Boonstra snuift de lucht van Friesland Stoer zijn heeft zo zijn beperkingen PZC De coming out van columniste Carrie reportage 21 zaterdag 24 juli 1999 Halverwege de veertig is ze, het eelt op haar ziel wordt dikker en harder. Toch kan columniste Carrie nog immer razend worden over de toestand in Nederland en daarbuiten. Zonder scrupules zet ze arrogante regenten te kijk, neemt ze gynaecologen te grazen, prijst ze de directeur van de sociale dienst het graf in en hekelt ze de willekeur in het asielbeleid. „Maar soms ben ik ook net een menselijk wezen". Carrie orakelt over God, familie, de dood en het klootjesvolk. „Ik probeer ze niet meer te overtuigen van hun ongelijk. Dan denk ik: f uck, ga maar uit mijn buurt." Katten zoeken schoten, testen de na gelbestendigheid van het vloerkleed en proberen tussen de kindertekeningen door tevergeefs een kruimel te pikken van een chocoladecake die volgens de colum niste eigenlijk die naam niet verdient. Buiten wiekt een politiehelikopter brul lend over de volkswijk Het Oude Westen. Carrie kijkt even op, overziet het geculti veerde natuurschoon in de achtertuin en speurt vervolgens de lucht af. ,,Mmm, ze ker weer een overval gebeurd." Haar ge zicht klaart op als van onderen af dreu nende bastonen door het pand trekken. „Ha, de winkel is open." Zelf noemt ze het nog steeds een punk winkel, maar die vlag dekt de lading van de Black Widow allang niet meer. Groot geworden door 'Surinaamse meiden' en nu vooral bezocht door 'jonge alternatie ven' en 'Marokkaanse meisjes met lang haar' verkoopt de kledingzaak tegen woordig ook 'mooie jurken en chique sie raden', promoot de eigenaresse. „Zelf sta ik er niet zo vaak meer, ben geen goede verkoper. Als mensen lastig zijn, zeg ik al gauw: 'Dan koop je het toch niet'. We ont werpen zelf ook kleding. Heel af en toe, als ik vind dat ik te veel gepraat heb, ga ik ki lometers maken op de naaimachine." Dat de zaak het vaker niet dan wel met Carrie moet doen, heeft voornamelijk te maken met haar huidige dagvulling. Ze schrijft en draagt columns voor in het VARA-radioprogramma Spijkers met Koppen en voor Radio Rijnmond. Daar naast verschij nen er regelmatig bij dragen van haar hand in de Straatkrant. Zoals het een goed columniste betaamt, spaart ze niemand. In weerwil van rectificatie- eisen bleef de directeur van de sociale dienst voor haar een oetlul, de vreselijke gynaecoloog die zuslief aan haar baar moeder behandelde, kreeg pek en veren over zich heen. En natuurlijk was en is er Bram Peper, minister en ex-burgemeester van het mooie plaatsje Rotterdam. „Ik was blij dat-ie wegging, nooit begrepen waarom hij wat geworden is. Hij was een arrogante PvdA-regent. Nu hebben we Opstelten, een WD'er. Daar verwacht je alleen maar slechtigheden van, maar hij is al in meer wijken geweest, dan Peper ooit heeft bezocht. Kortom, je kunt beter een goede WD'er hebben, dan een slechte PvdA'er. Den Haag hebbe Pepers ziel." Haar politieke voorkeur zwalkt tussen Groen Links en de SP. „Maar ik ben ook nog steeds een beetje anarchist." Carrie voegde zich medio jaren tachtig bij het columnistenfront nadat directeur Ni co Haasbroek van Radio Rijnmond haar, een jonge Rotterdamse onderneemster, had geïnterviewd. „Hij vond dat mijn me ning ook gehoord moest worden en vroeg me columniste te worden. Maar daar had ik in het begin helemaal geen zin in. Ik vond het volkomen nutteloos, vertrouwde de radio niet, was ervan overtuigd dat ze in mijn stukjes zouden knippen. Ze heb ben een half jaar lang geprobeerd me over te halen. Uiteindelijk ben ik het gaan doen en merkte ik pas hoe driftig ik was over bepaalde zaken." Zo vuurspuwend als in haar eerste stuk ken gaat ze niet meer tekeer, zegt ze, ter wijl ze haar vlammende haardos schudt. „Het wordt natuurlijk op een gegeven moment een vak. Het gaat niet alleen maar van 'ratatatat'". Maar van bepaalde kwesties gaat ze nog regelmatig 'over de