pzc ^7 Net acupunctuur maar het leven komt niet terug Industriewater spaart kosten en het milieu Bezwaar tegen de salonboeren buitengebied 31 woensdag 15 december 1999 weerszijden van de staartwortel richting anus. Daarmee kan hij zijn territorium afbakenen. Als je een bunzing uitvilt moet je altijd de endeldarm met een klem beetpakken. Vervolgens snij je de darm voorzichtig in het bekken los en dan komen de klieren, die nog het meeste op flinke bruine bonen lijken - vanzelf eruit." Elk vak heeft zo zijn minder prettige kanten, maar prepareren is op de eerste plaats een mooi ambacht. Werken met de precisie en het gereedschap vaneen goede tandarts. Er komt veel techniek bij kijken. Retoucheren, patineren, boetseren, want een dier wordt vaak met klei opgevuld. Droogföhnen. De kophuid vastplakken, met naalden, gevuld met was, de boel op zijn plaats houden. „Het is net accupunctuur maar het leven krijg ik er niet meer in." Bewerkelijk Prepareren is arbeidsintensief. Een buizerd of kerkuil kost hem zes uur. „Eerst smeer ik het dier in met looi, daarna zet ik 'm in wasmiddel, dan centrifugeren, föhnen, weer looien. Ondertussen snijd ik een kunstlichaam uit en kies bijpassende kunstogen uit. Dan is het globaal buigen van ijzerdraad in een zo natuurlijk mogelijke houding. Daarna moeten de tenen worden gefixeerd, dan de staart, vleugels en als laatste nek en kop. Tot slot kost het je anderhalf uur om met een pincet en prepareernaald de veren één voor één recht te trekken." Jack Russels, Yorkshire Terriërs of Drentse Patrijshonden die hun laatste adem hebben uitgeblazen wil hij ondanks vele verzoeken liever niet opzetten. Want hij wil niet aan de ellende van een ander verdienen. „Bovendien krijg je daar onherroepelijk gelazer mee. Zo van: Fikkie is weer terug, weliswaar in opgezette vorm. Maar dan gaan ze kijken. Is het Fikkie wel echt? Hij lijkt niet helemaal. Begint het hele verwerkingsproces opnieuw. En Fikkie wordt geaaid, geaaid en nog eens geaaid en dan wordt Fikkie opeens een gedrocht. En wie heeft het gedaan? Juist, ik begin er dus niet aan. Nee, ik maak aan de hand van close ups een bronzen beeld. Dat beeld kunnen ze aaien totdat ze een ons wegen. Het beeld wordt er alleen maar mooier van." Phaff is secretaris van de Nederlandse Vereniging van Preparateurs (NVP) die 150 leden telt. Zelf heeft hij drie leerling preparateurs die in zijn atelier de technieken onder de knie proberen te krijgen. „De nieuwste discipline is de dinosaurus namaken. Heel moeilijk, maar een leerling van mij heeft daar laatste een prijs mee gewonnen. Dat is leuk." Preparaten gaan doorgaans 25 tot 30 jaar mee. „Het beste is om ze in vitrines te zetten. Die zijn stofvrij. Je moet een opgezet dier eigenlijk ook niet aanraken, want het zit vol conserveringsmiddelen. Maar je hebt ook mensen die een vos in de hal hebben staan. Kinderhanden met een appel of lollie erin aaien zo'n beest elke dag. Dan is het eerder afgelopen. Of je hebt er die een opgezette Vlaamse gaai boven de schouw hangen. Tsja." Van vrijdag 18 tot en met zondag 20 februari 2000 organiseert de NVP een praktijkweekend prepareren in Kamphuis t Veerse Gat in Veere. Zowel beginners als gevorderden kunnen zich voor de workshop inschrijven, maar het aantal inschrijvingen is beperkt tot maximaal 30. Voor meer informatie: Wim Phaff, Kruitmolenlaan 76 Middelburg. Tel: 0118-635374. door Maurits Sep Grote bedrijven verbruiken miljoenen liters water per jaar. Het meeste is niet nodig om de dorst te lessen na zware arbeid, maar als koelwater, of voor de productie. Toch hebben zij daarvoor jarenlang kostbaar drinkwater gebruikt. Met het schaarser en daardoor duurder worden van drinkwater heeft een nieuwe soort water zijn intrede gedaan: industriewater. Drinkwater wordt uit de grond gehaald en in meerdere stappen gezuiverd. Omdat de behoefte hieraan nog immer toeneemt, bijvoorbeeld door de groeien de bevolking, zakt het grondwaterpeil de laatste jaren steeds meer en sneller. Dat leidt tot verdroging van de bodem. Eén van de manieren om dat proces te keren en het milieu te sparen, is geen drinkwater meer te gebruiken voor industriële processen. Bedrijven kunnen echter niet zonder water, en dus moeten er alternatieven komen. Oppervlaktewater, zoals rivieren, is daarvoor de belangrijkste bron. Industrieën in bijvoorbeeld het Sloegebied en de Kanaalzone kunnen water uit de Westerschelde pompen. Maar de dure machines zijn niet bestand tegen zomaar alle soorten water. Het blijft