Aan Cresson heb ik slechte herinneringen Wij zijn geen dumppaleis Europees Commissaris Karei van Miert reportage zaterdag 7 augustus 1999 23 Coca-Cola, Boeing, Volkswagen, Reed/Elsevier, Europees Commissaris Karei van Miert (concurrentie) had het met iedereen aan de stok. En toch bleef hij ongekend populair en alom gerespecteerd. „Ik heb ook wel een paar vijanden hoor, dat zal binnenkort wel blijken. Eens dat je weg bent, komen de natrappers." Karei van Miert werkt door. „Je kunt geen uren op deze baan plakken", verzekert de Europees commissaris die afgelopen zeven jaar veruit de belangrijk ste - en politiek gevoeligste - portefeuille beheerde: concurrentiebeleid. „Ik begin 's morgens vroeg en ga 's avonds door zo lang het gaat. De volgende ochtend sta ik wat vroeger op als het nodig is. En voor het weekend geldt eigenlijk hetzelfde." Het dramatische voorjaar waarin de vol tallige Commissie gedwongen werd ont slag te nemen, heeft zijn werklust niet ge broken. Onverstoorbaar ploegt hij voort, nu als demissionair commissaris, door de vele meters dossier die zijn werkkamer domineren. Coca-Cola weet er alles van, getuige de inval van EU-inspecteurs af gelopen week bij verschillende Coke-ves tigingen. Afscheidspresentje, met de har telijke groeten van Karei. Maar ook de Nederlandse pomphouders in de grens streek zijn inmiddels op de hoogte: Van Miert werkt door, dus of die concurrentie vervalsende subsidie van minister Zalm maar even terugbetaald kan worden. ,Jk heb nog helemaal geen vakantiege voel", glimlacht de 57-jarige Belg. „Er is nog veel te veel af te wikkelen.In augus tus gaat hij weg, naar een gehuurd huisje in de Haute-Provence. Beetje wandelen en uitrusten, om rond de vijftiende van dezelfde maand weer terug te zijn. Er moet toch iemand in Brussel op de winkel passen, verontschuldigt Van Miert. Zeker bij afwezigheid van de negentien collega commissarissen. „Ik moet ook toegeven: na een week begin ik alweer over allerlei zaken na te denken, en na twee weken is mijn vakantiegevoel echt over. Veertien dagen is het maximale wat ik ooit aan va kantie heb opgenomen in mijn leven. Daarna moet ik gewoon weer wat doen." Het pad effenen voor de nieuwe Europese Commissie bijvoorbeeld, het sterrenteam van voorzitter Romano Prodi dat begin september van start moet gaan. „Sterren team?" De hand gaat verbaasd naar de kin. „Dat moet de toekomst nog uitwij zen. Ik heb te vaak commissies meege maakt waarvan men aanvankelijk zei: 'Kijk eens wat een pak zwaargewichten bij elkaar'. Vergeet niet dat in de huidige demissionaire commissaris Edith Cresson werd gezien als een politiek zwaarge wicht, een voormalig Frans premier im mers. Voorzitter Santer: nog een voorma lig eerste minister, plus nogal wat oud ministers: Van den Broek, Pinheiro, Brit tan, Bangemann, Flynn. Op papier een zware club, de praktijk pakte heel anders uit." „Zelf heb ik nooit een ministerspost be kleed. Men moet zich niet laten verblin den door kwalificaties als zwaar- of licht gewicht. Meer dan eens blijkt dat mensen die ervaring missen zich des te meer inzet ten, en er daarom een succes van maken." U werkte zich dagelijks een slag in de rondte en dan brengt één sjoemelende commissaris - Edith Cresson - de hele commissie ten val. Bewaart u nog goede herinneringen aan collega Cresson? „Nee, alleen maar slechte. Ik ben destijds naai- voorzitter Santer gegaan. Ik heb hem gezegd: 'Jacques, je moet optreden, ontneem haar bevoegdheden, en ik ga randeer je dat een meerderheid in de com missie je steunt'. Ik had met verschillende collega's gesproken. 