De jeugd maakt de toekomst 11 enken jongeren na over hun toekomst of leven ze er maar een beetje op los? Hoe belangrijk vinden ze terk, geld, geloof, tolerantie en sociale contacten? Met ndere woorden: zal de jeugd de samenleving 1 ttgrijpend veranderen of blijft alles bij het oude? Een erkenning op de drempel naar volwassenheid. donderdag 30 december 1999 houden en weet zeker dat God mij helpt mijzelf staande te hou den in de maatschappij. Alleen kan ik het niet, soms is de wereld erg ingewikkeld. Als ik jongens van mijn leeftijd naar de disco of de bioscoop zie gaan, denk ik nooitdat wil i k ook wel. Ik zie er de betrekkelijkheid van in. Ie dereen wil altijd alles nieuw en verrassend en dat is het chris tendom nu eenmaal niet altijd. Volgens mij draait het allemaal om drie vragen: hoe ben ik hier gekomen, wat is mijn doel hier op aarde en waar ga ik naar toe als ik gestorven ben. Mijn ou ders laten me redelijk vrijze la ten ze me wel zoveel mogelijk zelf ontdekken. Dat wil ik later met mijn eigen kinderen ook doen." Europa Denken ze nog in grenzen, of hebben ze Europese harten? Sierk Hennes (17, openbare school): „Ik zie geen groot Euro pa zoals de VS. maar gevoels matig zal het wel gema kkelij ker zijn om bijvoorbeeld naar Italië te verhuizen. Alles komt dich terbij en steeds meer mensen spreken Engels. Al geloof ik niet dat onze kinderen Engels in plaats van Nederlands zullen spreken. Ik kan me niet voor stellen dat ik mijn kinderen tweetalig zal opvoeden." Patty Pottier (18, openbare school): „Door Internet lijkt het of de wereld kleiner wordt. Ik zou het ook wel leuk vinden als Europa één geheel wordt, maar ik zal niet meer meemaken dat hier alleen maar Engels wordt gesproken. Ik kan me niet voor stellen dat het Nederlands ver dwijnt, maar misschien wordt het in Europa net zoiets als het Fries nu in Nederland." De Surinaamse meiden Isabine, Ramona en Phoebe vinden una niem dat Nederland veel beter is om te wonen dan Suriname. Meer mogelijkheden en kansen, meer luxe. Niettemin denken ze wel dat ze hun oude dag in Suri name zullen slijten. Ramona en Isabine als ze gepensioneerd zijn. Phoebe iets eerder, na haar vijftigste: „Ik heb er met mijn ouders gewoond van mijn 7e tot lie jaar en ik vond dat minder leuk omdat mijn hele familie in Nederland zat." Ramona: „Op dit moment is Suriname een ramp. Er is erg weinig, alles is duurder dan hier. De wegen zijn kapot en worden niet meer ge maakt." Isabine: „En je hebt er maar twee kanalen op tv. Via de satelliet nog een paar meer, CNN eventueel. Beiden: „Verge leken met Nederland is Surina me best primitief." Phoebe: „Nederland is wel cool." Toekomst Kijkend, naar de wereld, hoe zien ze dan de toekomst? Peter Roosendaal (16, reforma torische school): „Daar maak ik me niet veel zorgen om. Ik weet dat God alles in handen heeft. Ik las laatst het boek '1984' van Orwell en vond dat daar wel iets in zat. Maar later kwam ik er achter dat ik God er in miste. Hij regeert immers alles. Ik zie tege lijkertijd dat de wereld steeds meer afglijdt. Mensen hebben bijna geen normen en waarden meer. Ik denk dat het steeds slechter gaat worden. God noemde dit niet voor niets de eindtijd. We moeten mensen er op wijzen dat ze verkeerd leven, dat is onze taak als christenen. We hebben een scherpe verant woordelijkheid ten opzicht van elkaar. Dat is een vorm van naastenliefde." Sierk Hennes (17, openbare school): „Ik denk dat er een we reldoorlog zal komen, maarniet zoals we die tot nu toe hebben gekend. De wereldoorlog van de toekomst zal een technologi sche oorlog zijn, waarbij waar schijnlijk geen doden meer zul len vallen." Patty Pottier (18, openbare school): „De technologische ontwikkelingen zullen allesbe palend zijn voor ons leven. School bijvoorbeeld heeft als instituut zijn langste tijd gehad. Over een jaar of tien zit je thuis school