Tussen het khat kauwen door wordt hard gewerkt Bosjesmens overleeft dankzij toerist Stabiel Somaliland wil absoluut geen hereniging met Somalië reportage zaterdag 7 augustus 1999 27 Ruim 40.000 jaar hebben de San zich in nauwe samenwerking met de na tuur in Zuidelijk Afrika kunnen hand haven. De cultuur van deze nomaden, die van dé Nederlandse kolonisten de naam 'bosjesmensen' kregen, is nu ernstig be dreigd. In deze moderne tijd zou er geen plaats meer voor hen zijn. Er gloort nu echter weer wat hoop: het geld van de toerist. Het einde van een tijdperk is zo'n beetje de standaard uitdrukking die vrijwel iedere Zuid-Afrikaan gebruikt als hij het over de bosjesmensen heeft. De meesten hebben dit nomadenvolk dan ook al opgegeven. Toch loopt in het wes ten van Zuid-Afrika al bijna tien jaar het Kagga Kamma-project om de Sancul- tuur nieuw leven in te blazen, liet project ligt voor een deel in het im mense Kalahari Gemsbok Nationaal Park op de grens met Namibië en Bots wana en voor een deel in het Cederge bergte. De woestijn is het eigenlijke leef gebied van de San, maar ze wonen nu in het Cedergebergte. Toeristen krijgen daar tegen westerse piïjzen de kans ken nis te maken met de leefwijze van de San. Voor de San lijkt de beschermde status, die ze daar hebben gekregen, de enige kans op overleving. Critici spreken ech ter van een 'menselijke dierentuin'. De Cederbergen is een moeilijk toegan kelijk gebergte, zo'n 200 kilometer ten noorden van Kaapstad. De weg naar Ka gga Kamma is eigenlijk alleen geschikt voor vierwiel-aangedreven voertuigen en vormt een soort natuurlijke hindernis voor de meeste toeristen. Alleen de echt geïnteresseerde komt hier, ook al maakt de gravel landingsstrip het gebied voor de rijkere toerist toch toegankelijk. Het klimaat is zeer extreem: van 45 graden in de zomer (december/januari) tot min 5 graden in de winter met als bekroning soms een sneeuwbui. Het gebied werd ooit ook bewoond door de Khoi-Khoi, die door de kolonisten Hottentotten werden genoemd. De twee volkeren zijn de eigenlijke bewoners van zuidelijk Afrika. De San leefden van planten en de jacht en trokken door heel Zuidelijk Afrika. De Khoi-Khoi hielden vee en bleven veel langer op een stek. Omdat de San geen melk op het menu heeft staan wordt dit als reden aange voerd dat een volwassene niet groter af naar het ideale strooitje. Als hij die ge vonden heeft begint hij okerverf en die renbloed met elkaar te mengen, om ver volgens een steen te gaan voorzien van de typische Santekens. Daarop wordt een man achtervolgd door een eland, de grootste antilopesoort van Afrika die volgens de San een heilige betekenis heeft. Iets verderop draait een vrouw het stug ge vel van een struisvogel in elkaar om het als halsband te gebruiken. Haar kind speelt met decoratieve zaadjes, kraaltjes en hoorntjes van kleine antilopen, die in een schild van een onfortuinlijke schild pad liggen. Een man bekijkt diverse takken om er een boog van te maken. Als hij er een ge vonden heeft laat hij hem goedkeurend zien aan de andere leden. Meestal wordt de snaar van de opvallend kleine boog gemaakt van de rugzenuw van de zebra of gemsbok, die extra stug is en dus veel veerkracht geeft. De pijl komt van de ko kerboom, die bekend staat om zijn rechte stam. De pijl bestaat uit drie delen; de punt, een kleine schaft en de draagstok. Als een dier getroffen wordt, valt de draagstok er automatisch af. Hierdoor kan de pijlpunt niet uit de vacht vallen als het dier vlucht. Gif De pijlpunt is voorzien van een gif en is de reden waarom de pijlen relatief klein zijn. De San in Kagga Kamma gebruiken een mengsel van slangen- en schorpioe nengif. maar dit mengt net als olie en wa ter. De lichaamssappen van een klein ke vertje fungeert als bindmiddel. Het ook voor mensen dodelijke gif wordt daarna verdikt om het net achter de pijlpunt te bevestigen. Dit wordt gedaan om onge lukken te voorkomen als de punt toeval lig wordt aangeraakt. Soms wordt een