Variaties op vis Galgenhumor naast romantiek PZC Lekkere wijn op halve dag rijden Consumptie nog steeds niet hoog tafel en trend 31 Smaakmakers uit Duitsland Blaue Zipfel Coutureshows Parijs zaterdag 24 juli 1999 Tot diep in de vorige eeuw at de doorsnee Nederlander waarschijnlijk twee- tot driemaal zoveel vis als tegenwoordig. foto Lex de Meester Van huis uit zijn Nederlanders grote visliefhebbers. Dat klinkt wellicht vreemd, maar men behoeft niet eens zo heel erg ver in onze geschiedenis terug te gaan om daarvan de bewijzen op tafel te leggen. Dat er op het gebied van het eten van vis sinds het begin van de 20e eeuw veel is veranderd, kan worden toegeschreven aan de sinds die tijd gestegen welvaart. Van oudsher was in ons land verse vis een veel goedkoper voedingsmiddel dan vlees, wild of gevogelte dat was. Vooral in de kustprovincies en langs de vroege re Zuiderzee heeft men er eeuwen lang van kunnen profiteren. Vis was er toen voor de gewone man en het vlees, wild en gevogelte kwam vrijwel uitsluitend bij de meer welgestelden op tafel. De minder bedeelden beschouwden het eten van vlees, wild en gevogelte zelfs als een bijzonder voorrecht. Bij hen kwam het uitsluitend tijdens hoogtijdagen op het bord. Vis was er destijds dan wel voor ie dereen maar tong en tarbot waren ook toen al vrij duur omdat er nooit zo heel erg veel van werd aangevoerd. Die luxe soorten von den ook toen al de weg naar de ta fels van de welgestelden. Voor de gewone man bleef er echter nog voldoende over. Schelvis was in dertijd bijzonder populair, zoals de kabeljauw dat vandaag bij ons is. Verder kon men kiezen uit een aanbod dat niet eens zo heel erg veel afwijkt van hetgeen de vis handelaar ons vandaag aanbiedt. Haring, makreel, poon, schol en bot waren er volop en dat werd in sommige jaargetijden nog aange- vuld met paling uit de binnenwa teren en zalm uit de grote rivieren. Wanneer de aanvoer van verse vis stagneerde door weersomstandig heden of door oorlogshandelingen voor de kust, dan schakelde men over op het eten van gerookte en ingelegde vissoorten. Ook werd er 's winters veel stokvis gegeten. Die werd aangevoerd vanuit Noorwe gen en soms ook uit Portugal. Tot diep in de vorige eeuw at de doorsnee Nederlander waar een hoogtepunt. Toen was 'elke dag een stukje vlees op het bord' voor vrijwel iedereen in ons land bereikbaar geworden. De consumptie van vis in ons land heeft daardoor heel lang op een laag pitje gestaan. En dat doet het eigenlijk vandaag nog, want on danks alle optimistische geluiden eten we jaarlijks maar een heel klein beetje meer vis. Wellicht is dat niet eens zo verkeerd, want wanneer we met z'n allen veel het afkluiven van een graat wordt tegenwoordig als ongepast be schouwd, terwijl het dat eigenlijk helemaal niet is. Het is trouwens ook een van de redenen waarom in ons land de vis zo veel mogelijk ge fileerd verkocht wordt. Naast die tafelmanieren zijn er meer oorzaken aan te wijzen waardoor het eten van vis niet of nauwelijks is toegenomen. Een van die oorzaken is het feit dat, ook al weer mede door de gestegen welvaart, men in huis geen etens- luchtjes meer wenst op te snuiven. Op het bereiden van vis lag dan ook al gauw een taboe. En dat ta boe is inmiddels alweer voor een groot deel opgeheven, omdat we in onze keukens steeds betere af zuiginstallaties hebben. Nederlanders die wel graag vis eten, laten zich bij de vishande laar kennen als niet al te gemakke lijke klanten. Dat is dan ook de re den dat de visdetaillisten in ons schijnlijk twee- tot driemaal zo veel vis als tegenwoordig. De be langstelling voor het eten van vis nam af toen de welvaart begon te stijgen. De vis maakte plaats voor het vlees, waarvan de doorsnee Nederlander vandaag de dag tien tot twaalfmaal zoveel eet als zo'n slordige honderd jaar geleden. Het eten van vlees gold eeuwenlang als een statussymbool en toen men meer ging verdienen kwam er ook meer vlees op het bord. Die ont wikkeling zette zich al ver voor de Eerste Wereldoorlog in en bereikte in het begin van de jaren tachtig meer vis gaan eten, dan zou de vis nog hoger geprijsd moeten worden dan ze nu al is. En dat heeft alles met de aanvoer te maken, die een te grote toename van de consump tie van vis in ons eigen land hele maal niet aankan. Tafelmanieren Dat we door de gestegen welvaart niet meer vis zijn gaan eten heeft ook te maken met de veranderde tafelmanieren. Vrijwel iedereen in ons land eet met mes en vork. Het uit de mond nemen van