Een Fort als zeeaquarium MC ~#Z Zwin geboren in eigen graf bu'itsngsbisd^F Kijkduin bij Den Helder Van de twaalfde tot de vijftiende eeuw zorgde het Zwin voor welvaart in met name het Brugse Vrije en in feite in heel Vlaanderen. Achteraf wordt wel gesteld dat de brede zeeboezem van het Zwin van meet af aan gedoemd was te verlanden. Of, zoals de Vlaamse oud-journalist en amateur-historicus Juliaan van Belle (1921) het stelt: het Zwin werd geboren in zijn eigen grafDe geschiedenis van dit water, dat zowel de opkomst als de ondergang van een hele streek veroorzaakt, bevat vele aspecten. Zoveel en zo interessant dat Van Belle er een omvangrijke triologie over schrijft. door het oog van Wim Riemens woensdag 8 september 1999 Het Zwin, nu natuurgebied, maar ooit de bezorger van welvaart voor een groot deel van Vlaanderen: in de glorietijd van Brugge was Het Zwin een monding van zes kilometer breed. foto Charles Strijd door Rinus Antonisse Het eerste deel ervan, Het Zwin, het bizarre verhaal van een gouden doodskist, is onlangs gepresenteerd. Dat gebeurde heel bewust in Sluis en niet in Brugge zelf. In zijn boek besteedt Van Belle veel aandacht aan Brugges voorhavens Damme en Sluis en ook Aardenburg komt uitgebreid aan bod. Evenmin worden niet vergeten de verdwenen middeleeuwse plaatsjes Monnikerede en Mude, alsmede Hoeke als onafhankelijke verblijfplaats van de handelslieden uit de Duitse Hanze. Het ligt voor de hand dat de geschiedenis van Brugge, Damme en Sluis niet los te koppelen is van de geschiedenis van het Zwin. „Men kan het ook in omgekeerde richting bekijken," schrijft Van Belle. „In de glorietijd van Brugge had het Zwin een monding van zes kilometer breed. De goederen die in Damme werden gelost kwamen uit de vier hoeken van de toen bekende wereld." Om een betere kijk te hebben op het drama van het Zwin als havencomplex, is vandaag-de-dag een blik vanaf een duintop in Knökke of Cadzand op de huidige laagvlakte voldoende. Welvaartsbron Eigentijdse cartografen hebben zich gebogen over de problemen van de zeevlakte en nauwkeurig de ontwikkelingen geschetst van de haven van Sluis, die vanaf de vijftiende eeuw onherroepelijk was verzand. Dat geeft een beeld van het tempo waarin de teloorgang van Vlaanderens grootste middeleeuwse welvaartsbron zich tijdens de late middeleeuwen voltrok. En het begon nog wel zo goed. met een stormvloed in 1134. die kilometers diep het land binnendrong en grondige veranderingen aan het landschap veroorzaakte. Brugge, daat eerder een rechtstreekse verbinding met de Noordzee had moeten prijsgeven, was opnieuw met de zee verbonden, weliswaar niet .rechtstreeks maar dan toch via vissersplaats Damme. Zonder de voorhavens zou Brugge niet tot een grote economische groei en bloei zijn gekomen en zou het niet gedurende drie eeuwen zijn uitgegroeid tot de grootste havenstad van Noordwest- Europa. Een groot distributiecentrum en het financiële, economische en bestuurlijke hoofdkwartier van vele vreemde Europese naties. Op de internationale markt van Brugge werden goederen uit niet minder dan 35 landen verhandeld, waarvan een aanzienlijk deel via Sluis werd aangevoerd, of via deze voorhaven opnieuw de wereld werd ingestuurd. Damme was wat dat betreft door verzandingsproblemen eerder al enigszins uit beeld geraakt. Het is echter niet juist, aldus Van Belle om het verval van Brugge alleen aan de verzandingsproblematiek toe te schrijven; het heeft de teloorgang wel bespoedigd. Immers, het graven kanalen behoorde in de vijftiende eeuw al tot de waterbouwkundige mogelijkheden. Dat gebeurde echter niet. Volgens Van Belle liggen de eigenlijke oorzaken aan omstandigheden van politieke, economische en geografische aard, waarvan Antwerpen dankbaar gebruik kon maken om uit te groeien tot een wereldhaven van formaat. Brugge behandelde zijn voorhavens stiefmoederlijk en heeft zijn hegemonie over deze steden doorgevoerd met allerlei reglementeringen en desnoods vernietiging van stapelhuizen weefgetouwen, wanneer de bestuurders van de voorhavens een te zelfstandig beleid wilden voeren. Triest De Vlamingen, inzonderheid die uit Brugge, waren groot in de letteren, de beeldende kunsten en de muziek. Daarmee konden ze wel Europa betoveren, maar daarentegen het contact met de open