Klein gespuis in
een groots decor
Accent op Saeftinge in
Week van Landsehap
Boeiende bossen
in de Braakman
op stap in de natuur
-//ssrwoord
Harmonie
van oud
en nieuw
28
Kennis en
werk worden
gebundeld
29
Symbolen
op de
makelaar
31
Meer dan
alleen
ooievaars
32
27
Het is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend
nationaal evenement in september: de Week van het
Landschap. Deze keer van 18 tot en met 26 september. In
Zeeland tekent de stichting Het Zeeuwse Landschap voor
de organisatie. Het thema luidt Klein Ges-puis. Er wordt
speciaal aandacht gevraagd voor de wereld van de kleine
dieren. De activiteiten zijn geconcentreerd in het
Verdronken Land van Saeftinge, met als centraal punt het
bezoekerscentrum van de stichting in Emmadorp. In het
Verdronken Land komen vele duizenden verschillende
soorten kleine dieren voor. Van in het slik levende slakjes,
wormen en garnalen, tot bijen, vliegen en wespen. En niet te
vergeten bijzondere loopkevers en vlinders. Tijdens de
Week van het Landschap zijn er dagelijks (behalve zondag)
excursies in het schor, onder meer gericht op nachtvlinders,
zweefvliegen, bijen en leven in het slik. Het
bezoekerscentrum kan tussen 10.00 en 16.00 uur bezocht
worden. De activiteiten zijn gratis.
De in Saeftinge levende loopkever van de familie Bembidion.
Het Verdronken Land van Saeftinge.
door Rinus Antonisse
Het Verdronken Land van
Saeftinge, ingeklemd tussen
Westerschelde en het Antwerpse
industriegebied, doet denken aan
een oerlandschap. Alleen de
overheersende aanwezigheid van
de stoompluimen uitbrakende
koeltorens van het
kerncentralecomplex bij Doel,
voorkomt dat de bezoeker zich er
in een ver verleden waant. Zö moet
de Delta er hebben uitgezien aan
het begin van onze jaartelling:
onherbergzaam en
onvoorspelbaar. De mens voelt
zich er nietig. De einder lijkt ver
weg. Saeftinge bestaat uit zo'n
3.500 hectare begroeide schorren
en kale slikken. Door het gebied
meanderen honderden grote en
kleine geulen, die tweemaal in de
25 uur in een indrukwekkend snel
tempo helemaal vol lopen.
Superlatieven
„Over Saeftinge moet je wel bijna
altijd in superlatieven praten,"
zegt Chiel Jacobusse van Het
Zeeuwse Landschap ietwat
verontschuldigend. De feiten
spreken voor zich. Het is het
grootste brakwaterschor van
Europa. Er treedt het grootste
getijverschil van Nederland op
(gemiddeld circa vijf meter, bij
springtij zeven meter). Het is het
grootste overwinteringsgebied
van de grauwe gans en de kolgans,
tegenwoordig meer dan 40.000
exemplaren. In de broedtijd
worden er duizenden nesten
gebouwd, niet alleen door
meeuwen, maar ook door
visdiefjes, kluten, tureluurs en
vele andere soorten. En Jacobuse
durft de schatting dat er wel
10.000 soorten kleine dierenleven,
best te verdedigen.
Er zijn ongeveer 40 verschillende
plantensoorten te vinden. Dat is
nu eens niet indrukwekkend; het
zijn echter wel bijzondere, die zich
hebben aangepast aan het brakke
water, dat ongeveer half zo zout is
als zeewater. In de geulen en
kommen die bijna elk getij vol
lopen groeit engels slijkgras,
zeekraal en riet. In de hogere
kommen zijn vooral
schorrezoutgras, kweldergras,
zeebies en zeeaster te vinden, op
de oeverwallen overheersen
strandkweek, spiesblad en
zoutmelde, terwijl op de hoogst
aangeslibde gronden ronde rus en
De zeldzaam voorkomende zweef
vlieg Lejops vittata leeft alleen in
brakke gebieden.
melkkruid zich welbevinden bij
de zilte invloed.
