Brabander rekent bij TT op ereplaats Leontien heerst met harde hand Jurgen van den Goorbergh Zij spanners rouwig om afwezigheid 27 Zijlaard verbaasd over brief wielrenunie PZC vrijdag 25 juni 1999 Hij is nog maar een neuslengte verwijderd van de top en treedt daarmee in een haast verloren gegane Nederlandse traditie. Jurgen van den Goorbergh sluit bijna aan in het rijtje Boet van Duimen, Jack Middelburg en Wil Hartog, de drie Nederlandse musketiers van de 500cc wegracers. Sinds die successen, twintig jaar geleden, telde Nederland niet meer mee in de zwaarste klasse van de wegracerij. Maar sinds afgelopen zondag is er weer hoop. De 29- jarige Brabander, die donderdag tijdens de training hard onderuit ging maar vrijwel ongedeerd bleef, veroverde in Catalonië een pole-position en zei doodleuk: „In Assen ga ik voor het podium." Het is geen grootspraak. Daar valt de bescheiden Brabander bijna nooit op te betrappen. Van den Goorbergh is rustig en weegt zijn woorden op een goudschaal tje. Hij praat zoals hij rijdt, overtuigd van zichzelf, zonder zelfoverschatting. Twee j aar geleden stond hij al eens op de voorste rij, toen hij in Assen een vierde trainings- tijd neerzette. Dat was al pure klasse, want hij reed toen nog op een eenvoudige tweecilinder, een machine die niet be hoort te concurreren met de zware vierci- linder Honda's van Repsol, bestuurd door types als Mick Doohan en Alex Criville. Hij kwam er ook niet aan te pas, forceerde te veel en verliet na twee ronden met mo- torpech de baan. Vorig jaar stapte hij over naar een Neder- het lands team, DeeCee-team van Jan Huberts, maar kon geen potten breken. Tenminste, zo dacht vooral de buitenwacht er over. De Brabander kwam nooit in de buurt van het podi um, maar werd wel aan het eind van het seizoen uitge roepen tot de beste privérijder, winnaar van de IRTA-cup, met een vijftiende plaats in de eindstand om de wereldtitel. In kleine kring werden zijn kwaliteiten op de juiste waarde ge schat. voor twee jaar. Niet bij een groot merk, zo als Yamaha, Suzuki of Honda, maar bij een nieuwkomer. Opnieuw was het een doordachte zet. Bij MuZ is hij samen met de ervarener Luca Cadalora bij een inno vatieve stal terechtgekomen, waarin goed naar de rijders wordt geluisterd. En hij reed eindelijk op een viercilinder-wegra- cer, met voldoende potentiële kracht, om uiteindelijk te kunnen concurreren. ,,Het voelt geweldig, zo'n viercilinder. Met deze machine zullen we in de loop van het seizoen kunnen concurreren met de rest", zei hij voor de start van het seizoen. De coureur wist dat het succes niet zo maar zou komen. Het team kampte aan het begin van het jaar met grote achter stand. Er werd vrijwel niet getest en de techniek was nog lang niet in orde bij de start in Maleisië. „We hebben een grote achterstand," zei hij toen. „Voor ons be gint het testen pas tijdens het seizoen, dus zal er wel het een en ander misgaan." Wijze woorden, want vrijwel alles ging mis. Vóór zondag finishte de MuZ pas één keer, in Jerez, bij de derde GP van het sei zoen. Hij werd elfde. Daarna ging de MuZ wel steeds harder, maar werd niet be trouwbaarder. In Frankrijk reed hij de derde topsnelheid, 318 km per uur. In Mu- gello, twee weken later, ging de MuZ ook al vreselijk hard, 315 kilometer op het lange rechte stuk. De snelheid was er, maar de betrouwbaarheid nog niet. In beide races moest de Brabander met pech opgeven. Desondanks hield Van de Goor bergh de moed er in: „Het komt goed", zei hij na Frankrijk. En hij kreeg