Je moetje ziel laten spreken Een mooie stem is niet genoeg Klassiek Muziekmozaïek Bezuyen kleurt Rheingold D10 kunst mtéAj cultuur Come-back Aafje Heynis Masterclass Deutekom 15 en pot verse thee, een schaaltje chocola onder handbereik en de kat in de gordijnen. Een rustig S bedoeld gesprek kent een licht onstuimig begin. Maar als Aaf je Heynis eenmaal het speelse jonge dier weer op de grond heeft gezet, komt de stroom verhalen toch op gang. Over haar Zaanse wortels, haar carrière en het wonder van de cd's die jaren nadat ze stopte met zingen opeens in brede lagen van de bevolking worden verkocht. Misschien wel door het gevoel dat bij het zingen naar buiten komt. Glamour is haar vreemd. „Toch had ik een beroep waarbij dat vaak noodzaak is. Maar ik vind dat je rustig gewoon kunt blijven doen." Misschien dat ze daarom in 1969 zo abrupt kon stoppen met zingen. Zo maar, van de ene op de andere dag. Haar laatste optreden gaf ze in Zaandam, in de wereld waar ze opgroeide, waar ook haar carrière begon. En daarmee was de cirkel rond. „Maar dat is puur toeval." Haar man was ernstig ziek en daarmee leek plezier uit het optreden te zijn verdwenen. Ze besloot iets anders te gaan doen. Ze ging les geven aan jonge zangers en doet dat nog steeds. Onlangs werd ze 75. En opeens, daar was het wonder. Een reeks oude opnamen, bij die gelegenheid verschenen op de cd Dank sei dir Herr, verkocht tot ieders verrassing harder dan geheide kassakrakers als Jantje Smit en André Rieu. Kort na elkaar ontving ze twee gouden platen. De gemeente Zaanstad kon dan ook niet achterblijven. Begin deze week kreeg ze daar de Cultuurprijs 1999. Het werd tijd. De reden van de hernieuwde belangstelling? Ze zou het zelf niet weten. Misschien omdat het publiek in haar stem iets puurs herkent, iets oprechts, iets warms? Luister naar 'Erbarme dich' uit Bachs 'Matthaus Passion', of 'Dank sei dir Herr' van Handel, dat - terugblikkend - een aantal belangrijke momenten in haar leven markeert. Luisteren naar die stem is een beetje als thuiskomen in een oude, bekende, veilige omgeving. Een verklaring die ze zelf wat argwanend lijkt aan te horen. „Tja, als u dat zo zegt.Zelf heb ik geen idee. Misschien vindt ook de jeugd dat muziek niet altijd zo hard hoeft, zodat de muziek zélf weer aan bod komt. Ik heb die nieuwe cd hier liggen maar ik heb ze nog niet beluisterd. Hoeft ook niet, want ik kan de opnamen toch niet meer veranderen. Het is geweest. Maar ik ben dankbaar en ontroerd dat de mensen nu nog zo blij zijn met die cd. Het is toch het publiek dat hem koopt. Ik ben echt ondersteboven van al die waardering in deze tijd waarin alles zo snel gaat." Het zijn woorden van een grote nuchterheid. Dan legt ze uit dat bij het zingen de ziel moet spreken, dat het alles te maken heeft met gevoel. Met emotie die dan naar buiten behoort te komen. En dat die emotie schuilt in de wortels, in de jeugdjaren waarin de mens wordt gevormd. Die tijd was voor haar niet makkelijk, maar wel goed. „We waren arm. Dat was niet zo heel erg, want dat waren mijn vriendinnetjes ook. We woonden in de Zaanstreek, overal, we zijn zeker zo'n twaalf, dertien keer verhuisd. Telkens als mijn moeder zich ergens niet meer op haar gemak voelde, zocht mijn vader een andere woning." Ze vertelt hoe hij zijn uiterste best deed om haar en haar zusje een mooie jeugd te bezorgen en dat ze beiden opgroeiden in de „hoogstaande eenvoud van een arbeidersmilieu. Vader was buschauffeur. Maar hij repareerde als het moest ook de schoenen van mijn zusje en mij En als we fietsen nodig hadden, zorgde hij ei-voor dat we die kregen. Oude fietsen, die hij dan zelf opknapte. En op hoogtijdagen aten we gerookte paling. Heerlijk, met