Terugkeer van
een veldheer
Vladimir Samsonov, Europa's hoop in bange dagen
Blange
moet er
hard aan
trekken
Toptafeltennisser
in anti-sportland
21
PZC
vrijdag 6 augustus 1999
weet Blangé van geen wijken. Zijn motor
tje blijft maar ronken. De enige verkla
ring die de speler kan geven, is zijn volley
balverslaving. Blangé kan niet van dat
spelletje loskomen. „Tja, en als je dan nog
ambities hebt en er niet wordt uitge
speeld, ga je maar door", is de werkelijk
heid een simpele optelsom van feiten.
Maar zelfs de 'junk' erkent dat het einde
nakende is. „Want het WK na 2000 zal ik
niet meer halen. Me dunkt dat het dan wel
afgelopen zal zijn."
Over zijn bezigheden na het volleybal
heeft Blangé nog amper nagedacht. Wél
over zijn status. Hij wil vrij zijn, zelf kun
nen bepalen wat en wanneer hij iets gaat
doen. En dat zal lukken, want de volley
baller heeft zich financieel onafhankelijk
gespeeld. „Je moet dan niet aan voetbal
bedragen denken, maar ik heb genoeg
verdiend om me in de toekomst verzekerd
te weten van mij n vrijheid. Het lijkt me lo
gisch dat ik in de sport actief zal blijven,
daar heb ik tenslotte verstand van. Nee,
juist niet als coach. Ben ik weer zo vaak
van huis en moet ik weer voortdurend op
gevouwen in vliegtuigen zitten."
„Een beetje begeleiden bij contractbe
sprekingen lijkt me wel leuk. Alleen daar
is in het volleybal geen droog brood mee te
verdienen. Maar ach, er zal toch wel iets te
vinden zijn voor een vent die twintig jaar
aan de top heeft gespeeld, in alle uithoe
ken van de wereld is geweest en zijn talen
spreekt? Nee, daar maak ik me geen zor
gen over. Zo lang ik maar de gelegenheid
heb om te gaan golfen als ik daar zin in
heb."
Vrijheid
Filosoferend over de vraag welke trainer
hem mede gemaakt heeft tot de topspeler
die hij nu is, komt Blangé uit bij Joop A1-
berda. Dat was de coach die hem de vrij
heid gaf waar hij naar verlangde. „Joop
zei: 'Jij speelt in Italië en weet veel meer
van volleybal dan ik. Ik moet van jou le
ren.' Dat is een benadering die bij mij
past."
In die vaststelling ligt een veroordeling
van Arie Selinger opgesloten. De man die
het Nederlands volleybal van een nieuwe
dimensie voorzag, kan inderdaad op wei
nig sympathie van Blangé rekenen. Oké,
Selinger krijgt de credits hem de weg naar
de top te hebben gewezen, maar daarmee
houdt zijn genegenheid voor de man, die
in de jaren tachtig als volleybalgoeroe
door het leven ging, wel op. In de zienswij
ze van Blangé staat Selinger synoniem
voor manipulaties. „Maar door dat spel
prikte ik heen", prijst de speler zich nog
steeds gelukkig. „Neem 1989 toen Selin
ger tegen alle afspraken in naar Japan
vertrok. Zijn argumentatie was dat het
team volwassen genoeg was om op eigen
benen te staan. Om er aan toe te voegen
dat hij over drie jaar weer beschikbaar
was. En 1989 plus 3 maakte wel 1992, toe
vallig een olympisch jaar... Dat bedoel ik
nu met die man."
Het keurslijf van Selinger zat Blangé veel
te strak. „In Italië heb ik geleerd om vol
leybal heel individueel te benaderen. Als
iedere speler voor zichzelf zorgt dat hij
goed is, wordt het niveau vanzelf gemeen
schappelijk opgekrikt. Dan is de taak van
een coach om eenheid te kweken. En suc
ces is bijna verzekerd. Zie Alberda. Bo
vendien was hij zo slim om op het hoogte
punt te stoppen. De naam Alberda blijft
daarom voor eeuwig verbonden aan goud
in Atlanta."
Henk Stouwdam
zuipt. „Er is er namelijk maar één die me
uit Sydney kan houden; dat ben ikzelf", is
een uitspraak die de bewierookte spelver
deler typeert.
Van de verwachtingen die gepaard gaan
met Blangé's heroptreden wordt hij niet
warm of koud. „Je denkt toch niet dat ik
me daar druk om maak", klinkt het een
kan het evenmin alleen, vergeet dat niet.
Als een aanvaller die bal niet op de vloer
rost, ben ik ook hulpeloos."