'Het is stom te sneu velen voor Edith' was ons wachtwoord." „Maar Santer durfde niet. Hij gokte op het rapport van het Comité van Wijzen, waarbij de verwachting was dat Cresson verder in de wind kwam te staan. Wel, de algemene conclusies van het rapport heb ben die aanpak doorkruist en de gehele commissie tot aftreden gedwongen." Waarom bent u nooit zelf naar Cresson toegestapt? „Ik lag al jaren met haar overhoop, ieder een wist dat in dit gebouw. Heel verve lend, want een dame aanpakken is niet altijd zo leuk. De situatie was echt onmo- gelij k gewordenTij dens de fusiezaak van Boeing en McDonnell-Douglas bracht zij Franse journalisten bij elkaar om mij in de rug te schieten. Dat soort toestanden. Er zijn limieten aan wat je kunt hebben. Met anderen lag ik ook wel eens overhoop maar dat praatte je dan uit. De enige met wie ik al die jaren - en ik heb in drie com missies gezeten - niet kon opschieten, was Cresson. Ik was echt verbouwereerd toen ik zag hoe ze hier opereerde. Als je met zo veel kwader trouw te werk gaat, vraag ik mij af waarover je nog moet praten." De nieuwe commissievoorzitter Prodi wilde zijn eigen mensen kunnen kiezen en niet langer opgezadeld worden met een 'slikken of stikken' kandidaat van de na tionale lidstaten. „Loop het lijstje maar af en je ziet dat het nauwelijks gelukt is. Nederland, België, Spanje, Groot-Brittannië, Duitsland, vrijwel allemaal lieten ze Prodi geen en kele keuze. Het zijn nog altijd de nationa le regeringen die bepalen wie naar Brus sel wordt gestuurd. Bij de samenstelling van zijn commissie gaat de voorzitter met geboeide handen te werk. Ik had gedacht dat er dit keer meer ruimte zou zijn. Maal ais puntje bij paaltje komt, blijft alles kennelijk bij het oude. Heel teleurstel lend." Uw eigen opvolger voor concurrentiebe leid moest uit een klein land komen, heeft u altijd gezegd. Het is Mario Monti ge wor den, de huidige belastingcommissaris uit Italië. „Een klein land was beter geweest. Als commissaris voor concurrentiezaken word je sowieso keihard aangepakt. Er wordt van alles gezegd en geschreven, Terwijl uw ster schittert, hangt over de commissie als geheel een grauwsluier van incompetentie en gesjoemel. De aankon diging van Telecom-commissaris Bange mann om zo snel mogelijk over te stappen naar telecomgigant Telefonica - een be drijf en een sector waar hij toezicht op moest houden - heeft dat beeld versterkt. „Het Europese concurrentiebeleid heeft onder mijn leiding een hoge vlucht genomen. We dekken nu praktisch alle ac tiviteiten af: ook de sport, media, tele communicatie zijn onderworpen aan de concurrentieregels. Afgelopen periode zijn we van vijftig staatssteun- en fusie- onderzoeken per jaar naar meer dan 250 gegaan. Heel wat zaken werden verbo den, en tientallen alleen maar goedge keurd onder zware voorwaarden. De krijtlijnen zijn uitgetekend van wat wel en niet kan." „Principiële gevallen rond Credit Lyo- nais, Boeing, WestLB, Volkswagen, on derzoek naar de Formule-1 races, bren gen duidelijkheid in de toepassing van het concurrentierecht. En het heeft onze ge loofwaardigheid opgevijzeld. Niet alleen in Europa, maar wereldwijd. In Amerika weten ze tegenwoordig heel goed dat de Europese Unie een sterke concurrentie- autoriteit heeft waar men niet omheen kan. Degenen die het geprobeerd hebben, zijn van een koude kermis thuisgekomen, inclusief Coca-Cola en Boeing. Ik geef grif toe, zo bescheiden ben ik