nodig het te zuiveren. Het grote verschil tussen drink- en industriewater is de mate waarin het gezuiverd is. Om het te kunnen drinken, moet water veel schoner zijn dan om machines te koelen. Dat verklaart tevens het prijsverschil. Drinkwater kost bij Delta Nutsbedrijven 1,92 gulden per kubieke meter voor bedrijven (gezinnen betalen 2,16), industrie water kost 1,31 gulden. Volgens Delta kan het voor een bedrijf dat duizend kubieke meter (een miljoen liter) water per maand verbruikt al rendabel zijn om over te stappen op industriewater. Uit de afzetcijfers van Delta blijkt dat steeds meer bedrijven zich bewust worden van dit prijsvoordeel. In 1989 verkocht Delta 7,6 miljoen kubieke meter industrie water aan vier bedrijven. Per kubieke meter betaalden zij 1,20 gulden. Dat was destijds zestien procent van de totale omzet. Elf jaar later namen achttien klanten 17,5 miljoen kubieke meter industriewater af, eenderde van de totale afzet aan water. De prijs is inmiddels gestegen tot 1,31 gulden. Extra net Om gelijktijdig drinkwater en industriewater te kunnen leveren, heeft Delta een extra leidingennet aangelegd naar de industriegebieden in het Sloe en in Zeeuws-Vlaanderen. Het was één van de eerste nutsbedrijven van Nederland die dat deden, aldus woordvoerder Arnold Parre. Het Zeeuwse industriewater komt vooral uit de Maas en wordt tijdelijk opgeslagen in spaarbekkens in de Biesbos. Tijdens die opslagperiode wordt het vanzelf schoner omdat verontreinigingen bezinken of biologisch worden afgebroken. Het laboratorium van Delta Nutsbedrijven controleert de kwaliteit van het water voortdurend. Daarbij wordt onder meer gelet op de hardheid en het zoutgehalte. Ook dient de temperatuur constant en laag te zijn. De productie van industriewater kost Delta veel geld. Enerzijds waren forse investeringen nodig voor de aanleg van het speciale leidingennet naar industriegebieden. Anderzijds brengt industriewater minder op dan drinkwater, omdat het goedkoper is. Toch gaat Delta verder met het leveren van water op maat. Volgens woordvoerder Parre zou erg kortzichtig zijn om alleen aan de eigen financiën te denken. „Wij zijn ook de rentmeesters van het water. Als we niet verstandig met de watervoorraad omgaan, raakt die uitgeput. En dan houdt het voor iedereen op." Preparateur Wim Phaff: „Je moet een opgezet dier niet aanraken, want het zit vol conserveringsmiddelen." foto's Ruben Oreel Pompstation De Wranghe in Kapelle pompt per jaar acht miljoen kubie ke meter industriewater op voor bedrijven in het Sloegebied. foto Willem Mieras door Jeroen Vliegenberg Jaarlijks sneuvelen in ons land tienduizenden vogels en zoogdieren. Dat kan een natuurlijke oorzaak hebben (ouderdom, parasieten), maar het merendeel is verkeersslachtoffer. Ook ruiten zijn voor veel torenvalken en sperwers funest. In Zeeland zijn naar verhouding weinig zoogdieren. Wel kleine zoogdieren als konijn, haas, bunzing en wezel, maar voor het opzetten van een zoogdier moet preparateur Wim Phaff uit Middelburg in negen van de tien gevallen naar Friesland. Gemiddeld prepareert hij honderd beesten per jaar. „Alles wat leeft gaat een keer dood." Dit jaar heeft hij voor het eerst een visarend opgezet. Dat was een echte kick. „Ze zijn hier zo zeldzaam. Er was er een gevonden op Voorne'sduin. Een prachtig lijf. Enorme vleugels, lange poten en flinke klauwen. Hij staat nu opgezet in het bezoekerscentrum van het Zuidhollands landschap. Musea en bezoekerscentra zijn grote opdrachtgevers." Soms is het een heel ander verhaal Vossenlintworm bijvoorbeeld. „Die heeft een incubatietijd van vijftien jaar! Vooral in Duitsland lopen veel besmette vossen rond. Het is link, want de mens met zijn lange levensduur is een verkeerde gastheer. Twee leden van onze preparateursvereniging zijn ziek. Op termijn kan de lintworm dodelijk zijn." Ook de argeloze recreant loopt een risico. De worm legt namelijk eitjes die meekomen met de uitwerpselen van de vos. Als zo'n drol in de zon uitdroogt, worden eitjes stof dat gemakkelijk op bramenstruiken of grassprieten terechtkomt. „Ook bij dassen is het opletten. Eitjes kunnen op de pels zitten. Als ik een vos of das vil, maak ik hem altijd vochtig met een plantenspuit." Vissen Wim Phaff prepareert al 35 jaar dieren. De laatste tijd ook veel vissen. „Laatst kocht ik een Atlantische trekkersvis hier bij de viskraam. Sinds de Deltawerken is hier een nieuwe biotoop ontstaan. Ook lipvissen zie je steeds vaker. Het is een verrijking van de