zee niet bestendigen, teneinde hun havens tot grote onvergankelijke bloei te brengen. Bovendien lieten de Vlamingen zich uitzuigen door de machtige hertogen van Bourgondië, de koningen van Frankrijk en Spanje en de keizers van het Roomse Rijk, die met welgevallen neerzagen op het rijke wingewest aan de Noordzee, om er grote fox-tuinen van op te steken. Het verlies van de Zwinhavens was niet eens zo'n probleem voor ze, omdat Antwerpen ervoor in de plaats kwam. Het is een beetje een triest verhaal zoals Van Belle het, overigens met veel omhaal en uitweidingen, beschrijft. Een verhaal van macht en onmacht, van rijkdom en armoede. Vandaar ook de ondertitel van het boek Het bizarre verhaal van een gouden doodskist: het Zwin werd geboren in zijn eigen graf om een gouden doodskist te worden De Moffenschans heet het gebouw op de foto in Buitengebied van vorige week en het staat aan de drukke Axelsestraat in Terneuzen. De naam duidt niet op Duits gebruik tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar gaat veel verder terug, namelijk tot in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Het was op een moment dat nog volstrekt onduidelijk was of de opstandige Nederlanden zich uit het machtige Spaanse rijken konden losmaken. Duizend Duitse huursoldaten onder aanvoering van Filips van Hohenlohe strekèn in 1583 in Terneuzen neer. Zo'n anderhalve kilometer buiten de vesting wierpen ze op de weg naar Axel een verdedigingswerk op: de Moufeschans. Voor 42.000 gulden een sterke verdedigingsschakel in het totaal van Vlaamse fortificaties, die de troepen van de Spaanse koning buiten Zeeland moesten houden. Pas aan het eind van de zestiende eeuw werden de overheersers met succes teruggedreven richting zuiden. Het belang van de verdedigingswerken werd daardoor minder groot. De bestuurders van Zeeland, die altijd wel verlegen zaten om geld, verkochten een deel van de fortificaties. De toenmalige burgemeester van Terneuzen, Jan Serlippens, kwam in het bezit van de Moufeschans. Hij liet er in 1593 een 'vredig buiten' neerzetten. Toen de predikant Petrus Hondius zich in de stad vestigde, bood Serlippens hem onderdak op de Moffenschans. Hondius bouwde het buiten uit tot een lusthof van bloemen en kruiden. Hij ontving er regelmatig gasten, onder wie Jacob Cats en prins Maurits. In 1896 werd het inmiddels vervallen lusthof afgebroken. Op dezelfde plaats werd in opdracht van mevrouw Adriana de Bruyne een nieuwe hofstede neergezet. Dat huis is inmiddels opgeknapt en straalt weer elan uit. Plannen om de Moffenschans te slopen en er een appartementsgebouw te bouwen, gingen niet door. Een bekend gebouw, zo bleek uit de vele reacties van lezers. Een aantal voegde er ook toelichtingen bij, onder anderen over Petrus Hondius. De winnaars zijn: C. Belaert-de Vos, Zuiddorpe, J. Zigter, Middelburg en F. de Bruijn, Terneuzen. Zij ontvangen een waardebon. De vraag van de nieuwe opgave luidt: waar staat de kerk op de foto? Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 11 september worden gezonden naar: redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van goede oplossingen worden drie waardebonnen verloot. Het Zwin. Het bizarre verhaal van een gouden doodskist. Over opkomst en bloeivan Aardenburg, Brugge, Damme, Monnikerede, Hoeke, Mude en Sluis. Deel van de Zwintriologie. Door Juliaan van Belle. UitgeverijVan Hoestenberghe, Maldegem. Prijs 1.100 Bfr, circa 60. Het bezoekerscentrum Fort Kijkduin ligt, in een historisch roerige omgeving, in een beschermd duingebied bij Den Helder. foto's Al bert Vermeulen door Jeroen Vlieqenberq Een echt bezoekerscentrum is het niet. Eerder een attractie. Maar wel een met een educatief, historisch en cultureel tintje. Fort Kijkduin in Huisduinen bij Den Helder. Met meer dan 100.000 bezoekers per jaar is Fort Kijkduin één van de belangrijkste attracties van de 'Noordkop' van Noord-Holland. Toch probeert men op den duur nog wat meer aan natuur en educatie te doen. Bedrijfsleider P. Koomen: „Er zijn wel schoolreisjes. Kinderen komen hier vooral voor de vissen in het grote Noordzeeaquarium. Maar we organiseren bij voorbeeld ook duinexcursies. Kijk, Ecomare op Texel is een puur natuur educatief centrum. Wij moeten het nog worden." Koomen geeft toe dat Fort Kijkduin in