gelijk, want in Spanje zette de Brabander de Strategie Het was allemaal onderdeel van een wel overwogen strategie. Van den Goorbergh stapte drie jaar geleden over van de 250cc naar de 500cc, zonder een grote prijs ge wonnen te hebben. Hij had zijn grens be reikt en zou zonder fabrieksmateriaal nooit verder komen. Hij debuteerde, ook met een tweecilinder, bij een kleine stal, van de excentrieke Schotse teambaas Mi- lar. Aanvankelijk werd de coureur voor gek verklaard, werd hem een rol toege dicht a la Cees Doorakkers. Wel meedoen, maar niet meer dan dat. Kanonnenvoer voor de grote jongens. Maar Van den Goorbergh wist waar hij aan begon, ken de zijn kwaliteiten. Ook de grotere renstallen begonnen de jonge Nederlander in de gaten te krijgen. Daaronder MuZ-Weber, een nieuwe Zwitserse fabrikant, die vooruit wilde in de motorsport en daarvoor vakbekwame rijders nodig had. In oktober vorig jaar te kende Van den Goorbergh een contract MuZ definitief op de kaart, trainde sneller dan de Honda's, de Yama ha's en de Suzuki's. „Dit is een team", had hij al gezegd aan de vooravond van het seizoen, „dat moet groeien, maar wel de poten tie heeft. Een bud get van zeven mil joen gulden en twintig fulltime krachten.De snelle trai- ningstijd in Spanje kreeg een vervolg in de race. Van den Goorbergh kon zich welis waar niet mengen in de strijd om de winst, maar leverde met een achtste plaats een knappe prestatie. „Hier kan het team iets mee", zei hij na afloop. „Deze race heeft een schat aan gegevens opgeleverd, waar mee we de betrouwbaarheid kunnen ver beteren." De enige factor die in het nadeel van MuZ werkt is tijd. De GP-ploegen moeten drie races in drie weken afwer ken. Het circuit zal als laboratorium dienst moeten doen. Inmiddels is de marktwaarde van Van den Goorbergh behoorlijk gestegen. Er zijn weinig coureurs die de krachtige 500cc- machines de baas kunnen. Max Biaggi heqft problemen bij Yamaha, Simon Cra- far stapte zelfs af omdat hij geen zelfver trouwen meer had. Suzuki kijkt naar een tweede rijder naast Kenriy Roberts jr. De Nederlander heeft echter nog een doorlo pend contract, maar wat stellen contrac ten uiteindelijk nog voor. Zeker niet veel als Jurgen van den Goorbergh zich aan zijn woord houdt en bij de 69e TT van As sen op het podium mag klimmen. André Hoogeboom Benny Janssen moet zaterdag de Grand Prix races op het TT-circuit in Assen vanaf de televisie volgen. Thuis, in Schaijk, zal de Brabander menig traantje moeten onderdrukken. Niet om de pijn in zijn verbrijzelde en kel, wel om de afwezigheid van de zij spannen bij 's lands grootste motor sportevenement. De driewielers, 'boten' in het vakjar gon, ontbreken voor het eerst in de ge schiedenis op de Drentse hei. Zij rijden een dag later hun eigen WK-wedstrijd. in San Marino. De zijspancoureurs be- horen intussen tot een andere organi satie, samengevoegd met de Super- bikes en de Supersport 600-serie van Wilco Zeelenberg. Klassen die sterk worden ondergewaardeerd vergeleken bij het Dorna-imperium dat met de wedstrijden in 125, 250 en 500 cc de wegracerij beheerst. De zijspannen waren jarenlang een van de smaakmakers op de TT, met de lokale favoriet Egbert Streuer, twee voudig wereldkampioen, als gevierde held. Met het stoppen van de rijder uit Grollo raakte het Nederlandse zij- spangeweld naar de achtergrond. In januari kwam de klap hard aan bij Janssen/Geurts van Kessel en de broers Paul en René Sfëenbergen, de stuurmannen en bakkenisten van het moment, toen hen de mededeling be reikte