Kroon op de woning wordt verwaarloosd Taal van de doenkere daegen DUJTöngeDJBC woensdag 1 december 1999 door Richard Hoving Het dak wordt verwaarloosd. Dat vindt niet alleen de Nederlandse dakenbranche, maar ook een aantal architecten, stedenbouwkundigen, kunstenaars en opdrachtgevers. De branche richtte de stichting 'Het prominente dak' op. De overigen deden onderzoek. 'Het prominente dak' vraagt aandacht voor de vernieuwing op dakengebied in Nederland. ..En dat is absoluut noodzakelijk", zegt initiatiefnemer F. Goos. Volgens hem gaat de ontwikkeling van het dak aan veel architecten en opdrachtgevers voorbij. „Dat is jammer. Het dak ontwikkelt zich voortdurend. Zowel in vorm als materiaalgebruik. Kort na de oprichting begin dit voorjaar, schreef de stichting een prijsvraag uit. Wat is het prominentste dak van Nederland? Bijna honderd architecten stuurden hun favoriete ontwerp in. Een jury van stedenbouwkundigen, architecten, opdrachtgevers en consumenten beoordeelde de inzendingen en maakte een selectie van tien daken. Met de prijsvraag wilde de stichting volgens Goos een hardnekkig misverstand ontzenuwen. „Over het algemeen geldt een plat dak als modern. Een hellend dak wordt als traditioneel afgedaan. Uit de vele inzendingen blijkt dat ook een hellend dak best modern kan zijn." Bootvorm Onder de geselecteerde inzendingen waren onder meer een vegetatiedak, een overkapping met zonnepanelen en een golvend dak. De Zeeuwse architecten lieten het afweten, zegt Goos desgevraagd. Alleen het architectenbureau WTS uit Vlissingen deed mee aan de prijsvraag. WTS stuurde het dak van het appartementencomplex Strandveste aan de Vlissingse boulevard in. Door de bootachtige vorm en het gebruik van koper is het geen alledaags dak geworden, licht architect Hans Slemmer de inzending toe. WTS viel buiten de prijzen. Slemmer denkt te weten waarom. De jury heeft volgens hem niet alleen naar 'esthetiek' en functionaliteit' gekeken. „Een voorwaarde was ook de herkenbaarheid van het dak vanaf de straat. Strandveste is een hoog gebouw en scoort op dit punt niet zo goed." De stichting 'Het prominente dak' is opgericht door producenten van dakbedekking, handelaren en verwerkers. Woordvoerder Goos ontkent niet dat het de oprichters Ecosolarwoningen met schuine daken in Goes-Overzuid. om meer omzet is te doen. Parallel aan het initiatief van de dakenbranche hebben architecten, stedenbouwkundigen, kunstenaars en opdrachtgevers zich gebogen over zowel de kap als de kelder in de hedendaagse woningbouw. De uitkomsten van het onderzoek zijn onlangs ARCHITECTUUR verschenen in Undercover. Over zolders en kelders in de hedendaagse architectuur. Volgens de samenstellers van het boek worden kap en kelder genegeerd door de moderne architect. Undercover construeert het verticale huis. Beide elementen vormen geen marginale onderdelen meer, maar behoren tot het wezen van een woning. Kap en kelder worden in verband gebracht met 'rest' en 'reserve'. „Kap en kelder bieden het huis en zijn bewoner armslag, geven het hedendaagse wonen de mogelijkheid van een vage, veranderlijke contour, die zo essentieel is in de hectiek van het alledaagse bestaan." De herwaardering van kap en kelder werd uitgewerkt in een drietal workshops. Rob klein Goldewijk en Martin Schepers gaven hun ontwerp de naam DAF. Variomatic mee. „De uit de automobiel afkomstige begrippen 'vermogenskromme' en 'koppelkromme' zijn de sleutelbegrippen in dit model. Aan de straatzijde van de D.AF Variomatic-woning bevindt zich een element dat een kruising is van een dakkapel, een ophaalbrug en een meterkast. Volgens de ontwerpers is dit de scheiding tussen openbaar en privé. Niet alleen gas, water en licht maar ook de mens komt door deze sluis de woning binnen. „Dit is de plek waar contacten gelegd worden, waar het innerlijk van de woning wordt gepresenteerd." Het Delta Huis van Ad Habets, Rob van Vulpen en René Jansen is een vrijstaande woning, die uit foto's Dirk-Jan Gjeltema De bootachtige dakvorm van Strandveste in Vlissingen. een onder- en bovenhuis bestaat. Het onderhuis gaat gedeeltelijk schuil onder het straatniveau. Het bovenhuis toont zich aan de straat. De kap domineert het huis, aldus de ontwerpers. „Het bovenhuis heeft een kap, of beter gezegd: het is een kap." De kap bestaat uit twee zadeldaken met een hellend nok. De daken steken over en geven beschutting aan de terugliggende gevels. Om de deelnemers aan de workshop te prikkelen werd een dertiental stellingen geformuleerd. Twee voorbeelden. Stelling 12 luidt: „De kap als status. Niet de