een aantal opzichten nogal afwijkt van het doorsnee bezoekerscenti-um. „We zijn wat commerciëler", zegt hij op het dakteri-as behorend bij het grote restaurant. „Ik kom uit de horeca. We zijn een groepje enthousiastelingen die het Fort nieuw leven wil inblazen. Mensen kunnen hier ook recepties houden of trouwen. In de toekomst willen we behalve een educatiecentrum ook een cultureel centrum bouwen. Een amfitheater is een van de mogelijkheden." Fort Kijkduin ligt in het beschermd duingebied met vele soorten watervogels: de Grafelijkheidsduinen, dat sinds 1993 in beheer is van Stichting Het Noordhollands Landschap. In het noordelijk deel is een wandelpad en er loopt een kudde Schotse Hooglanders rond die zorgt voor een afwisselende vegetatie. Het is een gebied met een zeer x-ijke historie. De Duitsers bouwden er honderden bunkers (Atlantikwall). In opdracht van de Franse keizer Napoleon werd tussen 1814 en 1819 een fort gebouwd in Huisduinen bij Den Helder. Na een bezoek aan Huisduinen raakte hij enthousiast over de strategische ligging. Zeeslagen Er zijn ook heel wat zeeslagen gevoerd. Bij de Slag bij Kijkduin in 1673 tijdens de Derde Engelse Ooxiog, waren onder meer Cornelis Tromp en Michiel de Ruyter betrokken. In 1674 dreigde een aanval van de Spaanse vloot. - Het was ook de plek waar de VOC- schepen vanaf de Rede van Texel via het Schxxlpegat, waar nog altijd alle (wereld)schepenkomen, richting Indië voeren. Ook werd hier in 1799 de 'vergeten' oorlog gevoei'd. De Engelsen en de Russen, 25.000 man sterk, probeerden bij Kijkduin aan wal te komen in een poging om de Bataafse Republiek, onderdeel van het Franse rijk, te veroveren. Toen werd duidelijk dat de verdediging nog aardig te wensen over liet. Den Helder was in die tijd de maritieme hoofdstad van ons land. Er werden verschillende forten, waaronder Fort Kijkduin, gebouwd om Den Helder voortaan beter te kxinnen beschermen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers Fort Kijkduin als opslagruimte voor hun munitie. Een zware betonnen kap diende als bescherming voor bommen en granaten. De Stichting Stelling Den Helder werd in 1989 opgericht en er werd een begin gemaakt met de restauratie van het fort, te beginnen met het dak. De betonnen laag maakte plaats voor het restaurant. In 1996 opende Prins Willem Alexander officieel het gerestaixreerde fort. Binnenin het fort is een grote trap die leidt naar de gewelven van het fort waar het musexxm en het Noordzeeaquarixxm zich bevinden. In de soms heel smalle onderaardse gangen waar vroeger hondex-den soldaten woonden, zijn allerlei kamers te zien zoals de strafkamer en een wapenkamer. Een grote gietijzeren koepel in het midden van het fort geeft een mooi xxitzicht op de dxxinen, de Noordzee, Texel en de zandplaat 'De Razende Bol'. Het Noordzeeaquaxlum is gevuld met 500.000 liter Noordzeewater en ruim veertig vissoorten. Je ziet behalve zeedieren als roggen en kwallen ook oude scheepswrakken. De grootste attractie is de glazen tunnel. In die tuimel loopt de bezoeker midden tussen de vissen, waaronder haaien, die in de Noordzee voorkomen. Sinds april is de Greenpeacetentoonstelling Walvis wereld te zien die twee jaar loopt. Indrukwekkend zijn de skeletten van tientallen meterslange potvissen en vinvissen. Enkele daarvan zijn voor de Nederlandse kust aangespoeld en moesten, voor ze konden worden tentoongesteld, worden ontdaan van duizenden rottende kilo's vlees en ingewanden. Bedrijfsleider P. Koomen: „Iedereen verklaarde ons voor gek toen we zeiden dat wij die enorme beesten naar Fort Kijkduin wilden slepen. We hebben met zijn allen al dat vlees weggesneden. Een zware en smerige klus. Ook moesten we die gigantische skeletten nog binnen zien te krijgen. Dat ging niet al te soepel. Maar we hebben wel een hoop lol gehad. We houden wel van onverwachte en verrassende gebeux-tenissen. Wat dat betreft is het hier net Artis. Daar gebeuren ook wel eens vreemde dingen." Fort Kijkduin, Admiraal Verhuellplein i, Huisduinen-Den Helder, telefoon 0223-612366, elke dag geopend van 10.00 tot IS.00 uur. Restaurant ook 's avonds open. Toegang voor kinderen van 0tot3 jaar is gratis, 4-12 jarigen betalen 8,50 gulden en volwassenen 13,50 gulden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31