Het belang van zijn rentree moet ook weer
niet worden overdreven, wil Blangé er
mee zeggen. Ach, en dat hij als de verlos
ser wordt gezien, zal hem een zox-g zijn. Zo
lang Blangé maar niet als een tovenaar
wordt beschouwd „Want ik ben ook weer
niet de garantie voor succes", verliest de
routinier de realiteit ongaarne uit het
tikje provocerend. „Het interesseert me
helemaal niets wat anderen vinden. En
evenmin dat ik onder druk sta. Ik heb
overal ter wereld gespeeld en op de we
reldtitel na alles gewonnen. En daarmee
geleerd me van niets en niemand iets aan
te trekken. Ik speel, doe mijn stinkende
best en wat er van komt, komt ervan. En ik
Over het beroemde schisma wil Blan
gé weinig meer kwijt. Gedane zaken
nemen geen keer, redeneert hij.
Toon Gerbrands had een jaar ge
leden een andere zienswijze.
Kan gebeuren, omdat de
bondscoach nu eenmaal uit
een andere cultuur stamt.
„Ik was gewend heel hard te
werken en te knokken voor
een hoog niveau. Onder
Gerbrands veranderde dat
en mijns inziens zou dat ten
koste gaan van de presta
ties." Aangezien Blangé dan
niet de figuur is om zijn
mond te houden, was Het
Conflict gebeuren.
Bovendien speelde indertijd
een strijd om de macht.
Blangé was aanvoerder en
stond hiërarchisch aan de
top. Maar Gerbrands koos
Bas van de Goor als zij n aan
voerder. Daarmee trof hij
Blangé in het hart. „Ik nam
aan dat hij veranderde ten goede
van..." In dat daaropvolgende
krachtenveld van botsende belangen
en tegengestelde opvattingen, legde de
speler vervolgens het loodje. Uiterst pijn
lijk, windt Blangé er geen doekjes om.
De rancune is inmiddels gesleten, het ge
zonde verstand teruggekeerd en de ruzie
met Gerbrands bijgelegd. „Ik heb "van
Toon te horen gekregen wat ik wilde ho
ren en daarmee is de kous af. Nee, ik zeg
niet of hij zijn excuses heeft aangeboden.
We hebben met elkaar afgesproken over
de inhoud van onze gesprekken niets naar
buiten te brengen. Weet je, ik zie de zaak
heel zwart-wit: wil je winnen, of niet?
Daarop word je in de sport afgerekend, zo
simpel is het. Boven
dien weet ik inmid
dels uit ervaring dat
je een succesverhaal
niet schrijft zonder
mislukkingen."
Maar hoe zit het dan
met die voorwaar
den? Blangé had toch
zijn eisen gesteld. De
spelverdeler beweert
van niet. „Ja, er
moest gepraat wor
den, maar dat lijkt me
logisch na wat er was
gebeurd. Natuurlijk,
vergeet ik niet wat me
is aangedaan. Maar je moet zo groot kun
nen zijn om daar overheen te stappen. Dit
conflict telde louter verliezers. We hebben
een jaar verspeeld. Bekijk de wereldrang
lijst maar. Van de koppositie is Nederland
geduikeld naar ik-weet-niet-wat-voor-
lage-plaats. Daar moet verandering in
komen. Vijf van de zes basisspelers ston
den twee jaar geleden ook in de ploeg die
met twee vingers in de neus Europees
kampioen werd. Die kwaliteiten kunnen
toch niet zomaar verdwenen zijn? Daar
om heb ik er vertrouwen in. Wat denk je,
anders was ik er echt niet aan begonnen."
In tegenstelling tot zijn generatiegenoten
De perfectionist is terug, maar nog niet zijn
perfectie. Komt wel, want zelfs Peter Blangé
heeft tijd nodig om op niveau terug te keren. Geen
volleyballer kan ongestraft twee maanden de
vakantieman uithangen. De botten kraken en de
spieren piepen dezer dagen in Sydney, waar de 34-
jarige spelverdeler, na een jaar strafbank, zijn
rentree maakt. Hoe het gaat? Nog niet echt goed.
„Man, het is een zooitje, alle lijnen zijn
verdwenen", ontsnapt het na een training. Dus is er
voor Blangé werk aan de winkel, véél werk.
De Olympische Spelen, daar doet Peter
Blangé het allemaal voor. Zonder de
honger naar een derde medaille zou de
spelverdeler al lang een vette punt achter
zijn loopbaan hebben gezet. „Want laat
één ding duidelijk zijn: het gaat mij alleen
om Sydney."
Uitgerekend in die stad keerde Blangé de
ze week terug in de moederschoot van
Ox-anje. Mooie symboliek, zou je denken.
Maar niet voor de gelouterde speler.
„Schei uit zeg, dit is niet de rentree van
een welzijnswerker." Als het aan Blangé
had gelegen, zou hij pas na het Europees
kampioenschap, begin september, in de
trein zijn gestapt. Maar de spelverdeler
begreep ook wel, dat er geen tijd was te
verliezen. Het volleybalteam is bezig aan
een vrije val, die zo snel mogelijk gestopt
moet worden. De Spelen komen anders in
gevaar.
