Twijfelen aan het geloof mag Lokroep van rijke Westen blijft bestaan Oecumene in Taizé reportage zaterdag 18 september 1999 33 De trieste geschiedenis van Marokko Een oude kerk dient als gastenverblijf waar De houten klokkentoren met daarvoor het De in 1962 gebouwde Kerk van de Verzoening. foto's Joost Bosman in stapelbedden wordt geslapen. plein waar gegeten wordt. Ergens op het terrein hoor je vrome lie deren ontstijgen, even verderop zingt een groepje jongeren net zo hard 'Hotel California' van de Eagles. Het kenmerkt de open atmosfeer van de communiteit, die door sommigen wel wordt aangeduid als 'het wonder van Taizé'. Als je tegen de heuvel oprijdt en met de lange, steile bocht meedraait in het schijnbaar uitgestorven dorpje, weet je niet wat je overkomt. Op het landwegge tjelopen ineens tientallen jongeren, en op het terrein van de communiteit nog eens vele honderden. Overal staan groepjes pratende, zingende en lachende mensen uit alle mogelijke landen. Jongens voet ballen op de stoffige parkeerplaats, ter wijl aan de kant van de weg mensen de voot in een bijbeltje zitten te lezen. Het is de drukste periode van het jaar voor Tai zé, waarin het bezoekersaantal oploopt tot circa 6000. De toen 25-jarige Roger Schutz -nog im mer de leider van de gemeenschap - sticht te de communiteit van Taizé in 1940. Hij had een mannenorde voor ogen, die elke dag opnieuw gestalte probeert te geven aan het begrip verzoening. Europa werd verscheurd door de Tweede Wereldoorlog, maar temidden van alle ellende wilde Schutz zijn gedachtengoed uitdragen. In zijn huis in Taizé ving hij hoofdzakelijk joodse vluchtelingen op, die hij over de grens met het neutrale Zwitserland zette. Na de oorlog, in 1949, sluiten de eerste geestverwanten zich bij broeder Roger aan. Ze verbinden zich tot het celibaat, het gemeenschapsleven en de grote een voud die de communiteit kenmerken. De gemeenschap van Taizé groeit in de loop der jaren geleidelijk. Hoewel de commu niteit aanvankelijk protestants is, treden langzamerhand ook rooms-katholieke broeders in. Inmiddels is de mannenorde gegroeid tot 106 broeders uit 27 verschil lende landen overal ter wereld. Kerkgebouw Rondom de in 1962 verrezen 'Kerk van de Verzoening', een sober gebouw van hout en metaal, liggen de gastverblijven. Een voudige barakken voorzien van stapel bedden om de toestroom van jongeren te herbergen. Aan de overkant van de weg is een tentenkamp ingericht. Middenop het stoffige terrein staan naast de houten klokketoren priëlen, waaronder de gasten hun eenvoudige maaltijden krijgen in plastic bakjes en bekertjes. „Dit is voor mij juist het aantrekkelijke van Taizé, de ruige lifestyle, zonder enig comfort", glundert Marco (19) uit Italië. Hij is niet religieus, maar hij toog naar Frankrijk voor de ontmoeting met mensen uit ande re landen. „Taizé geeft je een 'open mind', weet je. Daarnaast vind ik de meditatie hier belangrijk. Niet zozeer voor God, maar voor mezelf." Met 'meditatie' doelt Marco op de gebedsdiensten, die centraal staan in Taizé en die drie keer per dag in het kerkgebouw plaatsvinden. Kenmer kend zijn de liederen. Ze bestaan uit een eenvoudige zin, die lange tijd achter el kaar wordt gereciteerd onder begeleiding van zachte gitaarklanken. In verschillen de talen brengen ze een (bijbelse) gedach te tot uitdrukking. Lange preken worden er niet afgestoken. Slechts een stilte van zeven minuten, waarin de aanwezigen bidden en mediteren, onderbreekt het ge zang. „Het is de eenvoud van het leven hier en het zingen, waardoor je tot rust komt", zegt Jeroen (22) uit