te doen, lessen te volgen. Gewoon achter je computer. De mogelijkheden en invloed van de technologie zullen alleen maar toenemen." Lobke Smeels (17, openbare school): „Ik ben bang dat door die ontwikkeling de contacten tussen mensen steeds minder worden. Je komt veel minder buiten, want je winkelt thuis, je fitness-apparaten staan thuis waardoor je niet meer naar een club gaat, en je praat thuis via Internet en e-mail met anderen. Omdat ook de criminaliteit zal toenemen, heb je straks alleen nog maar contact met je partner en je kinderen, een paar familie leden en enkele goede vrienden en vriendinnen. Verder met nie mand meer. Ik las pas weer dat iemand drie weken dood in zijn huis had gelegen. Dat zal alleen maar vaker gebeuren, omdat mensen straks helemaal geen aandacht meer voor elkaar heb ben." Dick Hofland Anouk Middelkamp Tijftien jaar pas en meer dan 1 18.000 mensen op de been ïkregen. Marc Gebuis organi se de grote scholierensta- ing tegen het Studiehuis en leek de gevoelens van een ge- eratie te verwoorden, „De irheid denkt dat wij geen ver- ntwoordelijkheid kennen of een mening hebben. Ik heb het Jee dat de overheid niet goed in !emaatschappij staat. Als mijn eneratie het voor het zeggen ijgt, zal die beter luisteren ir jongeren en meer contact it burgers hebben. De jeugd misschien wel belangrijker steeds meer mensen Hen invloed krijgen. We zul- iniet zomaar klakkeloos doen it de overheid oplegt. Dat 'iben we met de staking wel idelijk gemaakt." igeren zijn minder onbevan- dan vroeger. Televisie en In- let hebben de wereld in huis «•acht, waardoor ze bijna len gedwongen om na te :en over de samenleving, ijl bij ouderen vooral cri- laliteit en de angst daarvoor terugkerende thema's hebben jongeren het er am- over. Ze denken vooral na ir idealen, werk, geld, geloof de multiculturele samenle- ing. In dit verhaal komt een ital jongeren aan het woord de vragen die hen bezig- iden. Ze hebben diverse ach- onden; van openbaar tot formatorisch, van christelijk it vrije school, van blank tot wart. Werk Wat zijn hun idealen en ver langens? J ierk Hennes 17), 6-vwo aan de fenbare scholengemeenschap Ie Berg in Amersfoort: „Na üjn examen wil ik er een jaartje muit, naar Afrika en/of Iden-Amerika. Ik wil wel iets anders zien dan het [varende Nederland, kijken de wereld op andere plaat- n in elkaar zit. Ik hoop dat ik jor een ontwikkelingsorgani- itie kan werken. Uiteindelijk ik een creatief beroep, zoals idustrieel ontwerper." are Gebuis (15), 4-vwo aan de i ristelijke scholengemeen- ïhap Aquamarijn in Vlaardin- ,Het liefst zou ik iets zelf- iandig gaan doen, een eigen edrijfje bijvoorbeeld. Met het iden van die schol ierensta- ing tegen het Studiehuis heb ik emerkt dat ik het hartstikke iuk vond om de leiding te heb- en, om verantwoordelijkheid ihebben, om dingen te organi- Hi |en. Ik ben nu vooral bezig Kjuet computers. Ik wil straks I ok een baan in de IT, van je obby je werk maken is toch het sooiste dat er is." eter Roosendaal (16), 4-havo an de reformatorische scholen- meenschap in Apeldoorn „Ik enk dat het heel belangrijk is it je nuttig werk verricht. Ik fl later ook heel hard werken, ind het helemaal niet erg om e volledig in te zetten voor ijn baas. Ik vind een gezin ook sel belangrijk, maar ik zal ooit huisman worden. Dat be kent dat mijn vrouw waar- hij nlijk later voor de kinderen at zorgen. Dat vind ik niet erg, j annen en vrouwen hebben im- ets verschillende taken. In ze re zin staat de man ook boven 'vrouw, dat vond God ook. Hij left Eva niet voor niets uit een ib van Adam gemaakt. De man Oeft niet autoritair te zijn, aar hij is nu eenmaal het ster egeslacht." luib Modderkolk (17), laatste b havo/vwo aan de Vrije 'éool in Groningen: „Ik vind et heel belangrijk dat ik een *d enwicht vind tussen lijn persoonlijke leven later en lijn werk. Natuurlijk zal ik