Wegen zijn er om het groen te bereiken Een huis vol verborgen leed reportage zaterdag 16 oktober 1999 27 Nieuwe ANWB-directeur tast zijn grenzen af Huisarts Van der Vlugt ziet nu de littekens van de asielzoekers Zijn voorganger had op het laatst meer weg van een actieleider dan van een directeur. En kreeg daarmee minister Netelenbos op haar knieën. Goed voorbeeld doet goed volgen? Guido van Woerkom, sinds twee en halve maand topman van de ANWB, kijkt zuinig. „Een actie zoals die tegen het rekeningrijden zullen we weer beginnen als het echt nodig is." In het asielzoekerscentrum in Burgh-Haamstede verblijven 300 vluchtelingen uit zo'n 25 tot 30 landen. Sommigen van hen zitten daar al vijf jaar. Anton van der Vlugt, 54 jaar, Wol- phaartsdijk. Meer dan twintig jaar had hij in het Bevelandse dorp een druk beklante huisartsenpraktijk. Eind 1997 besloot hij zijn leven anders in te kleuren, omdat hij 'het spook van de burn-out' op zich af zag komen. Zoals zoveel huisart sen van zijn leeftijd dreigde hij te bezwij ken onder de toenemende werkdruk; de lange dagen, de onregelmatige diensten, de vele nachtelijke telefoontjes. Van der Vlugt nam afscheid van zijn Wolphaarts- dijkse patiënten en werkt nu voor onder meer het AZC in Burgh-Haamstede, waar hij drie middagen per week op freelance basis spreekuur houdt. Dfe stap heeft zijn blik op de asielzoekersproblematiek ver helderd. „Ik ben van die mensen gaan houden." Dat lag voordien iets anders. „Ik had pro blemen met het asielzoekersbeleid. Toen er in Goes nog een AZC stond, zag ik ze daar hele dagen maar wat rondlummelen. Ik deed in Goes-Noord kleuterbureautje, daar kwamen Turkse kinderen van de derde generatie die nog geen woord Ne derlands spraken. Wanneer ik er uit het raam keek, zag ik Turkije tegen Marokko voetballen. En ach, je kent de verhalen wel: 'ze komen hier alleen om in de watten te worden gelegd' .Dat soort vooroordèlen waren ook de mijne. Ik oordeelde uitslui tend op grond van wat ik onder mijn neus zag gebeuren. Maar wat wist ik van de achtergronden? Helemaal niets. Als je je echt in him problemen verdiept, schrik je je rot." In zijn spreekkamer op de eerste verdie ping van het asielzoekerscentrum heeft Anton van der Vlugt op een opvallende plek aan de muur twee ingelijste foto's be vestigd: een familieportret én een foto waarop hij poseert met een pasgeboren baby. Die heeft hij welbewust neergehan gen. Met de laatste foto probeert Van der Vlugt zijn patiënten zonder woorden te vertellen dat het in onze cultuur wél nor maal is dat mannelijke artsen bevallingen verrichten, dat ook vrouwen die in sluier doek gaan zich in zijn spreekkamer zon der schroom bloot kunnen geven. De ge zinsfoto zegt dat hij getrouwd is. Daar mee probeert hij een zekere mate van af stand in te bouwen, waardoor pijnlijke si tuaties kunnen worden voorkomen; „Een asielzoekster die mij aan de haak probeert te slaan, probeert daarmee waarschijnlijk vooral een status aan de haak te slaan." De eerste dag dat hij het centrum binnen liep. Er heerste onrust, omdat er zich een vechtpartij had voorgedaan waarbij een Nederlander een asielzoeker een tand door de lip had geslagen. „Vreselijk, ik viel gelijk in de grootste rel die ik ooit had meegemaakt." De sfeer beklemde hem. En doet dat soms nog, want asielzoekers centrum is een synoniem voor verveling, achterdocht én spanning. Hij vertelt. Over een asielzoeker die amok dreigde te maken omdat Van der Vlugt hem rectaal wilde onderzoeken. „Hij bleef weigeren en zei uiteindelijk waarom. Hij was tot twee keer toe in de gevangenis verkracht. En dan pas snap je het. Je moet proberen in hun huid te kruipen. Alleen dan kun je begrijpen wat er achter die ogen leeft." Hij vertelt. Over martelingen. „Als je hun dossiers doorkijkt, schrik je daar keer op keer van. Het klinkt cynisch: vroeger beschouwde ik het uitdrukken van sigarettenpeuken op iemands lichaam als een ernstige vorm van marteling. Nu valt dat bij mij in de ca tegorie van pesterijtjes. Het wordt heel wat pittiger als iemand aan één arm wordt opgehangen en er vervolgens ook nog eens een gasfles aan zijn