O-Day in een Hollandse bunker
Brug wordt steeds meer een kunstwerk
Tentoonstelling in
T echniekmuseum
Kustverdediging
Hoek van Holland
Spannende
gids voor
Londense
kerkhoven
toerisme zaterdag 14 augustus 1999 33
Tombe van Karl Marx
(1818-1883).
Als James William Selby
(1843-1888)45 jaar oud
is, gaat hij een weddenschap
aan. Hij beweert dat hij als
ervaren koetsier nog steeds
sneller van Londen naar
Brighton kan rijden dan een
stoommachine. En hij be
wijst zijn gelijk, in 6 uur en
50 minuten, een tijd die
nooit meer door een andere
koetsier zou worden geëve
naard, legt hij de 108 mijl
tussen de twee steden af. Het
is die dag zo akelig koud, dat
zijn hoed aan zijn hoofd
vastvriest en met stoom
weer losgeweekt moet wor
den. De dollemansrit wordt
zijn dood: hij sterft aan uit
putting. Op de dag van zijn
begrafenis hangen aan alle
Londense koetsen zwarte
linten.
Het is één van de talloze
anekdotes die te vinden zijn
in de onlangs verschenen fu
neraire reisgids Wandelen
over Londense kerkhoven -
De dodenakkers en hun le
gendarische bewoners. De
gids heeft absoluut niets lu
gubers, integendeel. Hij zit
barstensvol humor, rare we
tenswaardigheden en pi
kante historische feitjes
over bekende en onbekende
mensen die verspreid begra
ven liggen op onder meer de
zogeheten Magnificent Se
ven, de zeven grootste en
mooiste begraafplaatsen
van de Britse hoofdstad.
We vinden er Karl Marx
(1818-1883), die een zoon
verwekte bij zijn huishoud
ster en om zijn huwelijk te
redden aan zijn communis
tische kompaan Friedrich
Engels vraagt om het vader
schap op zich te nemen. Of
dé man van de evolutietheo
rie Charles Darwin (1809-
1882), die vijftig jaar lang
leed aan hartkloppingen,
vermoeidheid. rillingen,
hoofdpijn, uitslag, steen
puisten, winderigheid en
slapeloosheid. Pas drie jaar
geleden wisten twee Ameri
kaanse wetenschappers de
oorzaak van al die ellende
aan te wijzen: angststoor
nissen en pleinvrees.
Uitvinder
Maar ook iemand als Wil
liam Friese-Green (1855-
1921) die bekend had kün-
nen zijn, ware het niet dat
zijn uitvinding van de film
camera, zes jaar voor de ge
broeders Lumière in Frank
rijk, hem financieel de kop
kostte. Zelfs de verkoop van
het patent op de camera le
verde hem niks op. Een
schrale troost: op het urn-
van zijn begrafenis werd in
alle bioscopen in de stad de
voorstelling voor twee mi
nuten stopgezet.
In deze rijk geïllustreerde
gids, met kaartjes, foto's en
tips voor het gebruik van het
openbaar vervoer, staan
honderden mensen die om
welke reden dan ook het ver
melden waard zijn: Charles
Dickens, Isaac Newton, Ja
mes Watt, William Booth,
Sigmund Freud, Keith
Moon, Vivien Leigh, Anna
Pavlova, hele reeksen ko
ninklijke Edwards, Henry's
en Mary's, enniet te vergeten
Walter Clopton Wingfield
(1833-1912), die op een dag
in 1873 een nieuwe buiten
sport bedacht. Het werd ge
speeld op een veld dat een
beetje op een zandloper leek
en als de dame de service van
de tegenstander te hard
vond, mocht ze hem vragen
het over te doen. Wingfield
noemde het sphairistiké,
Grieks voor balspel. Tegen
woordig zeggen wij tennis.
Eerder verscheen, deels van
de hand van dezelfde au
teurs, al een wandelgids
voor het beroemde Parijse
kerkhof Père Lachaise. Een
gids voor Wenen ligt in het
verschiet. Een beetje zich
zelf respecterende toerist
kan niet meer zonder.