gevel maar het dak is bepalend voor het beeld van een huis. Het huis als 'statusobject bezit een markant silhouet, een overmaat aan ruimte en verfijning in detaillering en uitrusting." In stellingen 13, 'Kap als ornament' gaat het om 'de kunst van het buigen van het rijtjeshuis' en wordt duidelijk welke waarde aan de boven- en onderkant van een woning wordt gehecht. „Zoals de wave geeft ook het dak de beweging door in een ongebonden en vrije reflex. Zo wordt het dak de kroon en de kelder de lijst." Gebogen dakvormen in de Goese Polder. (opnieuw het stro) is een doodskist die met stro omwonden was. Het achter de deur staan wijst op het verlangen om de hemel binnen te gaan. De beste muzikale begeleiding die bij dit lied past, is natuurlijk de koenkelpot. Mocht u uw (spaar-)varken, de keu, nog slachten een dezer dagen, gooi dan de blaeze niet weg. Agenda Zeeuwse middag in kerstsfeer, zondagmiddag 19 december, 14.30 uur, Schouwburg Middelburg. Met koor Ons Boeregoed, het Zaïrees koor Ainsi d'Eternel, Jopie Minnaard, Engel Reinhoudt en Matthieu van Bellen. Kaarten kosten 15,- en zijn te reserveren via telefoonnummer (0118) 659659. Op 8 januari treedt de bekende West-Vlaamse zanger Willem Vermandere samen met het Congolese koor Sangalayi op in Hulst. Meer informatie en kaarten via tel. (0114)314351. Op 9 januari kimt u om 15 uur in zaal Mondragon in Zierikzee naar hetzelfde programma gaan kijken. Meer informatie en kaarten via tel. (0118) 659659. Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien u wilt reage ren, of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrij ven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissin gen, fax 0118-470102, onder vermelding van streektaal. door Engel Reinhoudt De tijd van het jaar heeft zo zijn invloed op het reilen en zeilen van mensen. Bij het najaar en de winterhoren de inkeer, de ingetogenheid, het bespiegelende. Een goede tijd voor bezinning op het leven van alledag en de broosheid van het bestaan. Allerzielen valt dus niet op 1 april, maar op 2 november. De overledenen worden herdacht en in veel plaatsen toveren mensen de saaie begraafplaats om tot een zee van bloemen. Op de laatste zondag van het kerkelij k j aar, vorige week zondag, worden in veel kerken de namen van hen die zijn overleden in het afgelopen jaar voorgelezen. En dan weer op naar het kerstfeest, de kossemisse zoals vroeger werd gezegd. In de tussentijd vormt Sinterklaas nog een lichtpuntje in de donkere Aanleiding genoeg om eens te kijken wat er in de streektaal over is van woorden en uitdrukkingen die horen bij de donkere dagen en met name bij dood en rouw. De aankondiging van het overlijden van een dierbare vraagt altijd veel zorg en aandacht. Wie heden ten dage de rouwadvertenties bekijkt, ziet dat men meer en meer af durft te wijken van standaardzinnen en vormen om een zo persoonlijk mogelijke boodschap over te brengen. Tot de jaren '60 was het op het platteland de gewoonte om een overlijden persoonlijk aan te kondigen. De familie liet dan de wete doen. De lijkdienaar of iemand anders kwam 'van uusje toet deure mie de wete dat heden is overledenin de leeftied van Degenen die de kist moesten dragen werden dan tegelijk daarvoor uitgenodigd. In de regel waren dat de buren. Ook nodigde de liekdienaer, voor zover dat van toepassing was, tegelijk de mensen uit om te lieke te kommen. Veel ouderen zullen nog weten dat in het huis waar een dode te betreuren viel veel verschillende gebruiken werden toegepast om een toestand van rouw en verdriet uit te drukken. „De spiegels en schilderijen in huis werden omgekeerd, de klok stilgezet, en naast de voordeur enige net afgesneden bossen stro geplaatst. Noach Jobse, de oude arbeider uit Westkappel, ging in de buurt de wete doen en werd overal waar hij kwam, naar oude gewoonte, ontvangen. Op de dag der begafenis kwam de familie, tot de vierde graad in rouwgewaad- aldus F. Nagtglas in het boekje Uit het Zeeuwsche Volksleven dat in 1885 is verschenen en in de jaren '60 is herdrukt. Stro naast de deur zal niet overal het geval geweest zijn. „In 't sturfuus en bie de buuren lienks en rechts, wier rouwe 'esloote, mie de blinden op een harretje, die a mie een zwart lintje toe 'ebonde waere. De herdienen waere ofelangd en de blommen uut de vensterbanke édae. Ok defermielje, die a ergens anders weunden, sloot rouwe. In 't sturfuus wier d'r we twi of drie weken 'esloote.Zo beschrijft M.J.Geuze deze gebruiken in 'Dialect op Zuid-Beveland'. Hij wijst verder op het gebruik om ook in de kleding de rouw tot uitdrukking te