Het landschap in een lijstje
Met onweer op komst sproeit de Zeeuw niet
PZC 4
buSten gebied"
Eten en gegeten
worden op
de bloemdijken
woensdag 28 juli 1999
door A. J. Snel
door Chiel Jacobusse
De grasmus, zingend in de top van een hondsrozenstruik.
foto Chiel Jacobusse
bloemrijke bermen of
kruidenrijke oevervegetaties te
vinden.
Bijen
Zweefvliegen zijn buitengewoon
talrijk in aantal op de
bloemdijken. Blinde bij,
doodskopzweefvlieg,
pyamazweefvlieg,
hommelzweefvlieg en
menuetzweefvlieg vliegen op de
bewuste bloemdijk met
honderden rond. Maar alweer
geldt: ook in een bloemrijke tuin
zijn die soorten wel te vinden. Wat
meer typerend is een glanzend
groen zweefvliegje, met alleen een
Latijnse naam: Lejogaster
splendida. Het is een soort van
veenmoerassen die binnen zijn
Nederlandse verspreidingsgebied
alleen in Zeeland wel eens op
drogere plaatsen verschijnt, en
dan met name op bloemdijken.
Bijen die exclusief zijn voor de
Zeeuwse bloemdijken zijn er
ongetwijfeld meer soorten. Zo
vliegt op de marjolein een
prachtige hommel met rode
stuifmeelkorfjes aan de
achterpoten. De grashommel; een
soort die net als een groot aantal
bloem dijkplanten naast een
bolwerk op de Zeeuwse dijken ook
in ZuidLimburg verbreid is.
Nog sterker geldt dat voor de
zwartsprietwespbij. In de
Voorlopige verspreidingsatlas van
de Nederlandse bijen wordt
vermeld dat die soort, enkele
incidentele vondsten daargelaten,
tegenwoordig in zijn verspreiding
beperkt is tot Zuid-Limburg en
omgeving. De zwartsprietwespbij
blij kt bij goed zoeken op de meeste
bloemdijken wel voor te komen.
Heel vaak zit het dier aan de
onderkant van de bloemen van
viltig kruiskruid of ja
cobskruiskruid, maar op de dijk
van de Koude - en Kaarspolder (de
Breedsendijk) zat het dier tussen
de bloeiende wilde marjolein.
Klaverdikpoot
Net als alle wespbijen is het een
koekoeksbij, die parasiteert op
andere bijensoorten. De
zwartsprietwespbij heeft de
klaverdikpootbij als gastheer,
maar parasiteert vermoedelijk
ook op de veel algemenere
pluimvoetbijOverigens is ook de
klaverdikpoot op de bloemdijken
te vinden en ook dat is bijzonder,
want het is een soort die sterk
achteruitgaat.
Bij gericht onderzoek is het lijstje
van bij en die typerend zijn voor de
bloemdijken waarschijnlijk nog
flink wat uit te breiden.De
veelheid aan insecten op de dijken
lokt natuurlijk ook de nodige
insecteneters aan. Op de
Breedsendijk draagt een grasmus
in de top van een hondsrozestruik
de hele dag zijn krassende liedje
voor. Het gaat te ver om de
grasmus een typische
bloemdijkbewoner te noemen:
daarvoor is de soort ook elders, bij
voorbeeld in de duinen te talrijk.
Toch is de dichtheid in het
dijkenlandschap opvallend hoog,
en dat geldt ook voor enkele
andere insecteneters als de patrijs
en de gele kwikstaart. Zolang het
lukt om door gericht beheer de
kruidehrijkdom van de
bloemdij ken in stand te houden
zullen ook de insecten en
insecteneters daarvan mee blij ven
profiteren. En dat valt temeer op,
naarmate er elders meer verloren
gaat..
Aan de noordkant wordt de
Yerseke Moer begrensd door
een twee tal minipoldertjes; de
Koude- en de Kaarspolder. Van
origine zijn het inlagen, die qua
grondgebruik en ook voor wat
betreft de flora en fauna een
geheel met de Moer vormen.
Het zijn laag gelegen weilanden,
waar kluten en tureluurs
rondstruinen en waar uitbundig
de behaarde boterbloem bloeit.
Maar de dijk tussen de Moer en de
poldertjes is totaal anders. Het is
een rasechte bloemdijk;
waarschijnlijk de meest
gevarieerde van het deel van
Zuid-Beveland dat ten oosten van
het Kanaal ligt. Momenteel
bloeien daar volop de wilde
marjolein, het jacobs kruiskruid
en de moeslook. De kleine
ratelaar, de graslathyrus en de
bevertjes zijn uitgebloeid en de
aardaker moet nog beginnen.
