Voor de juun dreigt het over en uit Verbod op gif nekt uienteelt in deze bijlage De Brandaris waakt over het wad Fotorubriek: onderweg Europees commissaris Van Miert weet van wanten Niets stopt de outlets nog Nog niet vergeten: Tom Okker Lange wachttijden op Schiphol De natuurramp van de eeuw: aardbeving in China Bosjesmens overleeft dankzij het toerisme reportage 2 zaterdag 7 augustus 1999 Het moet afgelopen zijn, zo heeft een Wagenings college verordend. Het moet afgelopen zijn met Basagran, Pyramin, Ramrod en Stomp. Dat zijn niet de namen van vier rovers uit het illustere gezelschap van Ali Baba. Het zijn middelen die gebruikt worden om onkruid te bestrijden op akkers waar uien groeien. De consument hoeft niet te schrikken; er worden heden geen uien op de markt gebracht die schadelijk zijn voor de gezondheid. Ramrod, Stomp en hun collega's vormen geen bedreiging voor de mens. Maar wel voor het milieu. Voor de bodem en het water. Misschien. Vandaar dat het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen heeft gemeend het gebruik van de stoffen te moeten verbieden. En daarmee is het afgelopen met de juun. Zonder die bestrijdingsmiddelen teelt men niet op redelijke schaal uien; er zijn geen alternatieven voorhanden. Geen zoete lucht meer over het land dus en geen werk meer voor duizenden mensen die de uien sorteren, verpakken en transporteren. In de agrarische sector en binnen de on dernemingen die in het verlengde van de uienteelt werken, maakt gelatenheid plaats voor verbazing, ongeloof en boos heid. Vooral ook in Zeeland en op Goeree Overflakkee waar de uien een belangrijk segment vormen binnen de akkerbouw. Voor andere gewassen liggen de prijzen vast. De ui wordt gebruikt om mee te gok ken: soms levert het niets op, soms wordt er goed aan verdiend. Het verbod gaat in op 1 januari van het jaar 2000. Als de beleidsmakers op de mi nisteries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu de regels niet alsnog bijstellen, gaat een belangrij ke landbouwactiviteit compleet naar de knoppen. De leden van dat College voor de Toelating hebben daar nooit over na gedacht. Die zijn daartoe niet op aarde. Ze bekijken de regelgeving, duiden aan hoe die naar hun inzicht moet worden toege past en overwegen niet wat de gevolgen voor bijvoorbeeld de economie zijn. Wie er de dupe van wordt, zoekt het maar uit. Smaakmaker De ui doet een mens wel wenen, maar een ontroerend gewas is het niet bepaald. De bol van de lelief amilie zal weinig dichters inspireren en aan de ui wordt slechts een enkel lied gewijd. De Zeeuwse bard Peter Dieleman heeft er een vers over geschre ven, maar daarin klinkt vooral veel moei lijke jeugd door. Prozaïsch of niet, de ui wordt massaal en zeer divers genuttigd: als smaakmaker in sausjes en salades, ge- Export top-tien I In Nederland gete xlOOOkg 592.681 tomaat 452.044 komkommer 328.982 paprika 214.393 5 KSgtf appel 192.794 6 jal '"'- v. peen 183.339 7 sluitkooi 113.681 8 1*.'^' peer 91.856 9 EÜ champignon 71.825 10 Hl spruit 53 267 ne Maatregel van Bestuur is vastgelegd, ongeldig verklaard. Ginjaar: ,,Dat maakt de zaak heel gecompliceerd. We denken in de loop van september met een rapport te komen, maar ik verwacht dat we er niet in zullen slagen met duidelijke uitspraken te komen. Wij zijn ons er van bewust dat een verbod als dit enorme economische reper cussies zal hebben. Dat laat ons niet koud. De gevolgen voor de sector zullen moeten worden afgewogen tegen de milieubelan gen en dat is altijd uitermate subjectief. Er moet niet bij voorbaat 'ach en wee' ge roepen worden, maar eenvoudig ligt het niet." Verbod „Geef ons de tijd", wordt vanuit het be drijfsleven geroepen. „Als het verbod van kracht wordt, loopt de teelt van uien bin nen enkele jaren enorm terug. Wat over blijft, zal structureel een veel hogere kostprijs hebben, waardoor de concur rentiepositie dramatisch verslechtert." Directeur W. Moerdijk van de uienhandel Monie in Nieuwdorp, een middelgrote on derneming met een omzet van tussen de 25.000 en de 30.00 ton uien per jaar: „In omringende landen zal het verbod niet gelden, dus daar gaat