rooie'. „Het asielzoekersbeleid vind ik schandalig. Ik ken veel vluchtelingen, hoor hun verhalen en dan weet je pas wat er echt met hen gebeurt. Dat mensen drie jaar lang niets van de overheid horen en dan ineens mag de ene broer blijven en moet de andex-e het land uit. De willekeur van die slordige ambtenaren, daar word ik pissig van. Vaak is het ook zo onnodig, weet je. Als ze het nou eens wat handiger zouden aanpakken. Bijvoorbeeld met die Marokkaanse jongens hier. Die zijn hart stikke crimineel, lastig en vervelend. Als je er een beetje normaal mee zou omgaan, zou het niet zo uit de hand lopen. Maar nee, ze gooien er gelijk politie op, die er meteen op losslaat. Ja, dan slaan die gas ten tuurlijk terug." Vol mededogen beziet ze de jonge Marok kanen, ook al werd ze eens zo goed als aangerand door een aantal van hen. In haar recent verschenen boek 'Een keihard kusje' („mijn coming out als human being") beschrijft ze hoe ze door een groepje van vijftien knapen een zijstraat werd ingedreven, hoe ze haar rok omhoog en haar panty omlaag begonnen te sjor ren. Ze wist zich uiteindelijk door pure bluf te redden, met een verhaal over haar broers en vader die niet zouden rusten voordat ze elk Marokkaans geslachts deeltje op sterk water naar de moskee hadden gebracht. „Het maakt niet uit of je wordt lastig ge Columniste Carrie kan zich vreselijk boos maken om 'misstanden' in Nederland en daarbuiten. foto's Roland de Bruin dingen op gaat leggen?" Er is ook geen an- dere hogere macht die Carries ziel kan be roeren. „Nee, helemaal niks. Ik hou te veel van mensen en alles wat er op aarde is om te geloven. Ook die hele New Age is niet aan mij besteed. Zonnegroet, Tibetaanse meditaties? Hou toch opLaatst zei er een jongen tegen me dat mijn chakra's niet kloptenIk heb hem f ijntj es verteld dat hi j kon gaan wieberen. Aan de andere kant: als mijn moeder een kaarsje voor mij brandt, wanneer ik iets moeilijks moet doen, dan vind ik het toch schattig". Blank In haar boek beschrijft ze hoe de Utrecht se ambtenaren wijk een Indisch gezin an ders bekeek en zij tot het besef kwam dat in haar buurt veel klootjesvolk moest wo nen. Ook haar moeder pakte met moeite een bord nasi van de Indische buurvrouw aan. „Ja, dat heeft me altijd bevreemd. Ik vind: mensen zijn mensen, ongeacht hun huidskleur. Ik was ook wel heel nieuws gierig naar ze. Hoe doen anderen het? Dat was bij mijn ouders een stuk minder. Die hadden Nederland liever blanker gehou den, denk ik." „Nu praten we er niet meer over, maar vroeger heb ik er veel ruzie over gehad. Maar zoals mijn ouders zijn er natuurlijk meer. Die hebben een fantastische Marok kaanse buuxrman, maar dat beïnvloedt niet hun negatieve beeld over Marokka nen. Laten we eerlijk wezen: elke bevol kingsgroep heeft zijn eigen ettertjes. Dat hoeven we na Feyenoord niet meer te ver tellen, met al die blanke kaalkoppen die hier op de Coolsingel hebben huisgehou den. Toen ik die vernielingen zag, dacht ik: sinds wanneer is blank Nederland be ter dan de rest." Aftakeling Haar betrokkenheid bij alles wat mens is, maakte dat ze koos voor een studie maatschappelijk werk bij De Horst in Driebergen, toentertijd nog 'een lekkere communistische opleiding'. Ze raakte als stagiaire verzeild bij het JAC in Utrecht en vertrok naar Rotterdam toen daar een JAC-post vrijkwam. „Ik werkte daar veel met zwervers. Het was fulltime en dat be tekende dat ik ook 's nachts meldpunt was. Dus als de politie iemand had gevon den die ondergebracht moest worden, belden ze mij op. De laatste twee jaar heb ik geen nacht meer doorgeslapen. Dan ging om twee uur 's nachts de bel en stond ik al weer aangekleed om iemand op te ha len. Mijn huis was ook aanlooppunt. Hoorde j e tok, tok, op de deur. Ik haalde ze binnen, gaf ze een slaapzak met de belofte dat we het morgen wel zouden oplossen." Ze kan nu beter tegen dingen, zegt ze. „Ik ben toch bijna 45, heb veel