Jan Poortvliet leeft weer op We krijgen niet genoeg waardering PZC profvoetbal 32 Ik heb naar Nederland toe een hoop verpest donderdag 12 augustus 1999 Waar komen al die verhalen toch vandaan dat hij niet meer leeft voor zijn sport. Ja, die ene keer bij KBC, toen zijn selectie op trainingskamp in een heilige abdij een feestje had gebouwd. Dat heeft Jan Poortvliet ook gelijk de kop gekost. Maar verder? Wie hem daar ziet staan op het veld, bij de Belgische derdeklasser Overpelt Fabriek, zou denken dat hij nog gewoon zelf een van de zestien selectiespelers is. De ex-international, die in 1978 de finale van het wereldkampioenschap in Argen tinië speelde, vertoont op zijn 43e nog weinig sleet. Voor de buitenwacht ten minste. Hij ziet er in elk geval niet uit als of hij wild heeft geleefd na zijn actieve carrière, zoals hij daar op het veld staat bij zijn nieuwe Belgische clubje. Maar natuurlijk moet hij innerlijk getekend zijn door de manier waarop hij als trainer is gebrandmerkt na die affaire bij RBC. En door het vage verhaal in Voetbal In ternational waarin hij als een alcoholist werd afgeschilderd. Jan Poortvliet, geconfronteerd met dat voorval, blaast de rook van zijn sigaartje weg en zegt:,Ik weet wat ze over me ver tellen, maar het doet me niks meer. Dat verhaal van RBC? Het was voor de helft gelogen en de andere helft was niet waar. Ik heb het achter me gelaten en denk er niet eens meer aan. Zo ben ik altijd ge weest. Ik kan nu janken en morgen weer gewoon lachen. Misdragen Wat niet valt tegen te spreken is, dat hij door RBC werd beboet, omdat zijn spe lersgroep zich schandelijk had misdra gen in een volksabdij in Ossendrecht en voor duizenden guldens schade had aan gericht. Jan Poortvliet werd er verant woordelijkvoor geacht en moest vierdui zend gulden betalen. De spelersgroep zelf 7500 gulden. De ex-Arnemuidenaar overleefde nog wel een coup-poging van George Knobel, maar gaf even later zo af op de club dat hij werd ontslagen. Dat was op 20 oktober 1997. Het begin van een bewogen periode in zijn loopbaan. Twee maanden later al ging hij aan de slag bij het Belgische Overpelt, waar een steenrijke, maar nog al patserige voorzitter was opgepakt en de club zelf met een dreigend faillisse ment werd opgezadeld. Jan Poortvliet leefde er weer op, kreeg vorig jaar tussentijds zelfs een aanbie ding om bondscoach van Liberia te wor den, maar werd ook achtervolgd door een vroegere dwaling. De Franse justitie ver oordeelde Poortvliet begin dit jaar tot een boete van tienduizend gulden, omdat hij in zijn voetbalperiode bij Cannes een slordige boekhouding had gevoerd en te weinig belasting had betaald. Het is dat hij het zelf zegt. Jan Poortvliet krijgen ze niet zo maar klein. Dat blijkt nu ook weer in zijn nieuwe omgeving. De Jan Poortvliet bracht zijn enthousiasme over op de spelers en langzaam maar zeker is Overpelt Fabriek naar de bovenste regionen van de ranglijst geklommen. slangenkuil van het Belgische voetbal is niet direct een oase van rust voor een trainer, toch heeft Poortvliet er het nieu we geluk gevonden. „We drinken hier ook wel eens een pintje na de wedstrijd, maar niemand lult erover." Zijn inzet („elke dag op de club, weer of geen weer") wordt gewaardeerd en tac tisch heeft hij iets moois neergezet. Het is al een klein wonder dat hij zijn eerste vol le jaar bij Overpelt heeft overleefd, want binnen de club waren wel wat stromin gen die de Hollandse enclave kritisch volgen. Jan Poortvliet: „Ik was hier een halfjaar aan het werk toen ze vijftien man uit mijn selectie op straat hebben gezet. Met andere Belgische spelers kwa men ze niet tot een akkoord en toen heb ben ze mij gevraagd om in Nederland op zoek te gaan. Ik haalde tien Nederlan ders naar hier. „We gingen met dat nieuwe elftal de voorbereiding in en verloren de eerste drie wedstrijden. Het liep van geen kant, entoenmoest je dieBelgenhoren. Diebe- gonnen hatelijk te doen. Hup Holland hup zingen en