Krajicek maakte zijn droom waar Het is allemaal een krankzinnig toeval Muziek verdiept met emoties PZC reportage 31 Stand-up comedian Raoul Heertje werd schrijver zaterdag 9 oktober 1999 Richard Krajicek (Rotterdam, 6 december 1971) is de geschiedenis ingegaan als de eerste Nederlandse tennisser die een Grandslam-titel won. Op 7 juli 1996 pakte hij de Wimbledon-kroon, de mooiste titel van alle tennistoernooien, en maakte daarmee zijn ultieme droom waar. Gevangen tussen hoop, twijfel, angst en hoge verwachtingen. De loopbaan van Richard Krajicek kent zelden een rustig verloop. Zijn carrière kenmerkt zich door snelle progressie, wisselvallige resultaten en blessures. Dat de zoon van twee Tsjechi sche immigranten aanleg had, leed geen twijfel. Bij de wijze waarop er mee om werd gegaan, kunnen vraagtekens worden ge zet. Het boetseren van zijn talen ten gebeurde op een welhaast Spartaanse manier door zijn va der Petr. Op driejarige leeftijd stond hij zijn zoon al bij op de baan. Krajicek, nog geen halve meter lang, werd gedwongen uren te maken. In zijn jeugdjaren wint hij veel. De nationale titels tot en met 12 en tot en met 14 jaar haalt hij beide twee keer binnen. Krajicek is evenwel nog geen schim van de aanvallen de speler die hij later zal worden. Hij hangt op de baseline en heeft een dubbelhandige backhand. Krajicek verstaat de kunst van het verdedigen als geen ander en schroomt niet om vervelende 'maanballen' te staan als de situa tie daar om vraagt. Als hij tien jaar is, mag hij in Londen tussen wat andere talenten met de grote John McEnroe wat ballen slaan. De meester laat zich lovend uit over het kleine ventje uit Nederland, al spreekt zijn speelstijl hem begrij pelijkerwijze totaal niet aan. Band Wat al vroeg opvalt aan Krajicek is zijn uitgesproken mening en zijn vastberadenheid. Als een verslag gever van de Haagsche Courant in de zomer van 1982 informeert naar zijn doelen, antwoordt de tienjarige Krajicek doodgemoe dereerd dat hij droomt van een Wimbledon-titel. In Londen ver werft hij later inderdaad grote be kendheid, maar wel op een beden kelijke manier. In 1992 baart hij op Wimbledon opzien door drie kwart van de speelsters in het vrouwencircuit 'vette varkens' te noemen. De wereldpers valt over hem heen. Krajicek blijft er stoï cijns onder. Het maakt hem er niet populairder op, maar daar heeft hij nooit naar gestreefd. Alleen tegenover zijn vader is hij volstrekt gehoorzaam, al veran dert dat naarmate hij ouder wordt. Als zijn ouders van elkaar schei den, blijft Krajicek bij zijn moeder wonen en ontworstelt zich lang zaam maar zeker aan het juk van zij n vader. Hoewel hij nog wel con tact houdt met hem, is zijn vader niet meer zijn belangrijkste trai ner. Krajicek stapt over naar Cees Houweling, die hem laat switchen naar een enkelhandige backhand en zijn steeds langer wordende pu pil - hij groeit tenslotte naar 196,5 centimeter - aanvallender laat tennissen. De eens innige band met zijn vader verslechtert en uit eindelijk zou hij zelfs compleet breken met de man die hem de ba sis bijbracht. Krajicek doorbreekt de Neder landse manier van denken als hij besluit zijn school niet af te maken om zich fulltime met tennissen be zig te houden. Binnen twee jaar werkt hij zich uit het Satellite- en Challengercircuit en slaat hij zich richting de top 50 van de wereld. In '99 bereikt hij met de vierde plaats zijn hoogste notering ooit. In 1991 wint hij zin eerste in het totaal van 17 titels op de ATP-tour in Hongkong en het jaar erna Krajicek wint Wimbledon, 7 juli 1996. foto Reuters wordt hij de eerste Nederlander sinds Tom Okker, die het jaar af sluit met