die gekruimelde beschuit op de gesmolten boter." De middelbare school, de hbs, vond ze voor zichzelf te hoog gegrepen. In plaats daarvan leerde ze al vroeg wat werken was. Ze werd dienstmeisje, onder meer bij een streng christelijk gezin in Westzaan, dat op zondag drie keer naar de kerk ging en waar de mevrouw haar op een maandagochtend dolblij verwelkomde: ze had de hele zondag al naar een propje papier zitten kijken en of Aaf je dat even kon opruimen Want op zondag zelf even dat propje weghalen, dat was immers werk. Toch kon Aaf je daar wel respect voor opbrengen. Vervelender was het dat ze soms wel heel duidelijk het verschil in stand moest voelen. De muziek leerde ze kennen nadat haar ouders een psychometrische avond hadden bezocht. Daar was iemand die een foto van de beide zusjes bekeek en voorspelde dat hun dochter Aafje voor volle zalen zou komen te staan en dat ze de zeeën zou oversteken. „Ze zouden er daarom goed aan doen een instrument voor mij te kopen. Mijn ouders hebben toen een orgel voor me opgespaard." Toen bi] de zangvereniging in Krommenie haar bijzondere alt begon op te vallen en dirigent Mienes haar naar de Aafje Heynis: „Misschien vindt ook de jeugd dat muziek niet altijd zo hard hoeft, zodat de muziek zélf weer aan bod komt." foto Joop Boek zangpedagoge Jo Immink stuurde, begon inderdaad het echte muzikale leven van hun dochter Aafje. In 1946 ging ze naar het conservatorium in Amsterdam waar ze les kreeg bij Aaltje Noordewier, om daarna zo snel mogelijk aan de slag te gaan. „Dat was ik verplicht aan degenen die financieel aan mijn studie hadden bijgedragen. Uiteindelijk geloof ik dat ik in alle kerken van de Zaanstreek wel eens heb gezongen. Maar waar mijn eerste optreden was? In een lief klein kerkje, ik geloof in Krommeniedijk." God is voor haar een alomvattende liefdeskracht. „Als ik dat niet zou geloven, had ik nooit kunnen zingen. Je zingt immers uit de vervoering die in je leeft. Het talent daarvoor krijg je van God, niemand hoeft zich daar op te laten voorstaan. Maar je moet er wel zuinig op zijn en ermee werken. Dat is je opdracht." En dat heeft ze gedaan. Talloze opnamen vormen het bewijs. „De platenmaatschappij zou ze zo weer opnieuw kunnen uitbrengen." „Ach, ik heb zo veel meer gezongen. Van Mahler onder meer 'Das Lied von der Erde', zijn tweede symfonie en de 'Kindertotenlieder'. Al kost het je de grootste moeite om dat met droge ogen te volbrengen. Maar daar moet je dan toch doorheen. Je voelt dan de opstandigheid van de vader in de componist Mahler als hij de wanhoop over de dood van zijn kind laat blijken. Ik ben dan een echte romantica. Wat je zingt moet oprecht zijn, doorleefd. De ziel moet spreken. Uiteindelijk geldt dat ook voor schrijvers." Toen Aafje Heynis haar opnamen van Bach, Handel, Gluck en andere tijdgenoten maakte, moesten dirigenten als Harnoncourt, Brüggen en Koopman nog aan hun baanbrekende zoektocht naai de oorspronkelijke muziekpraktijk van Bach en zijn tijdgenoten beginnen. Maar haar eigen stijl staat ver boven elke muzikale richting. Dirigenten en opvattingen, ze heeft er heel wat meegemaakt en het lijkt of ze wat medelijden met ze heeft. „Het lijkt me niets prettig om dirigent te zijn. Ze moeten steeds maar weer met nieuwe visies zien te komen." „Eerlijk gezegd heb ik genoten van de manier waarop Riccardo Chailly dit jaar in Amsterdam de Matthaus Passion leidde. Die op zich al onsterfelijke muziek en dan met die door hem ook zo intens gemeende expressie. O, wat had ik graag met Chailly willen werken. Ik vind hem zo'n oprecht wezen met die mooie bruine ogen. Ik heb dat stuk zelf zo vaak gezongen en dat deed ik toen heel anders, maar je moet nu eenmaal verder." Natuurlij