Aly Knol
Wandelen over Londense kerk
hoven - De dodenakkers en hun
legendarische bewoners - door
Hans van Soest, Mark van As
sen en Michel Knapen - Uitgeve
rij Elmar, 288 pag., f 32,50.
De plaatselijke bevolking van het stadje Mostar had honderden
autobanden op de Stari Most gelegd, in een ultieme poging om deze
historische brug te beschermen tegen de Servische artillerie. De actie was
tevergeefs, want op 9 november 1993 stortte de beroemde brug door de hevige
granaatinslagen alsnog in. Een van de belangrijkste toeristische trekpleisters
uit het voormalige Joegoslavië ging daarmee verloren. Het toch al zwaar
gehavende Mostar was definitief geschonden.
Het gemis van de ranke boog
brug bij Mostar geeft het des
te duidelijker aan: een karakteris
tieke brug kan een stempel druk
ken op de uitstraling van een stad.
Wat zou San Francisco zijn zonder
de indrukwekkende Golden Gate
Bridge? New York heeft zijn
Brooklyn Bridge, Florence de
Ponte Vecchio, Sidney de Harbour
Bridge en Praag de Karelsbrug.
In Nederland liggen de voorbeel
den van markante bruggen niet
voor het oprapen. In de historische
binnensteden zijn wel bekende
kleine bruggen te vinden, zoals de
'Magere Brug' in Amsterdam. En
natuurlijk is ook de Waalbrug bij
Nijmegen een persoonlijkheid.
Maar adembenemend grote
bouwwerken zijn er niet. Een ver
klaring hiervoor ziet voorzitter
Charles J. Vos van de Stichting
Bruggen Nederland in de natuur
lijke omstandigheden, „In Neder
land ontbreekt de noodzaak om
grote overspanningen te maken,
simpelweg omdat de rivieroevers
in veel gevallen dicht bij elkaar
liggen."
Zeelandbrug
Natuurlijke omstandigheden vor
men echter maar een deel van de
verklaring. Een overspanning als
de Zeelandbrug over de Ooster-
schelde is immers wel degelijk
groot, maar de uitvoering is alles
behalve 'spannend'. Vos: „Als er
gens in Nederland een brug ge
bouwd moest worden, maakte het
civiele ingenieursbureau van
Rijkswaterstaat altijd het ont
werp. Dat primaat op bruggen
bouw leidt uiteraard niet tot veel
variatie. De opvatting leefde dat
een brug vooral functioneel moest
zijn. Als het ontwerp van de con
structeurs helemaal klaar was,
werd op het allerlaatste moment
nog aan een architect gevraagd om
'iets' aan de vormgeving te doen.
Een enorme beperking in de mo
gelijkheden van een architect. De
keuze van de kleur of de vormge
ving van de brugleuningen, dat
was zo een beetje alles wat een ar
chitect nog kon doen."
De kracht van bruggenbouwend
Nederland schuilt volgens Vos
daarom ook vooral in de functio
naliteit. „Waarin ons land heel bij
zonder is, is de grote hoeveelheid
beweegbare bruggen. Befaamd is
bijvoorbeeld 'de klap' van de
Brienoordbrug, met een bijzonder
groot beweegbaar deel. En de
spoorbrug bij Culemborg natuur
lijk, die op dit gebied jarenlang het
wereldrecord in handen heeft ge
had. Voor de echt fraaie bruggen
moeten we naar het buitenland."
Beeldbepalend
Een gunstige uitzondering neemt
zonder enige twijfel de Erasmus-
brug in Rotterdam in, vindt ook
Vos. Dehangbrug met zijn machti
ge pyloon die de noordoever van
de Maas met de Kop van Zuid ver
bindt, is een beeldbepalend on
derdeel van Rotterdam geworden.
