Bomen met
genezende
krachten
Eiland van de
Meijer wordt
vogeldomein
dij j tan
Zwarte
moerbei
in Turkey e
door het oog van Wim Riemens f*.
Dit indrukwekkende
exemplaar van Morus nigra
L., ofwel zwarte moerbei, groeit
op een oud boerenerf in de buurt
van het Zeeuws-Vlaamse
Turkeye. Kenmerkend voor de
moerbei is het krommende
silhouet. De kroon van de boom
wordt soms zo zwaar, dat de stam
hem niet meer kan dragen. Na
verloop van tijd groeien
overhangende takken de aarde
in, waar een nieuwe boom
onstaat. Zo gaat de moerbei
'wandelen'. Ook dit exemplaar
zucht onder zijn gewicht. De
moerbei is vrucht dragend. De
vruchten hebben een ongewone
smaak en worden soms rauw
gegeten, meestal verwerkt tot
wijn of jam.
Het dorp, dat vorige week op de
foto van Wim Riemens stond,
was Waterlandkerkje, vandaag de
dag een landelijk stukje Zeeuws-
Vlaanderen terzijde van het
gewoel. Het ligt dichtbij de
Belgische grens, in een streek die
al in de middeleeuwen Waterland
heette.
De rust die nu van
Waterlandkerkje en omgeving
uitgaat, was er niet altijd. Het
gebied werd onder meer in 1375
door hevige overstromingen
getroffen. Daarbij ging onder
meer IJzendijke verloren en kwam
Biervliet geïsoleerd op een
eilandje te liggen. In de zestiende
eeuw werd een aantal polders
opnieuw bedijkt, onder meer de
Passageulepolder en de Vrije
polder.
In de zestiende eeuw ook was deze
streek tijdens de Tachtigjarige
Oorlog het toneel van militaire en
religieuze worstelingen. Voor
Waterland had deze strijd
ingrijpende gevolgen, omdat de
grens tussen het Spaanse en het
Staatse (Nederlandse) gebied er
dwars doorheen liep. Plunderende
bendes stroopten het gebied af en
om het noorden beter te
beschermen werd de
Passegeulekreek uitgegraven tot
een verdedigingslinie, waardoor
het de Spaanse troepen moeilijk
werd gemaakt ze over te steken.
Ook werden er verschillende
'redoutes', kleine veldschansen,
aangelegd.
De religieuze conflicten spreken
uit het incident met de eerste
hervormde predikant, die in 1568
door rooms-katholieken werd
gemolesteerd. In Waterland
stichtten de hervormden tussen
1669 en 1674 een nieuwe kerk. Dat
werd de directe aanleiding voor de
naam van het dorp
Waterlandkerkje: in de
volksmond heette de nederzetting
bij dit gebouw 't Kerkje. Om ze te
onderscheiden van de Belgische
gemeente Waterland-Oudeman
werd het dorp Waterlandkerkje
genoemd. Het dorpskerkje werd in
1708 door de Fransen in brand
geschoten, in 1713 herbouwd en
aan het eind van de jaren vijftig
van deze eeuw grondig
gerestaureerd. Het Redouteplein
herinnert aan de veldschansen,
die hier werden aangelegd. Op dit
plein staat ook een van de oudste
grenspalen in ons land. Voorts
staat op dit plein een
gedenkzuiltje met de jaartallen
1796-1970 en dat zijn de begin-, en
einddata van de burgerlijke
gemeente Waterlandkerkje: sinds
1970 immers maakt
Waterlandkerkje deel uit van de
gemeente Oostburg.
De waardebonnen zijn voor
F.Verdurmen uit Biervliet,
B.Volmer uit Vlissingen en P. I. du
Burck uit Oostburg.
De vraag voor de nieuwe opgave
is: welk dorp staat op deze foto van
Wim Riemens?
Oplossingen kunnen tot en met
uiterlijk vrijdag 31 december
worden gestuurd aan: Redactie
PZC Buitengebied, Postbus 18,
4380 AA Vlissingen, fax: 0118-
470102 of e-mail redactie@pzc.nl.
Onder de inzenders van goede
oplossingen worden opnieuw drie
waardebonnen verloot.
foto Tjerk Hoek
door Conny van Gremberqhe
Als een Napoleon met lemen
voeten stiefelde gedeputeerde
Gert de Kok van natuur en
landschap begin november over
het Eiland van De Meijer bij Spui.
In zijn kielzog sleepte hij een
groep landschapbeheerders,
medewerkers van de Dienst
Landelijk Gebied en andere
belanghebbenden mee door de
zompige kleivlakte. De heren.,
dames natuurliefhebbers waren
het er over eens dat deze 24 hectare
grote vlakte, eenmaal goed en wel
ingericht zou kunnen uitgroeien
tot een pracht natuurgebied. Een
domein voor riet-en weidevogels.
Een pleisterplaats voor insekten
en klein wild.