brengen. „D'n tied van rouwe draehe was in aolle fermieljes nie even lank. Over ouwers en man en vrouwe wier een of twi jèr rouwe 'edroohe, over broers en zusters zeven of véértien maenden. Ze droehe toet d'n lesten dag zwarte rouwe, lichte rouwe wier 'edroohe over een óóm en moeje en over 'n buure.Oude mensen waren dan ook vaak continu in rouwdracht. Ook 'de broekkraelen (bloedkoralen) van zes rêêzen wiere om'ewisseld voe zwarte gitten of zwarte kraelen'. Dood was dus uitermate zichtbaar in het openbare leven. De begrafenis zelf ging in de regel van huis uit. „De kaemer, was zovee meuheluk leeg'emikt, bie de De begraafplaats in Zierikzee. schilder of d'n tummerman, waere schraehen en planken 'ehaelevoe taefels en bie d'erreberruhhe 'n wit servies." Na een korte plechtigheid ging men rond de klok van twaalf naar de begraafplaats. Men liep dan van oudst op oudst achter de liekkoesse die door paarden werd getrokken. Na de begrafenis ging men vrom ni het 'sturfuus voe het liekmael. Het maal bestond uit witte koeken belegd met kaas, maar dat verschilt van streek tot streek. In 's-Heerenhoek is het soms nog gebruik om er ook sukerkoeken bij te geven. Brande Cremeren was op het platteland tot de jaren '60 geen punt van discussie. Dat er toch ook wel over werd gesproken en hoe - blijkt uit een prachtig stukje van de schrijver W. Vaarzon Morel, van wie binnenkort een nieuw bundeltje wordt uitgebracht. Het verhaaltje komt uit het boekje Bie ons op 't durp en het gaat om een gesprek tussen Jewannes, die het geld komt ophalen voor het begrafenisfonds, 't dooiefonds en de bure die zegt dat haar man wel gecremeerd zou willen worden. Enwatzoujie dan willeVroog ik. Och, zeid'n, ikèas zitte prakkezere, as ik noe in zo'n kiste za' moete legge, jae laeter dan ee, za 'k mé zegge, affijn, da's dan toch eigelek niks gedae' ee. En dan zo machteg lank ok nog, wan ik dienk vo' goed weetje. Bure zeit aoltied, 'tot den dag des lesten oordeéls'en da' kan neturelek ok wé, ma 'oeneer za dat weze? En toen dan Jewannes wee' kwam om de cente, zeid' ik zo impersant: Jewannes, noe moei is luustere, 't is nie vo 't êêne of t aore, ma'me man zou zo machteg graag verbrand wille weze.jae. laeter'dan ee! O zeid'n ma' dat kan foto Pieter Honhoff óor, jae zeker en bie ons eigeste fonds 'oor! Ma da za dan zo'n drie'onderd guide méér gae koste, dae'moei ma op rekene! Ik ouwe vee van me man en ik gunne 'm best 'n pleziertje dae gaet et nie over, ma te diere is te diere en dan mae nie brande ik kan d'r ok niks an doe! 't is nog a nie niks ok, en me man is mae zo'n maeger klein ventje, as dat noe isvod'n elt kon of zo? Jewannes rond het gesprek af met: „Enne, 'tspiet me'n anders wé voe je man 'oor, wan asje noe zo op dat brande bin ee, enne 'ie eid aoltied nog a' vee kouwelek gewist ee, ma jae te diere is te diere enne.Je moeje cente toch nooit wegdoe an ies dat ok goeiekoper kan ee! Dus zodoende. Er wordt dus zonder al te veel kennis van zaken over cremeren gesproken, maar als begraven goedkoper blijkt dan moeten voorkeuren wijken. Maken we nu de optelsom van het Zeeuwse gehalte in de gebruikte taal, dan moeten we toch constateren dat er eigenlijk geen typisch Zeeuwse woorden te vinden zijn. Hooguit enkele gewoontes. Koenkelpot Was het bovenstaande mede ingegeven door het kerkelijk oudjaar, ook bij de viering van het burgerlijk oudjaar, op 31 december, is er nog een enkele verwijzing te vinden naar het herdenken van de doden. Veel ouderen zullen zich het oudejaarsliedje 'Klein zieltje' herinneren: Klein Zieltje, klein zieltje staat achter de deur, Klein Zieltje, klein zieltje, waar treur je toch veur? Ik zou er niet treuren, want ik eb 'r gin lot Val dan op je knietjes en bid dan tot God. En bid dan tot God met 'n groot fassoen, Dan zal hij den hemel wél open doen. En als Hij den hemel heeft opengedaan, Dan zie je de arreme zondaartjes staan. Een kistje met 'n strooien band Zo reizen we naar 't andere land Dat andere land is veel beter dan 'ier Daar zingen de engeltjes tierelier. Maar misschien bent u nooit verder gekomen dan de verbasterde versie, die overigens wel in het dialect gezongen werd: Klein zieltje, klein zieltje zat achter de trap. Klein zieltje, klein zieltje zeg lust je gin pap? En a je gin pap lust, dan eet je mé brie En a je gin brie lust, dan vreet je mé nie. Volgens een verklaring uit het boek Kinderversjes en volksliederen uit Zeeland is het lied een versie van een bekende Middeleeuwse ziekenklacht. Het kistje met een strooien band

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 32