fauna. Van dat soort bijzondere vissen maak ik afgietsels en die leen ik in Zeeland uit aan scholen of musea." Phaff werkte als conservator jaren bij het Zeeuws Biologisch Museum en richtte tentoonstellingen in voor Nederlandse en buitenlandse musea. Op 17-jarige leeftijd kwam hij naar Zeeland. „Daar vond ik veel dode dieren en die ging ik prepareren." Toen hij zeven was verzamelde hij insecten. „De lol in de levende natuur is me met de paplepel ingegoten. M'n vader was als brouwmeester uitgezonden naar de tropen. Met hem verzamelde ik schelpen, vissen en vooral veel vlinders. We hadden tienduizenden vlinders, veel tropische soorten uit Singapore en West-Afrika. Een groot deel is nu te zien in Naturalis in Leiden." Het prepareren kan ook een vies zaakje zijn. Neem de bunzing. „Wanneer je die staat te prepareren en je drukt per ongeluk zijn stuitklieren eruit... Nou, daar kun je tegen aan leunen hoor. Die muskus is een zeer pittige en sterk geconcentreerde geur. De stuitklieren zitten aan door A. J. Snel De grote schoonmaak is achter de rug. Nu het land voorlopig met rust wordt gelaten en er dus niet meer heen en weer gereden wordt tussen de percelen en het erf, heeft Wilco Verhage de trekkers en machines de jaarlijkse reinigingsbeurt gegeven, een klus van twee dagen. Natuurlijk kent hij de discussie over aanscherping van de regels die daarbij in de toekomst zouden moeten gelden. Daarbij is aan de orde of erven moeten worden voorzien van gesloten bestrating en of maatregelen moeten worden getroffen om vervuild water te scheiden. Wilco kijkt er sceptisch tegenaan. „Ik zie niet in waarom je enorme investeringen zou moeten doen die maar heel weinig rendement voor het milieu opleveren. Als je machines en tractoren afspuit, blijft het beetje vet wel zitten. En als het er al afvalt, dan gebeurt dat ook wel op het land. Ik hoop dat de realiteit toch een beetje in het oog wordt gehouden. De mensen wassen toch ook gewoon hun auto op straat. Een aantal jaren geleden is het verplicht geworden het water dat vervuild wordt bij de eerste reiniging van melktanks buiten het oppervlaktewater te houden. Dat doe je met een buis die je op de mestopslag laat uitkomen. Ik zie daar de zin wel van in. Je spoelt anders heel wat weg via het riool en dat gebeurt twee keer per dag. Maar de machines schoonspuiten, dat doe je eens in het jaar; dat levert nauwelijks verontreiniging op." Dezer dagen zijn de suikerbieten, die al geruime tijd op het erf lagen, opgehaald. Dat is plezierig, want Verhage hoeft niet meer bedacht te zijn op vorst. In november dreigde dat even en toen zijn de bieten tijdelijk gedeeltelijk onder plastic gelegd. Nu de bieten weg zijn, is het wachten op bericht van de fabriek over het suikergehalte, de winbaarheid, de kilo's en de tarra. Rechten Hij heeft vorige week een vergaderdag gehad in Tilburg, waar de gewestelijke vakgroep rundveehouderij bijeenkwam. Wilco zit daar in namens het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt. Er kwamen wat algemene kwestie aan de orde, onder meer die van de quoteringsbeurs. Met behulp daarvan wil een aantal melkveehouders de handel in productierechten doorzichtiger maken. Ook zou een eind moeten komen aan de mogelijkheid de rechten te leasen. Wilco: „Dat wordt gedaan door zogenaamde salonboeren. Dat zijn mensen die thuis op de bank van hun melkrechten zitten te genieten zonder ervoor te hoeven werken. Andere boeren worden daardoor belemmerd bij de structurele verbetering van hun bedrijf. Er is nogal verdeeldheid over de vraag of er een ander systeem moet komen. Ik denk dat de quoteringsbeurs er nog niet zomaar zal zijn. De tegenstand is taai. In Europees verband is het trouwens toch over vier jaar afgelopen met dat leasen." Dan is hij ook nog naar Etten- Leur geweest voor een bijenkomst van de jongerenraad van Campina Melkunie. „Je krijgt dan informatie en er is discussie. De fabriek is van ons, veel boeren hebben er nogal wat geld in zitten. Op zo'n vergadering wordt dan gesproken over de vraag of iemand nog lid kan blijven als hij zelf kaas maakt en alleen incidenteel zijn overschotten aan melk aan de fabriek levert. Als je lid bent van de coöperatie, krijg je meer uitbetaald. Het is een lastig onderwerp. Ze zijn daar nog niet uit." Wilco Verhage (27) heeft, in maatschap met zijn vader, nabij Koude- kerke een gemengd bedrijf. Hij doet wekelijks in deze rubriek verslag van zijn werk en wedervaren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31