buiten qebiec.
Tiengemeten wordt
weer van de natuur
PZC
uitzicht
op stap ïn de natuur 35
Niemandsland
in Haringvliet
waarwoord
Bouwers
verwaarlozen
Het Dak
32
Landbouw
moet van
plastic af
Met een naam
op je hoeve
telde je mee
34
Wallen met
veranderend
Sporen
op de
Goudplaat
woensdag 1 december 1999
Op weg naar de Goudplaat, het
zuidwestelijke deel van
Noord-Beveland, valt de
openheid van de polders des te
meer op nu de landerijen er kaal en
winters bij liggen. In tegenstelling
tot hij voorbeeld de Zak van
Zuid-Beveland, waar met bomen
beplante dijken en heggen een
afwisselend en verrassend
landschap tonen, bieden de
Noord-Bevelandse grootschalige
polders een totaal ander beeld.
Weidse vergezichten geven een
haast onvoorstelbaar gevoel van
ruimte en aan de horizon doemen
karakteristieke bakens van
Zeeuwse steden op.
Naar het zuidoosten, boven de
bebossing van de Middelplaten en
het aan de overzijde van het Veerse
Meer gelegen natuur-en
recreatiegebied De Piet, het
silhouet van de televisietoren van
Goes. In het zuiden getuigen
opstijgende rookpluimen en vage
vormen van kranen, van
bedrijvigheid in de buurt van de
Scheldestad Vlissingen. Meer
naar het zuidwesten de Lange Jan
van Middelburg en heel dichtbij
het imposante massief van de
Grote Kerk van Veere, sterk
contrasterend met het ranke
torentje van het stadhuis. Ze
getuigen van eeuwenoude
geschiedenis maar ook van
hedendaagse activiteit en
moderne communicatiemiddelen.
Wanneer we de auto even
stilzetten aan de kant van de weg
om dit panorama eens goed in ons
op te nemen vliegt een torenvalk
op van een paaltje in de nabijheid.
Cultuur en natuur vragen
gelijktijdig onze aandacht.
Op het parkeerterrein aan de
Goudplaat, een vroeger
schorgebied in de Zandkreek, is
bij het uitstappen voelbaar dat de
polders weinig beschutting
bieden. IJzig koud voelt de
noordoostenwind aan in de
onbelemmerde ruimte en de
beschutting van het nabijgelegen
bos lokt. Daar is maar weinig meer
voelbaar van de winters
aandoende temperaturen. Alleen
het licht ruisen van de wind dooi
de kale boomkruinen is een
hoorbare winterbode. De
onderbegroeiïng van de lagere
struiken heeft nog niet alle blad
verloren en biedt beschutting aan
de dieren. Niet dat deze zich laten
zien, uitgezonderd de vogels dan,
die door hun mogelijkheid om te
vliegen in vele gevallen vrij
gemakkelijk een goed heenkomen
kunnen zoeken en dus minder
kwetsbaar zijn bij eventueel
dreigend gevaar. Een grote bonte
specht slaat alarm en enkele
merels vluchten naar de
boomtoppen. Vlaamse gaaien
krijsen verderop en
waarschijnlijk zijn nu alle in het
bos aanwezige dieren op hun
hoede. Het hele gerbied is bekend
met onze aanwezigheid. Vogels
krijgen dikwijls een overmaat aan
belangstelling, waarschijnlijk
omdat ze zich gemakkelijk laten
waarnemen. Anders is dat met de
zoogdieren zoals de reeën, hazen,
konijnen en niet te vergeten de
kleine lenige roofdieren als
bunzing, hermelijn en wezel.
Steeds op hun hoede voor
aanwezig gevaar zoeken ze de
beschutting van het struikgewas,
ondergrondse holen of
houtstapels en snoeihout op.
Ook al zien we de dieren niet,
sporen die regelmatig in dit gebied
gevonden worden zijn duidelijke
getuigen van hun aanwezigheid.
In het bos zijn deze prenten
moeilijk te ontdekken maar
blijkbaar verlaten vooral de reeën
regelmatig de dekking van het
struikgewas, gezien hun
hoef af drukken op het bouwland
dat zich als een oase tussen de
aangeplante bosstroken bevindt.