Utrecht. „Iede re dag is hetzelfde, je hebt daardoor een vaste structuur." Samen met Martijn (22), Jochem (24), Peterianne (18) en Germent (22) verblijft hij een week in de gemeen schap. Geen van allen is echt religieus opgevoed of nog praktizerend lid van een kerkge nootschap. „Maar hier begrijp ik beter wat, mensen tot geloven inspireert", ver klaart Jochem. Toch is Taizé niet een soort heilige plaats voor hem. „Het lawaai 's avonds in het tentenkamp staat in schril contrast met de gebedsdiensten. Jongeren zijn nu eenmaal jongeren, en dat zet je weer met beide voeten op de grond." Oostblok Opvallend is het grote aantal jongeren uit Oost-Europa, waar velen na het wegval len van het communisme in een spiritueel vacuüm zijn terecht gekomen. Ten tijde van de Koude Oorlog onderhield de ge meenschap van Taizé al stille contacten met gelovigen in het Oostblok. Hun toe stroom groeide gestaag en explodeerde toen in 1989 het IJzeren Gordijn naar be neden kwam. Daarom werd het kerkge bouw begin jaren negentig uitgebreid, en sieren sindsdien de karakteristiek oos ters-orthodoxe, ui-vormige koepeltjes het dak ervan. De liturgie is eveneens aangepast, en vrij wel alle Slavische talen zijn inmiddels op genomen. Zo weerklinkt nu naast het On ze Vader ook het Otsje nasj. Opmerkelijk is tevens de positieve houding van de or thodoxe kerk ten opzichte van Taizé. Want met name de Russisch-orthodoxe kerk staat bepaald vijandig tegenover al les wat niet orthodox is. Broeder Emile, belast met de perscontacten, heeft wel een verklaring voor de welwillendheid van de Russisch-orthodoxen. „Taizé is geen reli gieuze beweging. Daarnaast hebben we in Rusland, in tegenstelling tot veel andere christelijke organisaties, het patriar chaat betrokken bij de verspreiding van het Nieuwe Testament. Dat heeft ons veel goodwill opgeleverd." De toegenomen contacten met Oost-Eu ropa leidden onder meer tot de uitnodi ging van het orthodoxe kathedraalkoor Sint Georgi uit het Servische Novi Sad, nog maar enkele weken geleden zwaar ge troffen door de NAVO-bombardementen. Dirigent Bogdan Dakovitsj ziet het con trast tussen het geweld in zijn land en de vredige omgeving van Taizé. Maar zijn koor was uitgenodigd en blij te kunnen komen. „Zelfs toen de bommen vielen, bleven we zingen. Zingen heeft een helen de werking, ook hier in Taizé", verklaart de jonge dirigent. Hij verhaalt over de moeilijke momenten die het koor door maakte: „Tijdens de pinksterdienst zaten we met toegeknepen ogen, hand in hand in de kerk, zingend Góspodi pomiloej (Heer, heb erbarmen, jb)." Maar ook in de benauwdste ogenblikken was Taizé let terlijk dichtbij: een van de broeders ver bleef in Novi Sad ten tijde van het lucht- geweld, en deelde het leed van Dakovitsj en zijn koorleden. „Het is Gods werk dat we met Taizé zo kunnen samenwerken", zegt Dakovitsj overtuigd. Hij vertelt over de kleine wondertjes die hij in de commu niteit ziet gebeuren. „Sinds de oorlog in het voormalige Joegoslavië is de relatie tussen Servische en Kroatische jongeren behoorlijk verziekt. Maar gisteravond, in het tentenkamp, zongen we met elkaar Slavische liederen." Twijfel Broeder Sebastiaan besloot achttien jaar geleden zijn studie medicijnen in Leiden op te geven, om zich als broeder bij de ge meenschap van Taizé aan te sluiten.,Hier vond ik een praktische invulling van mijn geloof. Ook als arts had dat gekund, maar dat beroep heeft iets dubbels. Je kunt er ook een heleboel geld mee verdienen.Hij spreekt veel Nederlandse jongeren die in Taizé verblijven. Een eenduidige verkla ring voor hun komst