Het Eiland van De Meijer,
genoemd naar een voormalige
eigenaar, ligt gevangen tussen
tussen twee kreekarmen, de
Otheense-en de Bronkreek,
redelijk geïsoleerd maar vlakbij
de woonkern Spui. tussen
Terneuzen en Axel. Het
natuurontwikkelingsgebied ligt
in een streek waar door de eeuwen
heen water en land een
voortdurend gevecht met elkaar
geleverd hebben. In de veertiende
eeuw was het gebied tussen het
huidige Axel en Temeuzen reeds
van de zee gewonnen en diende het
land als akkerbouwgrond. Spui
heette in 1492 Zouterspuye en op
de plek van het huidige
buurtschap loosden een groot
aantal polders hun
oppervlaktewater op de
Westvaart, een waterleiding
tussen Temeuzen en Axel. Tijdens
de Tachtigjarige Oorlog meende
prins Maurits er goed aan te doen
om nabij Spui de dijken door te
steken en de polders onder de
water te zetten om de stad Axel,
die hij in 1586 met zijn troepen op
de Spanjaarden had veroverd te
voorzien van een natuurlijke natte
beschermende gordel. Wie het
geïnundeerde land over wilde,
moest voortaan gebruik maken
van een veerdienst tussen
Zouterspuye en Axel.
Na de Vrede van Munster rolde het
ene na het andere
bepolderingsplan uit de koker van
de Zeeuwse grondeigenaren. Zo
ook werd er tegen 1650 een plan
opgezet om het verdronken land
rond Zaamslag weer droog te
leggen. Walcherse boeren zagen
hun kans schoon om in het
voormalige generaliteitsland
nieuw bezit te verwerven en dat
gebeurde ook. Een paar jaar lag de
grote Zaamslagpolder droog en
resteerde van de watervlakte
alleen nog het mest westelijke
gedeelte, de Otheense Kreek met
een groot aantal zijgeulen. Het
Eiland van de Meijer, dat toen
anders heette, was in die jaren
daadwerkelijk een eiland, aan alle
zijden omzoomd door water. De
kreek aan de oostzijde, nu nog
herkenbaar als een slenk in het
polderland, werd in later jaren
gedempt.
Bult
Decennia lang heeft het Eiland
van De Meijer als een hoge bult
tussen de kreken gelegen. Het
gebied bestond grotendeels uit
weideland met hier en daar wat
knotwilgen en essenbosjes. Het
geheel werd omzoomd door een
forse rietkraag. Het gebiedje
contrasteert sterk met de rest van
de omgeving dat hoofdzakelijk uit
akkerland bestaat met lange
rechte bouwkavels.
Begin jaren '90 werd het hele
gebied verworven door
Staatsbosbeheer en werd de
functie van de kavels gewijzigd
van landbouw naar natuur.
Omdat het Eiland erg geïsoleerd
ligt en van ooi-sprong een
zeekleibos was, meende de nieuwe
grondeigenaar en de Dienst
Landelijke Gebied dat het gebied
bij uitstek geschikt was om er
bosontwikkeling op te laten
plaatsvinden. Er werd een
ontwikkelingsplan gemaakt en
gezocht naar middelen.
Inmiddels is de provincie Zeeland
over de brug gekomen met 250.000
gulden voor de herinrichting van
het eiland en is er ook nog eens
60.000 gulden vrijgemaakt uit het
fonds van 44 mil j oen gulden dat de
Belgen beschikbaar hebben
gesteld voor natuurherstel ter
compensatie van het uitdiepen
van de Westerschelde.
Inmiddels zijn de grondwerken
uitgevoerd en is de jonge aanplant
op het eilandje aangebracht. Het
gaat hierbij dan vooral om essen,
iepen en schietwilgen. Om de
watervogels te gerieven is de
noordelijke oever van het eiland
wat afgevlakt, zodat er een
geleidelijke overgangszone
schapen is van water naar land. De
landschapbeheerder,
Staatsbosbeheer, gaat ervan uit
dat binnen tien jaar tijd het E iland
van de Meijer veranderd is van een
leeg weidegebied in een
zeekleibosje. Ongeveer 90 procent
van de 24 hectare grond wordt dan
ingenomen door bomen en
struiken met een hoogte van ruim
twee meter. De dodaars, kleine
karekiet, debosrietzangertjes,
wielewaal en groene specht zullen
dat zeer zeker zien zitten.
door Lilian Dominicus
Sjamanen, druïdes en
medicijnmannen maakten van
oudsher gebruik van de
geneeskrachtige werking van
bomen. Heel bekend is de
maretak, een parasitair struikje
dat met zijn wortels
voedingsstoffen uit bomen zuigt.
Sinds jaar en dag worden
magische krachten aan deze plant
toegekend. Wie kent Panoramix
niet, de druïde uit de strip Astérix,
die regelmatig de Bretonse bossen
induikt en met zijn gouden
snoeimes maretakken afsnijdt
voor de magische toverdrank, die
het Gallische dorp zo
onoverwinnelijk maakt? Dokter
Kneipp schreef maretak al voor
als middel tegen epilepsie en
duizeligheid en ook de
homeopathie gebruikt aftreksels
van maretak bij soortgelijke
kwalen.