zo. Dat moet niet te lang duren, anders mag je zo inpakken als trainer." Drie van de Nederlandse spelers werden in die begintijd ook nog eens betrapt op valsspelen. Jan Poortvliet: „Ze hadden tankpasjes gekregen van de club en maakten er misbruik van. Het schijnt dat ze met jerrycans gingen tanken op kosten van de club. Het bestuur heeft ze onmid- delijk ontslagen toen dat werd ontdekt. Dat kwam er dus nog eens overheen, Het ging al niet zo lekker en dan flikken die Plollanders ook nog zoiets." De Belgische club maakte er korte met ten mee, omdat een schoonmaak toch al zo hard nodig was. Drie jaar geleden werd Overpelt nog geleid door de broers Bleyens, twee ondernemers in de streek die zich met veel geld hadden ingekocht. „Ze zijn op een gegeven moment opge pakt voor fraude en andere duistere praktijken. Dat was de doodsteek voor de club. Overal schulden achtergelaten, spelers die vertrokken omdat ze geen geld kregen en uiteindelijk werd de club gedwongen om twee klassen lager te gaan spelen." Dat was weliswaar nog voor Poortvliet zijn tijd, maar hij heeft er wel de naweeën van gevoeld. Toen hij trainer werd, in de winterstop van 1997stond Overpelt met vier punten stijf onderaan. „Ik zat thuis na die RBC-affaire toen ze me belden om de zaak te komen redden. En ik kan nooit lang stilzitten, dus ik wilde wel. Het was ook niet eens zo ongunstig. Vanuit Eind hoven een halfuurtje rijden en het is een mooie streek in Belgisch Limburg." Het seizoen was echter niet meer te red den. „We eindigden met 28 punten als derde vanonder. En in de eindronde zijn we gedegradeerd." Het sein voor de grote schoonmaak was gegeven. Het Overpelt- se bestuur, dat een nieuwe weg was inge slagen, ontdeed zich prompt van een vreemdelingenlegioen met drie Joego slavische spelers, drie Ghanezen, een Marokkaan, een Braziliaan en een Zaï rees. Jan Poortvliet had kennelijk wel genoeg krediet opgebouwd om te blijven. Ster ker nog: ze vroegen hem om een nieuwe selectie op te bouwen, als het moest zelfs met een grote Nederlandse inbreng. Dat gebeurde dan ook. Twee, drie maanden duurde het voordat Poortvliet orde op zaken had. In het gezellige Belgische sta- dionnetje, met een gloednieuwe busi- ness-club, een eigen restaurant en een sauna- en ontspanningsruimte, ging het voetbal na die valse start weer leven. Verrijking Het enthousiasme van Jan Poortvliet sloeg over op de spelers en langzaam maar zeker is Overpelt in het voorbije jaar naar de bovenste regionen van de ranglijst geklommen. „Ik had het geluk dat er ook nog een jonge lichting achter de hand was. Toen het nodig was, heb ik jonge spelers ingepast, uit eigen jeugd, die een verrijking voor het elftal bleken te zijn. We zijn gepromoveerd omdat we een periodetitel hebben gehaald en in de promotiecompetitie boven iedereen uit staken." De Nederlandse kern is gebleven. Mare Frijters (ex-RBC) en F erry Maas komt uit de opleiding bij PSV, de laatste speelde zelfs als zeventienjarige nog in de Cham pions League tegen Barcelona. Bobby Schoonens komt van Helmond Sport, Ri chie Schiffer van DWS, Bas Schepers van Brabantia en Fons Kelgtermans van Poortvliets oude club De Valk. De Gha- Jan Poortvliet over de affaire RBC: „Ik weet wat ze over me vertellen, maar het doet me niks meer." fotografie Peter Smulders nees Assamoa is een routinier, de meeste Belgische spelers jong en gedreven. Jan Poortvliet vindt dat hij bij een gewel dige club terecht is gekomen. „Ik wil er zo lang mogelijk blij ven. Er leven bij de club weer grootse plannen. En er kan veel. We hebben voor dit jaar zelfs elf auto's (Opel Astra's) gekregen en nu we een klasse ho ger spelen, komt het publiek ook wel weer terug." Hij kijkt zeker niet om in wrok naar Ne derland. „Maar ik moet zeggen dat het hier veel beter werken is. En ik heb een heel mooie selectie. Van de 21 spelers zijn er tien onder de twintig. Ik speel wel een beetje op zijn Belgisch, met twee stop pers, maar met. veel