Stormvloedkering meer
dan een compromis
Revolutie in opsporingsland
Atje was
laatbloeier
PZC reportage zaterdag 24 juli 1999 23
DNA vergemakkelijkt
onderzoeksmethode
Terugblikkend op deze bijna afgesloten eeuw is er een aantaltoppers dat speciale aandacht verdient. Zo zijn er de wijn,
de seksbom en de auto van de eeuw. In deze serie wordt elke week één topper beschreven. Deze week: het waterbouw
kundige werk van de eeuw.
Honderd jaar sport, hon
derd jaar sporthelden.
Nu de twintigste eeuw ten
einde loopt publiceert de
PZC portretten van Neder
landse topsporters, die de
laatste honderd jaar van
zich hebben doen spreken.
Vandaag nummer 23: Atje
Keulen-Deelstra
De Amerikaanse honkbalheid
Ronald Williamson stond
afgelopen april op het punt te worden
geëxecuteerd. Een jury in Oklahoma
had hem en medeverdachte Dennis Fritz
schuldig bevonden aan de gruwelijke
seksmoord op de 21-jarige serveerster
Debra Sue Carter. En toen kwam het
verlossende bericht. Met behulp van een
nieuwe opsporingstechniek, DNA-
onderzoek, werd aangetoond dat het
tweetal onschuldig was. De echte
moordenaar bleek een man die tegen
hen had getuigd.
Inmiddels zijn in de VS al 62 ver
oordeelden vrijgelaten omdat
de nieuwe onderzoeksmethode
hun onschuld bewijst. Volgens
sommigen is dit pas het begin. ..Er
zullen op den duur duizenden on
schuldige mensen vrijkomen, zegt
de bekende Amerikaanse advo
caat Barry Scheck.
DNA-onderzoek veroorzaakt vrij
onopgemerkt een revolutie in op
sporingsland. Meer misdrijven
worden opgelost, en verdachten
kunnen hun onschuld bewijzen.
Zo moest de politie in Friesland
onlangs een 32-jarige man uit
Zwaagwesteinde vrijlaten, die
werd verdacht van moord op de
16-jarige Marianne Vaatstra.
DNA-onderzoek toonde zijn on
schuld aan. De vlag ging uit in het
kleine Friese dorp, waar de man
woont. Hetzelfde gebeurde met de
verdachte die was gearresteerd in
verband met de moord op het
Haagse meisje KumralBagci.
En ook hele oude misdrijven,
vooral geweld- en zedendelicten,
kunnen soms alsnog tot klaarheid
worden gebracht. Zo hoopt de po
litie in Londen binnenkort de der
tig jaar oude moord op de 18-jari-
ge Rita Sawyer alsnog op te lossen.
Deskundigen zijn er in geslaagd
DN A-materiaal te halen uit het in
beslag genomen bewijsmateriaal
van destijds. De politie wil dit nu
vergelijken met het DNA van de
toenmalige verdachten.
Vingerafdruk
De ontdekking dat ieder mens een
uniek DNA-profiel heeft en dat dit
profiel aan de hand van een cijfer
code eenvoudig kan worden opge
slagen, is revolutionair. Dit heeft
grotere gevolgen dan de ontdek
king van wetenschappers dat ie
dereen een eigen vingerafdruk
heeft. Het is voor een dader veel
moeilijker te voorkomen dat hij
zijn DNA-profiel achterlaat dan
zijn vingerafdruk. Een paar hand
schoenen zijn al voldoende om
geen afdruk te maken. Maar voor
al bij geweld- en zedenmisdrijven
is het lastig om geen bloed, sper
ma, speeksel, huidschilfers, zweet
of haren achter te laten. Want uit
al deze zaken is een DNA-profiel
te achterhalen.
De bruikbaarheid van de nieuwe
techniek neemt razendsnel toe. In
de Verenigde Staten zal binnen
twee jaar in iedere politie-auto
een testkist liggen, waarmee bin-
nen een paar seconden het profiel
van de dader kan worden vastge
steld. Het apparaatje werkt door
een haar, een bloedspoor of wat
speeksel op een soort creditcard
met microchip aan te brengen.
