Terreur van het mobieltje
Tel tot tien en blaas geen stoom af
De zaktelefoon
Diediediediet
En daar bleef het niet bijDe yup
in kwestie kon namelijk zijn
mobiele telefoon niet vinden of
wist niet dat het zijn apparaat
was dat de loop van de
geschiedenis dreigde te
beïnvloeden. 'Diediediediet!
Diediediediet!' Tientallen
jongemannen in prijzige
kostuums tastten paniekerig naar
hun zakken. 'Diediediediet!
Diediediediet!'
Borstlap speelde moedig door,
hoewel hij het liefst door een gat
in de grond uit de zaal was
verdwenen. Over zijn rug ging een
siddering alsof iemand op zijn
blote huid een ijskoude spons
leegkneep. De stoorzender werd
eindelijk gelokaliseerd en
uitgezet, vlak voordat de eigenaar
vermoedelijk zou zijn gelyncht
door een woedende menigte. Het
duurde zeker een kwartier
voordat de pianovirtuoos weer bij
de les was.
landen is het, nadat de eerste
doden waren gevallen, al
verboden om achter het stuur
zonder hands free-voorziening te
telefoneren. Wie, zoals
ondergetekende, wel eens heeft
meegereden met een makelaar die
al rijdend zaken doet, zal dat
begrijpen.
'Snotverdorie, voor dat pandje
kejje rustig zeven ton rekenen!
riep hij tegen een onzichtbare
collega, terwijl hij met
honderdzestig kilometer over de
linker rijstrook zwabberde.
Jongeren
Wat is de charme van zo'n
apparaat? Het is voor velen een
hebbeding, voor anderen eerder
een statussymbool en voor een
enkeling eenvoudigweg een
praktisch vooi*werp. De
statussymbool-functie vervult
het vooral bij een bepaald soort
jongeren dat je in iedere
Nederlandse stad van enige
omvang aantreft. Ze worden in
politieke kring doorgaans als
kansarm omschreven maar
beschikken allemaal over een
scooter en een zaktelefoon en
merkkledij. Ze tonen gaarne dat
ze dat allemaal in bezit hebben
door, zittend op een stilstaande
doch ronkende scooter, mobiel te
communiceren. Bij voorkeur in
groepjes, allemaal bellend en
ronkend en allemaal luid
sprekend, om boven dat geronk
uitte komen.Misschien gaat 't
over. In Japan, waar de
zaktelefoon een paar jaar eerder
gemeengoed werd, zijn veel
volwassenen allang op het
apparaat uitgekeken. Ze krijgen
er een van hun werkgever om
steeds bereikbaar en dus
inzetbaar te zijn. Maar aangezien
ze wel eens een avondje vrij willen
hebben, laten ze hun gsm
voortdurend per ongeluk expres
in de trein of de metro liggen.
Iedere nacht treffen de
schoonmakers er een massa
telefoontjes aan.
Weerzin
Nederlandse bevolking loopt er
inmiddels mee over straat. Je kan
ze zelfs bij Intertoys kopen. En
geleidelijk nemen ook de bordjes
toe waarop wordt verzocht die
dingen even uit te schakelen.
De borden verschenen als eerste
in de bioscopen, bij uitstek een
verzamelplaats voor jong en
modieus publiek: een zaktelefoon
met een rode streep er doorheen,
met daaronder de tekst: Geniet
van de filmMaar nu tref je ze ook
aan bij de huisarts, in
concertzalen en in crematoria. De
Hogeschool van Utrecht denkt er
al over de telefoon-frequentie te
storen gedurende tentamens.
Over het gebruik van de
zaktelefoon in de auto is de
Nederlandse wetgever zich nog
aan het beraden. In sommige
Klaagzang
Zijn'dit uitzonderlijke situaties?
Beslist niet. Informeer bij iedere
regelmatige concertbezoeker en
je krijgt een klaagzang te horen
over tetterende 'debiele
telefoons'. In de tram of in de
V D tref je nog maar nauwelijks
mensen aan die niet aan het bellen
zijn. En waar hebben ze het over?
'Hallo Joop, ik ben nu bij de V
D. Zo dadelijk ga ik naar de
Hema. Maar misschien ook niet.
En dan ga ik de Yes kopen. Of de
Viva. Nou, doehoeg!En dat
allemaal op luide toon, alsof deze
boodschappen van belang zijn
voor alle omstanders. Soms
worden er mededelingen gedaan
Ongeveer eenderde van de Nederlanders loopt met een mobiele tele
foon op zak. foto Harmen de Jong
In Nederland zal de weerzin tegen
de permanente bereikbaarheid
ook wel gaan toenemen. Onder
volwassenen, althans. Als je
collega's je vaak buiten werktijd
lastigvallen, vervalt de scheiding
tussen privé-leven en werk. Het
zou tot de etiquette moeten
behoren om mensen 's avonds
alleen in noodgevallen te bellen
over zakelijke kwesties.
