Gedeelde passie bracht Rienks en Florijn succes 5 PZC KIND VAN DE VOLGENDE EEUW Drees serveerde een biscuitje reportage 31 zaterdag 25 september 1999 y-yfr'' Rienks (links) en Florijn behaalden goud in de dubbel twee tijdens de Olympische Spelen van Seoul in 1988. Op 28 juli 1996, de tweede zondag van de Olympische Spelen in Atlanta, maakte de Holland Acht de grote mond waar. Blakend van zelfvertrouwen en met een griezelige overmacht roeiden acht man en een stuurman naar een luid bejubelde overwinning in het koningsnummer van de roeisport. Voor twee van hen, slagroeier Nico Rienks (Zwolle 1 februari 1962) en Ronald Florijn (Leiden 21 april 1961) was het de tweede gouden olympische medaille. Rienks Florijn, een begrip dat in één adem werd uitgesproken, waren in 1988, in Seoul, al de beste in de dubbel twee. Nico Rienks was, in 1987, als skiffeur de eerste Nederland se roeier die werd gesponsord. Als eerste Nederlanderetaaide hij zijn eigen coach. En toch kwam Rienks op grote toernooien nooit verder dan finaleplaatsen om keer op keer het 'blik' te zien gaan naar minder getalenteerde roeiers uit landen waar meer geld en tijd in deze sport werd gestoken. Omdat hij zo vreselijk graag een keer wil de winnen, besloot de student be wegingswetenschappen een jaar lang alleen voor het roeien te le ven. De man die door zijn omge ving als een roei neuroot werd gezien, vond Ronald Florijn, uit gekeken op de dubbel vier, op de zelfde golflengte. De Leidenaar zette zijn studie psychologie een jaar in de wacht. Rienks en Florijn hadden tijd, een basisbeurs van 605,22 gulden en verder niets. De roeibond had wel geld, maar niet voor hen. De dub- beltwee moest nota bene bij een uitzending naar het buitenland de bond een tientje per dag betalen, als tegemoetkoming in de kosten. Amateurtopsport in de jaren tach tig. Het kostte tijd om de roeistijlen van Florijn en Rienks in elkaar te laten vloeien, maar met hulp van coach Jan Klerks ('Jan met de gou den handjes') werd een gemeen schappelijk ritme gevonden. Krachtpatser Florijn ging verfijn der roeien en de bedachtzame Rienks wisselde zijn stijl van meer halen in een hoge frequentie in voor een krachtiger slag. Zowel in als buiten de boot vulden de be dachtzame Rienks en de impulsie ve Florijn elkaar prima aan. In hun fanatisme waren ze eikaars gelijke. Rienks stemde zijn leven volledig af op de wedstrijdsport. Hij woon de in het 'saaie Buitenveldert' om dicht bij de roeibaan te zijn. Zijn studiekeuze schreef hij toe aan in teresse in het menselijk lichaam, maar ook aan ambitie. „Ik had bij voorbeeld kunstgeschiedenis kunnen gaan studeren, maar in bewegingswetenschappen kon ik door mijn sport sneller een hoog niveau bereiken." Bananen Florijn was een roeier die geen maat kende. Ooit bleef Florijn in de skiff-finale van de Keulse re gatta per ongeluk aan het start ponton liggen. Iedere andere roei er had al lang opgegeven, maar Florijn wrong zich in een dolle in haalrace nog naar een tweede plaats. Een verklaring voor zijn inzet kon hij nooit geven, evenmin als een uitleg voor zijn bizarre eet gewoonten. Hij heeft allerlei tics gehad, een noten-tic, een pud ding-tic, een chocolade-tic oï een rauwkost-tic. Op een kwade dag Honderd jaar sport, hon derd jaar sporthelden. Nu de twintigste eeuw ten einde loopt publiceert de PZCpor- tretten van Nederlandse topsporters, die de laatste honderd jaar van zich heb ben doen spreken. Vandaag nummer 14: Nico Rienks en Ronald Florijn. was Florijn ervan overtuigd dat alles wat hij nodig had in bananen zat. Hij vertelde dat zijn vader, die gelijk bij de groentenboer een kist bananen bestelde. Waarop die man hem verbaasd of vroeg of hij misschien een aap in huis had. De gedeelde passie bracht de dub bel twee op 24 september 1988 op de Han Rivier bij Seoul goud. Rienks en Florijn, niet gezegend met een flitsende start of een scherpe eindsprint, roeiden zich tussen de 500 en de 1500 meter naar een voorsprong die nooit in gevaar kwam. Op de vraag of hij ooit van goud had gedroomd, ant woordde Rienks: „Dromen kost tijd en die kun je beter gebruiken om te trainen." Een jaar na de spelen leverde het WK in het Joegoslavische Bied nog zilver op, maar weer een jaar later ging het in Australië op Lake Barrington mis, ondanks een voorbereiding die perfect leek. Rienks: „Als de andere roeiers in het trainingskamp een middag vrijaf namen, lieten wij de boot weer in het water zakken. Van de Spelen in Seoul herinnerden we ons dat het nooit genoeg kon zijn, maar de praktijk heeft anders uit