Door een computerverbinding
wordt het DNA-profiel vergele
ken met de opgeslagen profielen
van criminelen. Met een beetje ge
luk weet de politie binnen een uur
wie de dader is.
Vanzelfsprekend is de kans op suc
ces groter naarmate meer profie
lenzijn opgeslagen. Zou van iede
re Nederlandse ingezetene het
DNA-profiel in de computer zit
ten, dan zouden de recente moor
den op meisjes als Sybine Jansons
of Marianne Vaatstra al zijn opge
lost. Maar het opslaan van een ie
ders profiel gaat de meesten te ver,
ook de voormalige Rotterdamse
hoofdcommissaris en moordspe-
cialist J.A Blaauw, een bepleiter
van verruiming van de mogelijk
heden van het DNA-gebruik.
Blaauw: „Er is te veel weerstand
tegen het vastleggen van alle pro
fielen. Dat is simpelweg niet haal
baar. Maar dat neemt niet weg dat
Nederland veel kansen laat lig
gen. Er zouden meer misdrijven
opgelost kunnen worden, als wij
niet zo puriteins zouden zijn met
het vastleggen van DNA-profie-
len. We zouden met die profielen
moeten omgaan, zoals we dat met
vingerafdrukken doen. Dat zou
betekenen, dat van iedereen die
als verdachte van een misdrijf lan
ger dan zes uur op een politiebu
reau wordt vastgehouden, een
DNA-profiel wordt gemaakt. Mo
menteel gebeurt dat zelden. Tot nu
toe is er de afgelopen tweeënhalf
jaar van vierhonderd Nederlan
ders het DNA-profiel in opgesla
gen, terwijl er in Groot Brittanië al
meer dan een half miljoen mensen
zijn vastgelegd."
Bewijs
Er zijn weinig landen in de wereld
waar men terughoudender is met
het registreren dan Nederland.
Een DNA-profiel kan tot nu toe
alleen worden afgenomen als het
gaat om een misdrijf waarop ten
minste acht jaar gevangenisstraf
staat en dan uitsluitend als het no
dig is voor de bewijsvoering. Een
voorbeeld: een man wordt betrapt
op verkrachting van een jong
meisje. Hij wordt opgepakt, hij be
kent. Van deze man wordt geen
DNA-profiel gemaakt want het
bewijs is immers rond. Zijn DNA-
profiel zal dus nooit vergeleken
worden met dat van de vermoede
lijke moordenaars van bijvoor
beeld Marianne Vaatstra.
Tot nu toe is slechts eenmaal in
Nederland een verdachte opge
spoord, omdat zijn profiel bij het
Gerechtelijk Laboratorium stond
geregistreerd. In de Verenigde
Staten en in Groot-Brittanië ge
beurde dat veel vaker, domweg
omdat daar meer criminelen staan
geregistreerd.
In Nederland woedt momenteel
een discussie of een verdachte niet
al kan worden gedwongen DNA af
te staan wanneer het gaat om mis
drijven waarop vier jaar gevange
nisstraf staat. „Daar ben ik te
gen", zegt prof. dr. Th. de Roos,
hoogleraar strafrecht aan de uni
versiteit van Leiden. „Om een
DNA-profiel af te nemen, wordt
met een watje wat wangslijm weg
genomen. Daarvoor moet je dus
het lichaam in en daar moet je heel
terughoudend in zijn. Het is een te
grote aantasting van de lichame
lijke privacy om dit middel vaak
toe te passen." Die opvatting staat
haaks op bijvoorbeeld de Britse,
waar het afnemen van wat wang-
slijm als een kleine ingreep wordt
gezien. Blaauw: „Onlangs reed
daar iemand weg bij een benzine
pomp zonder te betalen. De man
werd aangehouden, ze namen zijn
DNA-profiel af en toen bleek dat
hij wordt gezocht wegens moord.
In Nederland is dat helaas on
denkbaar."
Dader
Ook het zogenaamde bevolkings
onderzoek is in Nederland minder
ontwikkeld dan in andere Wester
se landen. In mei werd de moord
op de 19-jarige Tanja Thijssen uit
Heerlen opgelost, nadat negen
mannen uit haar kennissenkring
vrijwillig meewerkten aan een
DNA-test. Een van hen bleek de
dader. Een dergelijk onderzoek is
in Nederland echter een grote uit
zondering. Massale DNA-onder-
zoeken worden vooral in Enge
land, Duitsland en Frankrijk
toegepast. Vaak moeten honder
den, een enkele keer zelfs duizen
den hun DNA-profiel afstaan. Ze
kunnen medewerking weigeren,
maar dan volgt er wel een nader
onderzoek.