Als het lichaam van Blangé weer gaat
doen wat de geest wil, zal het wel weer
lukken met de volleyballers. Want twintig
vlieguren verwijderd van Nederland is de
inwoner van Oegstgeest als vanouds het
scharnier van Oranje. Oké, de zuiverheid
in de set-ups laat nog iets te wensen over
en de afstemming met medespelers ver
langt verfijning, maar de veldheer is on
miskenbaarterug. De ploeg merkbaar op
gefleurd.
En Blangé? Die is in Australië volledig
zichzelf, heeft zichtbaar plezier en is hard
bezig om er 'down under' weer bovenop te
komen.
Peter Blangé wordt gezien als de
verlosser van Oranje. „Het gaat
mij alleen om Sydney, en om
winnen."
foto Jon Reid
Maten
In de herkansing bij Oranje krijgt Blangé
de gelegenheid zijn afscheid zelf vorm ge
ven. En voor de goodbye-party, septem
ber 2000 in Sydney, wil hij graag een paar
maten uitnodigen. Want als het aan Blan
gé ligt, keren ook Henk-Jan Held, Olof
van der Meulen, Martin van der Horst en -
wie weet - Jan Posthuma terug in Oranje.
Met Held en Van der Meulen is al contact
geweest, maar vooralsnog houden die de
boot af. De namen van Van der Horst en
Posthuma noemt Blangé op eigen gezag.
„Waarom niet?", riposteert hij een vra
gende blik. „Als je de hedendaagse wis
sels analyseert, wordt vaak een beroep ge
daan op specialisten. Nou, als je dan over
een blok praat, denk je toch onmiddellijk
aan Posthuma. En aan Van der Horst, die
bovendien nog op behoorlijk niveau
speelt in de Belgische competitie. Al neem
je Posthuma maar mee voor dat ene punt
waarmee je een medaille pakt..."
Het is duidelijk: met Blangé is de winnaar
puur sang teruggekeerd in het Neder
lands team. De man die liever met kloot
zakken goud pakt, dan met vrienden ver
Samsonov wordt in staat geacht de Chinezen te stoppen. foto's Cees Zorn/G PD
Zet tien mensen op een rij, laat ze een poosje naar het dagelijkse doen en laten
van Vladimir Samsonov kijken en vraag ze dan met welk soort mens ze te
maken hebben. Tien tegen een dat er niemand zegt dat hij een sporter voor zich
heeft. Vladimir Samsonov lijkt in de verste verte niet op een sportman, laat staan
op een toptafeltennisser. De 23-jarige Wit-Rus oogt met zijn 190 centimeter een
beetje slungelachtig en komt verlegen over. En toch, Samsonov is Europa's hoop
in bange dagen. Hoewel hij donderdag werd uitgeschakeld op het WK, blijft hij
de man bij uitstek die de Chinezen er de komende jaren onder kan houden.
ik twee weken in Minsk en twee weken in
Moskou. Zo veel als toen zal niemand ooit
getraind hebben. Soms was ik acht uur
per dag bezig. Daar ligt dan ook de basis
van mijn succes."
Heel opvallend in het spel van Samsonov
is dat hij zo ontzettend weinig onnodige
fouten maakt. Heeft hij die in die jaren uit
zijn spel gebannen? „Tafeltennis is zo dy
namisch, het gaat niet alleen om dat soort
dingen. Je moet atletisch zijn, nagenoeg
alle slagen beheersen, op iedere service
een antwoord hebben, altijd verschrikke
lijk goed geconcentreerd zijn en ga zo
maar dooi'. Maar het is wel prettig om te
weten dat je tegenstander de bal langs je
heen moet slaan om een punt te scoren."
In zijn jonge jaren won de Wit-Rus alles
wat er aan jeugdtoernooien te winnen
was. Zeventien medailles vergaarde hij op
Europese jeugdkampioenschappen,
waarvan veertien gouden. Op zijn acht
tiende verhuisde hij al naar Duitsland,
omdat hij meende zich alleen daar verder
te kunnen te ontwikkelen. Daarmee was
hij een uniek geval. Alleen supergetalen-
teerden staan zo vroeg aan de top. Danny
Heister en Trinko Keen bijvoorbeeld kon
den zich als tieners ook met de beste Euro
pese jeugdspelers meten. Ze deden er ech
ter een jaar of acht over om ook de top bij
de grote jongens te bereiken.
Vladimir Samsonov is immens popu
lair in het Eindhovense Indoor Sport
centrum, waar deze week het wereldkam
pioenschap wordt gehouden. De huidige
nummer één van de wereld wordt steevast
achtervolgd door handtekeningenjagers
en moet met Jan en Alleman op de foto.