k zou ik die Matthaus Passion nu heel anders zingen, het muziekleven mag immers niet verstarren, dat moet in beweging blijven. Ik ben in Wenen op een begraafplaats geweest, waar ze allemaal bij elkaar liggen, al die grote componisten. Dan besef je dat ook zij komen en gaan, maar dat hun muziek blijft. En die moet je blijven spelen, op jouw manier. Maar zonder er een noot aan te veranderen." „Wat Ton Koopman bij voorbeeld doet met de Matthaus Passion is prachtig. Hij hanteert het ideale tempo. Hij laat Bach vloeien, zoals het hoort. Want die muziek heeft dynamiek, die breng je niet tot leven als je de snelheid hanteert van een slak op een teerton. Bij zo'n oratorium over Christus denkt iedereen meteen aan 'eerbied', maar als je weet wat er in dat verhaal gebeurt moet je het af toe kunnen uitschreeuwen." Hans Visser Franz Schubert schreef van sommige delen van zijn Missa Solemnis een tweede versie, die hij uiteindelijk de beste vond. De opname die John Eliot Gar diner van dit werk maakte, is daarom op Schuberts voorkeur gebaseerd. En toch: Gardiner zou Gardiner niet zijn als de cd als extraatje ook niet een van de eerste versies van die delen zou bevatten. En dat levert dus weer een aardig kijkje op in de keu ken van de componist. Maar dat is niet de enige reden waarom zijn versie van dit werk de moeite waard is. Met zijn ei gen Monteverdi Choir en Or- chestre Révolutionnaire et Ro- mantique geeft hij zoals van hem mag worden verwacht een mooie weloverwogen en verfijn de lezing van deze mis. Boven dien heeft hij in Deborah York, Sally Bruce Payne, Neill Archer en Michael George vier solisten die het werk van hun grote sier voorzien. Daarnaast bevat deze cd nog de Psalm 92 en het Stabat mater D 175 en zijn Hymnus an den Hei ligen Geist, een werk voor vier heren en een werkelijk mooi donker klinkend juweel. Mu ziek die niet vaak wordt ge hoord en dat is jammer want ook hier laat Schubert zich horen als de man van de meeslepende, ly rische maar toch intiem gehou den melodie. Daarnaast pakt hij uit met een rijke orkestratie en toont hij zich een gewetensvol componist door de tekst op on derdelen te doen aansluiten bij zijn persoonlijke overtuiging. Mass in A flat van Franz Schubert. Monteverdi Choir, Orchestre Révo lutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner. Philips 456 578-2; tijdsduur: 73.48 min. 'Goede morgen, lieve muziek- vrienden....', zo begon Willem Duys jarenlang op zondagmor gen zijn 'Muziekmozaïek. Afge lopen zondag presenteerde hij zijn radioprogramma voor de laatste keer. Daarin sloeg hij vaak bruggetjes naar de klassie ke muziek en niet zelden veroor zaakte dat 'hits'. Decca bracht daarom een cd uit met typisch klassieke Duys- muziek. En dat is vaak niet de beroerdste. Neem dat deel uit de tweede jazzsuite van Sjostako- vitsjgespeeld door het Konink lijk Concertgebouworkest onder Chailly. Of die anderen klassieke 'hits': het 'Ave Maria' van Caccini, het 'Bloemenduet' van Delibes. het requiem van Andrew Lloyd Webber, 'West Side Story' van Bernstein, 'Lie- besleid' van Kreisler en het an dante uit Mozarts pianoconcert no. 21, zowel oude als nieuwe opnamen. Ook Bach is er bij met het air uit de derde or kestsuite. Ach, hoe vaak begon hij zijn programma met 'Bach bij voor beeld'. Bruggetjes naar de klas sieke muziek.... Dus mocht blijkbaar ook 'Ode aan Ama- deus' van Louis van Dijk niet ontbreken. Toch een mal eendje in deze zo goed gevulde bijt. Trouwens, ook bij Pavarotti met diens 'Caruso' is het even slik ken. Toch is dit een aardig 'Klassiek Mozaïek'. Gelukkig ontbreekt de stem van Duys zelf ook niet. Hij vertelt in eigen woorden een stukje van het 'Carnaval der dieren', begeleid door