Zocor populair op platteland
Wilde bloemen geïsoleerd in aquarel
PZC
Gecombineerde expositie
boeiend spel van vormen
De verrukkelijke
badplaats Breskens
zeeland
12
1900-2000
kunst cultuur
dinsdag 27 juli 1999
door Arjan van Westen
Op het platteland worden procen
tueel meer medicijnen tegen hart
en vaatziekten geslikt dan in de stad.
Het verschil wordt veroorzaakt door
de verkoop van één product: Zocor.
Fabrikanten, artsen, onderzoekers en
apothekers, niemand weet met zeker
heid hoe dit kan.
In Nederland zijn plattelanders ge
zonder dan stedelingen. Het is meer
dere malen in onderzoeksrapporten
aangetoond. Opvallend aan de vorige
week gepubliceerde cijfers van de
Stichting Farmaceutische Kengetal
len (SFK) is dat alleen bij hart- en
vaatziekten het medicijngebruik op
het platteland procentueel hoger ligt
dan in de stad.
Kunnen we concluderen dat deze
ziekten in de polder vaker voorkomen
dan in de Randstad? Nee, want het
gaat om een preventief, cholesterol
verlagend medicijn dat tot voor kort
alleen door cardiologen werd voorge
schreven. Huisartsen zijn daar de
laatste jaren bijgekomen.
Ouderen
Zeeland wordt net als andere platte
landsregio's doorgaans als vergrijsd
gebied getypeerd. Ook dit kan het ho
ge medicijngebruik bij hart- en vaat
ziekten echter niet verklaren.
Momenteel is de vergrijzing in de ver
stedelijkte gebieden volgens de SFK
namelijk nog een fractie hoger. Een
grote toename van ouderen staat de
Zeeuwen nog te wachten.
Het is te voorbarig om aan de hand
van de SFK-cijfers vast te stellen dat
huisartsen, al dan niet onder druk van
artsenbezoekers in plattelandsgebie
den eerder medicamenten tegen hart
en vaatziekten toeschrijven. „We heb
ben geen onderscheid gemaakt tussen
de verwijzingen van huisartsen, apo-
theekhoudende huisartsen en cardio
logen", aldus L. Tinke, leidinggeven
de bij de SFK. Kortom: het is gissen
naar het hoge gebruik.
Eveneens opvallend aan het SFK-on-
derzoek dat gepubliceerd is in het
Farmaceutisch Weekblad, is dat het
verschil in 'hoge mate' wordt veroor
zaakt door slechts één merk. Dit ter
wijl er zes fabrikanten van choleste
rolverlagende medicijnen zijn. Gaan
de artsenbezoekers van MSD, dat Zo
cor produceert, liever naar Kats dan
naar Amsterdam?
Erfelijkheid
R. Berkelbach, woordvoerder bij
MSD vindt dat onzin. Een verklaring
voor het succes van het MSD-product
Zocor op het platteland heeft hij niet.
Het cholesterolverlagende middel Zocor wordt op het platteland vaker voorgeschreven dan in de stad.
„Misschien zegt het iets over de eet- en
levensgewoonten op het. platteland of
over de erfelijkheid van hart- en vaat
ziekten", probeert hij nog. „Nee, eer-
Medicijngebruik
lijk gezegd hebben we geen flauw
idee." Berkelbach zegt dat MSD geen
speciale verkoopcampagne in de bui
tengebieden heeft. „Bovendien heb
ben artsen hun eigen verantwoorde
lijkheid in het voorschrijven van
medicijnen." A van der Leeden, apo
theker te Goes heeft zich eveneens
verbaasd over de resultaten van het
SFK-onderzoek. Een ding staat voor
hem vast: het ligt niet aan de gezond
heid van de mensen op het platteland.
Van der Leeden durft er verder geen
uitspraak over te doen. Wel consta
teert hij dat deze medicijnen steeds
vaker door huisartsen worden voor
geschreven. Volgens Van der Leeden is
het zonder meer waar dat de industrie
boter op z'n hoofd heeft, wat betreft
het hoge gebruik van medicijnen.
