Nederlander scoort bij Barcelona Lucha Libre is een show geworden 1] m PZC Knippen met Spaanse passie reportage 33 htm Mexicaanse worstelaars nog altijd volkshelden Bericht van Mirjam Tempels en touwbenen zaterdag 13 november 1999 In Nederland is hij minder bekend, maar in Spanje, Italië, Zwitserland, zelfs in Zuid-Korea en Mexico is zijn naam een begrip. De blonde Hollander met de blauwe ogen en zijn Latijns-Amerikaanse passie. Ook de spelers van F.C. Barcelona wisten hem snel te vinden. Het succesverhaal van een kapper, die eigenlijk geen kapper wil zijn: Paul F. Gehring uit Overdinkel. Het duo Ronald en Frank de Boer laat zich knippen door ster-kapper Gehring. foto Phil Nijhuis Wereldberoemd, maar niet in Nederland: kapper Paul Gehring. Het vliegtuig en de kappersschaar vor men zijn voornaamste gereedschap. Hij rent met grote stappen de betegelde trap omhoog naar de bovenverdieping. In rap Italiaans staat hij ene Luigi te woord en tikt dan een paar woorden in. op zijn laptop die stand-by staat temidden van een gigantische verhuischaos. Ik was door de telefoon al gewaarschuwd. Paul heeft nog maar net, met zijn charmante Spaan se vrouw Aljcia en hun twee zoontjes, een nieuwe woning betrokken in Caldetas. Een rustig en voornaam badplaatsje aan de kust, op twintig minuten afstand van Barcelona. Het blonde golvende haar valt zacht langs zijn hoofd. Blauwe ogen, Hollandser kan het niet. Maar als Gehring begint te praten, verdwijnt ineens dat uiterlijk en versmelt hij met zijn omgeving. Na de Italiaanse babbel neemt hij in niet minder vloeiend Spaans met zijn echtgenote de huiselijke beslommeringen van de dag door. En als hij later op straat staat te praten met de schooljuf van zijn zoontje, is hij Catalaan met de Catalanen. „Ik spreek acht talen en dat bepaalt mede het succes in mijn werk", zegt hij zonder poe ha. Vrijwel elk weekend pakt Gehring het vliegtuig op de luchthaven El Prat om er gens ter wereld zijn opvattingen te ver kondigen over het kappersvak. Topkap- pers komen naar zijn shows om van hem de nieuwste trends te vernemen. De 'trendwatcher uit Barcelona', zoals de jongen uit het Twentse Overdinkel in het Nederlandse kappersblad Coiffure wordt aangeduid, is meer dan een gewone kap per. „Onder een kapsel zit een persoon. Daarbij hoort mode, make up, lifestyle, aandacht, communicatie, luisteren. Ons vak is een mix van creativiteit en tech niek, en van... passie!" De haarstylist heeft de techniek van de noorderlingen verweven met de passie van het zuiden. „Zonder een van die beiden wordt het niks", glimlacht hij. Na een korte pauze: „En luisteren. Kappers moeten leren luis teren naar hun klanten." Koeman Overigens heeft Gehring zelf maar een ui terst beperkte klantenkring, zij het een behoorlijk bijzondere. „Ik heb er te wei nig tijd voor. Alleen een paar prominenten knip ikzelf",zegt hij een beetje terughou dend. Het is echter bekend dat zich onder zijn klanten een aantal vooraanstaande Nederlanders bevindt, zoals de voetbal lers van F.C. Barcelona, Frank en Ronald de Boer met hun families. Ook Ronald Koeman, zijn vrouw Bettina en Truus Van Gaal laten zich door Gehring een eigen tijdse coupe aanmeten. „Nee, de trainer zelf heeft de stap nog niet genomen", lacht hij. De topkapper laat zich niet verleiden tot verdere uitlatingen over de jet-set in Barcelona. „Ik knip ze bij hun thuis of ze komen bij mij. We kunnen goed met el kaar opschieten en ook onze vrouwen vin den het leuk om contact met elkaar te heb ben." Het succesverhaal van de 36-jarige Paul Gehring begint wanneer hij op zijn