Saeftinge is een beschermd
natuurreservaat en wordt beheerd
door Het Zeeuwse Landschap. Om
verruiging van de begroeiing
tegen te gaan wordt een deel van
de schorren beweid met runderen.
Schapen zijn uit het gebied
vrij wel verdwenen. „Begrazing
met schapen is niet goed
verantwoord in te vullen," stelt
Jacobusse. Hij vertelt dat de
stichting bezig is met een
omschakelingsproject. Het
oostelijk deel van Saeftinge lijkt
belangrijk te worden voor de
lepelaar. Er zijn nog geen
broedgevallen geconstateerd,
maar dat is hopelijk een kwestie
van tijd. Bedoeling is in het oosten
meer rietland te creëren. De
begrazing wordt meer richting
zeedijk gelegd.
Nuttig
Met Saeftinge als groots decor
wordt in de Week van het
Landschap het klein gespuis
onder de loupe genomen. Vooral
De schorviltbij, die voor het laatst
inl974 in Saeftinge werd aange
troffen. illustraties Adri Karman
de insecten krijgen aandacht, nu
eens niet als griezelige beesten die
eng, vies en vervelend zijn, maar
als nuttige en boeiende dieren.
Jacobusse geeft aan dat er op de
schorren heel wat bijzondere
brakwaterinsecten leven. „Dat ze
er zijn is maar weinig bekend. Ook
wij willen er meer van weten.
Zonodig kunnen we dan speciale
maatregelen nemen om de
voorplanting veiliger te stellen."
Hij noemt als voorbeeld de
schorviltbij, een uiterst zeldzame
wilde bijensoort die als parasiet
leeft in de nesten van de eveneens
bijzondere schorzijbij. De laatste
vondst van het dier was in 1974 in
Hoog opgaande zilver-en
zwarte populieren omgeven
de poel die aan de rand van het bos
ligt. Hun steeds doorzichtiger
wordend bladerdak weerspiegelt
zich in het water wat blinkend het
spaarzaam toegelaten licht
weerkaatst. Naar het westen geeft
een rietkraag een vermoedelijke
waterloop aan, daarachter
uitzicht over de polders van het
Zeeuws-Vlaamse land. Voor ons
een weiland, ingesloten tussen
twee bospercelen. Een paar koeien
staren ons gelaten herkauwend
aan. Twee buizerds lijken zich te
vermaken met voor hun doen
spectaculaire vluchtcapriolen, als
zijn ze met een ontspannend spel
bezig. Dan trekt het kloppend
geluid van een voedselzoekende
grote bonte specht de aandacht en
lokt ons naar het bos.
Loofbos
Zo'n vijftig jaar geleden was het
nog onvoorstelbaar dat dit gebied
bewoond zou worden door allerlei
zangvogels, spechten, wielewalen
en ransuilen. Slikken en schorren
omgaven de Braakmankreek die
een open verbinding vormde met
de Westerschelde. De haven van
Philippine was voor de
mosselschepen nog vrij
toegangkelijk. Meeuwen, wulpen
en allerlei andere kustbewonende
steltlopers bezochten het gebied.
Nadat in het begin van de jaren
vijftig de Braakman definitief van
het open water was afgesloten
beplantte Staatsbosbeheer een
groot gebied met hoofdzakelijk
loofbos. Van lieverlee ontstond
een andere biotoop. Nu is het het
grootste bosgebied van
Zecuws-Vlaanderen.
In de open delen waar de zon
gemakkelijk door kan dringen,
trekken kruidachtigen en grassen,
libellen en vlinders aan. Daar
waar stevige stammen met grillige
schors onder schaduwwerpende
kronen omhoog reiken heerst een
wat geheimzinnige sfeer. Het
kloppend geluid van
voedselzoekende spechten, die
zich echter niet laten zien
versterkt onze nieuwsgierigheid.