Blijkbaar hebben ze hier hun
vaste wissels waarlangs ze zich
begeven om de poelen te bereiken
die hen van water voorzien. Een
ontmoeting met de schuwe dieren
is alleen weggelegd voor diegenen
die het geduld opbrengen zich,
rond de ochtend -of
avondschemering, verdekt in het
gebied op te stellen.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en landschap
land- en tuinbouw, streektaal en
stréekculiuur, architectuur en
stedenbouw, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus 18,
4380 AA, Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
Op de pont zegt de vrouw:
„Het is wel zonde hoor.
Er komen hier hele goeie
aardappels vandaan. Prima
grond!Zij kan het weten.
Iedere dinsdagochtend
stapt ze op de Sint
Anthonius om voor één van
de nog twee overgebleven
agrariërs op Tiengemeten
een stevige maaltijd te
koken. Voor een hele week
wel te verstaan, want de
jonge herenboer ('met
magnetron') is allesbehalve
een keukenprins. „Gewoon
de hele bups in partjes in de
vriezer. Dat werkt
uitstekend."
door Marcel Modde
Het eiland in 't Haringvliet
heeft iets onwezenlijks. Een
stukje niemandsland waar andere
wetten schijnen te gelden, waar de
tijd lijkt te hebben stilgestaan.
Symbolisch voor die eerste indruk
van 'iemand van buiten' zijn de
auto's op de kade van de
veerhaven. Zonder uitzondering
met het sleuteltje in het
contactslot, besmeurde ramen en
doffe lak. De meeste van die
roestbakken ontberen ook een
nummerplaat, als ze die al hebben
prijkt daarop trots de naam van
een liefje. Tiengemeten is immers
particulier gebied, dus waarom
zou je daar wegenbelasting
betalen. „Vergelijk het maar met
autorijden in je achtertuin. Daar
heeft de overheid ook niets te
zoeken", verklaart de Zuid-
Beijerlandse kokkin dat
fenomeen. „Sommige jongens van
hier zitten al vanaf hun tiende
achter het stuur. Heel gewoon op
Tiengemeten."
Pal achter de haven ligt ook gelijk
het eilandelijk 'wooncentrum':
drie grote boerderijen en een rij
voormalige landarbeidershuisjes
aan een lange rechte weg met
evenzo rechte bomen. De overige
bebouwing is met dunne plukjes
verspreid over het in omtrek 13
kilometer grote gebied. Van de zes
agrariërs die sinds j aar en dag hun
bedrijf hadden op Tiengemeten,
zijn er inmiddels vier vertrokken.
Tijd
Voor één van de twee overgebleven
praktiserende boeren is het
vertrek nog slechts een kwestie
van tijd. De laatste in die rij (met
170 hectare de grootste) wacht nog
op afronding van de
onderhandelingen met
Natuurmonumenten, die hem in
staat moeten stellen zijn bedrijf op
het vaste land voort te zetten.
De rattenvanger en een opzichter
van de Vereniging
Natuurmonumenten vormen
verder de enige officiële vaste
bewoners van het eiland. Ook
verschillenden van het handjevol
'weekeinders', dat in de oude
huisjes en voormalige schaftketen
z'n vrije tijd rondbrengt, heeft de
verhuispremie aangegrepen om
December
veranderlijk en
zacht, geeft een
winter waar
men mee lacht
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus 18,4380
AA, Vlissingen, fax 0118-470102,
e-mail redactiepzc.nl.
De veerhaven van Tiengemeten met havenplateau.
uit te zien naar een ander
recreatieverblijf. Wie wil, mag
blijven, maar moet dan wel
verkassen naar een verlaten
stulpj e in een ietwat hoger gelegen
gebied. Dit in verband met de
plannen van Natuurmonumenten
om op twee of drie plekken de
dijken te verlagen en zo de open
verbinding met het Haringvliet te
herstellen.