een plaats in de top 10. Een deel van zijn verdiende geld - Krajicek heeft tot nu toe bijna twintig miljoen gulden bij elkaar geslagen - stopt hij in de Richard Krajicek Foundation. De door hem zelf opgerichte stichting stelt kinderen uit achterstandswijken in Den Haag in staat kennis te ma- T Tonderd jaar sport, hon- JLlderd jaar sporthelden. Nu de twintigste eeuw ten einde loopt publiceert de PZC portretten van Nederlandse topsporters, die de laatste honderd jaar van zich hebben doen spre ken. Vandaag nummer 12: Richard Krajicek ken met het tennis. Ook draagt de stichting bij aan het opknappen van speelpleintjes in de Hofstad. Krajicek leidt bij tijd en wijle zelf de trainingen van het 'Wimble- don-op-straat-project'. Ook jonge talenten kunnen rekenen op fi nanciële steun op weg naar de we reldtop. Fysiek heeft Krajicek heel wat te verduren. Hoewel hij afgekeurd is voor militaire dienst vanwege zwakke enkels, zijn het zijn knieën en schouder die hem parten spe len. In 1992 is hij bezig aan een op merkelijke serie tijdens de Au stralian Open. Hij bereikt er de halve finale, maar is gedwongen vanwege een schouderblessure voor zijn partij tegen de toenmali ge nummer 1 Jim Courier af te zeg gen. In de eerste maanden van 1994 blijft hij aan de kant met ten dinitis in beide knieën en twee jaar later ondergaat hij een meniscus operatie. Het zijn steeds tijdelijke tegenslagen, want elke keer komt Krajicek na een blessureperiode ijzersterk terug. Hoewel geboren op gravel is het al snel duidelijk dat het gemalen baksteen niet de ondergrond is, waarop het spel van Krajicek het beste gedijt. Zijn aanvallende stijl maakt hem gevaarlijk op de snelle banen. Wel is hij een van de weini ge spelers die op alle vier de onder gronden (gravel, gras, tapijt en hardcourt) een toernooi heeft ge wonnen en dat maakt hem kans hebber op alle Grandslam-toer- nooien. Na de halve finale op de Australian Open in '92 bereikt hij in '93 op Roland Garros eveneens de laatste vier. In '97 komt hij tot de kwartfinale op de US Open, een prestatie die hij twee jaar later herhaalt. Jeugddroom Op Wimbledon, waar hij vanaf '92 jaarlijks als kanshebber woi'dt aangewezen, komt hij tot '96 gek genoeg nauwelijks tot opmerkelij ke uitslagen. Krajicek vei-foeit het gras, waai-op zijn service een groot voox-deel is, maar zijn lengte hem beperkt. Krajicek heeft weliswaar al een grastoei'nooi gewonnen (Rosmalen '94), maar vraagt zich serieus in 1996 af of hij naar Lon den moet afreizen. Hij begint uit eindelijk zonder verwachtingen aan het meest prestigieuze toer nooi ter wereld en heeft in zijn achterhoofd het idee dat hij zijn jeugddroom nooit zal waai-maken. De twee weken aan de Church Road zullen uiteindelijk zijn leven totaal veranderen. De zo onzekere Krajicek stijgt op Wimbledon tot grote hoogten. De dei-de i-onde ovexieeft hij op het nippextje tegen Brett Steven en zijn spel voor-spelt weinig goeds voor zijn wedstrijd tegen Michael Stich. Als hij de voormalig Wimbledon-kampioen in drie sets aan de kant zet, gloort er wat moois en als hij ook drie voudig titelhouder Pete Sampras in straight sets klopt, is hij ineens de grote favoriet. Krajicek leeft en tennist op dat moment in een x-oes. Zijn zwakste slag, 4^ backhand-return, wordt een van zijn grootste wapens en in de laatste twee wedstrijden van het toernooi staat hij geen set meer af. Op 7 juli - tevens zijn trouwdag in 1999 - wint hij het eens door hem gehate heilige gras, de mooi ste titel uit zijn carrière. Krajicek, die als vijfjarig jongetje Björn Borg op zijn knieën zag gaan na het winnen van Wimbledon, be sluit tot eenzelfde manier van ze gevieren