In die etiquette mag ook worden
opgenomen dat het telefoneren
bij anderen thuis uitsluitend kort
en na een verontschuldiging dient
te geschieden. De gastheer zit er
dan immers voor Piet Snot bijEn.
uiteraard, dat je in openbare
ruimtes niet te luidruchtig
kwebbelt. Je bent niet alleen op
de wereld.
De eersten die ermee aan de haal
gingen, waren freelance
persfotografen. Die zijn zeker
tien uur per dag onderweg en
kunnen hun brood niet verdienen,
als ze al die tijd geen opdrachten
aannemen. Handelsreizigers
kunnen ook niet zonder, evenals
artsen, conducteurs,
politieagenten, ambulance
verplegers, razende reporters en
anderen met gewichtige
bezigheden en/of een bijzonder
uithuizig bestaan.
Aan het overige, puur
demonstratieve gebel zal vroeg of
laat wel een einde komen. Het is
kostbaar en overbodig.
Over tien jaar is het mobieltje een
doodgewoon praktisch apparaat,
waarvan het gebruik wordt
illustratie Kampman
beperkt door strenge regels van
hogerhand. Telefoneren
vanachter het stuur is dan
verboden, dat spreekt voor zich.
Maar ook op het verstoren van
concertenzal eenboete staan. Een
hele hoge. Het recht zal
zegevieren.
Jeroen de Valk
Zo'n twee weken terug zou pianist Michiel Borstlap zijn defi
nitieve doorbraak maken in de Grote Zaal van het Amster
damse Concertgebouw. De in Utrecht opgegroeide pianist zou
daar een soloconcert verzorgen na een paar de hemel in gepre
zen cd's en een platencontract van heb ik jou daar.
Hij liep plechtig alle traptreden af
naar het podium en liet zijn twee
meter lange gestalte neerdalen
achter de vleugel. Terwijl hij
begon te improviseren - iets heel
duisters in mineur - daalde een
intense stilte neer over het
gebouw. Hier is iets bijzonders
aan de hand, idealiseerde iedereen
zich. Dit werd een mijlpaal in de
muziek, zo'n historisch
evenement waarvan je later met
trots zou kunnen zeggen: ik was
erbij.
Zelfs de gratis toegelaten yuppen
van het sponsor-bedrijf werden
een en al aandacht. Helaas had
een van hen nagelaten een
essentieel knopje in te drukken.
'Diediediediet!' tetterde zijn
zaktelefoon, dwars door een
ballade vol broos geluk.
'Diediediediet! Diediediediet!'
van meer gewicht. Iemand
verkondigde ooit ongegeneerd in
een trein, temidden van tientallen
onvrijwillige mee-luisteraars:
'Iris moet niet zeuren dat ze
kanker heeft, ik heb 't ook.' De
spreker ging dusdanig op in de
gedachtenwisseling dat hij zich
omgeven achtte door een
denkbeeldige telefooncel.
In een periode van een jaar of drie
is de gsm een rage geworden.
Ongeveer eenderde van de
Vuistregels voor e-mail
Ruim twee miljoen Nederlanders gebruiken inmiddels thuis of op
kantoor elektronische post. De status van e-mail is nieuw in com-
municatieland. E-mail combineert de lichtheid van het telefoneren
met de zwaarte van het geschreven woord. Wanneer mogen we mailen
en wanneer is dat minder gepast? De hoogste tijd voor enige vuistre
gels.
Het avondje met de kennissen
was heel gezellig. Vormt zo'n
plezierig gevoel aanleiding om
een kaartje te sturen? Of is een
belletje nodig? E-mail biedt
uitkomst. Een bedankje per
computer is gemakkelijker,
sneller en vaak vrijblijvender.
Ruim twee miljoen
Nederlanders gebruiken thuis of
op kantoor elektronische post.
E-mail raakt ingeburgerd.
'You've got mail' knippert
dagelijks op de beeldschermen
van pc, laptop, zaktelefoon en
palmcomputer. Urgent is de
inhoud van de elektronische post
meestal niet. Gelukkig bevat e-
mail zelden lange lappen tekst.