Maar de tere roomwitte bloempj es
van het geelhartje prijken nog
volop tussen de andere kruiden.
Kortom: een bloemdijk in optima
forma.
Dat het een bloemdijk is, blijkt
ook uit het rijke insectenleven.
Feitelijk is er nog erg weinig
onderzoek gedaan naar de
insectenstand op de bloemdijken.
De weinige groepen waar wel naar
gekeken is herbergen niet erg veel
typerende soorten. Van de
dagvlinders bijvoorbeeld, worden
oranje zandoogje en bruin
blauwtje als bloemdijksoorten
beschouwd, maar in het
D eltagebied zij n die soorten o ok in
zich ontpopt als manipulanten die
zijn geïnfiltreerd in ambtelijke
diensten. Van daaruit zijn ze aan
de slag gegaan om de wereld nog
mooier maken dan zij al is.
Ontbreekt bij Neeltje Jans een
slufter, dan maken ze er eentje na.
Het landschap moet worden
opgeleukt naar hun norm en
smaak. Sibelius en Bach worden
vervangen door Harry with his
Golden Trumpet en Sjonnie with
his Magic Squeeze Box (and
Friends). De aanblik van een
bergmassief is onbevredigend
zolang niet duidelijk
verstaanbaar het lied Ooooh
Jodeljongen, Je heb voor mij
gezongen klinkt. In eigen land
ontlenen de bedriegertjes hun
ultieme genot aan een toom
opvliegende patrijzen. Die dieren
hebben zich dus maar te schikken
naar hun luimen. Soms zijn de
vogels ongehoorzaam. Zij
weigeren de hun aangewezen
landingsbanen. Dat zijn derhalve
van het ene moment op het andere
gevederde vijanden geworden die
de ballen verstand hebben van de
natuur. Zij werken niet mee aan de
vervalsing van de natuur op een
manier die binnen alle kunsten
strafbaar is.
Aanvankelijk had de rest van de
wereld niet zo in de gaten wat er
gaande was. Tot enkele jaren
geleden werden stukken land en
water aanstonds nadat ze waren
uitgeroepen tot natuurgebied,
voorzien van verboden tot
betreding. Slechts een enkele
handige jongen, meestal met de
sticker Ik hou van mijn Zeeuwse
Landschap op de achterruit van
zijn middenklasse automobiel,
voorzag zich arglistig van de
bevoegdheid tot betreding van het
gebied.
Dat werkte op den lange duur niet.
Het belastingbetalend publiek
begon te muiten en wilde öök wel
eens zien hoe de poen werd
besteed. De beschermers zagen in
dat ze iets moesten bieden. Zij
baseerden hun werkwijze op de
eigen voorkeur voor het
Zigeunermeisje met de Traan en
de verzen van Sjakie Schrammel.
Die zou wel aansluiten bij de
schoonheidservaring van de
gemiddelde voorbijganger,
ingezetene of toerist. Weg met de
weidsheid, inkaderen de boel. Zet
er maar het stempel ecologische
hoofdstructuur op en mijd
zorgvuldig ieder zelfonderzoek
naar de structuur binnen het eigen
hoofd.
Blauw
Wat als een experiment begon, is
tot norm verheven. Driehonderd
kilometer akkerranden heeft
Zeeland inmiddels en als de
voortekenen niet bedriegen,
wordt dat de komende jaren wel
meer. Er wordt, naar verluidt,
gestudeerd op de plaatsing van
stoomketels om naar believen
wolkenluchten te kunnen
verzorgen. Het uitspansel boven
de ansicht kan er soms zo saai
blauw uitzien.
Schuttingen plaatsen rond die
ingepakte akkers, daar is
natuurlijk geen beginnen meer
aan. Maar dat is ook niet nodig om
de belediging ongedaan te maken.
Dat kan best anders en stuk
voordeliger. Opblaasbare decors
met waad- en weidevogels, plastic
ruikers en ooievaars van kunststof
kunnen daarbij goed dienst doen.
Laat de natuurbeschermer met
hang naar extra opsmuk wat van
deze materialen in de kofferbak
opslaan en hij kan, willekeurig
waar aan de zomen van akkers en
natuurgebieden de sfeer
counterfeiten die hij wenst. Wel de
spulletjes bij het vertrek netjes
meenemen want de samenleving
wenst niet als dank voor het
aangenaam verpozen de
staketsels en de namaak rozen.