vijf tiende aan de enige kapper in zijn dorp vraagt of hij mag helpen. „Ik wilde geld verdienen voor een bromfiets. In plaats daarvan was mijn eerste loon een kap persschaar, maar ik had niet het lef om te zeggen dat ik spaarde voor een brommer. Ik heb er trouwens maar heel even ge werkt want volgens die kapper was ik niet geschikt voor het vak." Van Overdinkel naar Enschede was voor de eenvoudige dorpsjongen een grote stap. Maar al na twee jaar kreeg hij de lei ding over de salon, waar hij werkte. Gehring bleek niet alleen een goede kap per, hij was ook een knappe organisator. Toen hij het gevoel kreeg dat Enschede te klein voor hem werd, ging hij de grens over en werd hij aangenomen bij de gere nommeerde kapsalon van Junge und Mi- chaelis op de Königsallee in Düsseldorf. Het valt op dat Paul herhaaldelijk spreekt over zijn vader. Hij vertelt hoe hij als jong ste zoon uit een gezin van acht kinderen zijn eigen weg heeft moeten uitstippelen. Zijn moeder overleed vroeg en zijn vader, een politieagent, vond de aspiraties van zijn jongste wel wat erg hoog gegrepen. „Doe maar gewoon, dan doe je gek ge noeg", was volgens Paul een gevleugelde uitdrukking van hem. „Mijn vader vond het bovendien maar niks dat ik in Duits land ging werken. De oorlog zat bij hem nog vers in het geheugen. Maar ik had wel in de gaten dat ik mijn eigen gang moest gaan, als ik in dit vak iets wilde bereiken. Llongueras De Duitseperiode eindigde toen hij op een dag een paar foto's onder ogen kreeg van de Spaanse haarkoning Luis Llongueras. ,Ik zei tegen mijn vader dat ik een baan in Barcelona had - wat helemaal niet waar was - en vertrok in mijn oude kever met een video van mijn shows naar Spanje. Daar las ik in een krant dat Llongueras in zijn zomerhuis in Arenys de Mar zat. Ik ben ernaar toe gegaan en heb gewoon aangebeld. De majordomus wilde me eerst helemaal niet binnenlaten. Toen ik hem zei dat ik helemaal uit Nederland was gekomen om meneer Llongueras te spreken, ging de deur open." „Llongueras werd eerst ontzettend kwaad dat ze mij hadden binnengelaten op zijn vakantieadres, maar langzamer hand werd hij toeschietelijker. We voel den allebei meteen dat het klikte." Paul schiet in de lach als hij die scène weer ver telt. „Nadat hij de video met mijn werk had gezien, bleef het een tijdje stil en zei foto GPD toen dat hij de muziek mooi vond en dat ik een goede glimlach had. Geen woord over mijn kapsels, maar ik kon wel gelijk be ginnen." Tien jaar lang was Gehring de rechter hand van een van de meest toonaangeven de hairstylisten van Spanje. In 1997, zo vermeldt de cv bescheiden, nam de Twen tenaar afscheid van Llongueras Interna tional. „Hij vond de tijd rijp zijn eigen weg te gaan met het concept dat hij in de loop der tijd had ontwikkeld." Wat is dat concept dan? Op het muurtje langs het strand moet hij even later een stukje van zijn filosofie kwijt. „Je mag nooit zien dat iemand net uit de kappers stoel komt." 'Gechaorganiseerd knippen' of 'ontkappen', dat past volgens Paul Gehring in deze tijd. Hij maakt met zijn hand knipbewegingen; „Schaar en hand doen het werk, maar ze worden gestuurd door ons hoofd. Dat houd ik mijn cursis ten voor. Meer met het gevoel werken. Dat is passie!Hoewel hij over de hele wereld reist, komt hij vrij weinig in Nederland. „Toevallig moet ik er de komende maan den een paar keer naar toe. In j anuari voor een show van Wella en in december voor het huwelijk van Frank en Helen de Boer. Ze hebben me gevraagd om samen met mijn visagiste die dag in Amsterdam te zijn. Ik doe niet alleen de make-up