nadat MaliVai Washing ton op matchpoint de bal in het net slaat. Hij schrijft geschiedenis en maakt zijn ultieme droom waar. Gertjan van Geen Frankrijk, 4 juli 1998. Nederland speelt tegen Argentinië en stand-up comedian Raoul Heertje is met zijn vriendin te gast in Frankrijk bij Villa BVD van Barend en Van Dorp. Verliest Oranje, dan moet ook Heertje naar huis. Maar Nederland wint door een wonderschoon doelpunt van Dennis Bergkamp. Het koppel Heertje mag langer blijven en beleeft samen een euforische nacht. Gevolg: vriendin zwanger. Resultaat: een dochter en het boek Een vruchtbaar gesprek. „Na de wedstrijd zei Hiddink dat Dennis altijd goed is voor een beslissend moment." Raoul Heertje (36) is initiator van de stand-up comedy in Nederland en een van de vaste ge zichten in het satirische program ma 'Dit was het nieuws' van de TROS. Alhoewel hij er in zijn boek luchtig op los filosofeert zijn het niet grappen en grollen die de bo ventoon voeren. Heertje heeft wat te melden en kiest heldere be woordingen voor zijn - soms hu moristische soms emotionele, maar altijd eigeixzinnige - kijk op de wereld. Wat de lezer zoal te wachten staat? Raoul geeft een verklaring waar om homo's hetero's zijn met een heel goed geheugen, stelt dat de oplossing voor het machtsvacuüm tussen man en vrouw bij de slager ligt, onthult de werkelijk zwakke plek van Superman en houdt lan ge betogen aan zijn ongeboren kind Knxirkie dat op zijn beurt weer converseert met omliggende organen. Een belangrijk onderwerp in het boek is - behalve de perikelen van Knurkie in het vruchtwater - Heertjes broer Patrick die acht jaar geleden overleed. Nog elke dag voelt Heertje zijn afwezig heid. ,,ïk heb hem niet bij de oren het boek in gesleept. Maar hij is al tijd in me aanwezig. Zeker bij gro te gebeurtenissen - wat een zwan gerschap is - speelt hij veel door mijn hoofd. Het was fijn om mijn gedachten over hem op papier te zetten." „In het algemeen lucht schrijven me enorm op. Het is heerlijk om te doen, heel prettig om gedachten de vrije loop te laten. Ik ben heel erg trots dat het boek er is en dat Patrick er in staat. Ik had ook het idee dat hij dat mooi had gevon den. Je probeert een manier te vin den om met zijn dood te leven, maar slijten doet het nooit. De eni ge manier om hem levend te hou den is verhalen vertellen. Dat doet Heertje in zijn boek op verschillende manieren. Zo heeft Patrick na een paar bladzijden al Raoul Heertje schreef het boek Een vruchtbaar gesprek. foto Roland de Bruin een discussie met God over de ma tige verlichting in 'de tunnel'. „Het hoeft niet alleen een treurige terugblik te zijn. Het ergste is om niet over hem te praten. Soms dur ven mensen tegen mij of mijn fa milie niet te beginnen over Pa trick. Ze zijn bang om hun eigen of onze gevoelens te kwetsen. Maar voor mijn moeder is het een groot cadeau als iemand haar een ver haal vertelt over Patrick. Hoe pijnlijk het soms ook kan zijn." Schrijven bleek voor Raoul zelf een ideale manier om eens langer uit te weiden over zijn broer en an dere zaken die hem bezig houden. „Dat is het grote verschil met stand-up comedy. Dat moet veel bondiger zijn. Maar de ondeiwer- pen verschillen amper. Bij het schrijven heb je weer geen contact met het publiek. Bij een optreden ben je er zélf bij, ook als het fout loopt. Nu kan ik niets meer doen. Ik kan niet een winkel inlopen om in elk exemplaar nog wat zinnen te corrigeren. Eigenlijk best een leuk idee. Misschien moet ik dat toch eens proberen." Toeval Iemand die zijn brood verdient met 'niet-goed-snikken', zo ty- peert Heertje zichzelf. „Bij bijna alles wat ik doe, realiseer ik me