Verschillende bomen vertonen het
werk van de timmermans van het
bos, zowel nestholtes als sporen
van voedselzoekende vogels
vallen op. Verscheidenheid ook op
het pad dat we bewandelen. Op de
ene plaats is het sterk begroeid
met hoofdzakelijk brandnetels en
is er nog net de mogelijkheid is om
je een weg te banen, dan weer
maakt het plaats voor een
mostapijt dat zich over de volle
breedte van het pad uitstrekt. De
salomonszegel draagt hier zijn
donkere giftige bessen aan de
onbelopen randen. Midden op het
pad tref je opeens grijsgroene
schilferig lijkende plakkaten aan
met omhoog krullende randen die
wit afsteken tegen het donkere
'blad'. Het levermos deert
regelmatige betreding blijkbaar
weinig. Het tot de korstmossen
behorende organisme ziet er nu
Tekst en illustratie Adri Karman
droog en dor uit en lijkt weinig
levensvatbaar te zijn. Bij de eerste
regenbui echter verandert het in
een levendig uitziend bladmos
met prachtige kleurschakeringen.
Aan de voet van een boom beweegt
zich iets. Een kleine vogel met een
enigzins naar omlaaggebogen
snavel zoekt tussen de grillige
schors naar spinnen en larven van
insekten De boomkruiper zwerft
na het broedseizoen rond, dikwijls
in groepsverband en ook wel in het
gezelschap van mezen. Steeds
vanonder aan beginnend zoeken
de vogels de stammen af. Op
spechtenmaniersteunend op de
wigvormige staart, klimmen ze
spiraalsgewijs omhoog om bij een
Geen beter mest
komt op het land, als
's meesters oog en 's
heeren hand
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC. postbus 18,4380
AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-
mail redactie@pzc.nl.
Luchtfoto Aero Lin Photo bv
Saeftinge en Jacobusse hoopt het
dier opnieuw op te sporen. „De
schorviltbij is eigenlijk onze
Bengaalse tijger."
Dat de schijnwerper eens extra
gericht wordt op de kleine
beesten, vindt Chiel Jacobusse een
goede zaak. „Je ziet heel veel
vervlakking in de Nederlandse
natuur. Wat in Groningen zit, zit
ook op de Veluwe en in Zeeland.
Als je nog heel goed het
streekeigene, bijzondere wilt zien,
dan kan dat bij de kleine beestjes.
Dat geldt in Saeftinge vanaf het
oranje zandoogje tot een heel
exclusief beest als de zeebies-
zweefvlieg. Het gaat om de
meerwaarde van een gebied ten
opzichte van gebieden elders in
het land. Niet meer van hetzelfde,
maar ieder gebied met eigen,
specifieke waarden. Eén van de
basiswaarden in de natuur is de
variëteit in soortenrijkdom. Die
instandhouden is ook mede een
verantwoordelijkheid van de
provinciale landschappen."
Excursies tijdens de Week van het
Landschap: zaterdag 18
nachtvlinders; maandag 20 insekten
allerlei; dinsdag 21 loopkevers;
woensdag 22 zweefvliegen; donderdag
23 bijen; vrijdag 24 leven in het slik;
zaterdag 25 vlinders. Start 11.00 uur
De gevonden diersoorten worden
ondergebracht in een terrarium in het
bezoekerscentrum om verder
bestudeerd te worden. Voorkinderen
zijn er speciale activiteiten. Nadere
informatie0114-633110.
Buitengebied verschijnt volgende
week in verband met Prinsjesdag
op donderdag
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en landschap,
land- en tuinbouw, streektaal en
streekcultuur, architectuur en
stedenbouw, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus 18,
4380 AA, Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
volgende boom hetzelde patroon
te herhalen. Ze zijn meesters in het
ongezien fourageren en het is zaak
om je doodstil te houden bij het
observeren. Een blik in de
omgeving maakt ook duidelijk,
dat het paddestoelenseizoen
aangebroken is. De
Braakinanbossen bieden in
velerlei opzicht natuurplezier.