beweging en inschui vende mensen. En druk zetten rond de middenlijn." Computers ,Tsj a geeft hij toe,ik heb naar Neder- land toe een hoop verpest. Dat wat met RBC is gebeurd, blijft altijd hangen. Ik kan me voorstellen dat PSV mij niet bin nenhaalt, omdat ze bang zijn voor geou wehoer. Maar ik heb het zelf weggestopt, het doet me niets meer. En als ik naar de Nederlandse clubs kijk, dan heb ik ook geen heimwee. Ze zijn hard op weg om het voetbal te verpesten met al die syste men. Ik zie computers in plaats van voet ballers." „Het avontuurlijke is weg, omdat jonge spelers altijd maar vanuit een taak moe ten spelen. Als ik Cruijff hoor, dan vind ik dat prachtig. Hij kan precies aangeven wat er allemaal is misgegaan-. En voor Co Adriaanse heb ik ook bewondering. Tweede worden met zo'n beperkt clubje is heel knap. Ze willen het allemaal imi teren, maar zo is er maar één. En ik zit er lekker ver vanaf nu." Het enige wat hij vervelend vindt, is dat hij nu 's avonds moet werken en overdag niets kan doen. „Het zijn amateurs en se- mi-profs, met wie ik werk. Ik heb mijn vrouw en twee dochters thuis, van zes tien en achttien. Ik zou het eigenlijk wel andersom willen: overdag werken en 's avonds thuis. Maar dat is het enige na deel van deze baan." Frits Bakker Alwin Don wil binnen twee jaar op A-lijst Alwin Don is de enige Zeeuwse arbiter in het betaalde voetbal. Komend seizoen fluit hij tenminste veertien wedstrijden in de Toto divisie. De inwoner van Oostkapelle investeert veel tijd in zijn loopbaan als scheidsrechter en wil binnen twee jaar de sprong maken naar de eredivisie. „We krijgen niet de waardering die we verdienen", zegt hij. „We worden gebruikt om een stukje frustratie te uiten." Achteraf drong het pas tot hem door dat hij voor de leeuwen was geworpen. Al win Don maakte zijn debuut in het be taalde voetbal bij ADO Den Haag, de club die berucht is om zijn oververhitte supporterschare. ADO DenHaag-Excel- sior was een hectisch duel. „Een pittige wedstrijd waarin ik de thuisclub zeker niet heb ontzien", herinnert Don zich. De Haagse ploeg won en Don kreeg veel complimenten. Én hij keerde heelhuids huiswaarts. Het zal je hobby maar zijn. Arbiters zijn vaak het lijdend voorwerp van hoon en spot. Ze worden uitgescholden, bespuwd en soms zelfs gemolesteerd. AJwin Don haalt zijn schouders op. Nog nooit is de 37-jarige Zeeuw in de problemen geko men. „Daar heb je zelf heel veel invloed op. Het is belangrijk dat je autoriteit uit straalt en dat je zelfverzekerd overkomt. Daarom heb ik er nog nooit last gehad", denkt Don. Maar hij beseft dat het onge luk in een klein hoekje zit. „Je hoeft slechts een iemand tegen te komen die niet voor rede vatbaar is." In het dagelijks leven is Don politie agent, een baan die op veel punten over eenkomt met het leiden van een voetbal duel. „Vooral in het begin had ik daar voordeel van", zegt Don. „Je bent ge wend om in de belangstelling te staan. Hetzelfde als ik in politie-uniform loop: mensen kijken naar je en verwachten dat je handelt. Daarbij ben je al getraind om goed om te gaan met druk en mensen." Het zijn allemaal factoren die van Don een goede arbiter maken. Als een komeet steeg hij vanuit de kelder van het ama teurvoetbal naar de eerste divisie. Zijn ambities heeft Don ook vaak moeten bij stellen. Eerst wilde ik in de derde klasse fluiten, toen probeerde ik de top van het amateurvoetbal te halen en nu hoop ik op de A-lijst te komen." Inmiddels heeft Don bewezen dat hij zelfs beladen wed strijden aankan. Ook aan ADO Den Haag-Excelsior hield Don een goed ge voel over. „Er was een heel mooie sfeer. Toen dacht ik: 'dit voelt goed, dit wil ik vaker meemaken'." Een wedstrijd leiden geeft hem een kick. Als na een wedstrij d de spelers j e komen bedanken, geeft me dat een goed gevoel" zegt Don. „Als je eerlijk handelt, wordt dat uiteindelijk gewaardeerd." Daarom stapt de arbiter uit Oostkapelle altijd met een goed gevoel van het veld. Nooit