een ver dwaalde visgraat of (nog erger:) land hun vak als geen ander in de wereld verstaan. De Nederlandse consument wenst de vis gefileerd, dus pan-klaar, geleverd te krijgen. En aan het schoonmaken ervan denkt hij niet eens. Dat is dan ook de reden dat in de meeste Neder landstalige kookboeken daarover nauwelijks meer aanwijzingen te vinden zijn. Hans Belterman Aanwijzingen over schoonmaken treft u volgende week ook niet aan in de da gelijkse receptenrubriek op pagina 4, waarin u tal van recepten voor S7nake- lijlce gerechten met vis zult aantreffen. Duitsland is niet direct het land waaraan je denkt als het over wijn gaat. Toch worden onze oosterburen in één adem genoemd met gerenommeerde wijnlanden als Frankrijk, Italië en Spanje. Vreemd genoeg willen de Rieslings, Spatburgunders, Dornfelders en al die andere wijnsoorten maar niet doorbre ken in Nederland. In de supermarkt komt men vaak niet verder dat wat zoete Moezelwijntjes- Maar waarom zou een nieuwsgierige wijnlief hebber niet gewoon zelf ter plaatse poolshoogte nemen? Knijp er een paar dagen tussen uit of combineer een wijntripje met de vakantie. Op een halve dag rijden van hier is lekkere wijn te koop, zo bij de coöperatie in het dorp. Of bezoek eens een van de talrijke wijnfees ten. Die worden het gehele jaar door gehouden. Zo zijn er de zogeheten 'Winzer- feste', waarop Duitse wijnen centraal staan. Aan lange tafels worden wijn en hapjes geser veerd en kunnen de bezoekers genieten van de verschillende festiviteiten. Op de 'Weinfeste' komen ook wijnen uit andere ge bieden aan bod. De feesten geven tevens de gele genheid in contact te komen met de mensen die zich dagelijks met wijnbouw bezighouden. Bij het Informatiebureau voor Duitse Wijn (telefoon 071-560.20.40) is de brochure 'Deutsche Winzer- feste 1999' verkrijgbaar met daarin alle wijnfeesten per wijn- bouwgebied. Wijngaarden De oudste wijngaarden van Duitsland liggen even ten zuiden van Bonn. Van de terrashellin gen die het riviertje de Ahr bege leiden, werden al in de derde eeuw van onze jaartelling drui ven geoogst voor de wijnproduc tie. Dat hier, op de vijftigste breedte graad, druiven voldoende rijpen om er wijn van te kunnen maken, is al bijzonder. Nog opmerkelij ker is het dat de boeren in het Ahr-dal vooral rode wijnen produceren. Driekwart van de De hellingen waarop de Duitse wijngaarden liggen zijn vaak te steil voor machinale oogst. jaaropbrengst heeft deze kleur. De Ahr is daarmee het meest noordelijk gelegen wijnbouw- gebied waar rode wijn wordt ge maakt. De Duitsers spreken zelf met trots van 'Das Rotweinparadies'. De nauwe dalen maken van de hellingen geriefelijke plekjes waar je tot diep in het najaar aangenaam kunt verpozen. Om dat de hellingen allemaal op het zuiden liggen, profiteren de ran ken optimaal van elke zonne straal. Vurig In het Ahr-gebied maakt het druivenras Pinot Noir de dienst uit. Het werd ooit geïmporteerd uit Bourgondië, en heet hier Spatburgunder, omdat Duitsers nu eenmaal alles vertalen. De druif levert een vurige wijn, die een beetje een amandelsmaak heeft. Een andere smaakmaker uit het Ahr-dal is de Dornfelder, een druif die een stuk eenvoudiger is en wat grondig smaakt. Het le vert een ronde, ietwat boerse wijn op, die prima past bij een voudige, doch voedzame kost. Langs de meanderende Ahr we melt het van de kleine stadjes waar het vooral in de maand ok tober, als de oogst gaande is, prettig toeven is. In de talrijke 'Probierstubes' staat de wijn klaar om geproefd te worden. Goedkoop is de wijn er niet. Voor een goede fles moet al gauw tussen de 8 en 10 mark worden neergeteld. Dat komt vooral doordat de oogst arbeidsinten sief is. De druiven moeten met de hand worden geplukt, gewoon omdat de hellingen voor machi nale oogst veelal te steil zijn. Douwe Wijbrands Braadworst in een zoet zure marinade. Ingrediënten: 4 braadworsten; 2 grote uien; 4 eetlepels wijnazijn1 winter peen; 100 gram selderijknol; 1 peterseliewortel; 2 laurierbla den; 1 kruidnagel; 10 peper korrels; 8 jeneverbessen; 1 eet lepel mosterzaadjes; snufje zout, snufje suiker. Bereiding: De uien pellen en in ringen snijden. Koken in de azijn met water, totdat ze zacht zijn. Maak de overige groenten schoon en snijd ze in blokjes. Doe ze sa77ien met de wijn, kruiden eii worsten bij deuien. De worsten ongeveer 10 minu ten langzaam laten garen. Niet koken, wa7it dan springen de worsten open. Serveer eike worst in een groot diep bord, met een deel van de