been wordt vastgemaakt. Willen ze in Sri-Lanka we ten waar je familie zich heeft verstopt of waar je Tamil-broertje is, dan worden er brandende takken onder je benen gehou den. En ik in het begin maar niet begrij pen, waarom die man geen haartjes op zijn benen heeft." ,Eén van de ernstigste vormen van marte ling is om toe te moeten kijken hoe je me degevangen worden geëxecuteerd. In Irak en Iran doen ze dat nog betrekkelijk menslievend: met de kogel. Maar in som mige Afrikaanse landen doe ze het met een stok of een kapmes, dat is veel leuker, duurt langer en is een stuk goedkoper." ,Zelf praten ze heel weinig over de marte lingen die ze hebben ondergaan. Ze scha men zich daar vaak voor. Het is ook niet iets om trots op te zijn als ze tweehonderd twintig volt op je penis hebben gezet, of als ze een tuinslang in je anus hebben ge propt en vervolgens de kraan opendraai en - daar praat je met je familie over, niet met anderen." Hij vertelt. Dat hij zich in het begin hevig verbaasde over het grote aantal patiënten dat met neusklachten op zijn spreekuur ver schijnt. „Maar als je even doordenkt snap je hoe dat komt. Welk lichaamsdeel loopt bij een arrestatie of een hardhandige on dervraging de eerste klappen op? Pre cies." Hij vertelt. Dat hij zich evenzeer verbaasde over het grote aantal asielzoekers ('er wordt 's nachts nergens zo veel televisie gekeken als in een asielzoekerscentrum') dat aan een chronisch slaaptekort lijdt. „De eer ste maanden dat ze binnen zijn, verkeren ze in een soort roes - zijn ze gelukkig, lo pen ze te jubelen. Maar na vier of zes maanden zie je ze depressief worden, zie je ze piekeren over de familie die ze heb ben moeten achterlaten en over wat ze hebben meegemaakt. Vooral 's nachts ko men die beelden terug. Een Somalische vrouw - die bleef altijd net zo lang op tot dat ze van pure vermoeidheid wegzakte. En waarom deed ze dat? Uit angst voor haar dromen, waarin ze voortdurend de kapmessen ziet waarmee haar man en zoon werden afgemaakt." Hij vertelt. Over een man en vrouw die moesten aan horen hoe hun dochter in een cel verderop werd verkracht en hoe zij daarna op blote voeten de sneeuwstorm werden inge stuurd. Over een Koerdische jongen die Turkije ontvluchtte - hij in een vrachtwagen, zijn ouders in de aanhanger „Bij aankomst bleek de aanhanger ergens onderweg te zijn losgeraakt, die jongen heeft geen idee waar zijn ouders nu zijn. Ook dat is mar telend." Over de verhalen uit landen als Liberia en Sierra Leone, 'waar de stammen elkaar uitmoorden, waar pa met zijn handen op de rug werd gebonden en in de rivier ge kwakt. Hij mocht nog wél even het kind zien dat zijn zwangere vrouw in zich droeg - langs haar buik werd een bajonet gehaald." Over asielzoekers die in een uiterste po ging een verblijfsvergunning af te dwin gen in hongerstaking gaan. „Je weetnooit hoe consequent ze daarin kunnen zijn, maar je moet ze altijd serieus nemen. Wij proberen ze ervan te overtuigen dat zo'n hongerstaking niet helpt, misschien zelfs wel een averechtse werking heeft. De kwestie Giimüs - als daarover destijds niet zoveel te doen was geweest, zou dat gezin mogelijk nog steeds in Nederland verblijven. Ik heb een paar hongerstakers meegemaakt van wie ik dacht: deze men sen dreigen inderdaad te overlijden. Het vervelende was dat één van hen uiteinde lij k een status kreeg. Die zou hij ook zon der hongerstaking hebben gekregen, maar het gevolg is wel dat anderen den ken: 'zie je wel, het werkt'." Hij vertelt. Over zijn eigen gevoelens van machte loosheid. „De eerste maanden heb ik van al die verhalen slecht kunnen slapen. Ze werken door in je dromen. Maar op den duur leer je er toch een beetje mee om gaan. Je begrijpt niet hoe mensen elkaar dit kunnen aandoen. Of nee, ik begreep het niet. Men martelt vaak omdat men zichzelf bedreigd voelt. Als je hebt gezien hoe je ouders door de andere stam zijn vermoord, probeer je ze toch op dezelfde manier terug te pakken?" Vanuit een com fortabele Westerse leunstoel is het daar over makkelijk oordelen, zegt Van der Vlugt. Maar iedereen weet wat zich nog niet eens zo heel lang