westerse wereld amper voorkomen, bestaat nog geen afdoend medicijn. Het is zeer de vraag of er wel zo hard naar wordt ge zocht: de uiteindelijke gebruikers hebben niet het geld om een duur me dicijn te betalen, waardodr er voor farmaceuten weinig winst is te ma ken. De medische wereld drong in hon derd jaar via de huid. de organen en de cellen door tot in de kleinste bouwstenen van het menselijk li chaam. En het ontleden gaat steeds verder. Kortgeleden werd het eerste chromosoom volledig in kaart ge bracht: ruim 33 miljoen gegevens in wiskundige formules. Het kan in de verre toekomst een schat aan kennis opleveren over ontstaan, bestrijding en voorkoming van ziekte. Ook het gen dat erfelijke factoren bevat die de mens vormen, wordt beetje bij' beetje in kaart gebracht. De kennis die dat oplevert, zal de gezondheids zorg drastisch veranderen. Nu al la ten sommige vrouwen hun gezonde borsten amputeren omdat de aanleg voor borstkanker in de familie zit. In de toekomst kan genetische kennis leiden tot veel meer medisch hande len uit voorzorg. De discussie richt zich steeds vaker op de ethische as pecten van het 'voorspellen'. Wil een mens wel weten welk onheil hem of haar wacht? En in hoeverre blijven onvolmaakte lichamen, geestelijk of fysiek, in de toekomst geaccepteerd in de samenleving als het te voorko- Het voortschrijden van de medische wetenschap heeft niet alleen positie ve kanten. Doordat steeds minder ziekten dodelijk zijn, ontstaan steeds meer chronische patiënten. Vroeger had longontsteking de bijnaam 'Old Man's Friend', omdat het een vrij snelle, draaglijke dood op de oude dag was. Maar longontsteking is nog maar zelden fataal. Met steeds betere pijnstillers en medicijnen wordt het leven gerekt, maar verschrompelen patiënten door ziekten als kanker. Het aantal mensen met hartproble men neemt de komende jaren met veertig procent toe. Vooral 'dotteren' en 'bypass', het schoonmaken en om zeilen van dichtgeslibde aderen, cre ëert een groep langdurige patiënten die anders was gestorven. Ook kan kerpatiënten worden steeds vaker chronisch patiënt. Het aantal patiën ten met suikerziekte neemt volgens schattingen tot 2015 met 35 procent toe, voor Alzheimer is dit percentage al veertig procent. De vergrijzing zal een groot deel van de Nederlanders afhankelijk maken van de gezondheidszorg. Grote vraagstukken over de financiering van de gezondheidszorg dienen zich daarom aan. Hoe betalen we het alle maal? Blijft de solidariteit bestaan die deze eeuw werd ingevoerd, waar bij de gezonden meebetalen aan de rekening van de zieken? De gemiddelde leeftijd waarop men sen sterven, steeg van 46 jaar aan het begin van de eeuw naar 81 voor vrou wen en 76 voor mannen nu. Maar de eerste ziekten, gebreken en handi caps beginnen al tientallen jaren lang rond het 60e levensjaar. De grootste uitdaging voor de komende eeuw is daarom naast de strijd tegen de - nog steeds - dodelijke ziekten, de verbe tering van de levenskwaliteit van chronisch zieken. Hans Leber BronnenProf.dr. D Post, hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen Prof.dr. W.J. Kolff, emeritus-hoogleraar, University of Utah. 'Inleiding tot de geschiedenis der geneeskunde', G.A Lindeboom; M.J. van Lieburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 103