De bruggendeskundige vindt 'de
Zwaan' weliswaar een beetje ge
kunsteld en een mindere kopie van
een brug van de Spaanse ontwer
per Calatrava. Toch zegt Vos bij
zonder verguld te zijn met de
Erasmusbrug. „Deze hangbrug
heeft een geweldige discussie los
gemaakt. Door de nadrukkelijke
aandacht voor de vorm is de Eras
musbrug een geldverslindend pro
ject geworden, vonden velen.
Maar wat ook over deze bi*ug ge
zegd kan worden, het heeft een
enorme invloed uitgeoefend op de
ontwerpcultuur in de Nederland
se bruggenbouw. Een brug hoeft
niet alleen meer zuiver functio
neel, maar mag nu ook uitstraling
hebben. Het voegt iets toe aan het
landschap waarin het staat."
De investering mag groot zijn ge
weest, in totaal 365 miljoen gul
den, maar de invloed van de Eras
musbrug is overal in het land terug
te vinden. Sinds de opening van de
139 meter hoge Zwaan op 4 sep
tember 1996 buigt een toenemend
aantal architecten zich over de te
kentafel om een brug te ontwer
pen. Hun ontwerpen variëren van
beeldbepalende eyecatchers tot
minder spraakmakende voet
bruggetjes. Zo ontwikkelt archi
tect Van Berkel een opvallende
brug in Utrecht, voor een bedrag
van vijftig miljoen. En met name
in de uitgestrekte nieuwbouwwij
ken op de Vinex-locaties krijgen
voet- en fietsbruggen in groten ge
tale een opvallend design, in een
poging om het openbare domein
van de nieuwbouwwijk 'op een
waardige manier af te sluiten'.
Voorbeelden hiervan zijn talrijk,
onder andere in Delft, Leiden,
Amsterdam. Op de Vinex-locatie
Leidschenveen bij Pijnacker zijn
zelfs enkele tientallen design
bruggetjes gepland.
Concurrentie
Het is zonneklaar dat de construc
teur steeds meer concurrentie on
dervindt van de architect. Een
ontwikkeling die overigens niet
nieuw is. In de Gouden Eeuw wer
den in Amsterdam veel fraaie
bruggen gebouwd om de rijkdom
van de handelsstad te onderstre
pen. En ook bij de uitbreiding aan
het begin van de eeuw werden ar
chitecten ingeschakeld bij de
bouw van nieuwe bruggen.
Een brug met mooie vormen, dat
kost meer geld dan een functionele
brug. De economische opleving
zal daarom zonder meer een be
langrijke rol spelen bij de recente
opwaardering van de brug.
Maar volgens Charles Vos van de
Stichting Bruggen Nederland is er
meer aan de hand. „Waar in het
verleden alleen de overheid de re
gie voerde over de inrichting van
openbare ruimte, geven nu veel
meer partijen opdracht voor de
bouw van een brug. Vooral op Vi
nex-locaties, waar projectont
wikkelaars of projectbureaus het
voor het zeggen hebben. Maar ook
een geprivatiseerde partij als de
NS, een belangrijke opdrachtge
ver die in de nabije toekomst bo
vendien te maken krijgt met de
aanleg van de Betuwelijn en de
HSL."
Andere opdrachtgevers dus, maar
ook een nieuwe manier van wer
ken. Zo is het volgens Vos een
groot voordeel dat aannemers, an
ders dan in vroegere jaren, tegelij
kertijd het hele ontwerp aanbie
den. Vorm en functie zijn totaal op
elkaar afgestemd, waardoor
vormtechnische toepassingen niet
of nauwelijks meer geslachtofferd
te worden aan de functionele
voorwaarden van een brug en de
bouw van de brug sneller is gerea
liseerd. Vos: „Daar komt bij dat er
Delftse
studenten ontwierpen bruggen, die misschien minden functioneel zijn maar wel uitstraling hebben.
foto Harry Verkuylen
de laatste jaren veel prijsvragen
voor de aanleg van een brug wor
den uitgeschreven, wat ten goede
komt aan de creativiteit. Al deze
ontwikkelingen geven discussie,
brengen leven in de brouwerij en
trekken creatieve mensen aan.