dat de zijspannen in Assen niet langer welkom zijn op de laatste zater dag van juni. Geruchten „Het zat eraan te komen, in oktober waren de eerste geruchten er al. Maar we werden aan het lijntje gehouden, het zou allemaal wel goed komen. Mooi niet, dus. In januari kregen wehet defi nitieve bericht. Het was een bommetje, en dan druk ik me zacht uit", aldus Janssen. „De TT is hét evenement van het jaar. Ook veel toeschouwers zullen de zijspannen missen, daar ben ik ze ker van. Maar er valt niks aan te doen. Het is de macht van het grote geld." „Het is zuur, héél zuur", vindt Janssen. „Ik zou zaterdag naar Assen kunnen gaan, hoewel ik momenteel weinig mo biel ben. Ik beweeg me in een rolstoel voort, wachtend op de volgende opera tie. Maar daar als toeschouwer te moe ten zitten, het zou alleen maar zeer doen. Niet in mijn voet, wel in mijn hoofd. Ik ben er echt heel rouwig om." Dick Kiers Successen in het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Maar de 22 zeges die Leontien van Moorsel- Zijlaard dit seizoen reeds bij elkaar fietste, plaatsen haar voor het het Nederlands kampioenschap van komende zaterdag wel in een uitzonderlijke positie. De titelstrijd in Gulpen start met een fors aantal kansloze deelneemsters, enkele outsiders en één uitgesproken favoriet. VanMoorsel, wie kan haar stoppen? De concurrentie geeft antwoord. De Farm Frites/Hartol-formatie heerst dit jaar in de Nederlandse koersen. Leontien van Moorsel won al 22 maal. haar teamgenotes boekten geza menlijk nog eens dertien zeges. In eigen land werd de ploeg pas vier keer versla gen. En dat op dagen dat Van Moorsel er zelf niet bij was. Ploegleider/echtgenoot Michael Zijlaard kreeg zelfs al verwijten naar z'n hoofd. „De frustraties bij anderen groeien. We zouden het vrouwenwielrennen verzie ken. Onzinnatuurlijk. Moeten wij dan on ze benen stilhouden, dat kan toch niet? Daar doe je de sport geen goed mee. Men moet zich gewoon wat weerbaarder op stellen, minimaal strijdend ten onder gaan. Ik merk nu steeds vaker dat de rest zich bij voorbaat al neerlegt bij onze su prematie", aldus Zijlaard, die beseft dat het een bijzonder jaar is. „Als wielrenner verlies je vaker dan dat je wint, tenminste normaal gesproken. Hoe het allemaal zo komt? Leontien profiteert zeker van ons collectief. En feit is dat ze op het niveau zit van eind vorig seizoen, toen ze de WK- tijdrit won en tweede werd in de wegwed strijd. Ze is gewoon helemaal terug." Meike de Bruijn, Yvonne Brunen, Mirjam Melchers, Edith Klep, op papier de vier belangrijkste tegenstrevers, en Van Moorsels ploegmaatje Debby Mansveld zijn allenlovend over het Rotterdamse fe nomeen. „Ze is ijzersterk", erkent het kwintet. Het wordt bij het NK van ko mend weekeinde dan ook slechts een kwestie van hopen. „Hopen dat ze een slechte dag heeft, hopen dat haar ploeg- maatjes snel moeten afhaken." Hopen te gen beter weten in. „Ik ben bang dat we haar niet kwijtraken", zegt Melchers, kopvrouw van de nationale selectie. „Ik heb weliswaar veel in het buitenland ge reden, maar de keren dat ik hier tegen Le ontien uitkwam, heb ik haar niet kunnen kloppen. In de Ronde van Drenthe, zater dag, had ze het op de VAM-berg even las tig, maar dat was een incident. Toen er in de finale werd gedemarreerd, haalde ze iedereen persoonlijk terug, om het in de sprint simpel af te maken. Ze is beresterk, echt op haar best. Ik ben pas 23, mijn sterkste jaren moeten nog komen. Eens hoop ik op haar niveau te zitten." Edith Klep wordt zo nu en dan