Kuiper was vooral
populair bij moeders
Geen tweedracht
op de Eendracht
Rudolf Bultmann zocht de kern
reportage zaterdag 11 september 1999 31
Terugblikkend, op de bijna afgesloten eeuw is er een aantal toppers dat spe
ciale aandacht verdient. In deze serie ivordt elke week één topper beschre
ven. Deze week: de theoloog van de eeuw.
T Tonderd jaar sport, hon-
±lderd jaar sporthelden.
Nu de twintigste eeuw ten
einde loopt publiceert de
PZC portretten van
Nederlandse topsporters,
die de laatste honderd jaar
van zich hebben doen spre
ken. Vandaag nummer 16:
Hennie Kuiper.
Hennie Kuiper
(Denekamp, 3-2-'49) is
niet de beste wielrenner uit de
historie van het Nederlandse
wielrennen; wèl de
populairste. Hij was namelijk
een under-dog en daar
vereenzelvigt het grote
publiek zich nu eenmaal
graag mee.
Bernard Thevenet onthulde en
kele jaren geleden dat hij ver
boden stimulerende middelen had
gebruikt toen hij in 1977 de Tour
de France won. De bekentenis
wekte de woede van al die mensen
die Hennie Kuiper destijds met
een handvol tellen verschil dra
matisch hadden zien verliezen.
Maar niet van Kuiper zelfDie eis
te geen wijziging van de einduit
slag, die dreigde de Fransoos
evenmin met een proces omdat hij
gedrogeerd was. Nee, die haalde
slechts zijn schouders op en zei dat
Thévenet er verstandiger aan had
gedaan zijn mond te houden in
plaats van de wielersport onnodig
in een kwaad daglicht te stellen.
Hennie Kuiper uit het Twentse ge
hucht Noord-Deurningen was
veel te keurig en bescheiden voor
het professionele wielermilieu,
waar in die tijd de taal en het ge
drag van stratenmakers (Gerrie
Knetemann) maatgevend was.
Hennie Kuiper had eigenlijk alles
tegen om uit te groeien tot een
groot wielrenner. Hij kon niet
sprinten, was (aanvankelijk) een
matig klimmer, geen groot tijdrij-
der en veel te bescheiden. Boven
dien stotterde hij. Door die beper
king werd hij na de MULO
afgewezen voor de kweekschool.
Was dat niet gebeurd, dan was
Kuiper nu onderwijzer in Olden-
zaal geweest. Dat gestotter droeg
bij aan de beeldvorming van het
lieverdje. Hennie Kuiper was
vooral populair bij moeders.
Het blonde, blozende mannetje,
de zevende zoon in een boerenge
zin van acht kinderen, was niet ge
zegend met uitzonderlijke talen
ten, maar compenseerde dat met
een beroepsernst die later alleen
nog geëvenaard is door Adrie van
der Poel, niet voor niets een cou
reur naar Kuipers hart.
Als amateur al wisten zijn rivalen:
Kuiper geeft zich niet eerder ge
wonnen dan dat hij half dood van
zijn fiets was gevallen. In zijn car
rière incasseerde hij meer klappen
dan hij uitdeelde. Hij was Joe Fra-
zier op de fiets. Eddy Merckx, Ber
nard Thévenet en later Bernard
Hinault speelden voor Muham-
med Ali. Zelden een sporter mee
gemaakt die de underdog zó knap
neerzette als Hennie Kuiper.
Grotere koersen
Hij won niet vaak, maar als hij
won, waren het de grotere koer
sen, de wedstrijden waar het echt
om gaat in de wielrennerijIn 19 7 2
behaalde hij olympisch goud in de
individuele wegwedstrijd, een
prestatie die door de Palestijnse
aanslag in het olympisch dorp
twee dagen eerder niet op juiste
waarde werd geschat. Enkele da
gen eerder had hij met Fedor den
Hertog, Cees Priem en Aad van
den Hoek brons gewonnen in de
ploegen achtervolging. De me
daille werd het kwartet later ont
nomen omdat Van den Hoek een
verboden middel bleek te hebben
gebruikt. Kuiper zelf is nooit be
trapt op gebruik van doping.