de Wiener Philharmoniker onder Karl Böhm. Een heel belegen opna me. Willem Duys presenteert Klassiek Mozaïek. Decca 465 232-2. Tijds duur: 80 min. en 25 sec. Voor wie deze maand de com plete 'Ring des Nibelungen' van De Nederlandse Opera heeft on dergaan is het even wennen. Toch is de opname van 'Das Rheingold', het eerste deel van die vierdelige cyclus, gediri geerd door Gustav Kuhn en met het orkest van het Teatro di San Carlo te Napels, ook de moeite waard. Hij verscheen op Arte Nova, het prettige geprijsde la bel van BMG. Deze 'Rheingold' is opgenomen met publiek, maar desondanks klinkt deze opera verrassend goed. Bekende stemmen werken aan deze uitvoering niet mee, kwaliteit hebben ze wel. Zoals Arnold Bezuyen. Deze Neder landse tenor, zes jaar geleden nog amateur, zingt nu op deze dubbel-cd de imposante rol van de vuurgod Loge. Een rol die hij vorig jaar onder James Levine in het Wagner-Mekka Bayreuth zong. Zijn heldere lyrische en makkelijk wendbare stem valt meteen op naar de fraaie bari ton van Albert Dohmen als Wo- tan. De totaalindruk van deze opna me is goed al lijkt die van klank wat donkerder dan het geluid dat Haenchen bij zijn voorstel lingen in Amsterdam creëerde. Maar die had Wagners partituur dan ook onderworpen aan een rigoureuze schoonmaakbeurt. Deze 'Rheingold' is daarmee een behoorlijk alternatief voor de vaak dure, andere opnamen. En dit is dan nog maar het voorspel tot'Der Ring'. Hans Visser Das Rheingold, opera van Richard Wagner. Dirigent: Gustav Kuhn. Div. solisten. Teatro di San Carlo te Napels. Arta Nova 7432163650 2. (2 cd's). Duur: 70.00 en 69.32 minuten. Wagners Rheingold in een klassieke enscenering. Christina Deutekom met tenor Amand Hekkerstijdenseen masterclass in 1995. foto Ruud Hoff Het is de komende week twaalf en een half jaar geleden dat ze plotseling ophield met zingen. Het einde van de bij zondere internationale carrière van de Ne derlandse coloratuur sopraan Cristina Deutekom, die leek te zijn geboren voor het bel canto en naam maakte als de gedroomde Koningin van de Nacht. Het koperen jubile um van haar afscheid is niet iets om bij stil te staan. In tegendeel. De komende week is La Deutekom in Alkmaar voor masterclasses aan jonge operazangers tijdens The Inter national Holland Music Sessions. Op 8 juli werkt ze met haar studenten in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. Cristina Deutekom kijkt verrast. Twaalf en een half jaar geleden trad ze voor het laatst op. „Is dat al zo lang geleden?" Voor het pu bliek kwam het afscheid onverwacht, maar niet voor haar. „Het werk werd te zwaar voor mijn hartIk wilde graag honderd wor den en als ik was blijven zingen zou me dat nooit kunnen lukken. Van dat besluit te stoppen heb ik nooit spijt gehad. Ik verveel me nog steeds niet en kom zelfs tijd te kort." Natuurlijk, graag was ze blijven zingen. Er lagen immers nog genoeg plannen. „Ik stond net op het punt om over te stappen naar andere componisten. Ik had Beethoven willen zingen. En i-ollen als Tosca enButter- üy van Puccini. En bij De Nederlandse Ope ra zou ik Semiramide zingen. Die voorstel ling is toen afgelast omdat ze niemand anders konden vinden voor die rol... Stel je voor: onveivangbaar." Haar tijd stopt ze nu voor een giroot deel in het begeleiden van jonge zangers. Zo geeft ze de komende week in Alkmaar, als onder deel van het jaarlijkse festival The Interna tional Holland Music Sessions, een serie openbare mastex classes. Wie de deelnemers zullen zijn en welk re- pertoire ze meebi'engen? Ze heeft nog geen idee. „Maar één ding is zeker: het zijn jonge mensen en daar zal ik voorzichtig mee moe ten omgaan. Voor je het weet heb je iemand ondanks jaren studie