De Utrechtse politie voert mo
menteel de grootste test ooit uit;
110 mannen is gevraagd vrijwillig
hun profiel af te staan, zodat zij
kunnen aantonen dat zij niet de
beruchte Utrechtse seriever
krachter zijn. Zeven mensen heb
ben tot nu toe geweigerd en zeven
tien anderen moeten nog reageren.
„De weigeraars verdwijnen niet
uit het dossier, de anderen wel",
vertelt officier van justitie Steens-
ma. Hij zegt als opsporingsambte
naar een voorstander te zijn van
meer registratie, maar de beslis
sing aan de politiek te willen over
laten. Dit vanwege de nadelen
rond de privacy van personen.
De grootste tegenstanders van
DNA-onderzoek zijn in de advo
catuur te vinden. De bekende
raadsman Spong vindt het risico
te groot dat de privacy wordt ge
schonden, omdat ook andere per
soonlijke gegevens, zoals erfelijke
eigenschappen, uit DNA-onder
zoek kunnen worden vastgesteld.
Medewerkers van het Gerechte
lijk Laboratorium wijzen er ech
ter op dat de test die wordt
gebruikt geen erfelijke eigen
schappen verraadt. Dat klopt,
maar het DNA-materiaal blijft
wel bewaard en is dus beschikbaar
voor ander onderzoek waarbij wel
de erfelijke eigenschappen be
kend worden.
„In de praktijk is dat echter onmo
gelijk. Het materiaal is heel goed
beveiligd opgeslagen", aldus een
woordvoerder van het Gerechte
lijk Laboratorium. Blaauw nog
maals: „we moeten niet te puri
teins doeii.
Dirk Mellema
Atje Keulen-Deelstra in Sapporo in 1972.
Atje Keulen-Deelstra - geboren in
Grou op 31-12-1938 begon als
vijftienjarige op de kortebaan en ze
eindigde dertig jaar later als
marathonschaatster. In de
tussenliggende dertig jaar veroverde
Atje Keulen-Deelstra driemaal de
Europese en viermaal de wereldtitel
schaatsen allround. Ze won drie
olympische medailles en werd
zesmaal Nederlands
marathonkampioen. De Friezin mag
gerust een fenomeen worden
genoemd.
Ooit zei Atje Keulen-Deelstra:
„De één is nu eenmaal sneller
boven dan de ander." Er was haar
weer eens gevraagd hoe het toch
kon dat een moeder van drie kin
deren op haar 31ste nog wereld
kampioene schaatsen werd. En om
te bewijzen dat leeftijd geen rol
hoefde te spelen, was ze vervol
gens nog drie keer de beste schaat-
senrijdster van de wereld. En pas
sant veroverde ze ook nog eens
drie keer de Europese titel.
Het kon niet ontkend worden: Atje
was een laatbloeier. Pas op haar
27ste bekeerde zich tot het lange
baanschaatsen. Niet dat ze toen
pas ontdekte dat ze aardig kon
schaatsen, want daar was ze zelf al
eerder achter. In 1954, zestien jaar
was ze toen, werd ze Fries kampi
oene kortebaan bij de meisjes.
Op de kortebaan behoorde Atje
Keulen tot de besten, maar moest
veelal haar meerdere erkennen in
cracks als Martha Wieringa, Tine
de Vries en Jannie Tienkamp. In
1963 deed ze voor het eerst een
voorzichtige langebaanpoging, in
Wergea, maar in de jaren daarop
kreeg die switch geen vervolg. De
Jimsumse kreeg in drie opeenvol
gende jaren drie kinderen. Daar
mee leek haar schaatscarrière ten
einde.
In 1966 werd Thialf geopend en
deze kunstijsbaan is waarschijn
lijk van beslissende betekenis
voor de latere successen van Atje
Keulen geweest. Ze begon weer te
trainen en stelde zich een plaats in
de kernploeg ten doel. Naast echt
genoot Jelle was trainer Klaas Vis
ser haar grote steun en toeverlaat.