naar de communi teit, heeft broeder Sebastiaan niet. „Bij de een is het een verlangen, bij de ander de ontmoeting met anderen, terwijl een der de komt om zijn geloof te ervaren en te le ren bidden. We zien veel twijfelende jon geren, die antwoorden willen horen. Maar ook juist zeer kerkelijke jongeren, die meer vanuit hun hart willen leren gelo ven." Sebastiaan schrijft de aantrek kingskracht van de communiteit van Taizé toe aan het feit dat niemand tot iets wordt gedwongen. „Natuurlijk, van de genen die zich inschrijven, wordt wel verwacht dat ze meedoen aan het dagpro gramma en drie maal daags de gebeds dienst bezoeken. Maar er is ruimte voor twijfel. Taizé nodigt jongeren uit tot het geloof, zonder het op te willen leggen. Je valt er hier niet meteen buiten als je voor je twijfels uitkomt." Maar kan iedereen in Taizé dan zomaar wat of niets geloven? Of is de communiteit misschien juist de volmaakte oecumene? Broeder Emile: „Dat laatste mogen we niet van onszelf zeggen. De broeders die hier komen, hebben slechts de wens om daarnaar te streven. Taizé zal een christe lijke communiteit blijven, waar mensen met een andere religie van harte zijn uit genodigd. Jongeren die hier komen, ken nen de regels van respect voor elkaar en houden zich daaraan." En zelfs aan hen die dat niet begrijpen, is de communiteit behulpzaam. „Wanneer jongeren denken dat het hier een vakantiekamp is, geven we ze altijd een adres waar ze beter te recht kunnen", glimlacht broeder Emile. Joost Bosman De paus, aartsbisschoppen van Canterbury, oosters-orthodoxe metropolieten en lutherse bisschoppen uit Zweden vereerden de plaats reeds met een bezoek. Maar bovenal trekken tienduizenden jongeren jaarlijks naar het Franse Taizé, een piepklein dorpje in het glooiende landschap van Bourgondië. Daar vinden ze de oecumenische broedergemeenschap die de Zwitser Roger Schutz bijna 50 jaar geleden stichtte. In Taizé praten protestanten met rooms-katholieken, christenen met moslims en Kroaten (weer) met Serviërs. Onbekend maakt onbemind. Dat geldt voor veel zaken, maar ook voor groepen buitenlanders die in ons land wonen. Het gaat vreemd genoeg ook op voor een groep die al decennialang in Ne derland woont: de Marokkanen. Dat Marokko meer is dan achtergeble ven berggebieden, hashteelt en de Mar- rakech-expres van Crosby, Stills, Nash and Young, blijkt uit 'De geschiedenis van Marokko'. Het overzichtswerk ver telt over het ontstaan van het moderne Marokko vanaf de vroege oudheid tot aan de diaspora van van vandaag de dag. De charme van het boek is dat het zich niet beperkt tot een opsomming van fei ten. Het gaat in op de oorsprong van de islam, de verovering van Noord-Afrika door de Arabieren en de maatschappelij ke ontwikkeling in Marokko. Ook de he dendaagse samenleving, de godsdienst beleving en de economische en sociale problemen worden uiteengezet. Marokko kent een zeer rijke geschiede nis, waarvan prachtige bouwwerken in de oude binnensteden de stille getuigen zijn. Eens was het een belangrijke pro vincie van het Romeinse Rijk. Maar na de ineenstorting van dat wereldrijk viel het land zo'n tweehonderd jaar ten prooi aan de Visigothen. Die moesten op hun beurt weer plaatsmaken voor de Arabieren, die na de dood van Mohammed hun legers alle kanten op stuurden. De Arabieren stopten niet in Marokko: ook het christe lijke Spanje viel. Uiteindelijk hielden de Franken de moren tegen. Tradities De verovering van Noord-Afrika bete kende niet dat de Marokkaanse maat schappij nu in één klap Arabisch snit werd. De bovenlaag Arabiseerde snel, Marokkaanse