Huelva is gelukkig niet in trek
Atlantische
zuidkust
van Spanje
38
41
Tegenover het klooster van La Rabida, bij de havenplaats Palos de
la Frontera, liggen de replica's van de drie scheepjes waarmee Co
lumbus zijn zoektocht via het westen naar India begon. Het bracht
hem in Amerika.
zaterdag 27 november 1999
Rijdend over de verdorde, geel
bruine velden ten zuiden van
Sevilla lijkt het niet zo vreemd dat
Columbus in 1492 weg wilde en juist
hier zijn wekenlange zeereis naar
het westen begon, waar hij
uiteindelijk Amerika ontdekte. De
omgeving oogt vlak, droog en mens-
onvriendelijk. Die eerste indruk van
Huelva, een streek in Andalusië aan
de Atlantische zuidkust van Spanje,
moet al snel worden bijgesteld.
Dit door Europese vakantiegangers
veelal overgeslagen deel van het Ibe
risch schiereiland heeft veel van wat een
buitenlandse reis boeiend maakt: lekker
eten - de hammen zijn wereldberoemd,
prachtige natuur waaronder het 100.000
hectare metende natuurpark Donana,
tientallen kilometers verlaten! strand met
mooi 'Hollands' zand en vele compleet
witgeverfde dorpen (de pueblos blancos),
het ommuurde Niebla en de wereldstad
Sevilla met talloze gerestaureerde palei
zen, boulevards en een immense kathe
draal.
Bij Spanjaarden is Huelva niet onbekend.
De kustplaats Matalascanas bijvoorbeeld
wordt in het weekeinde louter bevolkt
door stedelingen uit Sevilla. „Het week
einde is de beste tijd om Sevilla te bezoe
ken", weet Daniel Navarro Campero.
„Dan is de stad vrijwel leeg."
Campero is hoofd van de regionale VW
van de streek Huelva. Hij geeft aan dat
ruim tachtig procent van de vakantiegan
gers in zijn provincie uit Spanje zelf komt.
Ook de duizenden bezoekers van de
kleurrijke, grillige druipsteengrotten in
Aracena zijn nagenoeg allemaal toeristen
uit eigen land. De Spanjaardenzelf weten
de streek, vol vette varkens die buiten
rondscharrelen, dus wel te vinden. Nu nog
de bezoekers van buitenaf.
Op welke toeristen Campero mikt, is niet
helemaal helder. In ieder geval niet op de
discogangers die de Spaanse costa's zo
mers bevolken, Liever verwelkomt Huel
va de welgestelden en natuurzoekers.
Want zo'n beetje de hele streek is be
schermd natuurgebied, al dan niet vrij
toegankelijk. Daarnaast noemt Campero
de vele mogelijkheden voor welgestelde
liefhebbers van het golfspel. Liever geen
massatoerisme, maar wel massa's bezoe
kers. Het liefst het hele jaar door en niet
alleen in de zomermaanden. Overigens
zijn de prijzen van accommodaties al aan
de doelgroep aangepast, want de tijd dat
Uitzicht op Al Monaster La Real, een van de beschermde witte dorpen in de bergstreek rond Aracena in het zuidspaanse Andalusië.
het zuiden van Spanje voor een habbe-
krats bereisd kan worden is voorbij. On
derdak en maaltijden zijn daarentegen
kwalitatief ook goed.
Om te profiteren van de ligging in de
buurt van het Portugese Faro - in tegen
stelling tot Sevilla wel rechtstreeks vanaf
Schiphol bereikbaar - is de aanleg van een
snelweg die Huelva met Faro verbindt in
voorbereiding. Aangezien aan Portugese
zijde al grotendeels een snelweg loopt, is
Huelva ook nu al voor bezoekers van de
Algarve als dagtrip met auto of bus goed
aan te rijden.
Hoogbouw
De provinciale overheid lijkt geleerd te
hebben van de architectonische wange
drochten aan de Costa Brava en de Costa
del Sol. „Aan de hele Costa del Luz, van
Gibraltar tot de Portugese grens, is hoog
bouw niet toegestaan", verzekert Campe
ro. Ook het bouwen in de karakteristieke
witte dorpen is strikt aan regels gebon
den. Wereldberoemd in Spanje, maar over
de grens nagenoeg onbekend, is Palos de
la Frontera, het havenplaatsje waar Co
lumbus eind vijftiende eeuw met drie on
waarschijnlijk kleine zeilbootjes het rui
me sop koos richting India. Niet de
gebruikelijke route via 'de Oost', maar
richting het westen, waar hij ook een
doorgang vermoedde.
De roem van deze ooit grote havenplaats
aan de rivier de Rio Tinto is inmiddels ver
gaan. Even buiten Palos de la Frontera
ligt het klooster van La Rabida, waar de in
Portugal opgeleide Italiaan Columbus
zich voorbereidde op zijn tocht over de
oceaan. Onderaan de heuvel van het ge
restaureerde klooster ligt het vrij nieuwe
museum Caravels' Dock, gewijd aan de
oversteek van Columbus. In een haventje
liggen drie replica's van zijn schepen, de
Santa Maria, de Pinta en de Nia. De afme
tingen zijn zo verbazingwekkend klein
dat onze Batavia daarbij vergeleken een
olietanker is. Volgens de gids die groepen,
rondleidt, hadden de zeelieden van de
Santa Maria nog de meeste mazzel. „Hun
kok had een kombuis. Hij hoefde dus niet
aan dek te koken, zoals op beide andere
vaartuigen." Grootste bofkont was Co
lumbus zelf. „Die had als enige een eigen
hok waar hij kon schrijven, eten en sla
pen."