gewezen." Rienks en Florijn be sloten uit elkaar te gaan. Dubbel Florijn werd naar eigen zeggen 'simpel' van het jarenlange samen roeien. Rienks had vooral onpret tige herinneringen aan de periode voor het WK in 1990. „Het werd in de ploeg steeds meer discussiëren om het discussiëren", aldus Rienks die er voor koos om met Henk-J an Zwolle verder te gaan in de dubbel twee. Een keuze die Flo rijn niet kon vatten. „Wat voor eer valt er in de dubbel twee nou ver der nog te behalen?" Toch nog veel eer, zo bleek. Rienks/Zwolle won nen het WK in 1991 en legden een jaar later in het Spaanse Banyoles beslag op Olympisch brons. De dubbel vier met Ronald Florijn, Rutger Arisz, Koos Maasdijk en Hans Kelderman, een jaar daar voor nog goed voor brons op het WK, kwam door een slechte start niet verder dan de vijfde plaats. Na de spelen in Barcelona werd een oud idee uit de kast gehaald. Een Holland Acht, een idee dat in 1990 was ontstaan op de Goodwill Games in Seattle. Organisator Ted Turner, oprichter/eigenaar van CNN, éiste van de deelnemers aan het roeitoernooi dat zij ook plaats namen in een acht. Die verplich ting rustte ook op de Nederlandse ploeg, die er eigenlijk wel de lol van in zagen. Bondscoach René Mijnders was de enige die de klus serieus leek op te vatten en stelde een evenwichtig team samen. De gelegenheids-Holland Acht eindigde op een verdienstelijke vijfde plaats. Het brons was slechts tweeënhalve seconde ver wijderd van de Holland Acht- roeiers, die twee dingen onthiel den: de top is helemaal niet zo ver weg, maar voor echt succes moest nog een hoop werk verricht wor den. De equipe besloot op dat mo ment om na de Olympische Spelen van Barcelona zich op de 'Acht' te gaan richten. Niveau Het 'Lemniscaat-project' van de Holland Acht ging op 1 september 1992, twee weken na Barcelona, van start. Het eerste hoopgevende resultaat was de overwinning in de Rotsee-regatta in Luzern (1993 In de maanden erna ging het weliswaar met horten en stoten - op het WK9 3 eindigd ede Acht op een teleurstellende vijfde plaats - maar allengs groeide het team, dat op de WK '94 en '95 zilver haalde, in een aan het volleybal verwant Bankras-model; een vrienden groep met slechts één doel voor ogen: goud in Atlanta. Een week voor de volleyballers slaagde het vier jaren plan van de Holland Acht. Henk-Jan Zwolle, Diederik Simon, Michiel Bart- man, Koos Maasdijk, Niels van der Zwan, Niels van Steenis, Ro nald Florijn en Nico Rienks samen met stuurman Jeroen Duyster hadden niet eens een eindsprint nodig om de tot en met 1995 onver slaanbare Duitsers voor te blijven. Nico Rienks x-oeit drie jaar later nog steeds op niveau. De dix-ec- teur/eigenaar van een Arbo- dienst in Houten is met Niels van der Zwan de enige van de gouden acht die deel uitmaken van de Hol land Acht H. Op dit moment twij felt Rienks of hij door moet gaan tot de Olympische Spelen van Sydney in 2000. Het matige i-esul- taat op het WK '99 in Canada (ne gen seconden achter de Verenigde Staten) is naar zijn mening in een jaar niet te overbruggen. Ronald Florijn, die werkt als headhunter, is recreatieroeier geworden. Des ondanks zijn de scores op de ergo meter volgens eigen zeggen nog net zo goed als toen hij twintig was. Hij is er dan ook van over tuigd dat een podiumplaats in Au stralië voor een Nederlandse Acht er absoluut in zit. Het ontbreken van voldoende financiële compen satie heeft Florijn tot nu toe uit de Holland Acht II gehouden. Gerard Baas Het eerste kind van Marianne Koopman en Barida Zadeh Es- maïl uit Goes heeft een naam gekx-e- gen, die past bij de culturen van haar ouders: Delara Anna. De naam De lara komt uit Iran, het land van haar vader. Anna is de naam van de oma van moeder Marianne. „Haar vader wil de heel graag een naam uitzijn land. Daar hebben alle namen een beteke nis. Hij heeft mij uren lang uit een boek meisjesnamen voorgelezen. Het ging mij om de klank. Delara vonden we allebei mooi. Het bete kent: brengster van blijdschap, ge luk en rust." foto Ruden Riemens Haar vader en moeder hebben voor de volgende eeuw een mooie yens voor haar. „Wij hopen dat de wereld haar een plekje laat waar zij geluk kig kan zijn." Vader Bardia ervaart dat het niet altijd even gemakkelijk is om als buitenlander in ons land te wonen en werken. „Vandaar dat wij hopen dat Delara - die een donker uiterlijk heeft - wordt geaccepteerd om wie ze is." Op zoek naar een kandidaat voor de eretitel 'Nederlands politicus van de twintigste eeuw' komt men onver mijdelijk uit bij Willem Drees (1886- 1988). Voor vele