Probleem met de maretak is de
schaarsheid op Zeeuwse bodem.
Wie gebruik wil maken van de
heilzame werking van viscum
albumzoals het halfheestertje in
het Latijn genoemd wordt, zal af
moeten reizen naar Zuid-
Limburg, België of Frankrijk.
Smeerseltje
Dichter bij huis zijn echter genoeg
andere genezende bomen te
vinden. Zo staan er in deze
contreien veel notenbomen.
Menig kruidenvrouwtje weet daar
een prachtig smeerseltje of papje
van te maken. Zowel verse als
gedroogde noten werden gebruikt
als remedie tegen klierzwellingen
en huid- en beenderklachten.
Notenolie vormt nog steeds een
essentieel onderdeel van
zonnebrandoliën. Oude medische
boeken maken melding van de
bevordelijke werking van noten
op het spijsverteringskanaal,
vooral na nuttiging van een
vismaaltijd. Brandewijn van
onrijpe noten gestookt werd in
vroeger tijden als
desinfectiemiddel gebruikt.
Typisch Zeeuws zijn de
lindebomen, die als grensbakens
werden geplant op hoekpunten
van dijken, bij nieuwe
inpolderingen. De lindeboom
geldt als een heilige boom, waar
vroeger op de dorpspleinen recht
onder werd gesproken. De
hartvormige bladeren
verspreiden een kalmerende geur,
waaronder het goed toeven is. De
boom staat symbool voor geluk,
liefde, rust en vrede.
Geliefden
De lindeboom, ook wel meiboom
genoemd, stond daarom bekend
als een plek waar huwelijken
werden voltrokken en als
ontmoetingsplek voor geliefden.
Bij regen is het veilig schuilen
onder de beschermende
lindebladeren en -takken.
Grootmoeders lindebloesemthee
wordt nu nog steeds gebruikt
tegen verkoudheid; de bloesem
zou zweetopwekkend werken. De
bloem met het schutblad werkt
rustgevend, ontspannend en
kalmerend. De hier veel
voor-komende vlierboom is
eigenlijk een struik, die kan
uitgroeien tot een boom en wel
honderden jaren oud kan worden.
Hij wordt ook wel de apotheek van
God genoemd. De vlier hoorde en
hoort op het platteland. De boom
werd vlakbij de boerderij geplant,
het liefst onder het keukenraam,
als bescherming tegen kwade
geesten, vliegen en ongedierte.
Voor de zigeuners is de vlier heilig;
alle ziektes die de mens kent
zouden ermee verholpen kunnen
worden. Hypocrates, de eerste
grote geneesheer van de moderne
beschaving, achtte de vlier een
belangrijke boom voor de
geneeskunst. Zowel wortel,
bessen, blad als schors hebben
geneeskrachtige werking. De
crèmekleurige bloemen, die een
indringende, soms onaangename
geur verspreiden, werken
woensdag 29 december 1999
Oude walnoot in een tuin bij Zaam
harmoniserend en kalmerend op
de spijsvertering. De rode takjes
hebben een bloedreinigende,
opbouwend zuiverende werking.
De vlier reinigt en vult tekorten in
het bloed aan en werkt bij allerlei
ontstekingen verzachtend en
zuiverend. Samen met de
lindebloesem vormt vlier, als
weerstandsverhogend middel, een
krachtig medicijn tegen
verkoudheid. Het verse blad is
foto's Peter Nicolai
kaliumrijk, dat heel belangrijk is
om het vochtgehalte in evenwicht
te houden.
Karakteristiek voor Zeeland is
ook de meidoorn, een
heesterachtig gewas dat net als de
vlier uit kan groeien tot een flinke
boom. De meeste geregistreerde
geneesmiddelen ter bevordering
van de hart- en bloedcirculatie
bevatten een tinctuur van de
meidoorn. Daarnaast wordt de
tinctuur gebruikt tegen
overgangsklachten.
Meidoornbloesemthee werkt
oppeppend en hartversterkend.
Oudere dame
Een hele veelzijdige boom, die ook
veel in Nederland voorkomt, is de
berk. Met zijn tere, grijzige kleur
heeft hij wel wat weg van een
tanige en al wat oudere dame.
Vóór de lindeboom gold de berk
als een heilige boom, die
voorspoed en vriendelijkheid gaf
en symbool stond voor de eeuwige
terugkeer van de lente. In de
natuurlijke geneeskunde staat de
berk bekend als vochtafdrijver,
weldadig voor mensen met een
slechte nierfunctie. In
tegenstelling tot de reguliere,
synthetische piasmiddelen
zou een aftreksel van het
berkenblad geen kalium in
het lichaam afbreken.
Berkenwater werd vroeger als
haargroeimiddel gebruikt en als
middel tegen roos.