niet, dat ik daar fier op ben." Uw imago heeft niet onder die daden drang geleden. Het lijkt wel alsof iedereen u lof toezwaait. „Ik heb ook wel een paar vijanden hoor, dat zal binnenkort wel blijken. Eens datje weg bent, komen de natrappers. Nu dur ven ze nog niet, vanwege lopende zaken. Maar ik zie niet hoe ik mijn werk anders had kunnen doen: je moet onafhankelijk optreden, op straffe van verlies aan ge loofwaardigheid. Mensen vragen wel eens aan mij: hoe heb je dat nou gedaan? Er is geen groot geheim aan verbonden. Het eerste antwoord is gewoon hard werken. Punt. Ten tweede: ruggengraat, de daad bij het woord voegen. Optreden in het be lang van de Unie, afstand nemen van het eigen nationaal belang. Derde: dossiers in orde. Dat betekent je ambtenaren af schermen tegen de talloze lobbyisten." soms direct op de man gespeeld, omdat het over heikele zaken gaat. Dan kun je beter voorkomen dat de tegenstander het liedje gaat zingen: dat grote land moet ons hebben." „Maar als het erop aankomt gaat het om de man of vrouw. Die moet ruggengraat hebben, voet bij stuk houden als het nodig is. Die kwaliteiten zijn belangrijker dan nationaliteit. Ik heb Monti vijf jaar aan het werk gezien en hij heeft mij altijd ge steund. Ook in de moeilijkste zaken, wan neer er zware druk vanuit Italië op hem werd uitgeoefend. Het is niet iemand die zomaar omvalt. Dat zag je ook bij het af schaffen van de duty-free, waarbij hij niets heeft toegegeven." De druk op de concurrentiecommissaris is hoog? „Die is heel de tijd enorm. Bondskanselier Schroder schreef onlangs nog een brand brief naar de pers over WestLB, een Duit se bank waarvan de commissie vindt dat ze bijna 1,8 miljard gulden staatssteun moet terugbetalen. Als 'der Kanzier' schrijft, gaat hij er van uit dat de commis sie 'amen' zegt. Gebeurt dat niet, dan is dat bij wijze van spreken majesteits schennis." „De WestLB-lobby was 'like heil', echt heel brutaal. Er is druk uitgeoefend op al le niveaus. Mijn collega's zijn massaal 'be werkt', een paar zijn er door de knieën ge gaan, de meerderheid gelukkig niet. Dat is een onderschat element geweest in deze commissie. De meerderheid bood vrijwel altijd weerstand aan de enorme druk." „Het is de vraag of de nieuwe commissie even onafhankelijk als deze zal opereren. De problemen nemen immers toe: er ko men steeds meer en zware dossiers, waar mee grote belangen gemoeid zijn en waar foto Koen Suyk machtige groepen achter staan. Daar wordt niet op geld gekeken. Het is een heel ongelijke strijd. Een klein groepje van twee, drie commissie-ambtenaren moet optornen tegen machtige advocatenbu reaus en een krachtige politiek lobby." Uverliest zaken bij gebrek aan personeel? „Geef me het dubbele aantal mensen voor kartelbestrijding en de resultaten zouden veel beter zijn. Ik heb daar nu 25 mensen voor, dat is duidelijk een gebrek aan man kracht Toch heb ik niet één zaak verloren, een kwestie van grondige voorbereiding. Ik zeg altijd tegen mijn medewerkers: als jullie mij ervan kunnen overtuigen dat we goede argumenten hebben, dan kan ik dat ook in de commissie en elders." Tevredenheid overheerst over de bereikte resultaten? „Ik vind die stap van Bangemann onver dedigbaar. Het is hem zeer kwalijk te ne men omdat hij de Europese Commissie en de Europese Unie in een slecht daglicht stelt. Het Verdrag van Amsterdam schrijft voor dat een commissaris na het beëindigen van zijn baan een zekere discretie en enige tijd in acht neemt, vooraleer hij iets nieuws aanpakt. Zeker als