Samenspel tussen oud en nieuw 'Flienk deursurfe' voor inspiratie Mb PZC buitengebied 28 woensdag 15 september 1999 door Rolf Bosboom Valt er voor een architect veel eer te behalen aan het ontwerp van een nieuw onderkomen voor de gemeentelijke afdeling stadsbeheer? Taco Tuinhof van het bureau Rothuizen van Doorn 't Hooft proeft de vraag. „Eerst krab je wel even achter je oren", zegt hijeerlijk, over het verzoek van de gemeente Goes. „De opdracht was uiterst functioneel: zoveel auto's moesten worden gestald, zoveel kantoren moesten er komen, enzovoort. Uiteindelijk merk je dat er toch een behoorlijke uitdaging in zit." De gemeente Goes opent vandaag, woensdag, officieel het nieuwe onderkomen aan de Troelstralaan en het opgeknapte terrein aan het Geldeloozepad. De afdeling stadsbeheer omvat drie onderdelen: de bureaus groen- en wijkbeheer, wegen- en rioolbeheer en reiniging- en marktbeheer - in totaal 77 mannen en drie vrouwen aan wie de zorg voor de stad en omgeving is toevertrouwd. Zij hebben nogal wat materieel tot hun beschikking dat gestald en opgeslagen moet worden, ze willen na het lang niet altijd even schone werk even douchen en stellen het op prijs om in een aangename omgeving te schaften. En dan zijn er nog kantoren nodig voor de mensen die binnen werken. Een lastige klus om al die zaken op elkaar af te stemmen, merkte Tuinhof. Het terrein is ook allesbehalve eenvoudig, met de kavel van de televisietoren die een flinke hap uit het gebied neemt. Bovendien werd besloten een deel van de kassen, een loods en het al bestaande kantorengedeelte uit de jaren zeventig te handhaven, zodat oud en nieuw met elkaar in harmonie moesten worden gebracht. Het werd een puzzel waar Tuinhof aanvankelijk nauwelijks uit kwam en die pas in zijn nu frisse, moderne kantoren geworden." Uiteraard is er gedacht aan duurzaam bouwen, met onder meer de plaatsing van zonnecollectoren en de aanleg van een grijs-watercircuit. Materieel De oude loods tegenover de kantoren valt nauwelijks op naast de twee nieuwe loodsen die er gebouwd zijn, omdat ze nagenoeg dezelfde constructie hebben. Pas binnen merk je het verschil. De loodsen zijn bedoeld voor bewaren van het materieel. De grote wagens staan in de remise aan de andere kant van het terrein, met een apart deel voor de voertuigen die water bevatten en dus kwetsbaar zijn voor vorst. De remise zelf is een enorme loods. Ook hier zijn weer, tussen de bekleding van aluminium, de gelamineerde liggers te zien - hét thema van de nieuwbouw - die als scharnieren in elkaar grijpen. Bovenin zorgen enorme houten lamellen voor de ventilatie. Tuinhof verwacht dat de afstand tot de woningen groot genoeg is om te voorkomen dat de bewoners hinder ondervinden van de warmdraaiende wagens. „Maar dat zal de praktijk moeten uitwijzen." In totaal betekende de nieuw- en verbouw van stadsbeheer, uitgevoerd door aannemer Christiaansen BV uit Vlissingen, een investering van 6,6 miljoen gulden. Terwijl de laatste zaken worden afgewerkt, kijkt Tuinhof tevreden naar het resultaat. „Het is eigenlijk nog mooier geworden dan ik had gedacht. Ik heb wel eens getwij feld aan de harmonie tussen het bestaande en het nieuwe deel, want dat is zo anders van opzet en ontwerp. Het is eigenlijk een wat vreemd gebouw, maar ik denk dat het toch een heel leuk samenspel is geworden." De afdeling stadsbeheer houdt zaterdag 18 september open dag van 9.30 tot 15.30 uur. elkaar viel toen hij het idee kreeg de remise voor het rollend materieel te verplaatsen richting de huizen aan de Troelstralaan. „Dat was de sleutel tot de oplossing." Punt en plat De bestaande kantoren hebben puntdakjes. Het nieuwe deel is voorzien van een plat dak met een overstek, dat zonwering meteen overbodig maakt. Hoewel beide delen volstrekt anders van bouw zijn, valt de overgang nauwelijks op. „Dat komt doordat de nieuwbouw als het ware om het oude heen grijpt", zegt Tuinhof. ARCHITECTUUR 3 -~~~1 „Bovendien heb ik gestreefd naar een eenheid in materiaalkeuze, zoals de steensoort en vooral het hout. Dat is western red-ceder, een houtsoort die vergrijst en die je onbehandeld kunt laten. Wandelend door het gebouw valt de bezoeker op dat de constructie ervan op alle fronten zichtbaar is gelaten. De stalen poten met gelamineerde liggers zijn overal te zien. In de gang die het nieuwe met het oude deel verbindt hangt open en bloot een brede kabelgoot, die niet alleen een eenheid in het complex brengt maar dankzij de lampjes die