Daar kan het eindresultaat alleen
maar beter door worden. Een brug
is tenslotte meer dan alleen maar
een plank over de sloot."
Opdracht
Wie de tentoonstelling De Brug in
het Techniek Museum Delft heeft
bezocht, kan beamen dat een brug
inderdaad meer is dan alleen maar
een plank. In deze expositie zijn
ruim tweehonderd maquettes van
voetbruggen te bewonderen, ver
vaardigd door tweedejaars stu
denten Bouwkunde van de Tech
nische Universiteit van Delft. De
aanstormende generatie architec
ten had de ogenschijnlijk makke
lijke opdracht gekregen om een
voetbrug van vijf meter op een
schaal van 1:20 na te bouwen. De
studenten werden gedwongen na
te denken over materiaaltoepas
sing, detaillering en montage van
de brug, maar hoefden zich bij
voorkeur niet te laten hinderen
door functionele aspecten. De es
thetiek van de brug diende cen
traal te staan.
Het resultaat van deze vingeroefe
ning voor de jonge architect is
even divers als verrassend, met
ontwerpen die vernuftig, expres
sief of ruimtelij k genoemd kunnen
worden. Fraai is bijvoorbeeld het
ontwerp van Marco Jongmans,
met als veelzeggende titel 'Orga
nised Accident'. De brug bestaat
uit verschillende schijnbaar wille
keurig liggende platen, bijeenge
houden door een chaotisch ogende
draagconstructie. Bijzonder fraai
voor het oog, maar door de vreem
de verspringen voor een rolstoeler
nogal lastig te nemen.
Door de nadruk te leggen op de
vormgeving van de brug zijn veel
ontwerpen bijzonder origineel.
Dat hierdoor lang niet alle ont
werpen ook realiseerbaar zouden
zijn, heeft de gemeente Haarlem
mermeer niet doen verhinderen
om een ontwerp uit te zoeken die
in deze gemeente gebouwd zal
worden. De brug als 'object d'art',
het bestaat inderdaad.
Mare Konijn
De achtergronden van de tentoonstel
ling De Brug in het Techniek Museum
Delft (geopend dinsdag t/m zaterdag
10-17 uur, zondag 12-17 uur) zijn ook
in boekvorm verschenen, onder de titel
De Brug.
Het onderaardse
gangenstelsel van een
ruim honderd jaar oude
vesting in Hoek van Holland
biedt sinds '89 onderdak aan
het
Kustverdedigingsmuseum.
Eerst ontving het de
persoonlijke bezittingen van
een Nederlandse kapitein die
meehielp aan D-Day, maar
sinds kort wordt ook aandacht
besteed aan de Canadese
troepen die met hem
meevoeren.
Hans Onderwater zat die na
middag thuis achter de com
puter toen ineens de telefoon ging.
Z'n echtgenote, dacht hij nog. Die
belt altijd als ze van haar werk
vertrekt; dan weet hij hoe laat ze
ongeveer thuis is. Maar deze keer
was er tot Onderwaters stomme
verbazing ineens een Engelsman
aan de lijn. 'Buckingham Palace',
kreeg hij te horen, 'can you hold
the line please?'
De 53-jarige onderwijzer uit Ba-
rendrecht, tevens de secretaris van
het Nederlands Kustverdedi
gingsmuseum in Hoek van
Holland, wist niet wat hem over
kwam. Eerst kreeg hij de persoon
lijke secretaris van prinses Anne,
de dochter van koningin Eliza
beth, aan de telefoon; daarna ver
bond de Brit hem warempel door
met hare koninklijke hoogheid
zelf.'Hello', zei ze, 'this is Anne'.
'Hello'zei ik dus maar terug, 'this
is Hans'.