Tiengemeten werd rond 1700 door
de Staat der Nederlanden in
erfpacht uitgeven. Aan het einde
van de 18e eeuw kwam het eiland
in bezit van de invloedrijke
familie Van Brienen, die er door
diverse inpolderingen voor zorgde
dat het z'n huidige vorm kreeg. De
erven van Van Brienen verkochten
het eiland halverwege de jaren
zestig aan het aannemingsbedrijf
Volker, die de boel twintig jaar
later weer van de hand deed aan
AMEV In december 1996 werd
Natuurmonumenten de eigenaar.
De toegang voor bezoekers blijft
vrij.
De nieuwe inrichting van
Tiengemeten wordt bepaald door
een werkgroep, waarin naast Bert
Bert Verwer van Natuurmonumenten: „Tiengemeten wordt een eiland
van afwisselend kreken en droge gebieden."
Verver van Natuurmonumenten
ook de rijksoverheid, de provincie
Zuid-Holland en de gemeente
Korendijk zitting hebben. Verver
toont verschillende
plantekeningen die onderwerp
van studie zijn. Leidraad van al
die ontwerpen vormt de
binnendijkse ontwikkeling van
kreken. Om te voorkomen dat de
hele boel onderloopt, wordt
gebruik gemaald; van de 'hoge rug'
die van noord naar zuid over
Tiengemeten loopt en van
verschillende andere vliedbergen
als barrières. Zo moet er
landschap ontstaan van
afwisselend natte en droge
gebieden, die onderling met
elkaar worden verbonden zijn.
Een beetje terug naar hoe het er
zo'n tweehonderd jaar geleden
moet hebben bijgelegen, voordat
de inpoldering (1860) rond de
oorspronkelijk zandplaat werd
voltooid.-
Hoe dat er ongeveer komt uit te
zien ('maar dan een meer open
karakter', benadrukt Verver), kan
al een beetje worden ervaren op de
buitendijkse Blanke Slikken, het
meest westelijke puntje. Daar
waar ooit de rietsnijders him
domein hadden, mag de natuur al
meer dan dertig jaar z'n gang
gaan. Dwars door het
moerasachtige gebied is een
wandelpad uitgezet. Laarzen zijn
er in deze tijd van het jaar zeker
geen overbodige luxe.
Tussen het manshoge riet en
boschages voeren de paden over
grote en kleinere kreken naar de
oever van het Haringvliet. Wie
geluk heeft kan er in het voorjaar
een blauwborst aantreffen, een
voor Nederland bijzondere
vogelsoort, of de hier eveneens
zeldzame Noorse woelmuis. Soms
schiet er een ree voorbij, wiens
voorouders het Hitsertsche- of
Vuile Gat zijn overgezwommen
dat Tiengemeten scheidt van de
Hoekse Waard. Ook eenden,
zwanen, ganzen en roofvogels
voelen zich er thuisAan de andere
kant van het eiland loopt vooral de
kudde Schotse hooglanders in het
oog.
Oude Polder
Verver verwacht dat binnen een
jaar bekend is hoe het
inrichtingsplan er exact komt uit
te zien. Kort daarop kan tot
uitvoering worden overgegaan.
„Als tenminste de laatste
akkerbouwer elders een ander
terrein kan vinden", stelt hij
nadrukkelijk. De Oude Polder in
het oosten, het eerste stuk van de
oorspronkelijk zandplaat dat in
1750 werd ingepolderd en waar
Tiengemeten (een gemet is een
halve hectare) zijn naam aan
ontleent, blijft in ieder geval
behouden als cultuurhistorisch
monument. Rond de daar
gevestigde Susanna Hoeve wordt
een minicamping opgezet. Behoud
geldt ook voor een deel van de
bestaande wegen en bebouwing.
„Want wat je er van kunt vinden,
ook dat hoort bij Tiengemeten,"
Een brochure met de wandelroute (4,5
en 9 kilometer) "Tien Gemeten, eiland
in ontwikkeling' is verkrijgbaar bij
café-restaurant De Veerdienst.in]
Nieuwendijk en bij de ledenservice
Natuurmonumenten: 035-6559911
foto's Janne Wolterbeek
Tekst en illustratie Adri Karman