Belangrijkste trekker in de regio noemt
Campero het natuurgebied Donana, een
indrukwekkend duingebied aan de mon
ding van de Guadalquivir. Een rivier met
een naam die erom vraagt hardop uitge
sproken te worden. Het vogelreservaat is
beroemd om de vlakten van vele kilome
ters in de rondte die 's winters onder water
lopen en moerassen vormen waar duizen
den trekvogels f oerageren. Met duinen die
bevolkt worden door wild, variërend van
reeën en zwijnen tot de zeldzame en schu
we lynxen. Van de 10 00 0 0 hectare natuur
is de interessantste helft alleen te bezoe
ken door een rit te maken onder begelei
ding van een gids. De bus, een dieselwol
ken uitbrakend voertuig op hoge wielen,
vertrekt vanaf bezoekerscentrum El Ace-
buche (aan de A483). Het aantal bezoe
kers in het park is gelimiteerd. Dagelijks
zijn er slechts twee ritten met elk maxi
maal 125 liefhebbers.
Het uitgestrekte strand behoort tot het
beschermde gebied, maar is niet helemaaf
verlaten. In de branding staat op één lijn
een groep kokkelvissers. Met een con
structie van stokken en een visnetje woe
len ze de zeebodem los. Een oudere vrouw
sorteert, gezeten op haar knieën, de
vangst op eetbare kokkels. Boos doet ze
bij de geüniformeerde gids haar beklag
over de vissersschepen voor de kust. „Die
mogen daar niet vissen", verduidelijkt
gids Gonzalo Dorado de boosheid van de
vrouw. „Maar ik kan er op dit moment ook
weinig aan doen."
De rit gaat verder, langs de duinvalleien
die in de jaren zestig nog door filmmakers 8
gebruikt mochten worden als decor voor
woestijnfilms en langs de duinpannen X
met unieke, sterk wisselende vegetatie. I
De bus passeert enige bebouwing: een in
de zon fonkelend paleis waar ook nu nog
regeringsleiders van bevriende naties
worden ontvangen, verderop verlatenrie-
ten hutten van duinbewoners die hier tot
voor kort nog leefden. Hier en daar een
stenen toren, ooit door Filips II gebouwd
als uitkijkpunt, nu een nestplaats voor
roofvogels.
El Rocio
Slechts één keer per j aar, rond Pinksteren,
sluiten de gidsen van D onana (eeuwen ge
leden het jachtgebied van Dona Ana, de
adellijke vrouwe Anna) hun ogen en trekt
een lange stoet mensen dwars door het re
servaat. In een dagenlange tocht trekken
tienduizenden pelgrims dan richting El
Rocio, een bedevaartsoord aan de rand
van Donana. Op de voet gevolgd door Do
rado en zijn collega's, voorzien van vol
doende vuilniszakken. „Wat een troep er
dan wordt achtergelaten, dat is werkelijk
onvoorstelbaar.
De aantrekkingskracht van El Rocio, een
dorp met tientallen meters brede zandwe
gen en -pleinen, is sterker dan het betre-
dingsverbod van het natuurgebied. El Ro
cio is een soort spooknederzetting aan de
rand van het natuurpark. In het regensei
zoen ligt het aan een plas, in de droge tijd
aan een vlakte waar wilde paarden op hun
gemak het schaarse groen opzoeken. Het
dorp bestaat uit een bedevaartskapel ter
ere van de maagd van El Rocio, waar ge
tuigen eeuwenlang opmerkelijke ver
schijningen hebben gezien, met daarom
heen tientallen straten.
De parelwitte panden zijn gebouwd door
broederschappen uit het hele land die er
tijdens de festiviteiten, doorgaans eind
mei, gebruik van maken. De ongeplaveide
brede straten en pleinen worden dan be
volkt door meer dan een miljoen bede
vaartgangers. De rest van het jaar staat
het dorp nagenoeg leeg, hoewel een paar
souvenirwinkeltj es en een enkele bar toch
kunnen leven van de bezoekers die in het
weekeinde bij de maagd komen bidden.
Ook boeren uit de buurt sjokken doorde
weeks met paard en wagen richting kapel
of restaurant.
El Rocio telt slechts een enkel hotel. Op de
kamerdeur prijkt een prijslijst die over
duidelijk aangeeft wat het hoogseizoen is:
een heel korte periode, inderdaad, de
week voor PinksterenEen tweepersoons
kamer kost in die periode (komend jaar
van 5 t/m 11 juni) dan ook maar liefst
50.000 peseta's (665 gulden), de rest van
het jaar 10.000 peseta's (130 gulden).
Ad Hoogerwerf
Bureau van Toerisme van Huelva, Fernando el
Católico IS. 21003 Huelva. Spanje. Tel. (0034)
959-257.467.
Nieuwste trend, de
babyshower voor
aanstaande
moeder
Bladeren blazen is
uit den boze
Overzicht van de
hypotheken
Bi'oodclip moet
traditionele
trommel
vervangen
Ouderwetse
taaitaai om zelf te
maken
Pésto is dé
Italiaanse
smaakmaker
Veilig rijden op een
lekke band
Regenpakken zijn
er te kust en te keur
Kort nieuws van de
automarkt
T"0
Portretfotografie
geen traditie in ons
land
PTT brengt
eindelijk weer
echte kerstzegels.
Nieuw
cryptrogram
Duizenden pelgrims trekken eens per jaar vanuit Sevilla naar El Rocio, een bedevaartsoord aan de rand van het natuurpark Donana.
fotoEduardAbad