eraan zijn bevestigd ook nog decoratief is. Het aangebouwde deel is een rechthoek, waar de ingang uitgesneden is. Het berkenplafond van de bovenverdieping, inclusief de lampen, loopt gewoon door naar buiten. Naast de ingang is, om de Oud en nieuw in het onderkomen van de Goese afdeling Stadsbeheer in de Goese Polder bij de tv-toren. De oude kantoren heben puntdakjes, het nieuwe kantoor heeft een plat dak met overstek. foto's Dirk-Jan Gjeltema overgang naar het bestaande gebouw te markeren, een ovalen ruimte gecreëerd. Het ei, zoals het onderdeel al wordt genoemd, is van (imitatie)zink en biedt op de benedenverdieping plaats aan de receptie. Een etage hoger is de 'uitgiftebalie' van de kantine gevestigd, waar enkele eigenaardig geplaatste raampjes voor de lichtinval zorgen. „Ik heb het bewust een wat rommelig en speels karakter meegegeven", zegt Tuinhof. Het contrast tussen beneden en boven is groot. Op de begane grond zijn in het nieuwe deel de 'functionele ruimtes' ondergebracht, zoals toiletten, douches en een droogruimte voor de kleren, met allemaal gesloten muren. Boven, waar de kantine is, valt meteen de enorme raampartij op, die een weids uitzicht op de Goese Polder biedt. De kantoren in het bestaande deel zijn nauwelijks nog te herkennen. De typische jaren- zeventiginrichting heeft plaatsgemaakt voor lichte kleuren. Matglas in de gang zorgt voor extra licht. Tuinhof: „Het door Marco Evenhuis De Zeeuwse dialecten kunnen zich in een nog steeds toenemende belangstelling verheugen, als we afgaan op zaken als verkoopcijfers van Zeeuwstalige uitgaven. Dat onze provincie echter nog steeds wat achterloopt wanneer we de situatie hier vergelijken met die in bijvoorbeeld het noordoosten van het land en Limburg, blijkt uit tal van voorbeelden. Het Zeeuws is nog niet erkend, de Zeeuwse streektaalliteratuur is nog erg onvolwassen, Zeeuwse popmuziek is er niet of nauwelijks, de instanties die zich voor de streektaal inzetten laten vooral door onderling gekrakeel van zich horen en ga zo maar door. De meeste van die zaken komen voort uit het verleden; Zeeland heeft nooit een sterke traditie op het gebied van bijvoorbeeld schrijven in de streektaal en streektaalmuziek gehad. Er is echter een facet van de streektaalbevordering waarin Zeeland geen achterstand op andere provincies zou hoeven oplopen, omdat iedereen vanuit dezelfde uitgangspositie kan starten. Bij het gebruik van het internet weegt het weinig imposante Zeeuwse streektaalverleden eindelijk eens niet als een blok aan het been. Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien uwilt reage ren, of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrij ven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissin gen, fax 0118-470102, onder vermelding van streektaal. Ondertussen heeft bijna elke Nederlandse streektaal wel een stekje op internet gevonden. Ons eigen Zeeuws heeft de Zeeuwse Taelsite. Die wordt echter bijgehouden door één organisatie, Stichting Zuudwest 7, en is daardoor wat eentonig van opzet. Naast een algemeen gedeelte over het Zeeuws, een lijstje 'streektaallinks' en nuttige adressen, vind je er vooral informatie over het tijdschrift dat de stichting uitgeeft en de spelling die de organisatie heeft opgesteld. Naast de Zeeuwse Taelsite is er maar weinig in of over het Zeeuws te vinden. Er is een lijstje Clingse woorden en uitdrukkingen, er is de homepage van n8chtwerk (voorheen Surrender) en sommige sites begroeten de bezoeker in het Zeeuws. Onze Brabantse buren hebben meer keuze, maar het valt op dat de Brabanders vrijwel uitsluitend in hun eigen, lokale dialect geïnteresseerd zijn. Internetpagina's over het Maas en Waals dialect, een on-line leerboek van het 'onvervalst Bredaos', een pagina over het dialect van Deurne, een dictee in het 'Leends' en het 'Groot Gemerts Woordenboek voor Technici spreken wat dat betreft voor zich. Ten noorden van Zeeland biedt Zuid-Holland opmerkelijk veel interessante sites. Lijsten met plat-Amsterdamse woorden, een programma dat ABN naar plat Haags vertaalt, een Katwijks woordenboek en eigen pagina's voor het Schiedams, Rotterdams en Westlands. Opmerkelijk is de aandacht voor het Haags. Dat dialect is door toedoen van typetjes als Haagse Harry, de niet aflatende populariteit van Koot Bie en bijvoorbeeld de opmerkelijke artiest Sjaak Bral. Liefhebbers van het Haags kunnen op Bral's homepage alles lezen over 't Haegs Dictei en 'Ut Groen-geile boekie', de Haagse variant op