meegemaakt. Toch wat meer eelt op mijn ziel gekregen. Niettemin kunnen ziekte en - een soms zelfgekozen - dood van dierbaren haar balans nog flink verstoren. Haar vader kreeg pros taatkanker en later bot- kanker. „Wat ik zo heel bijzonder aan de situa tie vond, was wat voor trucj es je eigen geest uit haalt, om vooral maar niet door te hebben hoe ziek hij is. Hoe vaak dacht ik niet: het is nu voorbij. En als hij vrese lijk afviel: zo, pa doet goed aan de lijn. Je merkt dat je moeilijk kan accepteren als j e ou ders, ook al zijn ze al ze ventig, ziek worden. Dat je het heel oneerlijk vindt om iemand te zien aftakelenHet was in november vorig jaar dat ik doorkreeg dat mijn vader het niet zou halen. In twee weken tijd was hij vijf tien kilo afgevallen. Maar daarna is het proces tot stilstand gebracht. Een soort van wonder. Hij heeft van die cholesterol - pillen, waarvan de artsen in november hadden gezegd dat hij ze niet meer hoefde te slikken. De kans dat hij daaraan zou overlijden, was uiterst klein. Maar in fe bruari moest hij daar weer mee gaan be ginnen, want het ging zo goed met hem." „Over mijn vader had ik in de Straatkrant geschreven. Een half jaar lang werd ik aangeklampt door onbekenden die me vroegen hoe het met hem ging. Zo'n reac tie moet je wel van tevoren incalculeren". Ze heeft naar eigen zeggen nu geen pro blemen meer met het delen van haar pri- vé-leven met een groot publiek. „Vroeger dacht ik: ik heet Carrie, mijn achternaam gaat je geen reet aan, waar ik woon ook niet, of ik kinderen of een vriendje heb, ook niet. 'Ik geef mijn gironummer door. daar kun je geld op storten, de rest bekij ken jullie maar', zei ik altijd tegen de VARA Maar ja, op een gegeven moment ga je ook van die mensen daar houden. Je hoeft er niet zo stoer over te doen, dat heeft ook zijn beperkingen. Dan lijkt het net of je geen mens bent." Carries zoon Slinger is nu negentien. Ze is zich tex-dege van deze 'ge vaarlijke' leeftijd be wust. „Zelfmoordge dachten horen bij je adolescentie. Je hebt er zelf ook wel eens mee ge speeld, op je achttiende boeken gelezen over de zinloosheid van het be staan. Zo'n gedachte zal bij Slinger ook wel eens bovenkomen. Het enige wat je kunt doen. is hem bijstaan, een beetje op letten en hopen dat het goed komt." Slin ger woont nu op zichzelf. „Dat doen jon gens van negentien. Maar, hij komt vaak eten. En voor Moederdag kreeg ik van hem toch mooi een cd van de punkband Greenday." Carrie heeft twee kinderen: naast Slinger is er Blixa, negen jaar oud. En dat terwijl ze vraeger honderdduizend procent zeker wist dat ze nooit kinderen zou willen. „Uit angst dat ik met ze thuis moest gaan zitten wachten op manlief. Maar ja, toen kreeg ik een vriendje, die er wel zes wilde. We hebben het gehouden op twee. Samenwo nen doet ze niet met hem.,Dat hebben we twee jaar lang geprobeerd, maar het werd geen succes. Sindsdien, en dat is 22 jaar geleden, wonen we apart. Je moet nooit over één nacht ijs gaan." Een jong katje van net twee maanden oud richt zich klagerig op tegen een tafelpoot. Came ziet vertederd op het beestje neer. „Klein is-ie, hè? Blixa wou er nog een kat je bij en ik zei altijd nee. Deze werd bij de bovenburen geboren. Ze is elke dag gaan kijken. Toen kreeg ik een briefje van haar: 'Als jij klein was, zou jij ook wel een klein poesje willen hebben. Nou ben ik klein en wil ik een klein poesje en mag het niet van jou'. Toen was ik om. Het is ook een rede natie waar ik niet tegenop kan. Ik ben niet zo standvastig." Peter Kuijt vallen door Marokkaanse of andere jon gens", verklaart Carrie haar i-uime tole rantie. „Het blijft vervelend. Als je een keer gepakt wordt door Nederlandse kna pen, dan schrijf je toch ook de hele bevol kingsgroep niet af?" Gepoetste bellen Haar wieg stond in Utrecht, in een ambte- narenwijk, waar de bellen nog wei-den ge poetst en de vitrage dicht genoeg hing om er goed doorheen te kunnen gluren. Ze