prooi achtervolgd, soms ook wordt deze later opgehaald. Het middel werkt zelfs bij de grote dieren binnen enkele uren. De San weten pregies welke delen aange tast zijn door het gif en welke ze kunnen eten. Het tafereel moet ooit heel gewoon zijn geweest, maar is tegenwoordig voorna melijk voor de toerist bestemd. Het geeft niet alleen inzicht in de leefwereld van de San, maar levert ook aardige souvenirs op. Corno van den Berg over moeizame handel en kleine oorlo gen. waarbij duizenden bosjesmensen het leven hebben gelaten. De Boeren, veelal nazaten van Nederlan ders, trokken steeds verder het achter land in, waardoor de Khoi-Khoi en de San moesten verhuizen. Ze werden ver dreven naar de noordelijker gelegen woestijnen en hun aantal liep snel ach teruit. In de zandjungle zijn geen rotsen om hun levenservaringen op te tekenen, dus is er zeer weinig informatie over dit tijdperk bewaard gebleven. De laatste honderd- dertig j aar moesten veel San hun vrij e le ven opgeven en probeerden ze te werken voor de blanke overheersers. De door de blanken meegebrachte ziekten, alcohol gebruik en prostitutie bracht de San op het randje van uitroeiing. Jachtcapaciteiten Volgens velen is het Kagga Kamma-pro- ject slechts uitstel van executie, want de bosjesman kan niet overleven in de mo derne tijd. Er struinen nog kleine groe pen San rond die grote gebieden nodig hebben in hun speurtocht naar voedsel. Hun leefstijl is even simpel als doelma tig. Naast een grote kennis van de plan tenwereld en dan voornamelijk wat daarvan eetbaar of anderszins bruik baar is, hebben ze buitengewone jacht capaciteiten. Hun voornaamste wapen is de pijl en boog en ze eten bijna alles: van muis tot olifant. Ze achtervolgen soms dagenlang een kudde olifanten of kleinere dieren zoals antilopen en kunnen lange tijd een sprint trekken. Omdat ze regelmatig hun leefgebied verruilen kan de natuur zich herstellen. De toerist mag een half uur kijken naar de bosjesmensenEen bezoek aan hun ei genlijke dorp is echter uit den boze. Voor de meeste toeristen is het tafereel niet meer een openluchtmuseum. Een groep je bosjesmensen zit om een kampvuur gezellig te kletsen. Een man brandt met een tak vruchtbaarheidssymbolen in een kalebas, die als drinkbeker wordt ge bruikt. Zijn buurman zoekt een grasveld wordt dan 1,50 meter, terwijl een Khoi- Khoi gemiddeld dertig centimeter groter is. De huidige wetenschap beschouwt beide volkeren als de voorouders van de moderne mens. Een bezoek aan deze vol keren is dan ook een duik in het verleden. De komst van de blanke kolonist had grote gevolgen. In 1487 zeilde de Portu gees Bartlomeus Dias om Kaap de Goede Hoop, tien jaar later zette Vasco da Ga- ma de eerste voet aan wal. De eerste ont moetingen met de bevolking mondden wisselend uit in ruilhandel of een bloed bad. Pas enkele eeuwen later werd een nederzetting opgericht. Onze landge noot Jan van Riebeeck was de eerste die in 1652 vlak bij de Tafelberg een bevoor radingsstation ontwikkelde voor de schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) die naar Azië trokken. Voornamelijk met de Khoi-Khoi ont stond een levendige ruilhandel. De eerste gedocumenteerde ontmoeting met de bosjesmensen was in 1655 toen een verkenningsexpeditie van Jan Win tervogel op enkele leden stuitte. Veel ver halen in de geschiedenisboeken verhalen Direct na de val van het regime van Siad Barre in Somalië in 1991 scheidde de voormalige Britse kolonie Somaliland zich af van de rest van het land en vormde een eigen regering. De eerste jaren bleef het op diverse plaatsen onrustig, maar sinds '97 is het land stabiel en wordt gewerkt aan de heropbouw van de onder Barre en in de jaren erna zwaar beschadigde steden. Het Westen meent dat het land uitstekend als voorbeeld kan dienen voor het nog altijd instabiele Zuiden en een actieve rol dient te spelen in het vredesproces aldaar. Somaliland zelf heeft de nodige bedenkingen. Een reportage. Deze tafereeltjes waren vroeger