niet dat het ook werkelijk gaat ge- bexxren. Het is allemaal een krank zinnig toeval. Had Bex-gkamp niet gescoord, dan had ik nu geen kind of een ander kind uit een ander zaadje. Hiddinkzei na Nedexiand- Argentinië dat Bergkamp altijd goed is voor een beslissend mo ment. Die Argentijnse keeper was getuige van een wondei-. Bizar toch dat die man nu priester is ge worden. Dichter bij een Goddelij ke ervaring zal hij nooit meer ko men. Daar ga je over doordenken hè." Al mijmerend bedacht hij zich op een nacht dat er wel een boek viel te schrijven over de op handen zijnde baby en zijn ontstaan. „De volgende dag hing er toevallig een mevrouw van een uitgeverij aan de lijn of ik een boek wilde schrij ven. Ik heb haar later wat losse blaadjes laten lezen. De mevrouw van de uitgeverij zei: 'Het is tegen alle regels van de literatuur, maar ga vooral zo door!' Nu ben ik dus plotseling schrijver. Het kan ei genlijk niet en toch gebeurt het. ,,Ik heb mijn hoofd opengedaan en alles er uit laten open. Aan een verhaallijn heb ik geen moment gedacht. Ik had verwacht dat de uitgeverij nog flink in de tekst ging hakken, maar deze vorm was hun onbekend. Ze wisten niet hoe ze de tekst moesten redigeren." Heertje stoeit graag met woorden maar stelt tegelijkertijd vast dat het altijd een slap aftreksel blijft van de oorspronkelijke gedach ten. „Eigenlijk leg ik in het boek in heel veel wooi'den uit dat het niet om de woorden gaat. Het ultieme schrijverschap voor mij is om hon derd blanco pagina's in te leveren en dat iedereen het begrijpt. Ik be doel, een zwangere vriendin is in wezen iets onbeschrijfelijks: er leeft een binnenaards wezen in haar buik! Elke seconde is een wonder. Een zwangerschap duurt niet voor niets negen maanden. Je hebt die tijd nodig om zo'n grote gebeurtenis te verwerken. Ik heb dat gedaan door te schrijven. Het is een uitdaging om zoiets in woor den te vangen en leuk te ontdek ken wat je met woorden in werking kan zetten. Ik kan nu bij voorbeeld zes woorden tegen je zeggen waardoor jij mij op m'n kop wilt slaan en wat doe ik dan helemaal? Ik plaats wat woorden in een willekeurige volgorde. Er gebeurt eigenlijk niets." Doelgroep Het kind in wording kreeg als werktitel Knurkie. Inmiddels is Knurkie een dochter van zes maanden, Noa. „Zij was mijn doelgroep. Ik wilde dat het een boek voor haar werd, niet over haar. Niet dat ze later tegen me zegt 'je hebt me gebruikt om een boek te schrijven'. Het moest qua uiterlijk een mooi boek zijn, zodat ik haar echt iets moois kan geven als ze eenmaal kan lezen. Dat een uitgever geld wil uitgeven om het in de winkel te leggen is hun zaak," „Ik heb niet de illusie dat mensen wat aan mijn boek hebben. Het zou leuk zijn als iemand de moeite neemt om door mijn ogen naar de wereld te kijken. Misschien dat het aankomende vaders wat ge ruststelt. Het is prettig om te lezen dat andere mannen in zo'n positie ook verward zijn. De relativiteits theorie doet eveneens zijn intrede. Niet die van Einstein, maar de re lativiteit van het leven. Waar ik van ben geschrokken is de gedach te dat ik dit misschien nooit zou hebben meegemaakt. Dat lijkt me echt verschrikkelijk. Alle babycli chés zijn waar. Vroeger ergerde ik me bijvoorbeeld rot aan mensen die alleen maar over hun baby praatten. Ik doe het nu zelf ook. Erg hè?" Frank Weijand Terugblikkend op deze bijna afge sloten eeuw is er een aantal top pers dat speciale aandacht ver dient. Zo zijn er de wijn, de sexbom en de auto van de eeuw. In deze se rie wordt elke week één topper be schreven. Deze week: sopraan Maria Callas Richard Krajicek tegen Fromberg op het tennistoernooi Heinekentrophy