was zes toen ze het geloof in God verloor. Dat was nadat ze in de kerk de pastoor half opgericht, met een pijp in zijn hand, opgebaard zag liggen in zijn kist. God heeft het leven gelaten, dacht ze, nu staat de mens er alleen voor. Het was een stand punt dat ze nadien nimmer meer zou ver laten. „Dat mensen geloven, vind ik pri ma, moeten ze zelf weten. Maar het hele instituut kerk vind ik zo verschrikkelijk moorddadig. Wat die mensen allemaal heeft aangedaan. Een voorbeeld: mijn moeder was niet zo heel erg gezond. Die wilde er na drie kinderen wel mee ophou den. Toen kwam de pastoor langs en vroeg: 'Zeg, er is toch niks aan de hand, het is al weer twee jaar geleden dat je een kind kreeg'. Hoe durft zo'n man?! En dat de katholieke kerk nog steeds zegt dat de pil niet geslikt mag worden en het con doomgebruik in Afrika verbiedt. Het mag toch niet zo zijn dat een geloof mensen Een Leeuwarder jongen die door stootte naar de hoogste regionen van de internationale zakenwereld. Cor Boonstra, topman van Philips: „Adrena line, ja". Het werk kent zeker ook zijn schaduwkanten. Aan lekker varen door de Oude Venen komt hij vrijwel nooit meer toe. Af en toe maakt hij nog eens een ritj e door het Friese land.,Even de lucht opsnuiven." „Een wondei-schoon plekje is dit geble ven", zegt Cor Boonstra en hij kijkt over de bootjes naar de monumentale gevels van de Nooi-derhaven in Harlingen. De topman van Philips zou graag aan booi'd springen van een van de jachtjes en lek ker gaan zeilen op het Wad. Net als vroe- ger. Helaas, er moeten nog zaken gedaan worden, ook op een stralende vrijdag middag. Zijn chauffeur houdt het poxlier van de donkei-blauwe BMW al open. „Het leiden van deze onderneming is re delijktopsport" had hij een dag eerder al opgemerkt. Plaats van handeling was toen zijn wei-kkamer hoog in de Rem- brandttoren in Amsterdam. Een riant uitzicht over de hoofdstad wedijvert om aandacht met de schilderijen aan de wand. Cor Boonstra spreekt. Over Phi lips. En Friesland. Het was zijn antwoord op de vraag: is het eigenlijk wel leuk om topman van Phi lips te zijn? Uit interviews rijst het beeld op van een 'captain of industry' tegen wil en dank. Hij vond zichzelf, niet gewor teld in het bedrijf, de verkeerde man op de verkeei-de plaats: „Ik heb zelf ervaren dat het een hele poos duurt voordat je als buitenstaander weet wat er allemaal in het concern omgaat. Dat Ik hier zit, is principieel fout", (februari '99, Else vier). Is het in feite geen hondenbaan? „Nou, er zijn ook leuke honden, hoor. Maar ik heb dat woord nooit gebruikt. Je hebt op deze post een redelijke samen balling van spanningen, kun je wel zeg gen. Er komt een enorme agressie van buiten op je af. Philips is natuurlijk geen bedrijf dat gras droogt in Tzum en con currentie heeft van een drogerij twintig kilometer verderop. Wij spelen wereld wijd. De gang van zaken in Taiwan vr-aagt je aandacht, of in Mexico. Dat zijn enorme uitdagingen. Het is fascinerend, spannend. Adrenaline, ja. Een versla ving wil ik het niet noemen." Gemaaid gras De lucht van vers gemaaid gras - het is voornamelijk een herinnering aan woe- ger. „Ik ruik het soms als ik ergens in Ne derland ben. Een lekkex-e lucht. Net als de typische geur van het Wad. Een Leeu- warder jongen, geboren aan de Nieuwe- buren. Zoon van een melkhandelaar. ,Elke dag flessen slagroom brengen naar ijssalon La Venezia. En melk naar de drukkers van de Leeuwarder Courant. Ik denk dat ik een jaar of tien, elf was toen mijn vader me voor het eex-st de drukkerij instuurde." Dat hij na een jaartje varen bij de KNSM via Unilever, de Zuivel Handel Maatschappij en de SRV tot gro te hoogte zou opklimmen bij Sara Lee/Douwe Egberts en uiteindelijk top man van Philips zou worden lag toen niet erg in de lijn der verwachtingen. Als hbs-scholier had Cor het regelmatig aan de stok met zijn vader. Boonstra heeft het enkele keren gezegd: zijn moti vatie