Als weinig anderen was hij in staat
in zijn eentje een minimale marge
te verdedigen, zelfs als, zoals in
München, renners als Francesco
Moser en Freddy Maertens op hem
joegen. Een kleine voorsprong was
voor de Tukker vaak voldoende
voor de bloemen.
Drie jaar later werd hij, in België,
het land van Eddy Merckx, Roger
De Vlaeminck en Freddy Maer
tens, wereldkampioen bij de profs.
Maar overtuigt van zijn eigen
kwaliteiten? Allerminst.
De volgende dag stond hij aan de
start van een criterium in Sittard.
Tot ergernis van de organisatie,
die wilde pronken met de wereld
kampioen, verscheen Kuiper niet
in zijn regenboogtrui maar in zijn
rood-wit-blauwe shirt dat hoorde
bij zijn eerder dat jaar behaalde
Nederlandse titel. Kuiper was we
reldkampioen, maar hij vroeg zich
serieus af of hij die titel wel waard
was. José De Cauwer, zijn Vlaamse
knecht, overtuigde hem van zijn
kwaliteiten èn bewoog de naïeve
Kuiper zijn wereldkampioenstrui
te gelde te maken. Daar pikte ook
De Cauwer een graantje van mee.
Uit zijn capriolen in de Tour de
France, die hij twaalf keer reed,
laat zich het best beschrijven wat
voor renner hij was. Ooit, in een
etappe die over de kasseien van
Parijs-Roubaix voerde, reed hij
ruim honderd kilometer alleen op
kop. De onmenselijke inspanning,
die hem slechte enkele seconden
tijdwinst opleverde, brak hem la
ter die ronde op.
Grote hoogte
In 1977 won hij de etapppe naar
l'Alpe d'Huez, een memorabele rit
waarin niet alleen Hennie Kuiper
maar ook radio-verslaggever
Theo Koomen tot grote hoogte
steeg.
„Kuipertje, Kuipertje, wat doe je
nou?" 'Kuipertje' reed Bernard
Thévenet uit het wiel.
Bij de finish bleek dat hij de
Fransman in het algemeen klasse
ment tot op negen seconden was
genaderd. Als Kuiper niet al me
ters voor de finish was gaan jui
chen en had vergeten zijn shirt in
de plooi te leggen om de naam van
de sponsor (TI Raleigh) zichtbaar
te maken, dan had hij misschien de
gele trui kunnen veroveren en dat
had hem wellicht de kracht gege
ven in de tijdrit in Dij on zijn lei
derspositie te verdedigen. Nu
bouwde Thévenet zijn voorsprong
in de race tegen de klok verder uit.
Kuiper, die nooit de gele tui droeg,
was op zijn best in de Tour van dat
jaar maar mocht niet aanvallen
zolang Didi Thurau, de oogappel
van ploegleider Post, in de gele
trui reed. In 1980 werd hij op
nieuw tweede, een prestatie die
naar de achtergrond werd gedron
gen door de overwinning van Joop
Zoetemelk. Het stotteren had hij
toen al aardig onder controle. Sen-
sitivity-trainingen hadden behal
ve een rappe prater een zelfbe
wuster mens van hem gemaakt.
'Kuipertjes' rol in de Tour was in
middels uitgespeeld. De dertig ge
passeerd vond hij inde klassiekers
een nieuw jachtterrein. Hij wonde
Ronde van Vlaanderen, de Ronde
van Lombardije (1981), Parijs-
Roubaix (1983) en Milaan-San
Remo (1985).
Val
Zijn overwinning in Parijs-Rou
baix is heroïsch vanwege zijn val
op een van de laatste kasseienstro
ken. Kuiper, alleen op kopkon een
gat in de weg niet ontwijken waar
door hij zijn achterwiel kapot
reed. Ploegleider Fred De Bruyne
probeerde een nieuw wiel te 'ste
ken', maar dat lukte niet omdat
het frame ontzet was. Beroemd
zijn de beelden waarop Kuiper de
ploegleider tot snelheid maant
door in zijn handen te klappen.