heel gebruikelijk, maar nu zijn ze vooral voor de toerist bestemd. Ook de bewakers in het presidentiële paleis kauwen khat. Het is vier uur 's middags en zowel buiten als binnen de presidentiële vertrekken zitten soldaten op de grond en stoppen onophoudelijk de stimulerende blaadjes in hun mond. Wa pens liggen verloren aan de kant. Voor be zoekers is nauwelijks aandacht. Versla ving gaat duidelijk voor veiligheid. Het kauwen van khat (ook wel miraa ge naamd) is een nationale tijdspassering in Somaliland. „Noem het maar gerust een nationale plaag", zegt Shukri Ismail van de niet-gouvernementele organisatie (ngo) Candlelight. De verwachting is dat zodra meer mensen uit het buitenland terugkeren en investe ren in de wederopbouw van Somaliland, er meer werk komt voor de mannen en ze hun zinnen vanzelf zullen verzetten. „Je ziet nu al dat mannen die in de bouw werkzaam zijn, alleen voor en na het werk khat kauwen, maar daar tussendoor hard doorwerken", zegt Amina Warsame van de Somaliland Women's Research and Ac tion Group, die zelf uit Canada is geko men om een bijdrage te leveren aan de we deropbouw van haar land. Zware gevechten Te restaureren en vernieuwen is er ge noeg. In 1988 liet toenmalig dictator Siad Barre zo goed als heel Hargeisa plat bom barderen. Ook andere steden als Burao bleven niet gespaard. In '91 en de jaren er na werd er zwaar gevochten tussen rivali serende legers en werden veel huizen met kogels en granaten doorzeefd. Bovendien werden in de steden duizenden mijnen ge legd, waarvan pas een deel is opgeruimd. De oorlogsschade is. kortom, onvoorstel baar groot. Want tegelijk met de materiële schade liepen ook de sociale voorzienin gen als onderwijs en gezondheidszorg, zwaar letsel op. Grootschalige hulp uit het buitenland bleef goeddeels uit. Probleem is dat Somaliland nog altijd niet officieel is erkend door de internatio nale gemeenschap en dus eigenlij k niet als onafhankelijke natie bestaat. Dat bete kent dat diplomatieke betrekkingen offi cieel niet aangegaan kunnen worden en omvangrijke leningen en donaties van Westerse landen en instituten als de We reldbank en het Internationaal Monetair Fonds uitblijven. Maar ook buitenlandse ngo's komen maar mondjesmaat (het Ne derlandse Novib is een gunstige uitzonde ring) over de brug met hulp. „Ze komen wel," zegt een regeringsfunctionaris cy nisch, „maai-ze doen niet meer dan rond kijken en hun zorg uitspreken over de schade en de enorme bedragen die ge moeid zullen zijn met de reconstructie, om vervolgens weer weg te snellen in hun luxe four-wheel-drives. Meestal zie je ze niet meer terug. De meeste ngo's besteden ook zoveel geld aan zichzelf dat ze nauwe lijks van enige betekenis voor ons land kunnen zijn." Voor de overheid in Hargeisa reden om de eigen bevolking te mobiliseren en zelf aan de slag te gaan. Wat geen gemakkelijke opgave is, want de inkomsten vanhet land zijn beperkt. De meeste buitenlandse va luta worden verdiend met de export van vee (koeien, geiten, kamelen) naar Saudi- Arabië en andere golfstaten. Verder zor gen Somalilanders die in het buitenland wonen en werken voor een gestage stroom dollars waarmee al diverse projecten zijn gefinancierd. Zoals het ziekenhuis in Burao, waarvan de restauratie door Uni cef zo vaak werd uitgesteld dat de burge meester op zekere dag het heft in eigen hand nam en de bevolking binnen en bui ten het land mobiliseerde. Het gebouw is inmiddels helemaal opgeknapt, het wachten is alleen nog op de apparatuur. Veilig De sfeer in Somaliland is op de meeste plekken heel ontspannen. Trots meldt zo wat iedereen dat het overal zo veilig is. Iedereen, ook vrouwen en blanken, kan tot 's avonds laat ongestoord op straat rondlopen. Bankbiljetten worden in krui wagens vol rondgereden en op straat ge wisseld. Burgers en de pers laten zich voortdurend kritisch uit over president Ibrahim Egal en zijn regering, maar wor den daarvoor niet vervolgd. Zegt ieder een. In het recente verleden