Hij coachte en trainde Atje de
kernploeg in. In 1969 deed ze wat
ze voor de drie bevallingen niet
kon: ze werd Nederlands kampi
oene kortebaan.
In het Amerikaanse West Allis be
gon de triomftocht van de 'schaat-
sende huismoeder'. Na Fanny
Blankers-Koen - 'de vliegende
huismoeder' - had Nederland er
weer een fenomeen bij. Atje Keu
len werd in West Allis wereldkam
pioene. In 1972 ging het even mis,
maar daarna volgende drie we
reldtitels op rij. Dat ze een all
roundster pur sang was, met het
accent op de middenafstanden -
bleek wel tijdens de Winterspelen
van 1972 in het Japanse Saporro.
Er blonk geen goud, maar wel zil
ver (1000 meter) en brons (1500 en
3000 meter). Het goud miste ze
overigens op een honderdste se
conde.
De successen dankte Atje Keulen
aan haai' aangeboren schaatsta
lent en misschien nog wel meer
aan haar spreekwoordelijke vech-
tersmentaliteit. Uit aanmerkin
gen van anderen - waaronder da-
mescoach Kees Broekman - op
haar leeftijd putte ze de motivatie
nog harder te trainen en te schaat
sen. Conflicten heeft ze al die jaren
nauwelijks gehad.
Eén keer dan, toen ze voor het WK
van 1972 nog even bij Klaas Visser
te rade was gegaan, terwijl ze al de
onder hoede van kernploegtrainer
Gerard Maarse viel. Maarse hoor
de van het contact tussen zijn pu
pil en Visser en dreigde met op
stappen. Toen ze gehuldigd werd
vroeg ze Maarse alsjeblieft te blij
ven, waarop Klaas Visser weer
kwaad werd.
Afscheid
In 1974 nam ze in Heerenveen af
scheid van het langebaanschaat
sen. Ze zou er voor de vierde keer
wereldkampioene worden. Meer
nog dan de titel - het was tenslotte
een beetje 'gewoon' geworden -
spraken de omstandigheden tot de
verbeelding. Op de eerste dag
kwamen 6000 toeschouwers naar
Heerenveen, op de tweede dag za
ten en stonden 14.000 mensen
rond de toen nog onverdekte
kunstijsbaan en ze kwamen alle
maal voor haar. In 'Us Atsje', de
door Ypk fan der Fear geschreven
biografie, zegt Atje: „Die middag
was het hoogtepunt van al mijn
pogen, mijn trainen, mijn inspan
ning, mijn reizen ver van huis. Wat
voelde ik me toen dankbaar, en
ook klein."
Na het langebaanschaatsen stort
te Atje Keulen-Deelstra zich op
marathonschaatsen. Ook nu weer
was ze lang een klasse apart. In to
taal boekte ze 61 overwinningen.
Met dat aantal is ze nog steeds in
Nederland de schaatsster met de
meeste overwinningen. Ze reed
driemaal de Elfstedentocht, als
toerrijdster.
Bonne Stienstra
Even aarzelt hij of hij
niet de afsluiting en
gedeeltelijke droogma
king van de Zuiderzee zal
noemen of de normalisa
tie van de grote rivieren,
maar dat is slechts voor de
vorm. Voor Henk Saeijs,
hoogleraar waterkwali
teitsbeheer en duurzaam
heid en tot afgelopen
voorjaar directeur van
Rijkswaterstaat in Zee
land, steekt één water
bouwkundig project in
Nederland boven alle an
dere uit: de in 1986 in ge
bruik gestelde storm
vloedkering in de
monding van de Ooster-
schelde. De politieke op
lossing om de veiligheid te
vergroten en het milieu te
sparen. Onder normale
omstandigheden kan de
getijstroom de zeearm in
en uit blijven trekken, maar wanneer zeer hoge waterstan
den worden voorspeld gaan de 62 schuiven dicht, zodat de
Oosterschelde en de dijken eromheen in de betrekkelijke
luwte liggen.