Maar dat de huisarts op het platteland
procentueel meer beïnvloed zou wor
den dan zijn collega's in de stad; de
Goese apotheker kan het zich niet
voorstellen.
De onderzoekers van de SFK zijn na
publicatie van hun onderzoek toch
nog even gaan brainstormen over wat
de oorzaak van hun opmerkelijk be
vinding kan zijn. Tinke legt uit dat het
om een middel gaat dat preventief
veel gebruik wordt door mensen op
middelbare leeftijd met een te hoog
cholesterol, zoals diabetespatiënten.
We kunnen absoluut niet conclude
ren dat die groep in regio's als Zeeland
groter is dan in de stad."
Succes
Aan het aantal mensen met een te
hoog cholestorol-gehalte ligt het dus
niet. De secretaris van het departe
ment Zeeland van de Koninklijke Ne
derlandse Maatschappij ter Bevorde
ring der Farmacie, H. Vissering, denkt
niet dat het succes van MSD ver
klaard kan worden uit het feit dat dit
grote concern meer aandacht aan het
platteland zou geven. „Dat zou bete
foto Ruben Oreel
kenen dat artsen op het platteland
sneller te beïnvloeden dan in de stad,
dat lijkt me sterk", aldus Vissering,
die zelf apotheker te Ouddorp is.
Artsen op het platteland kennen hun
cliënten en hun familiegeschiedenis
vaak beter. Daar ligt volgens Visse
ring de oorzaak van het verschil in het
gebruik van medicijnen voor hart- en
vaatziekten. „Als ik weet dat iemands
broer een te hoog cholesterolgehalte
heeft dan prikken we even om na te
gaan in hoeverre dit erfelijk is."Dat
het verschil alleen door Zocor wordt
veroorzaakt, betekent volgens Visse
ring niets.
MSD is al sinds de introductie in 1988
marktleider. Op het platteland heb
ben de artsen gewoon een groot ver
trouwen in Zocor, vermoedt de apo
theker uit Ouddorp.
door Ann-Marie Knegt
Voordat Breskens als bad
plaats naam verwierf, werd
er in het dorpje aan de Schelde
uiteraard ook al genoten van het
strand. Maar begin deze eeuw
besloot de gemeente dat het
dorp aantrekkelijker diende te
worden voor badgasten. Op za
terdag 27 juli 1929 opende bur
gemeester D. H. van Zuijlen het
officiële badseizoen van het ver
rukkelijke plekje Breskens.
Twee dagen later was het woord
aan W. C. Kareis, de voorzitter
van het nieuw opgerichte VW.
Hij verklaarde in zijn toespraak
dat Breskens geenszins van plan
was om te concurreren met de
Belgische kustplaatsen. De
kwaliteiten van Breskens waren
van een totaal andere aard dan
die van Knokke of Oostende. In
de duinen van het Breskense
strand werden vakantiehuisjes
gebouwd, die per maand wer
den verhuurd aan vakantiegan
gers. Op het strand zelf bouwde
de gemeente strandhuisjes.
De VW hield toezicht op het
strand. In het strandpaviljoen
Arnoud-Marie konden de bad
gasten zich laven en spijzigen.
Breskens zou volgens de heer
Kareis ook een prachtige uit-
valsplaats zijn voor dagtochtjes
naar België of Walcheren. De
watertochtjes op de Schelde
waren eveneens een grote at
tractie voor de vakantiegan
gers.
Boulevard
Breskens werd de Poort van
West-Zeeuws-Vlaanderen ge
noemd. Het leven in het kust-
plaatsje bloeide op. Een boule
vard werd aangelegd. Het
strandleven in Breskens krijgt
steeds meer cachet, roept de
PZC in 1952.
In 1960 werd de aanlegplaats
voor de veerboot van de oude
naar de nieuwe haven ver
plaatst. Dat stuitte op weer-!
stand bij de inwoners, die dach
ten dat het omleiden van de
toenemende" verkeersstroom
van Breskens een dood dorp zou
maken en dat de werkgelegen
heid danig zou dalen. De ge
meente leed door het plan een
aanzienlijk verlies, maar het
Rijk probeerde dat te compen
seren door een kunstmatig duin
aan te leggen.