en him kapsels, maar ik heb ook samen met He len, die zeven maanden zwanger is van hun derde kind, de bruidsjurk uitgezocht. Hoe die eruit ziet blijft natuurlijk nog even geheim." Henk van den Boom Het populaire Mexicaanse worstelen, de Lucha Libre, trekt tegenwoordig weer volle zalen. Mannen met namen als Het Monster, de Ontregelaaren de Moor dende Medicus rollen dagelijks over el kaar heen in de Arena Mexico of vallen met een ongenadig harde klap op de grond. Zogenaamd. Want de Lucha Li bre is steeds meer show geworden. Ieder een weet dat het vrij worstelen niet echt is, maar gelooft het toch. De tribunes van de Arena Mexico zitten vol. Het publiek is gemengd; families met grote zakken popcorn, oudere echt paren, jongens en meisjes en veel man nen alleen. Een moeder geeft de borst aan haar kind. Buiten pakken hande laars hun koopwaar in, talloze glitteren- de maskers en zelfgemaakte poppetjes die bekende worstelaars moeten voor stellen. El Villano (De Schurk) en El Tinieblas (De Duisternis) lopen als gemaskerde gorilla's rond de boksring. Ze tonen hun brede borstkasten en laten de spieren in hun bovenarmen rollen. Het publiek gilt en schreeuwt: „Stel ons niet teleur. Pak hem." Even later buitelen de twee man nen over elkaar heen. El Villano heeft het hoofd van El Tinieblas tussen zijn twee handen en gaat op zijn rug zitten. Hij trekt en wrikt, maar verliest zijn greep door een plotselinge vondst van zijn te genstander. Een oudere dame op de eerste rij brengt een aardappelschijfje naar haar mond en bijt het genietend doormidden. Haar ogen blijven gericht op de twee mannen die gevaarlij k dicht haar kant uit komen Een heupzwaai, hard gegrom en El Tinieblas vliegt de ring uit. Vlak voor de voeten van de dame komt hij met een doffe dreun op de grond zeil terecht. De vrouw scheldt hem uit. „Klootzak", roept ze, „mislukkeling." Ze schopt met haar hak tegen zijn rug. Het publiek joelt en brult. Kwade mannen staan met ge balde vuisten op en schreeuwen de meest grove verwensingen de arena in. Lucha Libre, schijngevechten die gemaskerde mannen als volksvermaak houden in Mexicaanse salons. Choreografie In de Lucha Libre vechten de slechten tegen de goeden, oftewel 'los rudos' te gen 'los technicos' en worden daarin hartstochtelijk aangemoedigd door het publiek dat weet dat het doorgestoken kaart is. Meer dan vroeger, toen het vrij worstelen nog een eerlijke wedstrijd was tussen goed getrainde atleten, is het Mexicaans worstelen een choreografie geworden. Het publiek bleef weg toen de 'lucha libre' op televisie werd uitgezon den, dus er moest iets nieuws bedacht worden. Brazo de Oro (Gouden Arm) bij voorbeeld is een worstelaar van in de vijftig. Hij is klein van stuk en heeft een dikke buik die hij als zijn voornaamste wapen gebruikt. Andere worstelaars lij ken meer op acrobaten, hun gevechten zijn gebaseerd op spectaculaire spron gen en komische confrontaties. Een van de grootste volkshelden uit het verleden is Blue Demon. Hij vocht in de jaren zeventig tegen de legende van de Lucha Libre, El Santo (de Heilige), en won. El Santo werd 15 jaar geleden met masker begraven en liet duizenden fans rouwend achter. Hij maakte net als Blue Demon een aantal films en was de inspi ratie voor striptekenaars. El Santo was een 'menselijke' worstelaar, hij dronk niet, hij rookte nooit, hij was El Santo. Er wordt gezegd dat Blue Demon in we zen een betere worstelaar was, hij had meer techniek dan El Santo. Blue De mon hield 11 j aar geleden op met worste len. En is sindsdien nooit meer gaan kij ken. De nieuwe generatie