pzc itz
Nieuwe haag vangt gif en
neemt weinig ruimte in
Koeien of quotum, da's de kwestie
DUJTBngBDJBCJ
Experiment
fruitteelt
Riet reinigt vuil water
van de Vlaketunnel
woensdag 23 juni 1999
door Roelf Reinders
door Maurits Sep
Twee weken geleden had hij er
nog een hard hoofd in. Maar
tot zijn opluchting zag Wilco
Verhage maandag, op de langste
dag van het jaar, dat de
bietenplanten toch zó gegroeid
zijn dat ze elkaar raken. „Dat is
een soort wet op Walcheren: op 21
juni mogen de paden tussen de
planten niet meer te zien zijn.
Alleen dan benutten ze het
zonlicht optimaal."
Vorige week had hij de paden nog
moeten schoffelen om het
onkruid weg te krijgen. Dat gaat
overigens niet met de hand, maar
volledig machinaal. En net als de
afgelopen weken zijn de bieten,
aardappelen en maïs bespoten.
Als de gewassen eenmaal flink
groeien, beperkt het werk zich tot
een herhaling van schoffelen en
spuiten. In de zomer is het
gewoon een kwestie van goed
bijhouden.
Behalve met de gewassen, gaat
het ook met de dieren uitstekend.
Vorige week is er een officiële
melkcontrole geweest. Dan
wordt gekeken naar de
hoeveelheden vet en eiwit in de
melk. De uitslag moet hij nog
krijgen. Wel bleek tot zijn
tevredenheid dat de dertig
melkkoeien gemiddeld 28,29
liter geven. De beste gaf 54 liter,
de slechtste iets van vijftien.
De koeien geven zelfs meer melk
dan hij kwijt kan. Zijn
melkquotum is 250.000 liter per
jaar. Als Verhage nu meer melk
afzet, kan hij in de winter minder
verkopen. En juist dan zijn de
prijzen hoger.
Alle melkveehouders kampen nu
met een overschot. De koeien
geven op voorjaarsgras altijd
meer melk dan gemiddeld.
Vanwege dat grote aanbod, zijn
de melkprijzen in deze tijd van
het jaar laag. De melkfabriek
geeft een korting van twee cent
per liter melk. In de winter, bij
een lager aanbod, geeft de
fabriek een toeslag van acht cent.
Vanwege dat dubbeltje
prijsverschil probeert Wilco
Verhage zijn melkquotum
gelijkelijk over het jaar te
benutten.
Maar nu loopt de planning
scheef. Hij zal dus moeten kiezen:
een paar koeien verkopen, of wat
quotum bijkopen. Dat is een
lastige kwestie. Zoals het nu
gaat, kan hij wat extra quotum
wel gebruiken. Maar over een
paar weken kan het ook minder
gaan en dan heeft hij dat niet
meer nodig. En quotum onbenut
laten, kost geld.
Slachterij
Maar de markt voor koeien is ook
slecht. Alle boeren produceren nu
immers veel melk; zij hebben dus
helemaal geen interesse in nog
een melkkoe. Dat drukt de prijs.
De dieren die hij eventueel
wegdoet, gaan daarom naar de
slachterij. Dat is financieel ook
interessanter. Hoewel de
vleesprijzen nog steeds laag zijn,
gaan ze wel licht omhoog.
Verhage is er nog niet uit of hij
dieren zal verkopen. „Ik heb al
wel een idee welke het zouden
moeten worden, als het zover
komt. Dat zijn dan toch de koeien
die we niet meer nodig hebben
voor de fokkerij. Je probeert de
ideale koe te fokken. De koe die
goed gebouwd is, sterk en gezond
is en veel melk geeft. Het
exterieur vind ik het
belangrijkste."
Doordat hij nog maar een
beperkte hoeveelheid melk per
jaar mag leveren, moeten de
liosten zo laag mogelijk zijn. De
gezondheid van hel dier is daarop
van grote invloed. Dat is wel een
verschil met vroeger, constateert
hij. „Mijn vader keek veel meer
naar de binnenkant van de koe.
Voor hem telde vooral hoeveel
melk die produceerde. Want hoe
meer melk, hoe meer geld in het
laatje."
Wilco Verhage (26) heeft, in maatschap met zijn vader, nabij Koude-
kerke een gemengd bedrijf. Hij doet wekelijks in deze rubriek verslag
van zijn werk en wedervaren.
Kamperfoelie, dat wordt 'm
niet. „Sterft in de winter te
veel af." Deutzia scabra, geen
schijn van kans ook. „Mooie witte
bloempjes. Maar te laag." Nee,
dan de Spaanse aak. „Goed gewas,
vind ik ja. Veel takken. Maakt een
dicht geheel." Kanshebbertje.
Fruitteler Willie de Winter uit
Ovezande loopt langs
tweehonderdvijftig meter van de
elf meter brede sloot die zijn
bedrijf met appelbomen in tweeën
splitst. „Zo breed, dat lukt zelfs
een verspringer niet." Elke
vijfentwintig meter begint een
nieuw soort struik of boompje.
Dan weer wat hoger, dan weer wat
dichter. De Winters bedrijf is één
van de drie Zeeuwse
fruitteeltbedrijven die meedoen
aan een experiment: hoe krijg je
met een haag van welke boom- of
struiksoort langs de kant zo min
mogelijk bestrijdingsmiddelen in
de sloten. De fruittelers voelen
zich gedwongen om iets te
verzinnen want de overheid stelt
steeds strengere regels. Er mag
steeds minder gif bij het spuiten in
de sloten terechtkomen.