jongeren in Slotervaart met op de achter- In de gevangenis Saharawi in de woestijn wordt gebeden. De omstandigheden in de Marokkaanse gevangenissen grond de moskee. De jongeren zitten vaak knel tussen zijn soms erbarmelijk. foto Desmond Boylan twee culturen. foto GPD de lokroep van het rijke Westen blijft on danks de gesloten grenzen onvermin derd bestaan. Werk is in Marokko een schaars goed, zelfs voor universitair ge schoolde jongeren. Het is dan ook geen wonder dat veel Marokkaanse aan de Europese poort rammelen. Het boek vertelt deze geschiedenis op een zeer toegankelijke wijze. Daarnaast worden deelonderwerpen - zoals het ont staan en de ontwikkeling van de islam, korte biografieën - in aparte kaders uit gediept. Met de vele illustraties, waar aan de Leidse universiteit, de Europese Unie en de onderwijsdepartementen in Nederland en België hebben meege werkt, is het een prachtig boek geworden dat het onbekende wat bekender maakt. Gijs Korevaar Herman Obdeijn, Paolo de Mas Philip Her mans: Geschiedenis van Marokko - Uitgever: Bulaaq/Van Halewyck, f 39,90. kaapvaart waarmee het Noord-Afri kaanse land een tijd lang een goudmijn in handen had. Verval Vanaf de 18de eeuw zette het verval in, maar vooral in de 19de eeuw ging het snel. De opkomst van de grootschalige handel over zee maakte- de karavanen door de sahara - eeuwenlang de ruggen graat van de Marokkaanse economie - overbodig. En toen wreekte zich de slechte infrastructuur. Al die honderden jaren was er geen weg aangelegd, en al het vervoer ging met pakdierenDe Indu striële Revolutie in West-Europa bete kende de doodklap voor de Marokkaanse •economie - een dreun die het land nog steeds niet te boven is gekomen. Maar Marokko kon nog dieper vallen. De Europese drang naar kolonieën ging niet aan het land voorbij; Fi-ansen en Span jaarden deelden het op. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd Marokko, dat hon derden jaren onafhankelijk was geweest en dat zich ooit uitstrekte tot bezuiden de Sahara en Spanje, Algerije en Tunesië tot zijn gebied rekende, weer een vrij land. De geschiedenis van de onafhaiïkelijke staat is geen vrolijke. Schrijnende ar moede voor velen tegenover ongelooflij ke rijkdom voor enkelen, werkloosheid, onderdrukking. Het is dan ook niet gek dat de diaspora onverminderd doorgaat. In de jaren '60 openden de West-Europe- se landen wervingskantoren in Marokko om gastarbeiders te ronselen. Die kantoren zijn allang gesloten, maar In Marokko heerst nog steeds veel ar moede. Een hongerig meisje in het dorpje Immimdra wacht op eten dat een hulpor ganisatie komt brengen. foto Ray Simoen maar het gewone volk hield eeuwenlang de eigen tradities en taal vast. Dat geldt vooral voor de berbers, de bewoners van het ontoegankelijke Atlasgebergte. Het langzaam uiteenvallen van het Ara bische rijk betekende dat aparte vor stendommen ontstonden. En vanwege de nabijheid waren het vooral de Marok kaanse vorsten die zich met de bezetting van Spanje bezighielden. De stormloop van de Aa-abische troepen werd lang zaam tenietgedaan door christelijke troepen. De 'reconquista' duurde tot laat in de Middeleeuwen. De verdreven mo ren vonden een plekje in Marokko. Daarmee was het vorstendom terugge- worpen op het Afrikaanse continent. Langzaam maar zeker drongen de Euro peanen de Marokkanen verder in het de fensief. De Spanjaarden wisten kleine hapjes van de kust te veroveren en de En gelsen en Hollanders dwongen voordeli ge handelsvoorwaarden af. Het enige verweer van de Marokkanen was de

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 33