geleden in de Duitse concentratiekampen afspeelde. En hij was laatst in Syrië, waar hij fijntjes werd herinnerd aan de manier waarop onze Kruisvaarders er ooit uit Naam van de Heer tekeer gingen; zij roosterden kinde ren aan het spit. „Met andere woorden: jullie zijn geen baarbeter dan wij." Hij vertelt. Dat hij in de eerste plaats huisarts is. Dat hij er vooral is om problemen van licha melijke aard te verhelpen, dat hij de won den op de ziel nimmer kan doen helen. Daar zijn psychiaters voor. „Een aantal asielzoekers wordt doorverwezen naar Emergis, anderen gaan naar De Vonk in Wassenaar, waar de Stichting '40-'45 pro beert hen verder te helpen. Maar er zijn beelden die zij nooit zullen kwijtraken." In het asielzoekerscentrum waar hij werkzaam is verblijven 300 vluchtelingen uit zo'n 25 tot 30 landen. Sommigen van hen zitten daar al vijf jaar. Mensen zó lang in spanning laten zitten of ze wel of niet worden teruggestuurd, is ook dat geen vorm van marteling Van der Vlugt: „Zoiets is vreselijk. Ik zou werkelijk geschift worden als ik daar vijf jaar zou moeten wonen. Het probleem is, dat al die verhalen van asielzoekers geve rifieerd moeten worden. Dat kan in het ene geval langer duren dan in het andere. Maar als je in zo'n sfeer je kinderen moet laten opgroeien - dat is bijna marteling, ja. Alleen, ik zou ook geen alternatief we ten." Willem van Dam Guido van Woerkom is 44 jaar oud en communicatiespecia list. Een beetje formele man, om zichtig in zijn formuleringen, af houdend als de richting van het ge sprek hem niet zint. Moeilijk voor te stellen als performer op ANWB- personeelsfeestjes, zoals zijn flam boyante voorganger, maar: „Ieder vogeltje zingt nou eenmaal zoals het gebekt is." Hij verklaarde ten tijde van zijn benoeming: dat is een mooie nieuwe stap in mijn bestuur lijke ervaring. Tot op dat moment was hij bestuurslid van een groot communicatiebedrijf, en voorzitter van de WD in zijn woonplaats Oegstgeest. „Die politieke ervaring heeft bij de selectieprocedure wel geholpen denk ik. Nee, niet omdat de hoofd directeur van de ANWB een WD'er zou moeten zijn. Ik heb de WD-top ook niet in kennis gesteld van mijn sollicitatie. Maar het was wel een voordeel dat ik politiek actief was. Dat ik weet hoe de andere kant werkt." De andere kant. Het kabinet, de Tweede Kamer. Daar is de nieuwe ANWB-topman zich voor aan het warmlopen. Want: „Het lijkt wel alsof mobiliteit bij de politiek op een lager pitje staat. Bij de algeme ne beschouwingen is 1 miljard extra uitgetrokken voor van alles, maar er is geen bedrag toegevoegd voor betere bereikbaarheid." Als het aan hem ligt, wordt er simpelweg meer geld uitgetrokken om het filepro bleem te bestrijden. Een suggestie: „De hogere aardgasbaten kun je stoppen in versnelde uitvoering van openbaarvervoerprojecten, zoals de Leidsche Rijn bij Utrecht." Files Van Woerkom heeft een prima boe del overgenomen van zijn voorgan ger. De ANWB is in het tijdperk- Nouwen uitgegroeid tot een mega- club met drie en half miljoen leden en veel geld in de knip. Een machti ge belangenorganisatie, maar ook eentje met twee zielen in de borst: aan de ene kant de auto en alles wat er-bij hoort: mobiliteit, files, milieu vervuiling, en aan de andere kant de recreatie: het groen, de rust, de ruimte. De succesvolle actie tegen het reke ningrijden heeft die tegenstelling nog eens scherp aan het licht ge bracht. De dissidente 'Verontruste ANWB-leden' - bezorgd over het milieu - verzette zich op de eigen website scherp tegen de actie. Te scherp, naar de mening van de ANWB-top. Een aantal van hen hangt sinds de zomer de dreiging van een royement boven het hoofd. Over een paar maanden wordt daarover beslist. „Royement?" Van Woerkom kijkt vragend naar zijn beleidsmedewer ker: waar gaat dit over? Na enige uitleg van diens kant formuleert hij een voorzichtige reactie. „Ik heb hun website onder m'n favorits zit ten. Een afwijkende mening is op zich geen reden voor royement. Daarvoor moet wel iets ontoelaat baars gebeuren." En, is dat naar zijn mening het ge val? Stilte. Dan: „Ik heb wel 's gedacht: waar is het voor nodig