in Rosmalen. foto Phil Nijhuis Over de zanger van de eeuw hoeven we niet veel woorden vuil te maken: Frank Sinatra. Althans in het genre lich te muziek dan. Maar wie komt er voor de titel in aanmerking in het klassieke gen re? Ernst Daniël Smid, één van Neder lands' bekendste baritons, mag het zeg gen. Aanvankelijk aarzelt Smid even tussen Enxico Caniso (1873-1921) en Maria Callas (1923-1977). „Caniso was de eer- ste megaster in de muziek, de man die als eerste de media ontdekte en als een van de eerste platen opnam. Er zijn er milj oe nen van verkocht. Daar vallen de ver koopcijfers van Marco Borsato bij in het niet." Maar Caruso lijkt Smid ook even snel weer vergeten als hij zich over Callas uit laat. Hij bedient zich van talloze super latieven om de virtuositeit van de so praan te beschrijven. „Ik denk dat 99,8 procent van mijn collega's het er mee eens is dat zij de vaandeldraagster van de opei'a is. Er is bijna geen zanger of zangeres die niet door haar beïnvloed is. Ze heeft de muziek verdiept met emoties; dat was zeer ongebruikelijk in die tijd. Tot Callas ten tonele verscheen ging het er om feilloos te zingen, om 'kijk eens wat ik kan'. Technisch was het niet pex-- fect wat ze zong, het haperde wel eens, maar dat mocht gehoord worden. Haar stem had zoveel zeggingskracht. Ze ge bruikte zichzelf en haar stem als instm- ment, kortom: ze zong opera en ze was opera. Voor mij is ze de Johan Cruijff van de muziek." De zangeres werd muzikaal bewonderd om haar stem die zowat het hele so praanrepertoire bestreek, haar wils kracht en haar inlevingsvermogen. Zelf zij ze daar over: „Een opera begint lang voordat het doek omhoog gaat en eindigt lang nadat het weer gevallen is. Het be gint in mijn verbeelding, het wordt mijn leven en het blijft een deel van mijn leven als ik het operagebouw verlaten heb." Een van haar grootste prestaties vindt Smid dat ze uit de gratie geraakte mu ziek weer uit de mottenballen haalde en nieuw leven inblies. „Bellini's 'Norma' - De sopraan Maria Callas nu niet meer weg te denken uit de opera gebouwen - werd toentertijd niet meer opgevoerd. Het zuivere belcanto kwam weer in de belangstelling door Callas en zij voegde er nieuwe dimensies aan toe: expressie. Het was niet altijd mooi, maar wel immer aangrijpend." Callas was een ster, bekend bij een groot publiek. Niet zozeer omdat zoveel men sen belangstelling hadden voor opera, maar vanwege de innemende persoon lijkheid van de Amerikaanse met Grieks bloed. Regelmatig was ze beti'okken bij relletjes wat haar voor de media tot een gewild onderwerp maakte. De kranten stonden bol met foto's van de vrouw, die zichzelf van een dikkige vrouw had ge- transformeex'd in een slanke gracieuze diva. Maar ook problemen wei-den breed uitgemeten: haar ontslag in 1958 bij de Meti-opolitan Opera, de rivaliteit met de andere diva van die tijd, Renata Tebaldi of de keer dat ze midden in een uitvoe ring van 'Norma' stopte omdat ze dacht niet goed te zingen. Eind jax-en vijftig dacht ze in de Griekse miljonair Aristo- teles Onassis de liefde van haar leven ge vonden te hebben. Ze verliet haar man voor hem, maar Onassis koos er uitein delijk voor om weduwe Jackie Kennedy te trouwen. Een grote klap voor Callas, waar ze nooit meer overheen kwam. Haar stem takelde af en ze trok meer te rug in haar appartement in Parijs. Daar stierf ze 'eenzaam en verlaten' aan een hartaanval. „Ze is een vleesgeworden Gi-iekse tragedie", besluit Smid. „De vrouw is een mythe geworden, a la Mari lyn Monroe. Als je dat bereikt - leuk of niet - dan ben je gx-oots." Frank Weij land

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31