goed Toch vindt Don dat de Nederlandse scheidsrechters ondergewaardeerd wor den. „Arbiters krijgen niet de waarde ring die we verdienen", meent hij. De man in het zwart doet het ook nooit goed. Als een ploeg verliest, heeft de scheids rechter het vaak gedaan.We worden ge bruikt om een stukje frustratie te uiten." Dat een scheidsrechter op basis van tv- beelden wordt afgerekend, vindt Don onterecht. „Een arbiter handelt altijd Scheidsrechter Al win Don: „Ik moet nog iets brutaler worden." naar eer en geweten. Je beslist in een fractie van een seconde." Ook supporters, of bezoekers die zich zo noemen, appreciëren zelden het optre den van een scheidsrechter. De leidsman is vaak het mikpunt van kwetsende spreekkoren en spot. Toch kan Don daar eenvoudig mee omgaan. „Het publiek is voor mij van zo'n ondergeschikt belang dat ik spreekkoren bijna niet hoor", zegt Don. „Daar sluit ik me helemaal van af. Ik ben alleen bezig met mijn assistenten en de spelers." Als grensrechter is het bijna onmogelijk om je af te sluiten van het publiek, weet Don uit eigen ervaring. „Dan sta je na tuurlijk vastgenageld aan de lijn. Zo dichtbij de toeschouwers, dan worden foto Willem Mieras die opmerkingen wel irritant. En je kunt er niet van weglopen zoals een arbiter kan." Don investeert veel tijd in zijn scheids rechtercarrière. „Ik heb het eens bijge houden", zegt hij. „Naast mijn baan bij de politie ben ik er gemiddeld 23 uur per weck mee bezig. Soms wel 40 uur." Hij is altijd beschikbaar om een duel te fluiten. Op de maandag crosste hij door het hele land. Thuis staan enkele videobanden vol met wedstrijden waarin Don de fluit hanteerde. „Dat is mooi materiaal om te analyseren." Het tekent zijn gedrevenheid. Don wil koste wat kost de top bereiken. Hij weet ook wat er nog verbeteren. „Ik moet nog iets brutaler worden", vertelt hij. „Van nature ben ik een vrij rustige jongen, maar op het veld speel je toch een rol.De politieagent uit Oostkapelle is ook een paar keer met toparbiters Luinge en Van der Ende opgetrokken. Om het vak van de oude meesters te leren. Om het nog allemaal te kunnen combine ren, besloot Don om minder bij de politie te werken. Nu heeft hij daar voor 32 uur een kantoorbaan. „Dat is nodig om op dit niveau arbiter te zijn", meent hij. „De KNVB is gewoon mijn tweede werkgever. Als ik vaak tegen hen 'nee' verkoop, is het snel over en uit." De arbiters in het betaalde voetbal ko men - waarschijnlijk vanaf oktober - op de loonlijst van de voetbalbond te staan. Don krijgt dan een basissalaris plus een vergoeding per wedstrijd. „Maar dat staat niet in verhouding met wat de spe lers verdienen", zegt Don. Dat hij ook nog politieagent is, heeft een reden. „Ik moet het hebben van hard werken, want ben zelf geen uitzonderlijk talent. Geen must Binnen twee jaar wil hij de sprong naar de A-lijst maken. Die promotie geeft Don de bevoegdheid om eredivisiewedstrij den te fluiten. Elk seizoen maakt de KNVB een ranglijst op. De beste twee B- arbiters promoveren. „Maar dat is geen must. Ik geef mezelf een aantal jaren", zegt hij,Ik kan beter rijpen op de B-lijst en gepokt en gemazeld op de A-lijst ko men, dan te snel stijgen en daarna door de mand vallen." Hij is echter te laat voor een internatio nale carrière. Over twee jaar moet Don tot de elitelijst behoren, zou hij ook een interlandloopbaan ambiëren. „Maar dat heb ik uit mijn hoofd gezet. Daarvoor ben ik te oud", zegt hij. De 37-jarige Don weet dat hij nooit krakers als Feyenoord- Ajax zal leiden. „Dat is voor mij niet haalbaar, die worden bijna altijd toege wezen aan elite-scheidsrechters. Ik hoop bijvoorbeeld nog eens PSV-Twente te fluiten." Als vierde official heeft Don al vele subtoppers meegemaakt. Maar dat geeft hem weinig plezier, dan is hij nog liever scheidsrechter bij Veendam-Éxcelsior in een sfeerloze Lange Leegte. „Dat is voor mezelf tig keer leuker. Tim Senden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 32