de teelt gewoon door. Het verbod dat men nu wil doorvoe ren, is in feite een experiment. Na een paar jaar wordt bekeken of het effect heeft gehad. Als dat niet van betekenis is, worden de middelen die er nu uitgaan, weer toegelaten. Maar dan is er intussen wel veel kapotgemaakt door mensen die buiten de werkelijkheid staan en van ach ter hun bureau beslissingen nemen. Het gaat in nader instantie ook om gewassen als graszaad, bloemzaden, vlas, erwtenen bruine bonen. Op deze manier blijven in Zeeland alleen aardappelen, tarwe en bieten over. Landschappelijk gezien is dat niet aantrekkelijk. Als de rijksoverheid de regels niet aanpast, vermindert de landschappelijke diversiteit die ze zelf zegt na te streven." Het is de vraag of de Haagse beleidsma kers de uienteelt om zeep zullen helpen. Het lijkt waarschijnlijk dat op uitstel van het verbod wordt aangekoerst om tijd te winnen om alternatieven te vinden. De Zeeuwse boeren en de trits bedrijven in het verlengde van de teelt zien intussen een zware bui hangen. Die vroeg of laat naar beneden kan komen. AJ. Snel bakken, gefrituurd, in de spies op de bar becue, verwerkt in chutney, in haché, hutspot en goelasj en fijngehakt over de maatjesharing. In Zeeland is, net als op Goeree Overflak kee, al heel lang goed begrepen dat het gaat om een voedingsmiddel waar altijd vraag naar zal zijn. En dë grond hier is ge schikt om uien te telen. Vandaar dat de Stichting Nederlandse Uien federatie (SNUIF) in de jaren vijftig en zestig in de agrarische wereld een warm onthaal ten deel viel. De SNUIF deed onderzoek naar rassen, teeltmethoden, bewaarbaarheid van het product en onkruidbestrijding en die bezigheden brachten de teelt op een hoger plan. De toenmalige directeur van de stichting, C.W.C. van Beekom, promo veerde ooit op een dissertatie over uien en sjalotten. Hij constateert, als hij terug- en vooruitkijkt: „Het gewas is typisch aan deze streken gebonden. Er heeft een ont wikkeling plaatsgevonden die je maar niet zo ineens kunt terugdraaien. Als je tussen de rijen uien al mechanisch on kruid kunt bestrijden, dan zal dat toch in de rijen zelf niet gaan. Met de hand wer ken, dat gaat niet. Dat kost veel teveel Over het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen, heeft hij slechts cén vraag: „Zijn ze helemaal mal?" 1 v Subjectief De woordvoerster van het college, Corine Verkleij, meent van niet: „Wij voeren de wet uit", zegt ze. „Het college bestaat uit negen mensen die op persoonlijke titel zijn aangewezen door vier ministeries. Je moet denken aan mensen als: een deskun dige van een zuiveringsschap, een hoogle raar aan de landbouwuniversiteit, een oud-kamerlid en een bedrijfsarts. Ze han teren criteria die voortkomen uit Europe se regelgeving. Ze kijken niet naar econo mische gevolgen van een verbod of naar Als dc strenge regels voor bestrijdingsmiddelen worden doorgevoerd,- verliezen duizenden mensen die de uien sorteren, verpakken en transporteren hun baan. fotografie Lex de Meester alternatieven. De criteria hebben betrek king op de uitspoeling van stoffen, de af breekbaarheid en de giftigheid. Daar zit inderdaad een subjectief element in. Het gaat erom wat j e nog wel en niet meer aan vaardbaar vindt; hoe beoordeel je het her stellend vermogen van een ecosysteem en welke populatie watervlooien vormt de ondergrens." Er is een uitwijkmogelijkheid. Op basis van Europese regels kunnen nieuwe stof fen, die niet aan de criteria voldoen, onder geen beding worden toegelaten. Oude stoffen, die voorheen gebruikt mochten worden, kunnen echter, nadat het College ze heeft vei-boden, aan een nadere be schouwing worden onderworpen. Daar voor hebben de beleidsmakers een com missie doen vormen, die bekijkt of de stoffen voor de agrarische sector onmis baar zijn. Die commissie, onder leiding van oud-minister L. Ginjaar van Volksge zondheid en Milieuhygiëne, heeft het nu moeilijk. De voorzitter van wéér een an der orgaan, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, heeft namelijk het be grip 'onmisbaar', zoals datineenAlgeme-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 21