dat ze dat erop zet ten." Zoals? „Zoals: je hoeft geen lid van de Wegenwacht te zijn, er zijn ook andere aanbieders. Dan denk ik: waarom doe je dat dan zelf niet in plaats van dit zo uit te dragen." Binnenkort gaat hij met de dissi denten praten. Eén ding is hij in ie- der geval absoluut niet van plan: het loskoppelen van het lidmaatschap van de Wegenwacht en dat van de ANWB. Het is een koppelverkoop die velen een doorn in het oog is, en die de ANWB in een moeite door van de lastpakken zou kunnen ver lossen. Van Woerkom is zichtbaar niet gecharmeerd van de suggestie. „Waarom zouden we? De Wegen wacht is een uniek product, een suc cesvolle dienst die de ANWB aan biedt. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat is histo risch zo gegroeid." Natuur En die tegenstelling tussen de be langen van de autobezitter en de na tuurliefhebber, die ziet hij ook niet zo. Ten eerste: bestaat dat dan, ech te natuur? „Ik zou niet weten waar ik het zou moeten vindenDe Oost- vaarderplassen bijvoorbeeld. Prachtig, maar: „Onze voorvaderen hebben die polders gemaakt. Dat zijn keuzes van dat moment ge weest." Neem nou een bos. „Bomen - nog meer dan wegen! - hebben niet het eeuwige leven. Die raken op, vallen om. Als je niets doet, is het na een jaar of tien een onherkenbare toe stand. Je moet de lef hebben, vindt Van Woerkom, het nodige weg te hakken om plaats te maken voor iets moois. „Met respect voor het bestaande." Het klinkt als een metafoor voor het wereldbeeld van een praktisch man. En dat klopt ook wel, want net zo kijkt hij aan tegen het probleem mobiliteit/milieu. „Die economi sche groei, die is nu eenmaal deel van de westerse samenleving. De mobiliteit zal alleen nog maar groeien." 'Grenzen aan de groei', dat is dus niks voor hem? „Haha, ken je klassiekers... Nee. We moeten niet zeggen... - hij tekent in de lucht een soort stolp - dat Nederland nu dan maar af is. Dat zou niet mijn Nederland zijn." Sterker nog: „Die mobiliteit, daar moeten we blij mee zijn, want die is de spiegel die laat zien hoe goed we het hebben." Nee, schroom voor nog meer wegen heeft Van Woerkom niet. Als die 'streep' dan maar op een goede ma nier door het landschap wordt ge trokken. Niet als harde scheiding tussen stad en groen, maar een soe pele overgang, met grote, eventueel bebouwde viaducten. Zodat het groen voor de fietsende stedeling - „O ja hoor, ik fiets zelf ook" - beter bereikbaar is. Ook als dat betekent dat de bebouwing een gebied als het Groene Hart binnendruppelt. Eventjes komt de oude AH-füiaal- houdér weer om de hoek kijken: „Als je winkel achter een smal via duct ligt, komen er minder klan ten." En voor het overige zoekt de com municatieman de oplossing van het fileprobleem in zijn eigen vakge bied. Hij weet namelijk: met infor matie kan je gedrag beïnvloeden. Dat blijkt, zegt hij, uit het succes van de file-informatie op de ANWB-website. „Veel mensen pas sen zich daaraan aan. Kiezen een andere weg, een ander tijdstip. Gaan eerst een uurtje e-mailen. Te lewerken, dat willen we stimule ren." Afke van der Tooien Nieuwe ANWB-directeur Van Woerkom: „O ja, ik fiets zelf ook." foto Mark Lamers Aan het eind van het gesprek werpt hij een blauwgekafte brochure van Vluchtelingenwerk op tafel. Daarin gaat het over vooroordelen - dat asielzoekers hier niets te zoeken hebben; dat zij profiteurs zijn; dat ze lui zijn en agressief. Anton van der Vlugt bekent het op een toon waaruit gevoelens van gêne spreken: ook hij had het niet zo op asielzoekers. Tot hij als arts in het asielzoekerscentrum te Burgh-Haamstede ging werken en hun verhalen hoorde, de littekens op hun lijf én ziel zag. „Je moet proberen in hun huid te kruipen. Dan pas begrijp je wat achter die ogen schuilgaat." Anton van der Vlugt: „Als je de dossiers van de asielzoekers doorkijkt, schrik je daar keer op keer van. Het klinkt cynisch: vroeger beschouwde ik het uitdrukken van sigaretten peuken op iemands lichaam als een ernstige vorm van marteling. Nu valt dat bij mij in de categorie van pesterijtjes." foto's Janne Wolterbeek

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 27