De omschakeling van Breskens!
naar badplaats verliep goed.)
Het aantal toeristen in Breskens
steeg. Van bootpassagiers hoef
den de hotels het niet meer te
hebben. De toeristen compen
seerden dat verlies. De wacht
tijden voor de boot zouden hoe
dan ook korter worden. De
vooruitgang was niet te stop
pen. Als de veerboot in de oude i
haven was gebleven, hadden er
grotere boten moeten komen en
die hadden de verkeersstroom!
ook opgeslokt. Urenlange files
voor de boot in Breskens waren1
voor het dorp op de wat langere I
termijn de doodsteek geweest.
Winst
Voordien had het Breskense;
strand niet zoveel te bieden,
maar toen de veerboot eenmaal
was verplaatst, lagen daar mo
gelijkheden die er eerst niet wa
ren. De gemeente ontwierp
plannen voor recreatiecom-
plexen, hotels en een uitgebrei-'
de camping. Breskens kon nu,
rust verkopen aan zijn toeris-|
ten. De meeste vakantiegangers
in Zeeuws-Vlaanderen waren
daar toch erg op gesteld. Na ge
sprekken met de lokale midden
stand bleek dat zelfs de omzet
van de middenstand niet was
gedaald. De winst steeg zelfs.
Grote belangstelling voor eerste expositie Van den Broeke in tien jaar
Grafiek, schilderijen, ruimtelijk werk en tekeningen bieden een spel van vormen in De Bewaerschole.
foto PieterHonhoff
door Ernst Jan Rozendaal
VEERE - De orde, de symmetrie
en de precisie in de aquarellen
die Han van den Broeke maakt
van bloemen en planten moeten
niet met kunstmatigheid wor
den verward. Want als hij ergens
een hekel aan heeft dan zijn het
gekweekte bloemen, zoals ze in
de winkel te koop zijn. „De wil
de, natuurlijke bloemen, zoals
ze groeien in de tuin of op het
land, die vind ik prachtig. Bloe
men van de veiling vind ik geen
bal aan. Die zijn te perfect, net
zo smakeloos als de biefstuk van
tegenwoordig. Geef mij maar de
vuulte."
Zijn eigen tuintje in Veere staat
ook 'prop- en propvol', met alle
soorten planten en bloemen
kriskras door elkaar. „Snoeien
vind ik een ramp. Zodra de
vrouwenmantel is uitgebloeid is
het goed om hem af te knippen
zodat-ie misschien nog een keer
bloeit, maar ik kan het niet over
mijn hart verkrijgen. Zelfs die
uitgebloeide bloem vind ik nog
zo mooi."
Aangezien Van den Broeke de
bloemen op zijn aquarellen iso
leert, een boeketje schildert of
ze in een fantasiecompositie
rangschikt, roepen ze associa
ties op met keurig aangeharkte
en tot in de puntjes verzorgde
tuintjes. Maar het zijn levende
exemplaren uit het wild en de
schilder heeft het in zijn vingers
om dat op papier tot uitdruk
king te brengen.
Verkocht
Dat vindt ook zij n publiek, want
op de opening, onlangs, vau zijn
expositie Met penseel nr 2 en 4
in de Schotse Huizen in Veere
werden bijna alle werken in één
klap verkocht.,Ik heb meer dan
tien jaar niet geëxposeerd", ver
klaart Van den Broeke. „Ik werk
voornamelijk in opdracht, dus
er is nooit iets te koop. Er zijn
mensen die al zeven jaar aan me
vroegen wanneer ze eens wat
konden kopen. Het werk dat ik
maak is natuurlijk niet hele
maal van deze tijd. Daarom
twijfelde ik toch: 'Is er eigenlijk
wel vraag naar?' Ik had echt niet
gedacht dat het zo zou lopen."