dat te maken heeft met zijn vorige werkzaamheden. Ik heb zelf ook wat aanbiedingen gehad. Maar toen een van de grootste advocaten kantoren een ballonnetje opliet voor een 'senior-partnership', heb ik direct gezegd: nee, dat kan niet." „Financieel was het ongetwijfeld zeer aanlokkelijk, maar ik heb genoeg inko men om behoorlijk van te leven. Ik heb ge tracht het altijd netjes te houden en dat wil ik in de toekomst blijven doen. Daar om heb ik het presidentschap van Nij en- rode wel aanvaard." Mare Peepercorn Karei van Miert neemt afscheid als Europees commissaris voor concurrentiebeleid en volgt per 1 april 2000 Neelie Kroes op als voorzitter van Nijenrode. Amerikaanse outlets dienen als voorbeeld voor de geplande Europese vestigingen. De onrust onder de winkeliers over de komst van fabriekswinkels had hij wel verwacht. Toch twijfelt Andrew Roud van BAA McArthurGlen, er niet aan dat de fabriekswinkels er zullen ko men. Roud is de stuwende kracht achter i de toekomstige outlets in Goes en Roer mond. „Het gaat er niet om óf de outlets er komen, maar wanneer en waar ze zul len komen." Vanuit zijn kantoor op de zesde verdie ping in Düsseldorf kijkt Roud uit over de Rijn die langs de oude stad richting Ne derland stroomt. Waarschijnlijk kan hij bij helder weer Roermond zien liggen, zo'n dertig minuten rijden vanaf de Duitse stad. Daar moet volgens Roud de eerste factory outlet van Nederland ko men. Eerder dan in Lelystad. Daar is hij van overtuigd, want „in Lelystad hebben ze problemen met het bestemmings plan." Na Engeland, Frankrijk en Oos tenrijk richt het Bi-its-Amerikaanse be drijf BAA McArthurGlen zich nu op de Nederlandse en Duitse markt. De factory outlet, ofwel fabriekswinkel, is een fenomeen dat afkomstig is uit Amerika. In vaak grote hallen aan de rand van de stad verkopen fabrikanten van merken hun collecties van voor gaande jaren rechtstreeks aan de consu ment. De zogenaamde 'leftovers' die in de reguliere winkel niet werden ver kocht, die de klant niet wilde. Ook kle ding en sportschoenen met fabrieksfout jes of 'rare' kleuren vinden op die manier toch nog een eigenaar. De producten zijn meestal 30 tot 50 procent goedkoper dan in de reguliere winkel. „Het gaat vaak om extreme maten, grote en kleine, die de voorgaande jaren zijn overgebleven", legt Roud uit. „De winkeliers zijn bang voor producten die eerst ook niet werden verkocht." Winkelcentrum De fabrieksdorpen doen sterk denken aan een gewoon winkelcentrum. Win keltjes, rij aan rij, met kleding, schoenen, sportartikelen en consumentengoede ren. „Geen grote fabriekshallen waar ie dereen uit dezelfde bak staat te graaien, zoals vroeger", verzekert Roud. „Wij zijn geen dumppaleis." Volgens de directeur worden klanten ook gewoon geholpen in de winkel als ze daar behoefte aan heb ben. „Een chique merk als Ralph Lauren zal zijn naam niet te grabbel gooien door er een graai-shop van te maken." „Toch zijn we geen winkelcentrum", wijst Roud de kritiek van de vereniging voor winkeliers van de hand. „Wij ver vangen de plaatselijke winkels nietIn de outlets heb je geen bank, supermarkt, groentewinkel of apotheek. Mensen ko men voor de impulsaankopen." Ondanks de 'leftovers' die niemand vorig seizoen wilde hebben, ziet het bedrijf de markt voor fabriekswinkels wel zitten. En Ne derland staat op het lijstje van BAA McArthurGlen, die wereldwijd zo'n der tig outlets heeftRoud twijfelt er geen se conde aan dat de winkels er zullen ko men. „De detailhandel verandert voortdu rend. Dat