Het is niet de constructie van beton en staal die Saeijs zo zeer
bekoort, noch de gedurfde toepassing van volkomen nieuwe
technieken, hoewel hij daar groot respect voor heeft. De
stormvloedkering markeert voor Saeijs een fundamentele
ommekeer in het denken, in de politieke besluitvorming en
in de waterbouwkunde. „Vroeger ging het bij het ontwerp
alleen om de veiligheid. Die stond voorop, letterlijk ten kos
te van alles. De Oosterscheldekering is het symbool van een
doorbraak, van een revolutionaire verandering naar het in
tegrale denken en handelen."
Het Oosterscheldepi'oject was het eerste waterbouwkundi
ge werk in Nederland, waarbij niet de dam het uitgangspunt
was, maar het totale gebied dat erdoor wordt veranderd.
Saeijs: „De veiligheid staat niet ter discussie, maar de ma
nier waarop je die bereikt. Dat heeft belangrijke repercus
sies gehad voor ons waterhuishoudkundige beleid. We
kijken nu niet alleen naar veiligheid, maar naar het water
systeem als geheel en naar de manier waarop we ermee om
dienen te gaan. We hebben in Nederland - en de Oosterschel
dekering verzinnebeeldt dat - een integrale watersysteem
benadering ingevoerd. Het aardige is dat deze benadering
binnen tien jaar over de hele wereld verspreid en overgeno
men."
De Oosterscheldekering heeft 6 miljard gulden gekost en
vergt jaarlijks 30 miljoen gulden aan onderhoudDe stijgen
de kosten waren tijdens de
bouw al aanleiding voor
de Tweede Kamer de vor
deringen nauwgezet te
volgen. Het bleef ook bij
volgen, want veel viel er
niet bij te sturen om de
uitgaven bij te stellen. Po
litieke tussenoplossingen
zijn nu eenmaal duur.
Saeijs erkent dat de pij-
lerdam het enig haalbare
compromis was. Tussen
het gedeelte van de
Zeeuwse bevolking dat
met de overstromings
ramp van 1953 in herinne
ring absolute veiligheid in
de vorm van een dichte
dam eiste en de milieube
weging en de visserij die in
plaats van zo'n dam ver
sterking van de dijken
rond de Oosterschelde
verlangden. Toch vindt hij
dat het begrip compromis
de stormvloedkering te kort doet. „Wat nu in de monding
van de Oosterschelde ligt, beantwoordt volledig aan de
hoofddoelstelling veiligheid. Bovendien is de kering een
flexibel beheersinstrument voor het watersysteem van de
Oosterschelde. De pijlerdam kan verder langdurig de zee
spiegelrijzing weerstaan. Het is alleen een kwestie van va
ker sluiten."
Saeijs is het niet eens met de wel gehoorde opvatting dat de
stormvloedkering vandaag de dag nooit meer zou worden
gebouwd, maar dat in plaats daarvan de keus op dijkver
sterking zou vallen. Hij vindt het nog stegds een goed be
sluit. „Ach, onder andere omstandigheden zou je véél anders
doen. Je moet een besluit niet uit zijn tijd halen."
De duizelingwekkende kosten van de stormvloedkering
heeft Saeijs in de loop der jaren leren te relativeren. Hij is be
trokken bij een internationale groep wetenschappers die de
economische waarde van ecosystemen en de schade die er
aan wordt veroorzaakt proberen uit te drukken. Uit him be
rekeningen blijkt dat de producten (bijvoorbeeld voedsel)
en diensten (onder meer het reinigend vermogen) van estua
ria zoals de Oosterschelde een toegevoegde waarde van
43.400 gulden per hectare per jaar vertegenwoordigen. Dat
betekent voor de Oosterschelde met zijn 30,000 ha in de hui
dige situatie 1,3 miljard gulden per jaar. Als de Oosterschel
de een meer zou zij n gewordenwas de waarde 16.000 gulden
per hectare per jaar geweest, ofwel 0,6 miljard gulden per
jaar. Saeijs: „Op die manier bekeken heb je de kosten.van de
stormvloedkering dus zo terugverdiend."
De stormvloedkering in de monding van de Oosterschelde is vol
gens Henk Saeijs het waterbouwkundige werk van de eeuw.
foto Lex de Meester
Een wetenschapper bekijkt de intensiteit van een DNA-keten.