Seconden leken op dat moment
minuten. Kuiper kreeg zichzelf
weer redelijk snel op gang en won,
een jaar na Jan Raas, de konings-
klassieker.
Als hij voor de Rabobank, waar
voor hij werkzaam is in de relatie
markering, gasten begeleidt tij
dens wielerwedstrijden of in het
land klanten toespreekt, worden
hem veel vragen gesteld over die
zenuwslopende seconden. Vrien
delijk, geduldig en met een kwink
slag geeft hij antwoord. Hoewel
tegenwoordig gekleed in driedelig
pak, vijftig jaar inmiddels en grij
zend aan de slapen, is Kuipertje
Kuipertje gebleven.
Fred Segaar
De scheepsjongens van
Bontekoe. Maarten Tromp.
Piet Hein. Michiel de Ruyter. In de
ogen van schipper Theo Hanstede
van de Eendracht brandt de passie
als hij met de illustere namen uit
Hollands rijke maritieme verleden
wordt geconfronteerd. Hanstede
kijkt dan naar de driekleur, die fier
wappert in de wind en zegt dan met
een gezwollen borst vol trots:
„Nederland heeft nog steeds
aanzien als zeemacht. Rotterdam is
de grootste haven ter wereld. Als het
om water gaat, worden negen van de
tien keer de Nederlanders erbij
geroepen."
Juist daarom doet het hem veel
verdriet dat Holland, dat in de
Gouden Eeuw toch ook over de
wereldzeeën heeft geheerst, zijn
rijke maritieme verleden niet
koestert. „Het is natuurlijk leuk
dat ze tegenwoordig een paar van
die mooie oude VOC-schepen na
bouwen, maar er vaart er geen één.
Daarom ben ik er trots op dat ik als
een van tien schippers op het
grootste Nederlandse zeilende
zeeschip Eendracht mag varenDe
Eendracht is dan wel een modern
zeilschip, maar we houden met de
driemaster wel Hollands eer als
traditionele zeevarende natie
hoog."
Het water klotst zachtjes tegen de
boeg van de schitterende schoener
als we met de Eendracht 'op de
motor' de Nieuwe Maas opdraai
en. Meteen geeft de schipper het
sein de zeilen te hijsen. Het is
show, want het tien jaar oude
schip beschikt over een machtige
machinekamer waarin de 550 pk
diesel sonoor bromt. Hanstede (66
houdt van uiterlijk vertoon. „Met
de bollende zeilen vallen we ten
minste op tussen al die enorme
zeeschepen", lacht de oud-koop
vaarder en ex-loods.
Historie
De stalen driemastschoener werd
tien jaar geleden voor de som van
zeven miljoen gulden bij Damen
Shipyards gebouwd. De Een
dracht is dus nog betrekkelijk
jong. Ondanks de prille leeftijd én
de aanwezigheid van alle moderne
apparatuur, ademt het A-klasse
tallship historie uit. „De Een
dracht (in 1974 was er al een twee
master met dezelfde naam) is geen
vakantieschip", zegt Hanstede.
„Op dit schip is geen plaats om te
luieren. Wij proberen met deze
schoener het traditionele zeezei-
len te propageren. Aan boord moet
iedereen de handen uit de mouwen
steken. Zeilen hijsen en sturen,
maar ook schrobben en wachtlo
pen. Op die manier kweken wij op
de Eendracht een ouderwetse Hol
landse kameraadschap. Een sfeer
die doet denken aan de avontuur
lijke zeereizen van zeehelden uit
een vervlogen verleden."
Dan met een ondeugende glim
lach ,Ik sprak laatste een Belg die
me hoofdschuddend aankeek toen
hij mijn betoog over de Eendracht
had aangehoord. Hij zei: Typisch
iets voor jullie Hollanders om zo
iets te bedenken. Hoe kun je nu
mensen laten betalen én zo hard te
laten werken."