kende de techniek niet waarmee Blue Demon en zijn leeftijdgenoten beroemd waren ge worden. De nieuwe 'lucha' was sensatio neler en minder puur. Masker Een donkerblauwe Chrysler draait de parkeergarage van de Arena Mexico in. Aan het stuur zit Goyita, de hoogbejaar de echtgenote van Blue Demon, met naast haar de superheld zelf. Hij heeft eèn lichtblauw pak aan met een kar mijnrode stropdas. Zijn gezicht gaat schuil achter een op maat gemaakt wit met blauw masker. Hetzelfde masker waarmee hij bijna veertig jaar lang vocht. Hoe oud hij nu is? „Een jaar of 800", ant woordt de inmiddels fragiele held. Zijn personage heeft geen leeftijd. Het is on sterfelijk. Goyita lacht. „Het masker geeft vrijheid, het zorgt voor een solide basis. En ik blijf het vertegenwoordigen. Wat zou de winst zijn om het alsnog af te zetten? Terwijl het zoveel gekost heeft om het mijn professionele leven op te kunnen houden." In de 'masker tegen masker'-wedstrijden mag de winnaar de verliezer ontmaskeren. Hij staat op en demonsteert een van zijn favoriete grepen, de Cruzeta Mortal. De benen van de tegenstander klem onder één arm, zijn gezicht naar beneden. „Mijn ene been kruiste ik dan over zijn rug en liet mijn andere knie op zijn rug gengraat rusten. Bij een enkele bewe ging duwde ik mijn knie dieper in zijn rug." Onmogelijk volgens Blue Demon om uit deze Oriëntaalse houdgrepen te ontsnappen. Mythen De Mexicaanse worstelaars zijn ware volkshelden. Ze worden geïnspireerd door de moderne wereld, maar hun sport gaat terug naar oude mythen. Een ge maskerde indiaan zou volgens de Mexi caanse geschiedschrijving weerstand hebben geboden aan de Spanjaarden. De Azteken verborgen zich achter kleurige maskers. Keizer Moctezuma stuurde de Spaanse 'conquistador Heman Cortes bij aankomst in Mexico een gehele outfit compleet met masker, omdat hij dacht dat Cortes de God Quetzalcoatl was, te ruggekeerd op aarde. De guerrillastrijders van het Zapatis- tisch Bevrijdingsfront in Chiapas dra gen bivakmutsen en hun geestveranten in Guerrero, de EPR, laten evenmin hun gezichten zien. Een gemaskerde kan ie dereen zijn. Iedereen kan zich ook met een gemaskerde identificeren. Het hoort bij de Mexicaanse cultuur om een twee de persoonlijkheid te bezitten. Een voor de buitenwacht, de andere blijft privé. Een halve eeuw na de geboorte van Su perman in New York verscheen in de straten van Mexico-stad Superbarrio. Hij draagt een rood masker en een gele cape en verhindert de uitzetting van een familie of leidt een demonstratie voor de rechten van de vrouw. Niemand kijkt er nog van op als hij te hulp schiet. „Hallo Super"!, begroet men hem als hij de goudkleurige cape in een vrolijke zwier naar achter zwaait. Priester Voor veel jongens is de 'lucha libre' een manier om de armoede te ontvluchten. Ze dromen van een loopbaan in de ring, maar het ontbreekt hen vaak aan genoeg geld om hun lichaam te ontwikkelen. Priester Sergio Fray Tormenta, zelf wor stelaar, begon jaren geleden een opvang tehuis voor weeskinderen, maar neemt ook jongetjes op die door hun moeder niet meer kunnen worden onderhouden. Ze leren bij hem het vak, als ze willen. Veel halen het niet. Fray Tormenta is een bekeerde alcoholist die met de 'lucha li bre' geld verdiende om het weeshuis draaiende te houden. „Ik sla niet veel", zegt hij, „want ik ben een priester." Katrien Gottlieb Na drie jaar van alles en nog wat gestudeerd te hebben, vond Mirjam Beij- sterveldt uit Terneuzen dat het weer tijd was voor iets spannenders. Daarom besloot ze een halfjaar tot een jaar te gaan reizen. Ze begint