la- fr ook wel voor de kinderen ean zorgen, maar ik wil ook tel graag carrière maken, het efst als journalist. Daarvoor 3 ik naar de universiteit, in fflsterdam nieuwe geschiede- is studeren, met als bijvak wrnalistiek. Ik wil er straks op Miers en van het studentenle- ffigaan genieten. Ik vind geld Bt wel belangrijk, al moet het sn doel op zich worden." •hannes van de Steen (18), Mste klas mavo/havo aan de ije School in Groningen: „Ik juist naar een hbo-oplei- ing, want ik houd ervan met ijn handen te werken. Ik denk it ik bouwkunde wil gaan stu ren, of iets met architectuur, aar misschien ga ik eerst nog °-l een jaar er tussenuit om te arken. Dan kan ik nog even Btig nadenken wat ik wil. Ik ®k dat ik eerst bij een bouw- adrijf ga werken en daarna een ijen bedrijf begin. Niet alleen aorhet geld, maar ook om bij- aorbeeld mijn kinderen later tsna te kunnen laten. Ik merk al dat ik geld belangrijker üd dan mijn ouders. Zij zijn ;at zo materialistisch inge- *ld. Ik heb een computer, een "re stereotoren en dergelijke, kar heb ik wel allemaal zelf V.l.n.r.: Lobke. Sierk en Patty zitten op een openbare school. foto CeesZorn Vlnr: de Surinaamse meiden Phoebe, Isabine en Ramona. foto CeesZorn Mare Gebuis, organisator van de scholierenstaking tegen het Studiehuis. foto Cees Zorn Peter Roosendaal, leerling van een reformatorische scholengemeenschap. foto CeesZorn voor gewerkt, maar mijn ouders vinden het soms wel jammer dat ik zo hecht aan al die spullen. En ik moet eerlijk zeggen dat ik dat nu zelf ook wel in ga zien." Phoebe Toppin (18), na mavo en mbo werkzaam bij een telefoni sche opzoekservice voor alloch tonen: „Ik vond er niks aan op school, maar nu ik er af ben vind ik het juist wel een leuke tijd. Op school leer je tenminste iets. Ik heb er nu wel spijt van dat ik mijn school heb verwaarloosd. Ik zou liever op de havo zitten dan werken. Dan zou ik mis schien toch nog binnenhuisar- chitecte kunnen worden, want dat lijkt me het allerleukste." Allochtonen Denken ze dat de integratie- van allochtonen zal doorzet ten of zal Nederland juist blanker worden? Ramona Scheek (14, 3-vwo; va der Indiaans, moeder Creools): „Er zullen veel meer halfbloed jes komen. Blank en bruin zul len zich steeds meer met elkaar vermengen." Phoebe Toppin (18, vader Hindoestaans, moe der Surinaams„Ik zou niet in de Bijlmer willen wonen." Ra mona: „Ik ook niet. De mensen die hier wonen, komen nooit vooruit. En je komt nooit met andere mensen in aanraking." Isabine van Bossé (16, volgt mavo via dagonderwijs; beide ouders Creools): „Van school naar huis kom je echt niemand anders tegen dan donkere men sen. Maar je vrienden zitten wel hier. De Bijlmer was klein-Suri- name, maar is nu klein-Afrika aan het worden. Als je alleen maar met je eigen mensen wilt omgaan, kun je beter in je eigen land blijven." Alledrie: „Wij willen in elk ge val niet in de Bijlmer wonen, maar wel in Amsterdam. Wij vinden dat wij al genoeg zijn ge- integreerd. Wij hebben ook blanke vrienden." Ramona: Ik denk dat er over 20, 25 jaar veel minder blanken in Nederland zullen wonen, dat het veel meer een mix zal zijn." Phoebe: „Ne- Vrije-Schoolleerlingen Johannes van de Steen en Huib Modderkolk in het scheikundelokaal. foto Ida F. Mulder derland zal nog multiculturele!