Er volgde een geanimeerd gesprek
over de aanleiding voor het bij
zondere contact: een kleine expo
sitie over de Royal Regina Rifles
Regiment, een Canadese eenheid
die meevocht op D-Day. Het Ne
derlandse passagiersschip Meck
lenburg had meegeholpen de
militairen op 6 juni 1944 naar de
Franse kust te brengen, waarna ze
met landingsvaartuigen de aanval
inzetten.
Dat de prinses meer van de ten
toonstelling wilde weten, was om
dat ze sinds 1982 optreedt als ere-
commandant van het nog altijd
bestaande regiment. „Gelukkig
nam ik niet op met: hoi schat, wat
is er?", lacht Onderwater. „Voor
heen deed ik dat nogal eens, maar
dat heb ik nu wel afgeleerd."
Vrijwilligers
Het is een anekdote die graag mag
worden verteld in het museum, ge
vestigd in het fort aan de Nieuwe
Waterweg. Vrijwilligers richtten
dat in 1989 in, in een authentiek
Wil Meier, de voorzitter van het Nederlands Kustverdedigingsmuseum, heeft plaats genomen op het kanon; op de achtergrond vrijwilliger Piet
Hokke. foto Harry Verkuylen
en, qua constructie, zo ongeveer
voor de eeuwigheid gebouwd ves
tingwerk. Precies honderd jaar
eerder was het fort in gebruik ge
nomen. De Nederlandse autoritei
ten hadden het laten neerzetten
ter verdediging van de belangrij
ke, maar erg kwetsbare toegangs
route tot Rotterdam. Zo'n 280 mi
litairen hielden er nauwgezet de
omgeving in de gaten. „Ze hadden
genoeg voorraden om zich dertig
dagen van de buitenwereld te kun
nen afsluiten", vertelt Wil Meier,
de voorzitter van wat officieel de
stichting Fort aan den Hoek van
Holland/Nederlands Kustverde
digingsmuseum wordt genoemd.
„Het fort bevat 107 kamers en een
onderaards gangenstelsel van drie
kilometer lengte."
Wie buiten voor het hek staat, zal
zich dat nauwelijks kunnen voor
stellen. Vanaf de straat zijn alleen
de grimmige betonnen opbouw
met de overblijfselen van twee ou
de geschutskoepels te zien. Enigs
zins verscholen bevindt zich een
lange trap die naar een diep gele
gen rondgang om de vesting leidt.
Er kan ook gebruik worden ge
maakt van de lift, een erfstuk van
de Duitse troepen die in de oorlog
in het fort hebben gezeten. De be
zetter gebruikte het voor de huis
vesting van soldaten. Op de zware
kanonnen werd geen prijs gesteld.
Die werden waarschijnlijk te an
tiek bevonden, want in 1943 ver
dwenen ze, met de bijbehorende
koepels, naar de staalindustrie om
te worden omgesmolten tot eigen
tijdser wapentuig.
De betonnen burcht diende voorts
als gevangenis. Tevens werd er een
immense bakkerij gevestigd. Per
dag produceerde het personeel er
vijfduizend broden voor de in to
taal achtduizend Duitse militai
ren die dit gedeelte van de kust
strook bewaakten.
De gietijzeren oven is nog altijd
aanwezig, net als de lift bij de in
gang om voortdurend al die partij
en brood naar boven te brengen.
Het is dat Meier het vertelt, want
er valt niets bijzonders aan te ont
dekken. Dat in tegenstelling tot de
wit geschilderde, onderaardse ge
welven waar de bakkerij was on
dergebracht. Meier wandelt naar
een deur tegenover de oven. Door
het glas is een ruime, maar een
voudige badkamer met ligbad te
zien. „Die was van de comman
dant van de bakkerijHet was hier
zo heet dat hij er de beschikking
had over warm water."
Gewond
Het zijn slechts enkele van de be
zienswaardigheden in het duistere
en geheimzinnige gangenlabyrint.