volledig aan het twij felen gebracht. En altijd ben je bang dat je iets zegt waardoor iemand dichtklapt." „Neem Elisabeth Schwarzkopf. Twee keer heeft ze hier in Nederland masterclasses ge geven en nog praten de mensen over hoe dwars ze was en haar leexiingen op een vre selijke manier neerzette. En dat is natuur lijk heel makkelijk en de lachers heb je dan al gauw op de hand. Of dat zo moet?" Deutekom put voor haar masterclasses uit ruim dertig jaar internationale podiumer varing. Zo zong ze alleen al 140 keer de titel rol in Donizetti's 'Lucia di Lammermoor'. Verder heeft ze al zeven jaar haar eigen groep van twaalf leexiingen op het Konink lijk Consexvatoxium in Den Haag. Ze vindt het heerlijk om daar die ervaring door te ge ven aan een jongere generatie zangers. Maar toch... „De drang om te zingen, de bezetenheid, die ik vroeger zelf zo sterk voelde, vind ik nu zo zelden bij de jongeren terug. Het gekke is dat nota bene ik zelf vaak tijdens de lessen de bezielende persoon ben en niet degene die zingt. Ik krijg dan zo weinig respons, ter wijl zingen net zo belangrijk moet zijn als eten en drinken. Dat gevoel heb je nodig als je later gaat werken, want een mooie stem alleen is lang niet genoeg. Nelly Miricioiu, bij voorbeeld, de lieveling van het Amster damse publiek, die lééft voor het zingen." „Ik heb ooit op film Rubinstein een master class zien geven. Hij liet eei'st iemand een stuk spelen en speelde het toen zelf nog een keer. Hij liet hox'en wat je nooit in het noten schrift ziet staan. En daar gaat het om, dat is het moeilijkste. Noten lezen kunnen we al lemaal. Maar wat daar achter zit, daar gaat het om. En dat moetje als leraar met je leer lingen kunnen ontdekken. Zelfs een zange- i-es als Angela Gheorghiu houdt dat zingen van wat achter de noten zit, nog steeds niet een hele voorstelling vol." „Nog moeilijker is het te ontdekken waar precies bij iemand het talent schuilt en hoe die persoonlijkheid in elkaar zit. En voor ie- dex'een geldt altijd weer de vraag: waar doe je het voor? Ik denk dat je de mensen een ple zier wilt doen. Het feit dat ze daar- voor jou in de zaal zitten schept al een saamhorig- heid, een kameraadschap." „Je moet je in elk geval realiseren dat je niet voor een kantoorbaan kiest, dat je soms het lot moet tarten en op de grens moet lopen van wat je kunt. Je moet flexibel zijn, jezelf kwetsbaar durven opstellen, het risico ne men jezelf een buil te vallen." „En je moet natuurlijk kritiek kunnen ver dragen, want denk erom dat er wat op je af komt. kritiek gaat nooit over. Wat denk je, laatst las ik dat een zangeres haar succes waarschijnlijk alleen heeft te danken aan haar mooie boezem. Dat is klakkeloos, de makkelijkste kritiek, de gemeenste. Maar voor iemand met 100 procent inzet moet dat erg pijn doen." Jong Nedexiands talent dat kans maakt op een grote carrière? Zonder aarzelen noemt ze de sopraan Wiebke Getjes. Ze heeft de af gelopen jaren bij het operahuis van de Duit se stad Meiningen gezongen en is daar vol gens Deutekom waanzinnig gegroeid. „Ze heeft er Tosca gezongen, een Wagner, 'Fidelio' van Beethoven, 'Ariadne' van Ri chard Strauss. Wiebke heeft een mooie zil verachtige stem en is bovendien een echte doorzetster. Ze zit nu in Stuttgart, bij weer een andei", groter operahuis, waar ze zich verder kan ontwikkelen. Zo hoort het. Ca- ball heeft het op die manier gedaan, Suther land en ik zelf ook." Hans Visser Openbare masterclass Cristina Deutekom, The International Holland Sessions, Kleine Zaal Con certgebouw, Amsterdam, donderdag 8 Juli, 18.00 uur, gevolgd door pianorecital om 20.30 uur. In formatie: 072-5821300. vrijdag 2 juli 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 15