Misschien wordt de bondigheid
wel afgedwongen door de
computer zelf. Veel meer dan
veertig regels passen er nu
eenmaal niet op een
schermpagina
E-mail kan een prima aanvulling
op brief en telefoon zijn. Maar
door z'n directheid is
elektronische post niet overal
voor geschikt. Daarom vier
vuistx-egels:
1. Blaas nooit stoom af per
e-mail
Een boze bui drijft per telefoon
over en een (te) boze brief
verdwijnt in de prullenbak. E-
mail kent geen grenzen. Elk
bericht is direct en
onomkeerbaar. Eenmaal
verstuurd, is het bericht niet
meer terug te halen. Blaas
daarom nooit stoom af per
elektronische post, zeker niet op
kantoor.
Gemopper op de werkvloer kan
op schrift heel serieus lijken. Een
werknemer van een
Amsterdamse
automatiseringsbedrijf kreeg
vorige maand een uitbrander
van zijn baas. Daar baalde hij
van. Hij blies stoom af en stuurde
een e-mailtje naar zijn vriendin:
Die Gestapo-ofüicier hier had
het vanmorgen ook weer op z'n
heupen. Ik haat die kerel',
schreef hij over zijn chef. De
systeembeheerder van het
bedrijf las helaas mee. Gevolg:
een tweede uitbrander van de
baas en volledig verstoorde
verhoudingen.
Ontslag
Automatiseerder Landis riep een
werknemer op het matje
vanwege een andere e-mail. Het
personeelslid mopperde per
elektronische post: 'Ik mag niet
eens meer mijn Chinees
declareren'. En een jonge
uitzendkracht van KPN klaagde
per e-mail over het saaie werk.
Gevolg: ontslag Op staande voet.
Een vakkenvuller van een Albert
Heijn in Rotterdam spuwde vuur
per e-mail: 'Ik vind dit een
kloten-bedrijftHij hoefde daags
na het posten van de e-mail niet
terug te komen.
Snuffelen
Betwistbaar is het snuffelen in
elektronische post wel. FNV
Bondgenoten eist een landelijk
verbod op meekijken door de
werkgevers. Network
Peripherals in Woerden wilde
een werknemer ontslaan die ook
per e-mail fors geklaagd had
3. Reageer met verstand
Op een brief staat een afzender.
Nummerverklikkers laten zien
wie er belt. Maar e-mail houdt de
ontvanger (kort) in onzekerheid.
De verbinding met internet
wordt gelegd en de computer
kijkt of er post is. De berichten
worden één voor één geladen.
Iemand, de computer laat nog
niet zien wie, wil iets kwijt.
Is het een bericht van de baas die
een salarisverhoging meldt? Is
het een oude kennis die weer
contact zoekt? Of doet slechts
ongewenste reclame het
beeldscherm knipperen? Is de
afzender bekend, denk dan even
na. Laat de opwinding los. Wil ik
wel meteen reageren op dit
bericht? Of wordt een reactie mij
afgedwongen? Is het wel
verstandig meteen een antwoord
te sturen?
Als een verre tante per e-mail de
contacten wil aanhalen, is het
misschien leuker om eerst een
brief te schrijven. Daarna kan
het contact per e-mail verder
worden onderhouden.
4. Doe niet alles per e-mail
E-mail is een aanvulling op
telefoon en brief, geen
vervanging. Doe daarom niet
alles per e-mail.
Onpersoonlijk
Een Utrechtse familie kreeg na
een sterfgeval twee uitingen van
medeleven per e-mail. 'Dat
kwam heel onpersoonlijk over',
schrijft de nabestaande in een
nieuwsgroep op Internet. 'Ik had
liever geen bericht ontvangen
dan zo'n koud elektronisch
tekstje 'Veel Sterkte'. Het heeft
ons veel verdriet gedaan'.
Geboortekaartjes lenen zich ook
beter voor de gewone post.
E-mail is te vluchtig voor zaken
van leven of dood.
Henk van Ess
foto Charlie Bibby
over het werk. Maar de rechter
verwierp het bewijs. De
werkgever had de elektronische
post niet mogen lezen.
2. Gebruik af en toe Smileys
De intonatie in de stem (telefoon)
of een toelichtende opmerking
(brief) verklaren vaak in welke
stemming iemand is. E-mail is te
letterlijk. Gelukkig bestaan er
Smileys (ook wel emoticons
genoemd)Met die tekens kan
een schrijver zijn
gemoedstoestand aangeven.
Hier zijn de twee belangrijkste
smileys (draai het hoofd een
kwartslag om een afbeelding te
kunnen zien)
:-) Lachebekje
De voorgaande tekst is grappig
bedoeld. Bijvoorbeeld: Ik heb
een hekel aan je:-) Natuurlijk
heb ik geld genoeg:-) Die baas
van mij is gek:-)
:-(Verdrietige blik
De voorgaande tekst drukt
teleurstelling of bedroefdheid
uit. Ajax heeft flink verloren.:-(
Jammer dat je niet komt:-(