moedeloos van de ovennacht van Van Moorsel. „Het frustreert enorm. Wat het is? Ik wou dat ik het wist, dan deed ik het precies als zijZe leeft er echt voor, is gewoon prof, traint gi gantisch veel. Dat weet ik wel. Maar vol gens mij is het toch vooral een kwestie van talent. Ze loopt ervan over. En heeft ook nog eens een ijzeren wil." De concurrentie heeft de hoop dat Van Moorsel op het geaccidenteerde terrein al snel haar hulpjes kwijtraakt. Hoe houdt Leontien zich dan op de Koning van Spanje, en met name op de lastigere Pie melt? Meike de Bruijn: „Het is best een pittig parkoers. Maar, Leontien kan waarschijnlijk wel aanklampen. En hoe verder ze komt, des te sterker ze wordt. Ik geloof niet dat het mij of anderen lukt haar kwijt te raken." Yvonne Brunen, van 1994 tot en met 1996 nationaal kampioene: „Ze solliciteert wel heel nadrukkelijk naar de titel hè. Of die druk haar te veel wordt? Nee, dat denk ik niet. Ze weet dat ze de huizenhoge favo riete is. Ik denk niet dat ze daarvan ver blikt of verbloost. Als je je dag hebt, mag je blij zijn als je in haar buurt kan blijven. Waar ze het allemaal vandaan haalt? Ik weet het niet. Ze rijdt al vanaf de eerste dag zo sterk, mede dankzij haar ploeg. Hoe dat nu zal zijn, wordt de grote vraag. Kan ze het allemaal dirigeren en dan af maken, of komt ze snel helemaal alleen te zitten?" Debby Mansveld, ploegmaat van Van Moorsel, geeft de concurrentie weinig kans. ,,De nationale selectie zal de koers direct hard willen maken, maar daar ra ken ze Leontien niet mee. Ik ben trouwens dolblij dat ik dit jaar niet meer in de selec tie zit, maar dezelfde kleuren als Leontien draag. Dat maakt je dag er een stuk een voudiger op." Edward Swier Michael Zijlaard, de man van Leon tien van Moorsel, zegt vorige week van de wielrenunie (KNWU) een verve lende brief te hebben ontvangen. Een korte inhoudsopgave: het NK, dat za terdag in Gulpen wordt verreden, is een individuele wedstrijd. Of de ploegleider van de Farm Frites/Hartol-formatie zijn vrouwen daar nog maar even van op de hoogte wil brengen. Zijlaard nam met verbazing kennis van de inhoud: „Ik neem aan dat iedere ploeg die brief heeft gehad, want anders zou het wel heel erg zijn. Maar het is na tuurlijk sowieso een lachertje. Vanzelf sprekend mag je geen fiets aan elkaar afstaan, maar samen de achtervolging doen, daar is niks mis mee toch. Dat doet de selectie toch al jaren. En denk je dat bij de profs al die jongens van TVM en de Rabo alleen aan zichzelf, en niet aan het ploegbelang. denken. Ik ver moed dat ze bij de KNWU ook gehoord hebben van onze suprematie, dat ze een beetje bang zijn geworden." In Woer den, op het Uniebureau, wordt geërgerd gereageerd op de woorden van Zijlaard. Henk van Beusekom, coördinator wiel rennen: „Alle deelneemsters - de brief was dan ook voor Leontien en niet voor haar man - zijn via een standaardbrief uitgenodigd. Daarin staat onder andere het regeltje dat het NK een individuele wedstrijd is. En dat bepaalde zaken dus niet mogen. Er moet verder niks achter worden gezocht." De concurrentie wordt soms moedeloos van Van Moorsels overmacht. „Het frustreert f enorm. Wat het is? Ik wou dat ik het wist, dan deed ik het precies als zij." foto G PD Jurgen van den Goorbergh wil tijdens de TT van Assen aantonen dat zijn veroverde pole-position van afgelopen weekeinde in Spanje niet op toeval berustte. Zijn aansluiting met de toppers in de 500cc lijkt een kwestie van tijd. foto's GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 41