in Mexico en hoopt uiteindelijk, na veel ervaringen en vloei end Spaanssprekend, in Cos ta Rica uit te komen. -ü. M Juarc-z - MEXICO .C-Tampicp cTeotihuac ar s. México-üL Y -Stad rivTueola^ Acapulc&<: Mexico-city; Houd je tas met beide handen vast, implanteer twee extra ogen in je rug neem een bodyguard mee... Hoeveel mensen heb ben me niet gewaarschuwd voor deze stad? Nu ik er dan werkelijk ben, voel ik me niet paranoia of onveilig. Ik word alleen nogal verdrietig van Mexico's hoofdstad. Overal waar ik de afgelopen dagen liep, werd ik aangestaard door smekende kinderoogjes en dode grote mensen ogen. Vieze handen werden uitgestoken om mijn pesos te ontvangen. De mees te keren liep ik door. Zou ik ie dereen wat geven, dan stond ik binnen een week terug in Terneuzen, en ja, sorry hoor, maar dat kan toch ook de be doeling niet zijn. Om mijn geweten wat te sus sen, geef ik hier en daar een gulden (een keer zelfs twee!) aan een bedelaar. Ik koop een krant bij een vervallen stalle tje en vier niet-te-eten perzi ken bij een oud rimpelig vrouwtje. Een magere meneer geef ik een goede prijs voor een badkuipstop en dat Spaanse stripalbum is vast best de moeite waard. Echt al les wordt hier verkocht: van tortilla's tot batterijen, van poppetjes die lichtgeven tot rollen plakband. De een zit de haren van een barbie-pop te kammen, terwijl de ander de schoenen van een wat rijkere poetst. Overal zie je armoede en el lende. Op een karretje ligt een hoopje mens, een man met een mini-bovenlijfje en twee slappe benen, die als touwen achter hem liggen. Zijn mis vormde handen gebruikt hij als collectebus. Geluiden van toeterende au to's en afgaande wekkers, die ook met tientallen tentoonge spreid staan vullen de vieze lucht. Ik vraag me af wat voor idiote plek dit is, terwijl het voelt alsof ik al twee uur aan een uitlaat hang. Toen ik gisteren terugkwam van mijn bezoek aan het Antropologische museum, kwam ik in een betere wijk te recht. Dure auto's, mobiele te lefoons, kaviaar en dure res taurants bepaalden daar het straatbeeld. Ik zag er geen be delende moedertjes met klei ne, ongewassen kindjes, maar slechts rijkdom. Ook 'de hel van Mexico' blijkt zijn kamp vuurtjes te kennen.Terug in het historisch centrum ga ik naar een fotozaak om mijn eerste ontwikkelde rolletje op te halen. Terwijl ik sta te wachten, zie ik aan de andere kant van de straat een ventje van een jaar of zes met zijn al niet veel oudere moeder. Het jongetje is gekleed in een blauw joggingbroekje, voor zien van drie grote gaten, hij heeft zwarte vegen op zijn in gevallen wangetjes. Het meis je vraagt hem te helpen bij het duwen van haar tortillakar. Samen duwen ze het veel te zware gevaarte de stoepste nen op. Wanneer een paar potje saus op de grond klette ren, hebben ze de grootste lol. Een straat verderop speelt het dochtertje van een accorde onspeler vol plezier met een stuk karton. Haar gezichtje straalt wanneer een vriendje komt aanzetten met een lege koffiebeker en wat steentjes. Is het dan toch allemaal niet zo erg? Is het allemaal gewoon zoals het is, en zijn moet? Ik vind het moeilijk te geloven. Terug in mijn hotel pak ik mijn reisgids erbij om te kij ken wat ik de volgende dag ga doen. Ik kies eenhotel uit in Teotihuacan, een Azteeks tempelcomplex hier in de 'buurt. Airco, tv, eigen badka mer, klinkt wel ok allemaal, ik denk dat ik daar maar heen ga. Als ik onder de dekens kruip, vraag ik me af waar de man met de touwbenen sla pen zal vannacht. Zou er ie mand zijn die het weet?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 33