- worden, het zal hier alleen maar leuker worden om te wonen." Alledrie: „En zo niet, dan gaan we allemaal weg! Maar daar denken we nog niet veel over na Wij hebben er ook nooit last van dat we donker zijn. We zitten op gemengde scholen." Ramona: „Ik heb tien jaar in Almelo ge woond en daar was ik in de straat en op school het enige bruintje. Geen enkel probleem, nooit ergens last van gehad." Phoebc: „De enige keer dat we zijn gediscrimineerd, was tij dens een conferentie in Dene marken. Op straat werden we zomaar uitgescholden en bij discotheken mochten we er niet in. Omdat jullie bruin zijn, zei den ze recht in ons gezicht. Maar in Nederland hebben we dat nog nooit meegemaakt." Huib Modderkolk (17, Vrije School): „Ik denk dat de multi culturele samenleving een hele positieve ontwikkeling is. Je kunt dan immers leren van el- kaars geloof en cultuur. Ik denk dat daar in Nederland nog te veel weerstand tegen is, vooral op het platteland. Ik vind alleen wel dat de buitenlanders moe ten integreren in Nederland. Ze moeten onze taal leren." Lobke Smeels (17, openbare school): „In grote steden schijnt de verhouding tussen blank en zwart al bijna half om half te zijn. Ik denk dat die ontwikke ling niet goed is, omdat dan bei de groeperingen de neiging heb ben om niet te integreren, maar zich op te sluiten in hun eigen gemeenschap. Omdat ze zich bedreigd voelen. Wij hebben in de klas vijf kinderen van bui tenlandse afkomst en wij zijn volledig met elkaar geïnte greerd. Dat is veel makkelijker dan wanneer het half om half zou zijn. Hoe dan ook, Neder landers en allochtonen zullen zich aan elkaar moeten aanpas sen, op basis van wederzijdse tolerantie, wederzijds respect." Geloof Zegt God en de Bijbel ze nog iets, en wat doen ze er mee? Mare Gebuis (15, christelijke school): „Ik woon in Maassluis, de stad van Maarten 't Hart. Ik kom niet uit zo'n streng nest als de schrijver. Mijn ouders zijn protestants, ze geloven wel op een bepaalde manier, maar we gaan niet naar de kerk, ja met Kerst, en bidden niet voor het eten. Ik ben vrij opgevoed, niet in een bepaalde richting ge stuurd. Ik moet zelf maar ont dekken wat me aanspreekt. Ik zit nu in een fase dat ik denk: be staat er wel een God? Ik denk dat er wel meer is dan wat j e ziet, niet precies zoals in de Bijbel, want dat is meer symbolisch. Ik ken de Bijbel wel, niet van A tot Z, maar ik heb er wel in gelezen. Het geloof interesseert me, ik discussieer er ook over met an dere leerlingen. De meesten denken er net zo over als ik, ze zijn niet zwaar gelovig, maar ze hebben ook niet van: we moeten er niets van hebben." Johannes van der Steen (18, Vrije School): „Mijn ouders zijn antroposofisch ingesteld. Zo is er bij ons thuis altijd al een sei zoenstafel geweest, waarop mijn moeder elk seizoen weer iets maakt dat met dat jaargetij de te maken heeft. Ook eten we thuis biologisch. Mijn vader is erg bezig met het antroposofi sche gebeuren. Mijn ouders zijn wel gelovig, ze zitten bij de christengemeente, dat is een christelijke kerk, die gemengd is met antroposofische denkwij zen. Ze hebben daar ook een God en een Bijbel en geloven heel sterk in de geestelijke we reld. We bidden dan ook altijd voor het eten en mij n vader leest af en toe voor uit de bijbel. Maar ik vind dat niet erg interessant. Eens per jaar ga ik met mijn moeder mee naar de kerstmis, maar daar val ik echt in slaapIk doe het dan maar voor haar. Zelf geloof ik wel in iets, maar in wat weet ik niet precies. Ik heb daar wel regelmatig discussies over met mijn vader. Maar hij laat mij gelukkig wel vrij, ik mag zelf weten waarin ik geloof." Phoebe Toppin (18), werkende jongere: „Ik ben niet gedoopt, maar mijn ouders zijn wel gelo vig. Mijn vader kent de bijbel uit zijn hoofd. Hij gaat altijd dis cussies aan met Jehova-getui gen en Mormomen als dig aan de deur komen. Mijn ouders willen mij laten kennis maken met het geloof, maar niet opdringerig. Wij zijn veganisten, eten geen vlees, dragen geen leer. We eten speciale boter en kaas. Ik mag het zelf weten, maar ik eet ook geen vlees. God heeft de dieren gemaakt, maar niet om te doden en te eten. Wij maken ook geen mug dood. Nou ja, heel soms, stiekem, als-ie me heeft ge prikt." Peter Roosendaal (16), reforma torische scholengemeenschap in Apeldoorn: „Ik vind het niet moeilijk om gelovig te zijn. Ik probeer mijn eigen identiteit te

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 69