Op veel plaatsen zijn situaties uit
de historie van het fort en de Ne
derlandse kustverdeding nage
bouwd. Daartussendoor staan ex
posities over de luchtmacht, de
marine en de landstrijdkrachten.
Een blijvende plaats krijgt ook de
nieuwe tentoonstelling over de
Canadese 'Rifles' van prinses An
ne. Centraal onderdeel daarvan
vormt een op werkelijke grootte
gebouwd tafereel op het Norman-
dische strand, kort nadat op 6 juni
1944 de vernietigende slag was
toegebracht. Een gewonde Duitse
soldaat zit met een verkrampt ge
zicht tegen een nagebouwde bun
ker. Beduidend opgewekter kijkt
de Canadese militair in gevechts
tenue. Pal daarvoor staat het ori
ginele geschut, waarmee vergeefs
was geprobeerd de geallieerden
terug te jagen in de golven. „Een
Frans kanon uit 1916 dat door de
Duitsers was ingezet", aldus Mei
er.
Alles moet er zo echt mogelijk uit
zien. Dus trekt vrijwilliger Piet
Hokke (37) altijd eerst Engelse le-
gerkistjes aan voordat hij de ruim
te betreedt. Zijn gewone schoenen
zouden in het zand op de vloer af
drukken achterlaten die niet klop
pen met de werkelijkheid, zegt
Meier. Om diezelfde reden drukt
hij ons op het hart toch vooral bui
ten de glazen wand rond het decor
te blijven.
Dat D-Day nu in Hoek van Hol
land herleeft, komt doordat het
centrale thema van het museum de
'kustverdediging' is. En daar heeft
de invasie natuurlijk alles mee te
maken. „In Normandië werd im
mers voor de eerste keer de Duitse
kustverdediging doorbroken."
Er speelde ook nog iets anders: ju
ni vorig jaar schonk de hoogbe
jaarde weduwe van kapitein L.M.
Meyer - „wel een naamgenoot,
maar geen familie" - een collectie
bijzondere bezittingen van haar
man aan het museum. Hij was de
gezagvoerder van het SS Meck
lenburg van de Stoomvaartmaat
schappij Zeeland, dat in de meida
gen van 1940 naar Engeland
uitweek. Eerst diende het als be
voorradingsschip, later prepa
reerden de geallieerden de varen
de reus voor de invasie. Iedereen
kende het schip inmiddels als de
'Fighting Meck', vertelt Meier.
„Op D-Day is de Mecklenburg
twee keer heen en weer gevaren
om troepen aan land te zetten."
De originele documenten met de
geheime - in raadselachtige codes
gestelde - instructies zijn nadien
altijd door kapitein Meyer be
waard. Dankzij zijn echtgenote
kregen ze dus een plaats in het mu
seum. Daar liggen ook zijn onder
scheidingen, enkele krantenknip
sels en de kapiteinspet van haar
man.
Verdrinken
Al sinds vorig jaar is dat materiaal
te zien; de nieuwe tentoonstelling
is bedoeld om het onderwerp te
verbreden. Voortaan krijgen de
bezoekers ook informatie over de
Canadese manschappen die met
het konvooi van kapitein Meyer
meevoeren en hun leven waagden
voor de bevrijding van Europa. Ze
kregen het zwaar voor de kiezen:
nog voor de stranding waren al
twee landingsvaartuigen met elk
35 militairen op een mijn gelopen
en gezonken. Ook andere schepen
gingen verloren. „Je ziet die jon
gens voor je ogen verdrinken",
meldde destijds eerste stuurman
D. Ouwehand in een ooggetuigen
verslag. „Maar je kimt niets doen.
Dat is vreselijk."
Danny Verbaan
InformatieNederlands Kustverdedi
gingsmuseum, Stationsweg 82, vlak
bij NS-station Hoek van Hol
land/Strand. Openingstijden: elk eer
ste week end van de maand op zaterdag
(13 -16 uur) en zondag (12-16 uur).
Voor informatie over rondleidingen en
dergelijke: tel. 0174-382.898.