De 'bloemetjes en plantjes' zit
ten in de familie, vertelt Van den
Broeke. Zijn betovergrootvader
zocht kruiden bij Vrouwenpol
der, zijn overgrootvader ocu
leerde rozen op zijn 'keuter-
boerderijtje'. „Er waren altijd
bloemetjes. In Middelburg ver
huisden we op een gegeven mo
ment van een huis met tuin naar
een huis zonder tuin. Als jonge
tje vond ik dat verschrikkelijk.
Gelukkig waren er nog de bol
werken om stiekem bloemetjes
te jatten. Niet per se om ze te te
kenen, maar gewoon om ze te
hebben."
Ook het tekenen zit Van den
Broeke in het bloed. Zolang hij
zich kan herinneren is hij ermee
bezig. Op zijn niet bijster goede
schoolrapporten stond: 'te
speels, tekent alleen maar'.
Toen zijn vader de volgetekende
schoolschriften van de mulo on
der ogen kreeg begreep hij
waarom de cijfers tegenvielen.
Van den Broeke wilde naar de
kunstacademie, maar dat zagen
zijn ouders niet zitten. 'Dat kan
altijd nog', was het argument.
Dus werd het de kweekschool.
„Niet de gelukkigste tijd van
mijn leven."
De kunstacademie kwam er na
tuurlijk niet meer van. „Ik heb
het allemaal zelf geleerd door te
oefenen, te oefenen en te oefe
nen. Je moet het zoveel uur per
dag doen, net als viool spelen. Of
het moeilijk is kan ik niet beoor
delen.
Ik weet niet beter. Voor mij is het
omgaan met een computer een
volstrekt raadsel, omdat ik dat
nog nooit heb gedaan. Er zijn
wel veel mensen die denken dat
aquarelleren makkelijk is, ter
wijl ik denk dat het de lastigste
vorm van schilderen is. Elke
streek die je zet moet goed zijn,
je kunt nooit iets verbeteren of
overschilderen."
Van den Broeke vraagt zich af of
zijn manier van prenten maken
wel aquarelleren moet worden
genoemd. Hij gebruikt welis
waar het materiaal van een
aquarellist, maar eigenlijk te
kent hij ermee.
Eten en drinken
Hij had zich nooit gerealiseerd
dat zijn werk misschien kunst
zou kunnen zijn, totdat de Big-
gekerkse dichteres Johanna
Kruit hem attendeerde op over
eenkomsten met het werk van
Dirk van Gelder. „Dat gebeurde
meer dan vijfentwintig jaar ge
leden. Tot mijn schande moest
ik bekennen dat ik nog nooit van
D irk van Gelder had gehoordIk
bezocht een tentoonstelling met
zijn werk en dacht: 'Ik wou dat
ik dat kon.' Toen is het schilde
ren pas in alle hevigheid losge
barsten. Het hoort nu bij mijn
leven als eten en drinken."
Zo ging het ook met andere
voorbeelden als Albrecht Dürer,
Adriaan Coorte en Lucie van
Dam-Van Isselt. Van den Broeke
heeft ze nooit geprobeerd na te
bootsen, maar kreeg een schok
van herkenning - en bewonde
ring - toen hij met hun werk in
aanraking kwam.
Nu wordt zijn werk volop be
wonderd, getuige de snelle ver
koop, de loftuitingen in het gas
tenboek en het aantal bezoekers
dat hem in de Schotse Huizen
spontaan aanklampt. Van den
Broeke: „Eigen roem stinkt,
roem van vrienden hinkt, maar
roem van vreemden blinkt."
ExpositieAquarellen van Han van
den Broeke, Schotse Huizen in Vee
re, t/m 12 september, ma-za 12.00-
17.00 en zo 12.00-17.00 uur.
door Ali Pankow
BURGH-HAAMSTEDE - De
nieuwe expositie in De Bewaer
schole in Burgh-Haamstede
biedt een boeiend spel met vor
men en ruimten dankzij het
werk van Tonny Kleinheren-
brink uit Utrecht en Tineke
Porck uit Voorschoten. Het idee
om het werk van deze beide
kunstenaressen in één tentoon
stelling te combineren, komt
van leden van de Stichting Wes-
terschouwen Kultureel.