Vriendelijk willigt hij alle verzoeken in.
Ook voor een interview wil hij wel tijd
vrijmaken, maar het dringende verzoek is
om het wel kort te houden. Terwijl zijn
concurrenten aan hun middagslaapje be
ginnen, zit hij nog in een snikhete sport
hal.
Eén van de eerste vragen lij kt daarom niet
zo gelukkig gekozen. Tafeltennisliefheb-
bers vergelijken Samsonov graag met Pe
te Sampras: ze zijn beiden lang, voeren de
wereldranglijst van hun sport aan, slaan
de bal alsof het de gemakkelijkste zaak
van de wereld betreft en zijn de rust zelve.
Hoe denkt Samsonov daarover? Het ge
zicht betrekt een beetje. Pete Sampras?
Die kent hij amper. „Ik hou eigenlijk niet
van sport. Ja, van tafeltennis natuurlijk.
Ik vind het heerlijk om tegen een balletje
te slaan en naar een concurrent te zitten
kijken. Heel soms kijk ik naar Europa
cupvoetbal. Maar daarbij blijft het."
Achteraf gezien is dat antwoord niet zo
verbazingwekkend. Samsonov komt uit
een land waar de dagelijkse strijd om de
eerste levensbehoeften de sport onder
sneeuwt. Naar boksen en gewichtheffen
wil de gemiddelde Wit-Rus nog wel eens
kijken, maar naar tafeltennis? Naar Vla
dimir Samsonov? Nooit van gehoord.
Ballet
Ook in huize Samsonov was sport een on
bekende grootheid. De kleine Vladimir
deed tot zijn zevende aan ballet. Door een
toeval kwam hij in aanraking met het ta-
feltennisclubje van juffrouw Polina Gor-
ovskaja, die als eerste doel had om de
kindei-en van de straat te houden. In dat
groezelige zaaltje in Minsk bleek echter al
snel dat dat lange dunne ventje een onge
kend talent had voor het spel. Zijn vader
stuurde Vladimir door naar een echte ta
feltennisclub en het begin van een on
waarschijnlijke carrière was daar
Veel meer dan tafeltennissen deed de Wit-
Rus vanaf dat moment niet. Tot zijn zes
tiende levensjaar was de belasting on
waarschijnlijk hoog. „Per maand trainde
Op zijn 23e staat Vladimir Samsonov voor
de tweede keer in zijn carrière op de eerste
plaats van de wereldranglijst. „Maar die
ranglijst geeft een vertekend beeld",
vindt hij. „De Chinezen hebben een aan
tal toernooien laten schieten. Ze zijn een
half jaar aan één stuk thuisgebleven.
Daarom sta ik nu nummer één. Normaal
gesproken sta ik derde of vierde."
Hoewel hij de vorm de laatste weken voel
de groeien, wilde Samsonov zich daarom
geen favoriet voor de wereldtitel noemen.
„De Chinezen zijn favoriet", sprak hij
dinsdag. „Ze zijn hier met negen man. Wil
je kampioen worden dan moet je er een
paar verslaan."
Het waren profetische woorden. De Chi
nees Ma Lin sloeg hem uit het toernooi.
Behalve Ma Lin zitten nog twee Chinezen
bij de laatste acht.
Goede herinneringen
Aan het Indoor Centrum in Eindhoven
bewaart Samsonov goede herinneringen.
In 1997 werd hij er tweede op de Top
Twaalf en vorig jaar greep hij er de Euro
pese titel, na die gedenkwaardige partij in
de halve finale tegen Trinko Keen
„Ik weet dat ik toen geluk heb gehad",
lacht Samsonov. Trinko had de eerste
game gewonnen en stond de tweede met
20-18 voor. Een 2-0 achterstand had ik
nooit meer goedgemaakt, maar ik won de
game toch nog en daarna ook de partij.
Daardoor had ik in de finale tegen Primo-
rac vleugels. Dat gaat meestal zo. Als je
door het oog van de naald gekropen bent,
heb je het gevoel dat je daarna niets meer
te verliezen hebt. Tegen Primorac speelde
ik een van mijn beste partijen ooit."
Zo mocht het wat hem betreft nu weer
gaan. Samsonov had een gunstige loting,
maar voorzag problemen. „Het seizoen
duurt al ontzettend lang. Ik ben vanaf juli
vorig jaar onafgebroken bezig. Voor het
WK heb ik vier trainingskampen gehad,
mede omdat het WK in Belgrado werd af
gelast. Ik begon last van pijntjes te krijgen
en daarover maakte ik me zenuwachtig.
Ma Lin had daar geen last van. Hij had
rust genomen en was topfit."
Koen de Vries
zie ook pagina 24