marinade. Garneren met pe terselie en servere/i met boe- renbruinbrood. Als ivijn wordt een jonge, halfdroge aanbevo len, zoals de Scheurebe Kabi- nettwein. Foto boven: bruine leren wikkelrok met kruisband top van Galliano en een hoed met veren en een zwijnenkop. Foto rechtsboven: lange jurk met sleepje van Galliano en een hoofddeksel met fa zanten en een opgezette vos. foto's Pierre Verdy De Parijse catwalks boden de afgelopen week veel kijk plezier voor het modeminnende publiek, dat op de grote namen als Lagerfeld, Lacroix en Galli ano (voor het modehuis Dior) af kwam. De ontwerpers toonden hun couture-visie op het eind van het millennium. Geen schokkende vernieuwende belijning, wel veel luxueuze ont werpen bij de eerste twee ontwerpers. Galliano liet zijn publiek meegenieten van zijn galgenhumor, waarbij veel leer en opgezette dieren. Een blik op de modepodia. Romantiek, luxe en drama tiek van Lagerfeld en Lacro ix naast shocking leer en de galgenhumor van Galliano brachten spanning en contrast in de verschillende couture shows de afgelopen week in Pa rijs. Kon het publiek wegdromen bij de weelderige en romantische japonnen van Lagerfeld voor Chanel, bij Galliano (Dior) was het af en toe even slikken bij de leren parade - die een indruk van bondage achterliet - en de hoofdtooien van opgezette vos sen die voorbij trokken. Om maar met het laatste te be ginnen, Galliano heeft na een paar seizoenen draagbare mooie kleding te hebben gemaakt, nu een wat andere weg ingeslagen. Zijn leer, kousebanden en af en toe iets wat op bondage leek, ga ven zijn show een grillige haast groteske allure. Leren rokken met split, kousebanden en jasjes werden getoond door manne quins die werden geëscorteerd door mannen met ontbloot bo- venlij f met hier en daar een leren band. Zwart leer werd gevolgd door felgekleurde, haast fluoris- cerende ontwerpen zoals een sluike jurk met geverfde vossen- hoofdtooi. Vossen Aan de sportieve kleding van de aristocratie ontleende hij een deel van zijn inspfratie, zo ver klaarde Galliano zijn ontwer pen. Maar zijn onconventionele combinaties met rijbroeken in wit en robijnrood zullen niet da gelijks op hunting trips worden gedragen. Om maar niet te spre ken van de ecologisch niet ver antwoorde hoofddeksels van Stephen Jones die de ontwerpen van Galliano completteerden: hele opgezette vossen over hoofd en schouder gedrapeerd, fazan ten en andere kleine diertjes op de bijenkorfachtige hoofddek sels. Er zat wel wat romantiek in de collectie van Dior's couturier, met name in zijn kanten ontwer pen, maar het leeuwendeel van zijn collectie voor het eind van Zwarte avondjurk met bloemmotieven van Christian Lacroix. foto Pierre Verdy dit millennium ademde zijn gal genhumor. Karl Lagerfeld weet wat 'zijn' vrouwen willen: luxe kleding. Zijn couture-collectie ademde dan ook veel mooie draagbaar heid, wat nostalgie en een portie romantiek. Veel verhoogde tail les, empire-stijl. op soepele wijduitlopende rokken. Opval lend was de afwezigheid van broeken, die overigens wel zijn terug te vinden in Lagerfeld's confectiecollectie. Voor de 'party van de eeuw' toonde Lagerfeld fraaie avond jurken uiteenlopend van een zwarte crêpe japon met ivoor kleurige voile bolero tot een ro bijnrode voile lange japon met hoge taille en kralenversiering. Ook Christian Lacroix hield het op feestelijke couture met een collectie die dramatiek ademde naast geestigheid en perfectie, met veel aandacht voor details. Veel fraaie avondjaponnen in blauw damast, zijde en satijn. Veel kleur met dessins als cirkel motieven en patchwork details. De avondkleding werd gecombi neerd met veren hoofddeksels. Iets wat overigens bij de andere ontwerpers ook te zien was. Het duo Viktor en Rolf, van Ne derlandse bodem, heeft het ge maakt in Parijs. De beide ont werpers hebben zich een eigen plaatsje veroverd in het couture- wereldje. Ook zij toonden hun nieuwe collectie voor komend najaar en winter. Het tweetal bracht een geheel eigen kijk op feestkleding voor het voetlicht: een model enkel gekleed in een jute tuniek werd ter plekke ge kleed in onder meer zijde, jute, taffeta en kunststof. Negen la gen later woog de imposante 'ja pon' maarliefst 70 kilo. Annemarie Zevenbergen Avondjurk van Christian Lacroix: zwart damas ten topje, groen zijden rok en een hardroze zijden 'strik'. foto Pierre Verdy Metallic gekleurd jasachtig omhulsel van Lager feld. foto Thomas Coex

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31