om verder te komen in het leven is stevig gevoed door de opmerking van zijn vader: „Mei Cor wurdt it neat" (Met Cor woi-dt het niks). Boonstra lacht: „Hij heeft het waarschijnlijk één keer gezegd, maar ik heb het wel heel goed in mijn oren geknoopt." Het heeft er mede toe geleid dat Boonstra (61) misschien nog maar eens in de twee jaar toekomt aan een zeiltochtje. „Boten genoeg: Philips sponsort het SKS-sküt- sje D'Halve Maen en de fabriek in Drachten is eigenaar van de boeier Alba tros. Maar ja, geen tijd." Het Fi-iese water Cor Boonstra in de Noorderhaven. heeft volgens de overlevering een ciucia- le rol gespeeld in de komst van Boonstx-a naar Philips. Tijdens een door de provin cie georganiseerd vaartochtje voor 'ty coons' uit het bedrijfsleven zou voorma lig Philipsbaas Jan Timmer hem gestrikt hebben voor de overstap naar het elek tronicaconcern. Boonstx-a was op dat moment, na een onvex-wacht veitrek bij Sax*a Lee, vexwoegd aan het rentenieren op de Bahama's. „Ik geloof dat we toen elkaar alleen maar even gedag hebben gezegd bij het 'captains dinner'. Meer niet." Als het enigszins kan blijft hij lie ver anoniem. Maar de baas van Philips is in Nederland publiek bezit. Dat aspect zint Boonstx-a niet. Alles wat hij doet of zegt wordt breed uitgemeten. Als ie mand zijn pincode geheim moet houden is hij het wel, want dat hij onlangs voor 10 miljoen gulden opties verzilverde kan niemand zijn ontgaan. Vorig jaar bereik te de publiciteitsgolf een hoogtepunt, toen zijn wouw ernstig gewond raakte tijdens een ontvoering. Het liep hem even over de hoge schoenen. „Wat wil je foto GertFopma ook. Dat was natuurlijk niet zo leuk alle maal." Zijn wouw is inmiddels hersteld. De dx-uk, de enorme aandacht, de limou sines met politiebegeleiding die klaar staan als hij in China op zakenreis is. Is hij nog wel een normaal mens? „Ha! Ik vind van wel. Die limousines zijn er ook alleen maar in het buitenland. Maar ik blijf redelijk normaal. Ik beklaag me ook niet over de aandacht. Die hoort kenne lijk bij deze job. Ik vind het alleen niet leuk." In de afgelopen jaren is hij gety peerd als een keiharde, niets en niemand ontziende manager, voor wie alleen het doel heilig is. Een meedogenloze saneer der, die bij Philips tal van bedrijfsonder delen afstootte en daarmee afscheid nam van duizenden medewerkers. Ook de top van het concern is sinds Boonstra's komst danig opgeschud, met het plotse linge vertx-ek van kroonprins Roel Pieper als laatste wapenfeit. Het leverde hem bijnamen op als Coxieone en Godfather Boonstra. „Nee, natuurlijk is dat niet leuk", zegt hij een beetje korzelig. „Maar kennelijk zien mensen aanleiding om mij zo af te schil- dei-en. Ik hei-ken mij er zelf niet in." Het functioneren aan de top van zo'n groot concern brengt echter drastische ingx-e- pen met zich mee, die niet voor iedereen prettig uitpakken. Boonstra wijst op de perikelen rond de beveiligingsdienst van Philips in Eindhoven. Het afstoten ervan leidde tot stakingen. „Ik las het in de krant, want ik heb met de besluitvor ming niets te maken. Maar ik weet zeker dat ik door sommige medewex-kex-s word gezien als de aanstichter van die zaak. Voor hen ben ik de verpersoonlijking van iets wat in him ogen niet deugt." Er zijn ook andere momenten. Vorige week wijdag nam Boonstra in Galerie De Vis in Hardingen het eerste exemplaar van een boek over het Friese landschap in ontvangst. „De galeriehoudster had me geschreven dat haar zoontje vond dat ik dat moest doen. omdat ik zo'n aardige meneer was. Ik had hem een keer over z'n bol geaaid toen ik er eens was gaan kij ken. Nou, toen ik dat las heb ik natuur lijk meteen ja gezegd." Hij dist het verhaal bij de overhandiging zelf met veel plezier op. De uitsmijter, voor het selecte gezelschap, met een gro te gi-ijns: „Tenminste iemand die mij wèl aardig vindt." 8 Maarten Pennewaard

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 21