het groene boekje. Volgens Bral is het 'ut belangrèkste boek sinds de bèbal' en het staat vol met wetenswaardigheden als 'De Haag is 750jaah ahd. En dat kejje riiike auk. Maah dat tèahzède'. Een andere belangrijke internetpagina over het Haags heet gewoon 'Haags' en biedt onder meer info over het Haags Dictei, over de spelling van het 5, uitdrukkingen en typische Credo - Mien bestoan Ik vroag de wind mor dij verstaart mie nait, Ik vroag de zee dij zingt heur aigen laid, Geef mie de nacht din heb ik on derdak, Doarom, doarom zing ik. Ik zai de vogels tegen d'oavend- lucht, Ik denk mien leven in 'n vogel vlucht, Geef mie de nacht din heb ik on derdak, Doarom, doarom zing ik. Ik wait, der is 'n tied van komen, En ook 'n tied van goan, En alles wat doar tussen ligt, Ja, dat is mien bestoan. Veur d'ain duurt 't leven veul te kört, Veur d'aander veul te laang, d'Ain is blied dat 't zover is, En d'aander dij is baang. Ik mis dij nait mer bie mie bin nen, 't Wordt kolder om mie tou, En in mien menselekhaid vroag ik mie of, Woarom zo jong, zo gaauw? Sums vuil ik mie gelukkig, Din hang 'k aan mien bestoan, Din zing ik mit de vogels met, Din proat ik tegen de moan. Din binnen we mit zien baaiden, 'k Zet alle klokken stil, En ik verneuk miezulf din weer Want 'k wait dat dat nait wil. 't Geluk liekt sums zo hail dicht bie, Din main ik dat 't ter is, En in mien aigenwiezeghaid, Din griep ik altied nus, mis, mis... Ede Staal (1941-1986; van de cd 'Mien toentje') woorden en over de strip Haagse Harry 'Auk u ken binne ein uah Haags lere! Les ein: Kaup nah "Kap nah!!" van Haagse Harry. Les twei: Kaup nah auk "Niet te wernagü" auk van Haagse Harry). Spaigelploatjes De Nedersaksische dialectsprekers hebben de meeste en de meest volledige internetsites tot hun beschikking. Dat spreekt voor zich wanneer je bedenkt dat het Nedersaksisch met bijna twee miljoen sprekers in Nederland en bijna twintig miljoen wereldwijd een hele grote streektaal is. In Groningen heeft Ede Staal zijn eigen internetpagina. De in 1986 overleden singer-songwriter, die zijn muziek bracht in zowel het Gronings als het Oost-Fries, blijkt nog altijd ongekend populair. En voor wie de moeite neemt zijn teksten eens rustig te lezen en te proberen begrijpen (Gronings is voor Zeeuwen niet zonder moeite te volgen), weet waarom. De Grunneger Bladziede houdt het zakelijker: info over het Gronings, nieuwe boeken en 'spaigelploatjes' (cd's) en een gastenboek. De provincie Drenthe vervult op het moment een voortrekkersrol op het gebied van de streektaalbevordering. Er wordt heel wat geld uitgegeven aan scholenprojecten, cursussen, ondersteuning van Drentse uitgaven en muziek en het informeren van een breed publiek over al dit soort activiteiten. Om een en ander in goede banen te leiden, is de stichting Drentse Taol opgericht. Daarmee heeft de provincie Drenthe bestaande streektaalinstellingen gepasseerd. Op die manier kon men voorbijgaan aan allerlei erfenissen uit het verleden, zoals oude ruzietjes over spelling en dergelijke. Dat die opzet werkt en als voorbeeld voor Zeeland kan dienen, bewijst het 'toesblad' van Drentse Taol. Die site biedt info over alle Drentse streektaalactiviteiten. Die activi teiten zijn zo divers en zo groot in aantal, dat de Zeeuwse streektaalliefhebber er aan de ene kant moed uit kan putten, maar aan de andere kant de moed in de schoenen zakt wanneer hij of zij bedenkt hoe lang de weg naar een 'Drentse' situatie hier nog is. Ook Overijsselse en Gelderse streektaalpagina's bieden volop info. In totaal kan men op bijna twintig sites in en over de Nedersaksische dialecten lezen. En dan laten we de sites uit het aangrenzende noord-Duitse gebied nog achterwege. Uit het brede aanbod blijkt eens te meer dat we in Zeeland harder ons best moeten doen voor onze taal. Het mooie van internet is dat vrijwel iedereen daar iets aan kan doen; een eenvoudige site is zo gemaakt. Bovendien is het internet een ideaal medium om hier en daar bij de buren te 'spieken' of wereldwijd ideeën op te doen. Flienk deursurfe, za'kzö De Zeeuwse Taelsite vindt u onder http://people.zeelandnet.nl/evenhuis. Op die site vindt u onder 'streektaallinks' (http: //people, zeelandnet.nl/evenhuis/zak elijk.htm) de meeste besproken sites. Een compleet overzicht van sites over Nederlandse dialecten en streektalen vindt u op de site van Onze Taal (http: lwww.onzetaal.nl/koppelingldialec t.htm).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 28