houd je gewoon niet tegen. In het begin waren de winkeliers tegen ke tens zoals Blokker, Zeeman en de Mars kramer. Nu is dat heel gewoon", legt Roud uit. „En zo zal het ook gaan met de outlets." „Alles wat nieuw is roept weerstand op. Zo gaat het overal", meent Roud. „Maar het gaat toch om de consument? Daar hoor ik de winkeliers niet over praten. In andere landen vormen de fabriekswin kels een aanvulling op de plaatselijke middenstand. En zijn ze populair." Dat deze plaatselijke middenstand omzet zou verliezen, wijst Roud van de hand. „Wij zorgen juist voor meer klanten." De vestiging in Roermond moet jaarlijks zo'n 4 tot 5 miljoen bezoekers trekken. Roud: Onder andere uit het Rührgebied in Duitsland waar zo 'n 18 milj oen consu menten wonen." Advertenties voor weekendjes Limburg, de historie van de provincie en de restaurants, moeten de consumenten naar de outlet doen ko men. „Mensen bezoeken een outlet ge middeld maar twee of drie keer per jaar, en vaker zullen ze ook niet komenIn Ne derland is men niet gewend om zomaar twee tot drie uur te rijden", weet Roud. „Er moet dus wel wat te zien zijn, min stens 20.000 vierkante meter aan win keloppervlak." Volgens Roud is het de bedoeling om bezoekers aan te sporen ook de stad te bezoeken. „Als een be paald product op is, dan verwijzen we door naar de winkels in het centrum." De winkeliers vrezen echter oneerlijke concurrentie doordat de outlets zich kunnen vestigen tegen veel lagere huur prijzen. Die lage huren wijst Roud sma lend van de hand. „Wij investeren 150 miljoen gulden in winkels, parkeer plaatsen en infrastructuur en dat moeten wij er ook weer uithalen", zo meent Roud. Roud, die afkomstig is uit Canada, ver diept zich sinds twee jaar in de Neder landse markt. Al die tijd bleef het opval lend stil rond de factory outlets. „We moesten ons eerst in de markt verdiepen en in alle wet- en regelgeving van Neder land", legt Roud uit. „Dat kost tijd." Maar ondertussen houdt hij de ontwik kelingen in Nederland nauwlettend in de gaten. Zo zat hij stilletjes achterin bij een presentatie van de Nationale Winkel- raad (autonome organisatie binnen het MKB) over de komst van de outlets. Be nieuwd naar de argumenten van de ver eniging voor winkeliers die tegen de komst van de outlets zijn. Hij kon zich niet aan de indruk onttrekken dat de winkelraad niet goed weet wat ze met de fabriekswinkels aanmoeten. „Ze zijn niet tegen de komst, zeggen ze. Maar pro beren de vestiging wel te voorkomen." Concurrentie De initiatiefnemers hebben niet alleen te duchten van de plaatselijke midden stand. Ook onder elkaar speelt de con currentie een grote rol. Fabrikanten van merken vestigen maar een bepaald aan tal fabriekswinkels bij elkaar in de buurt. En dat komt in Nederland onge veer op clrie outlets. Ook McArthurGlen vindt drie voldoende. De winkelraad telt momenteel zeven outlets in voorberei ding. „De fabrikanten van merken bepa len uiteindelijk het aantal outlets", legt Roud uit, „zij zijn de echte machtigen." Op den duur wil BAA McArthurGlen ook ten noorden van randstad nog een outlet. Andtew Roud: „Het gaat er niet om óf er outlets komen, maar wanneer en waar ze zullen komen." vertelt Roud wijzend op de kaart van Ne derland achter hem. Bij Goes en Roer mond prijken felgekleurde pijltjes, die de komst van een outlet aangeven. Ook op Venlo staat een pijltje gericht, maar dit is een oude kaart verzekert Roud. „Die geldt niet meer." Rixt Albertsma

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 23