De Eendracht wordt beheerd door
vereniging Het Zeilend Zeeschip,
een club van weidenkenden die al
sinds 1938 probeert om elke Ne
derlander de mogelijkheid te bie
den kennis te maken met het avon
tuurlijke zeezeilen. „In deze tijd
wordt steeds minder aandacht be
steed aan zeezeilen", zegt be
stuurslid Anko de Jong. „Met de
Eendracht proberen we te voorko
men dat straks niemand meer
weet hoe het was de wereldzeeën
te bevaren. Op het schip - en voor
al op langere zeereizen - word je
bovendien als mens gevormd.
Eenmaal op zee vervallen rangen
en standen. Iedereen moet samen
werken om het reisdoel te halen.
Dat maakt zo'n zeereis tot een
leerzame en onvergetelijke erva
ring."
Op de Eendracht is geen plaats
voor tweedracht. Ook het stich
tingsbestuur werkt hartstochte
lijk samen om het schip 300 dagen
per jaar op zee te houden. Vanzelf
sprekend is er veel geld nodig om
het geheel door wij willigers gelei
de schip in de vaart te houden. Met
de organisatie van tal van reizen,
sponsordagen en andere tochtjes
probeert de stichting het hoofd
boven te houden. Maar het be
stuur wil meer. „Volgend jaar ne
men we deel aan twee races in
Amerika, The Race of the Century
- Tall Ships 2000. We varen van
Boston naar Halifax en van Ha
lifax naar Amsterdam. Deelname
aan deze races geeft de doelstel
ling, om vooral jongeren in de ge
legenheid te stellen kennis te laten
maken met zeilen op zee, meer in
houd."
Zeilen met de Eendracht is een on
vergetelijke ervaring. Kees Kroon
is kok, ofwel, kombuismuis aan
boord. „Ik ben verliefd op dit
schip", zegt hij. „Ik had niets met
de zeetotdat ik j aren geleden ken
nismaakte met de Eendracht. In
het begin was ik al bang van een
zuchtje wind, maar tegenwoordig
kan het me niet hard genoeg waai
en". Maar ook Anneke Hoencamp
(60), die jaarlijks meevaart, is inde
ban van het schip. „Je hoeft echt
niet jong en sterk te zijn om met
het schip mee te kunnen varen.
Het houdt me jong". En de Haagse
solo-zeilster Jacqueline Bakker,
belast met de pr-activiteiten voor
het project 2000: „Zeilen geeft je
extra energie. Je bent één met de
elementen, met water, wind en
zon. Dat is een heel apart gevoel."
GPD
De Duitse protestantse theoloog Rudolf Bultmann (1884-1970).
Jezus heeft zichzelf nooit als de Mes
sias gezien. Hij heeft zichzelf niet
gezien als degene die door de kerk of
het christendom verkondigd moest
worden en hij heeft zij n dood niet voor
speld of gewild. Jezus verkondigde het
Koninkrijk van God. De verkondiger
werd uiteindelijk de verkondigde. De
kerk en de gemeente hebben van hem
het middelpunt van de verkondiging
gemaakt."
Radicale taal. En dat in de jaren twin
tig en dertig van deze eeuw. Boven
staande woorden werden opgetekend
uit de mond van de Duitse protestantse
theoloog Rudolf Bultmann (1884-
1970), die aan het begin van een funda
menteel veranderingsproces binnen de
theologische wereld stond. Zijn uit
spraken over Jezus en over de nood
zaak tot 'ontmythologisering' van de
bijbel baarden in met name Duitse en
Nederlandse protestantse kringen veel
opzien en brachten heel wat verontrus
ting teweeg. De kerken hebben dan ook
nooit veel met hem opgehad, omdat hij
precies datgene bekritiseerde waar de
kerken voor stonden.
Prof. dr. Cees den Heyer, hoogleraar
aan de Theologische universiteit van
Kampen, aarzelt dan ook even als hem
gevraagd wordt wie voor hem de be
langrijkste theoloog van deze eeuw is.
„Er zijn meer belangrijke denkers ge
weest die het bestaande theologische
klimaat op zijn kop hebben gezet. Er
zijn meer geluiden. Ik ben in die zin
geen navolger."