zijn echter wel de gelijk journalisten en andere critici opge pakt en in de gevangenis gegooid. Zo meldt een rapport van Amnesty Interna tional dat de hoofdredacteur van de krant Jamhuriya, Hassan Said Yusuf, vorig jaar zes weken zonder proces werd vastgehou den vanwege kritische artikelen over de regering. Een journalist van de krant Hi- milo werd een aantal weken zonder offici ële beschuldiging vastgehouden in Ber- bera omdat hij leugens gepubliceerd zou hebben. Wat de gemoederen van pers en publiek het afgelopen jaar voortdurend heeft be ziggehouden, betreft de wijze waarop de regering omgaat met 's lands natuurlijke rijkdommen. Visserijrechten worden voor grof geld aan buitenlanders ver kocht die met geavanceerde schepen en vangmethoden de kleine Somalüandse vissers uit de markt stoten en Arabieren maken jacht op wilde dieren en zijn er op uit om 's lands mineralen te exploiteren, zo weet ontwikkelingswerker Abdulahi. De omvang van de plunderingen is echter niet duidelijk en Abdulahi hoopt dat de kwestie door interaationale organisaties zal worden uitgezocht. Op tweeënhalf uur rij den van Burao is het land dor en droog. Het enige wat de einde loze vlakten enigszins verlevendigt, zijn de soms torenhoge termietenhopen die de vorm hebben aangenomen van sculptu ren die in het Westen zondermeer tot mo derne kunst gerekend zouden worden. (Somalilanders gebruiken de hopen ook als metafoor in gedichten die het volk voorhouden dat als die kleine miertjes zulke bouwwerken kunnen verwezenlij ken, de mensen zelf zeker hun zwaar be schadigde land weer kunnen opbouwen.) Nomaden trekken door dit gebied op zoek Een landbouwproject buiten Burao. foto's Frans van den Houdt dwongen werden de benen te nemen. Het land zou uitstekend als voorbeeld kunnen dienen voor het nog immer in oorlog ver kerende Zuidenmeent het Westen en oe fent onder leiding van de Italianen druk uit op het Egal-regime om in oktober voor alle Somalische partijen in Hargeisa een verzoeningsconferentie te organiseren. ,Dat willen we best, maar er moet wel iets tegenover staan", meent minister van Buitenlandse Zaken Mahmoud Nour die zijn taak als vertegenwoordiger van een land dat officieel niet bestaat steevast als 'mission impossible' omschrijft. Nour denkt dan aan financiële en organisatori sche hulp, maar meer nog aan officiële er kenning door de internationale gemeen schap. Minder bespreekbaar is een mogelijke hereniging met het Zuiden. De meeste So malilanders reageren met 'nooit, nooit, nooit' op een dergelijke suggestie. De her inneringen aan decennia van onderdruk king door Mogadishu zijn nog niet uitge wist. Een enkeling meent echter dat als er straks ook vrede in Mogadishu is. hereni ging wel degelijk een serieuze optie is. Maar niet voor minister Nour van Buiten landse Zaken. „Ken je dat liedje van Hu- mpty Dumpty"?, vraagt hij en declameert vervolgens: „Humpty Dumpty sat on a wall, Humpty Dumpty had a great fall, all the king's horses and all the king's men, couldn't put Humpty together again." Frans van den Houdt De khat-markt in Hargeisa. naar voedsel en grasland. Om de natuur lijke bronnen zo goed mogelijk te be schermen en te beheren, heeft het Natio nal Resource Management hier speciale veldjes ingericht die onder de hoede ko men van een bepaalde gemeenschap. Een stuk land dat zeker 20 tot 30 jaar niet ge cultiveerd is, wordt met takken afgeba kend en vervolgens door de hoeven van het vee losgewoeld. De uitwerpselen van de beesten dienen als mest. Als het regent, kan binnen 48 uur het veld groen zijn. De veeboeren wordt tevens geleerd wanneer en hoe vaak ze hun beesten op het nieuwe gras kunnen laten grazen. Somaliland heeft vrede en stabiliteit weten te berei ken. „Alle partijen hebben vijf maanden bij elkaar gezeten tot ze het met elkaar eens waren"verklaart een minister trots. Hij vergeet er dan even bij te vermelden dat dissidente elementen vervolgens ge-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 27