ouderen is de naam van Drees nog steeds onlosmakelijk verbonden met de AOW ('Wij trekken van Dx-ees'). Eigenlijk klopt dat niet. Drees had wel een noodvoorziening voor ouderen met algemene stemmen door de Tweede Ka mer gekregen, maar de AOW zelf staat op naam van minister Suurhof. Als Drees symbool mag staan voor de Ne derlandse politiek in de twintigste eeuw- is dat om twee andex-e redenen: de veel heid van functies die Drees in een onge kend lang politiek leven heeft bekleed, en de manier waarop hij dat heeft ge daan. Ergernis De politieke loopbaan van Drees be strijkt het grootste deel van deze eeuw. Het begon al in 1904 toen hij lid van de SDAP werd. Op 85-jarige leeftijd deed hij nog van zich spreken door in 1971 zijn lidmaatschap van de PvdA op te zeggen uit ergernis over de Nieuw- Linkse koex-s van die partij en uit sym pathie met DS70, een afsplitsing van de PvdA waarin zijn zoon een leidende rol speelde. In de tussentijd was Drees lid of voorzitter van allerlei besturen en com missies binnen zijn partij, raadslid in zijn woonplaats Den Haag (1913-1941), wethouder in de residentie (1919-1933), lid van Provinciale Staten van Zuid Holland (1919-1941), en lid van de Tweede Kamer vanaf 1933. In 1939 werd hij voorzitter van de Tweede Ka- merfractie van de SDAP. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij voortdurend bezig om, onder schuilna men zoals 'Dreyfus', de krachten in het verzet te bundelen in het Politiek Con vent, en in het College van Vertrouwens mannen. In 1945 wei'd hij minister van Sociale Zaken en in 1948 minister-px-e- sident. Populariteit De wijze waarop Dx-ees inhoud gaf aan de ambten die hij vervulde was belang rijk voor de beeldvorming. Volgens een NIPO-enquete uit 1949 was 70 procent van de bevolking tevx-eden over Ixet pre- Terugblikkend op deze bijna afge sloten eeuw is er een aantal top pers dat speciale aandacht ver dient. In deze serie wordt elke week één topper beschreven. Deze week: Willem Drees, de politicus van de eeuw. De 'vader des vaderlands': Willem Drees. mierschap van Drees. Dit ongekend ho ge pex'centage geeft aan dat Drees ook buiten zijn partij grote populariteit ge noot. Nederland is een land van politie ke minderheden en Dx-ees besefte dat als geen ander. Hij was geen scherpslijper, en zocht voortdurend het compromis. Daardoor werd hij er in zijn eigen pax-tij wel eens van verdacht niet warm te lo pen voor maatschappelijke veranderin gen. Om die reden aarzelde koningin Wilhelmina aanvankelijk om Drees tot minister te benoemen. 'Is hij wel ver nieuwd?', vroeg zij zich af. 'Majesteit, 1951 1952 Drees was al vernieuwd'kwam het ant woord. Drees had wel degelijk radicale denk beelden, zoals over de grondpolitiek, of over de afschaffing van de Eerste Ka mer, maar hij was bereid heel veel in te slikken en te blijven meeregeren zolang er maar iets van vooruitgang werd ge boekt. Soberheid Een tweede aspect van de politieke stijl van Drees was zijn soberheid, zowel in de overheidsfinanciën als in zijn per soonlijk leven. Als andere ministers voor de lunch naar een Haags restaurant togen, ging Drees thuis bij zijn vrouw eten. En als er een nieuwe bureaulamp nodig was voor zijn werkkamer, kwam hij trots uit de stad met een exemplaar dat veel goedkoper was dan wat het Rijksinkoopbureau wilde aanschaffen. Die stijl heeft Nederland geen windeie ren gelegd. Enkele jaren na de oorlog kwam een Amerikaanse delegatie naar Exmopa om te bezien hoeveel Marshall- plan-hulp elk land nodig had. Drees ontving hen thuis, een eenvoudige tus senwoning aan de Haagse Beeklaan. Zij werden, zo gaat het verhaal, niet door een butler, maar door mevrouw Drees binnengelaten in de woonkamer, waar de minister-president zich warmde bij een elektxisch kacheltje waar-van één spiraal uit was. Mevrouw Drees serveer- de een kopje thee mef een max-ia-bis- cuitje. De Amerikaanse delegatie was diep onder de indruk: in een land waar de minister president zo leefde, zouden hun dollars zeker goed besteed worden. Nederland verwierf zo x-elatief veel Marshallplan-steun. Drees kwam met zijn gematigdheid en soberheid het dichtst bij het ideaalbeeld dat wij Ne derlanders van onze politieke leiders koesteren. Zoals Wirn Kan ooit over hem zong: 'Je was geen leeuw, maar als ik je memoires lees Dan had j e toch iets van een je maintien- chees'. Rudy B. Andeweg (Prof dr R.B. Andeweg is hoogleraar Politie ke Wetenschap aan de Universiteit Leiden). 1962 1963 1980 1990 1991 1995 1996 1997 1998 2000

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31