Boeren krijgen premies om de randen van akkers in te zaaien met mengsels van bloemzaad of kruiden.
foto Willem Mieras
door Maurits Sep
Mensen gedragen zich vaak
wispelturig, maar soms zeer
voorspelbaar. Als het kwik de
dertig graden Celsius passeert, de
zon onbarmhartig brandt, het al
dagen droog is en er ook geen
regen wordt voorspeld, draait de
mensheid de kraan open. Water
wil men hebben, veel water. En
koud.
Twee keer per dag een
verkwikkende douche, een
zwembadje in de tuin voor de
kinderen, waarin pa en ma zelf
ook dankbaar verkoeling zoeken,
en in de vroege avond de voor veel
geld aangelegde tuin kunstmatig
bevochtigen; het
waterleidingbedrijf ziet de
afname op tropische dagen met
soms meer dan tien procent
toenemen.
Maar vrees niet, Delta
Nutsbedrijven kan de vraag te
allen tijde aan, verzekert Henk de
Kraa, als adjunct-directeur
verantwoordelijk voor de
watervoorziening. Heel Zeeland is
aangesloten op een dubbel
leidingennet. De computers die de
pompen aansturen, schroeven de
productie automatisch op als de
volgende dag een grotere vraag
naar water wordt verwacht.
„Wij moeten voldoen aan een
ieveringszekerheidsnorm. Als
ergens een waterleiding kapot
gaat, moeten we een bepaald
percentage van de maximale
vraag naar drinkwater kunnen
dekken. Delta Nutsbedrijven was
het eerste Nederlandse
waterleidingbedrijf dat aan die
norm kon voldoen", legt De Kraa
komen te liggen. De enige vraag in
geval van een lek is waar zich dat
bevindt. Delta heeft volgens De
Kraa maximaal drie uur nodig om
het lek te isoleren en de waterdruk
te herstellen.
„Ik was tien jaar geleden in die
hete weekeinden altijd thuis, of
telefonisch bereikbaar. Het eerste
wat de directeur op de maandag
na zo'n weekeinde deed, was bij
mij langskomen om te vragen hoe
het was gegaan. Nu zijn de
topdagen bijna saai.
Tegenwoordig moet ik erom
vragen of hij nog wat wil weten."
Nihil
Het illustreert het rotsvaste
vertrouwen van Delta
Nutsbedrijven in de eigen
watervoorziening. Terecht, vindt
De Kraa, want Nederland heeft in
zijn ogen de beste
watervoorziening ter wereld.
Waar anders immers stroomt uit
elke kraan - thuis, in hotels of op
straat - drinkwater van-de beste
kwaliteit? Bovendien heeft hij in
de achttien jaar dat hij voor het
bedrijf werkt, nimmer een
sproeiverbod meegemaakt. Delta
zal alleen stoppen met leveren als
dat echt niet anders kan. En die
kans is vrijwel nihil.
Dat ligt ook aan de Zeeuwen zelf.
Zij zijn zuinig op het 'wonder uit
de kraan', zoals water in de jaren
zeventig werd gepromoot. Die
slogan sloeg aan, weet De Kraa uit
ervaring. Zeker in Zeeland. De
Nederlander gebruikt 128 liter
water per dag, de Zeeuw 120 liter.
Daarvan gaat 46 liter op aan
baden of douchen, 36 liter aan het
doorspoelen van het toilet, 23 liter
Pompstation de Blinkert bij Haamstede.
aan het wassen van kleren en 6
liter aan het wassen van de vaat.
Hij drinkt maar drie liter op.
De Zeeuw is bovendien steeds
minder water gaan gebruiken. In
1994 was dat per jaar nog 124
kubieke meter per jaar per
huisaansluiting, in 1998 slechts
118 kubieke meter. Op warme
dagen speelt het weerbericht een
belangrijke rol in het verbruik,
merkt De Kraa op. Hij heeft
foto Pieter Honhoff
daarom wel eens overwogen het
weerbericht in te zetten als wapen
tegen een overmatig gebruik,
bekent hij. „Als het weerbericht
onweer afgeeft, sproeit de Zeeuw
niet."