Den Heyer laat een aantal namen de re
vue passeren, want deze eeuw heeft tal
van invloedrijke theologen van naam
en faam gekend, zowel nationaal als
internationaal. Denk maar aan man
nen als Karl Barth en Herman Berkhof.
En dan zijn er ook nog Albert Schweit
zer, Dietrich Bonhoeffer, Edward
Schillebeekx en Harry Kuitert, die al
len deze eeuw net als Rudolf Bultmann
een onuitwisbaar stempel hebben ge
zet op het denken over de historische fi
guur Jezus. Toch kiest Den Heyer uit
eindelijk voor Bultmann „omdat deze -
zeker voor het Duitse en Nederlandse
taalgebied - baanbrekend werk heeft
verricht."
„Bultmann heeft de moderne tijd in
zijn lijf gehad. Natuurlijk weten wij in
deze tijd meer dan hij. Maar wat zijn
werk betreft moeten we ons realiseren
dat ook hij een kind van zijn tijd was.
Zijn belangrijkste verdienste was dat
hij aan het begin van een nieuwe ont
wikkeling heeft gestaan. De vragen
waarmee de theologen momenteel nog
steeds bezig zijn - Wie is Jezus? Wat valt
er te zeggen over Jezus als historisch fi
guur? Was hij Gods Zoon? - bouwen
voort op een manier van denken die
Bultmann in beweging heeft gezet."
Hoewel Bultmann aanvankelijk werd
verguisd, werd zijn invloed steeds gro
ter. De moderne visies op de ontstaans
geschiedenis van de vier evangeliën uit
de bijbel vinden hun inspiratiebron bij
deze exegeet, die in zijn uitleg van het
Nieuwe Testament was gefascineerd
door het Johannes-evangelie. „Maar",
zegt Den Heyer, „Bultmann was meer
dan uitlegger van de bijbel. Hij heeft
een onbeschrijflijke invloed gehad op
de zogeheten hermeneuse, de vertaling
van de bijbelse verhalen naar de mo
derne tijd."
„Centraal in Bultmanns denken staat
het woord 'ontmythologisering'. De
bijbelse verkondiging kwam tot ons in
de vorm van mythen vol symboliek. De
vraag daarbij is wat die verhalen wil
len zeggen en uitdragen. Bultmann
spoorde ons aan op zoek te gaan naar de
betekenis van die mythen. Je hoeft niet
in de mythologische boodschap te gelo
ven, maar het gaat om de essentie van
het verhaal, om de kern.
„Nota bene op verzoek van een joodse
uitgeverij - in een serie over bijzondere
mensen in de wereldgeschiedenis -
schreef Bultmann in 1926 een boek
over Jezus. In dit boek wordt Jezus be
schreven als een profeet van het ko-
menderijkvan God. Bultmann conclu
deerde daarin dat de historische Jezus
weliswaar een boeiend onderwerp is,
maar 'dat het uiteindelijk niets met ons
geloof te makéh heeft'. Een historisch
onderwerp kan ons geloof niet bevesti
gen, bedoelde hij. Je kunt bijvoorbeeld
niet zeggen: de bijbel heeft toch gelijk
want we hebben de Ark opgegraven."
Essentieel is volgens prof. Den Heyer
dat Bultmann een fundamenteel on
derscheid maakte tussen de historische
Jezus en de Christus die door de kerk
verkondigd wordt. „Met andere woor
den: de historische persoon Jezus is een
andere persoon dan de kerk ervan ge
maakt heeft. Sterker nog: de bood
schap van Jezus behoort zelfs niet tot
de theologie van het Nieuwe Testa
ment, maar gaat er aan vooraf. De
evangeliën zijn geen historische be
richten, maar vormen de theologie van
het vroege christendom. Theologie is
wat mensen ervan hebben gemaakt."
Rinus van Warven
Driemaster de Eendracht foto Niels van der Hoeven
Hennie Kuiper tijdens Parijs-Roubaix op de kasseien van de Hel van het Noorden.
foto Cees Mooij