Kleinherenbrink en Porck ko
zen daar in eerste instantie niet
zelf voor en Porck verbloemt
zelfs niet dat ze liever een solo
expositie had gehad. Toch kan
de keus van de organisatoren
worden toegejuicht. De combi
natie van beide soorten kunst
werken biedt meerwaarde,
vooral dankzij een evenwichti
ge presentatie.
Tonny Kleinherenbrink toont
grafieken en schilderijen. Het
thema van haar werk is steden
en hun nabeelden. Met nabeel
den doelt ze op de herinnering
die op het netvlies achterblijft
nadat men direct na het aan
schouwen van een bouwwerk de
ogen sluit. Deze invalshoek ont
stond bij toeval, vertelt de
Utrechtse kunstenares. Ze keek
ooit bewust naar het complex
Hoog Catherijne en ervoer de le
lijkheid ervan. Toen ze haar
ogen sloot, bleven slechts de
contouren en enkele details
over. Dat wat overblijft, dat na
beeld duidt op de essentie en
biedt bovendien mogelijkheden
voor een eigen interpretatie.
Contrasten
Kleinherenbrink kiest zowel
voor weergave van een totaal
gebouw als voor fragmenten en
bouwwerken in verval. Haar
kleurencombinaties zijn zeer
divers, maar meestal met mooie
contrasten. „Vooral door het
werken met grafiek is er steeds
meer ruimte in mijn werk geko
men", zegt de kunstenares. Zij
werkt voornamelijk met druk
inkt op oliebasis. Het werk is
een combinatie van druk- en
schildertechniek op papier.
Losse onderdelen als folie, kar
ton en papier worden beschil
derd of ingerold met drukinkt,
waarna ze deels over elkaar
heen en deels transparant wor
den afgedrukt.
Tineke Porck maakt objecten
waarbij zij de constructie en het
gevoel dat die voorwerpen op
wekken, tracht te combineren.
Het gaat haar niet in de eerste
plaats om het volstrekt reken
kundige van haar constructies,
maar vooral om het zoeken naar
evenwicht en transparantie. Zo
zijn haar objecten vooral sym
bolen voor herkenbare emoties.
Zij combineert vooral meetkun
dige begrippen als cirkels,
rechthoeken, vierkanten en
driehoeken met elkaar.
Die manier van werken levert
boeiende objecten op, waarbij
ook het kleurgebruik de sfeer
bepaalt. Zo geeft een construc
tie van helblauwe halve cirkels
en zilverkleurige rechthoeken
een perfect evenwicht weer.
Door een knappe verbinding
van vierkanten ontstaan diver
se soorten driehoeken en de mix
van vierkant met cirkel levert
een veelheid aan symmetrische
vormen op.
Evenwicht
Porck legde zich aanvankelijk
toe op figuratief werk en maak
te vervolgens een ontwikkeling
door waarin haar voorkeur voor
ruimtelijk werk en tekeningen i
steeds duidelijker naar voren is
gekomen. In de Bewaerschole
toont de kunstenares ook een se- 1
rie kleine tekeningen waarin
het ontstaan van haar objecten I
tot uiting wordt gebracht en hoe j
het optimale evenwicht is ge-
zocht.
Zij heeft binnen Nederland een
reeks van exposities op haar
naam staan en nam deel aan
kunstmanifestaties in België, j
Litouwen en Engeland. In 1996
ontving zij de cultuurprijs van
Voorschoten.
Expositie Tonny Kleinherenbrink
en Tineke Porck in De Bewaerscho
le; t/m 14 augustus di t/m za 13.30-
16.30 uur.
Het lijkt een perfect gestileerd boeketje, maar Van den Broeke schildert alleen levende exemplaren uit
het wild. foto's Ruben Oreel
Han van den Broeke: „Het schilderen hoort nu bij mijn leven als eten
en drinken."