De eigenaren van tuinen, die
zich destijds massaal
bekeerden tot het gebruik van met
creosoot geïmpregneerde
dwarsliggers ter ontsiering van
hun lapje grond achter het huis,
konden als regel het fatsoen
opbrengen hun lusthof aan het oog
te onttrekken door manshoge
schuttingen te plaatsen. Zij
genoten met volle teugen van hun
bielzen, maar vielen daar de
medemens niet mee lastig. Hun
vertoon van wansmaak had aldus
een mild karakter. Vrijheid
blijheid, was de gedachte. Maar de
vrijheid van de een bereikt haar
grens waar die van de ander
begint, daarvan was menigeen
toch van doordrongen.
Het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij
doorbreekt de code op niet geringe
schaal. Het zet boeren aan tot het
omzomen van hun landerijen met
gekleurde stroken. Vanwege het
departement worden premies
verstrekt als zij gedeeltelijk afzien
van de teelt van
landbouwproducten en de randen
van hun akkers inzaaien met
mengsels bloemzaad of kruiden.
Die boeren hebben het niet
makkelijk. Zij laten zich
aanpraten dat voorbijgangers uit
de grote stad die gekleurde randen
mooi vinden en dat ze bij de
burgerij in het gevlei kunnen
komen als ze meedoen. En wat
doet een mens al niet om zich
bemind te weten. Daar komt bij
dat de kwartel en de grauwe gors
het erg naar hun zinhebben in het
onkruid en wie zou het
ongenoegen van deze
prachtvogels over zich afroepen.
Vertrutting
Zo is het gekomen dat deze zomer
valt waar te nemen hoe het
Zeeuwse landschap ten prooi valt
aan een vorm van vertrutting die
binnen de schone wielersport in de
buitencategorie zou vallen. De
agrarische wereld heeft van
oudsher zorggedragen voor een
zeer diverse kleurschakering in
het landschap: vele soorten groen,
spetters geel van koolzaad,
vlasblauw, zacht lila en gebroken
wit van aardappels in bloei,
diverse tinten korenblond. De
economische activiteiten leverden
een schoon bijproduct. Daarvan
valt nu op heel veel plaatsen niet
meer te genieten. De velden zijn
voor vier dubbeltjes per vierkante
meter ingelijst. De ruimtelijke
werking is teruggebracht tot die
van een ansichtkaart.
Dat is gebeurd op aandringen van
mensen die over een bijzondere
geestesgestelheid beschikken. Zij
beminnen het ruisen van de zee,
maar menen dat de klank wordt
verfraaid door toevoeging van
music for the millions, uitgevoerd
onder leiding van Anunzio
Mantovani. De natuur op zich is
maar een duffe boel, daar moet iets
aan toegevoegd worden. Kleur is
pas kleur als er kleur op staat,
denken ze. Een mens kan de blik
wel laten dwalen over het
landschap, maar het wordt pas
echt smullen als dat wordt
beschouwd door een kader.
Vandaar dat op een van de dijken
nabij Nisse vanwege de
natuurbescherming een
raamwerk is geplaatst met de
aanbeveling daar eens doorheen
te kijken om de omgeving op een
fraaie manier in perspectief te
krijgen.
Dat perspectief is ontstaan uit de
denkwereld van bemoeials, die
voortkomen uit de bewegingen die
zich ooit bekommerden om natuur
en milieu. Waren zij aanvankelijk
actief om misstanden aan de kaak
te stellen, gaandeweg hebben ze
uit. Dat was pas vier jaar geleden
en het kostte het bedrijf tientallen
miljoenen guldens. Daar zat geen
cent overheidssteun bij, alles
kwam uit eigen zak, benadrukt De
Kraa.
Zeventig jaar geleden had
Zeeland helemaal geen
provinciale watervoorziening, het
drinkwater werd van buiten
aangevoerd. In de loop van de
eeuw ging de provincie steeds
meer in zijn eigen behoefte
voorzien. In de jaren zeventig en
tachtig werd de watervoorziening
geoptimaliseerd. Begin jaren
negentig werd de zekerheid van
levering opgevoerd.
Walcheren beschikte tot 1990 nog
maar over een enkele leiding. Als
zich toen op een bijzonder hete
dag een probleem zou hebben
voorgedaan, een lek bijvoorbeeld,
zou dat echt een ramp hebben
betekend, zegt De Kraa. Maar de
hele provincie heeft inmiddels
dubbele leidingen. Er is
nauwelijks een plek te verzinnen
waar, als de leiding klapt, hele
steden of zelfs eilanden droog