De Winter heeft het niet over gif.
Hij spreekt van
gewasbeschermingsmiddelen. „Ik
wil het niet over gif hebben.
Negenennegentig procent is net zo
veel gif als een aspirientje. Ik heb
nooit diarree gekregen van de
middelen waarmee ik spuit. Maar
van de penicilline die ik voor een
longaandoening slikte, kreeg ik al
huiduitslag. Irriterende ogen wel
eens. Maar die krijg ik ook van het
chloor van het water in het
zwembad." Het zijn volgens De
Winter steeds belachelijker eisen
waar de fruitteelt zich aan moet
houden. Hij begint met een
rekensommetje. Het komt erop
neer dat er maar heel weinig troep
in de sloot belandt. „Een
gemiddeld huishouden loost heel
wat meer aan shampoos en
zepen", beweert De Winter.
Loze ruimte
Niet alleen de overheid vraagt
meer van de telers, ook de
waterschappen stellen eisen. Die
willen dat de telers de eerste vijf
meter vanaf de sloten leeg laten.
Anders kunnen ze de kant niet
maaien. Dus zou je op vijf meter
van de slootkant een dichte haag
met dichte populieren of zo
kunnen planten die voorkomt dat
er te veel middelen in het water
komen. Waterschap tevreden,
overheid tevreden. Maar niet de
telers. Want die verliezen dan
bovenop die vijf meter 'loze'
ruimte ook nog eens vijf meter
extra voor de kop- of wendakker:
de ruimte om met de trekker rond
een rij fruitbomen te keren. De
Winter: „In plaats van vijf meter
hebben we dan tien meter minder.
Dat scheelt een hoop omzet."
Wat heeft De Winter nou bedacht.
Een gifvangende haag vlak naast
de sloot. Maar eentje die wel zo
Met een haag van struiken willen fruittelers in de toekomst voorkomen dat er teveel gif in de sloten komt. fotografie Willem Mieras
slap is dat de boompjes of struiken
meegeven. Het waterschap kan er
dus met de maaiarm van de
machine zo doorheen maaien. Dus
exit met die vijf meter voor het
waterschap. Dat worden de
meters voor de wendakker.
Scheelt vijf meter, ruimte voor
extra appels. Maar welke bomen
of struiken heb je daar voor nodig?
Daar probeert De Winter nu
achter te komenWelk soort is slap
genoeg voor de maaiarm en hoog
en dicht genoeg om het gif zoveel
mogelijk tegen te houden?
Daarom staan er tien
verschillende soorten boompjes
en struiken langs de sloot. Met het
onderzoeksbureau voor de
fruitteelt FPO in Wilhelminadorp
maakte hij een plan en met geld
van het ministerie van Landbouw
kreeg dit
'emissieschermexperiment' een
plaats in het grote project
'Fruitteeltbedrijf van de
toekomst' van de afdeling
fruitteelt van het Boxtelse bedrijf
DLV Adviesgroep.
De dichte wilg mag dan geschikt
lijken maar maakt wel de
drainagebuizen kapot. Of een
conifeer, een meegever eerste klas,
die blijft in de winter groen. Mag
Het water uit de neerslagkelder van de Vlaketunnel wordt nu nog op het
Kanaal door Zuid-Beveland geloosd.
Rijkswaterstaat gaat het water
zuiveren met behulp van riet. Aan
weerszijden van de tunnel komen
moerasgebieden van ongeveer een
hectare groot, waarin riet wordt
geplant. Het water uit de
neerslagkelders maakt de
moerassen voldoende zompig. Een
laag folie voorkomt dat de
verontreinigingen in het
grondwater terechtkomen. Door
beluchting worden PAK's
(kankerverwekkende stoffen die
ontstaan bij verbrandings
processen) afgebroken en de
zware metalen worden
opgenomen door het riet. Dat riet
wordt eens per jaar of om de twee
jaar gemaaid en als chemische
afval verbrand. Weg vervuiling.
Stephan Krekelberg, hoofd
technisch beheer van de
dienstkring Noord- en Midden-
Zeeland van Rijkswaterstaat,
erkent dat het vervuilde water
jarenlang zonder plichtplegingen
het kanaal in is gepompt. „Maar
de normen zijn sinds de
ingebruikname van de
Vlaketunnel in 1975 wel fors
veranderd. Bovendien vinden we
dat we als Rijkswaterstaat het
voorbeeld moeten geven. We
controleren tenslotte de
uitvoering van de Wet
verontreiniging
oppervlaktewateren.
Waterkering
Er is nog een argument om een
eind te maken aan de manier
waarop Rijkswaterstaat tot
dusver met het regenwater in de
tunnel omging. Om de
opvangkelders te kunnen legen,
lopen aan beide zijden van de
tunnel leidingen door de
kanaaldijk. Het waterschap ziet
dat üeverniet omdat de dijken van
het Kanaal door Zuid-Beveland
onderdeel zijn van de primaire
waterkering. Het is de bedoeling
dat het in de moerassen
gezuiverde water op de sloten
wordt geloosd, zodat aan de
doorsnijding van de dijken een
einde komt.
Het is de eerste keer dat voor de
behandeling van regenwater in
een tunnel de hulp wordt
ingeroepen van riet. Krekelberg
verwacht niet dat binnen
afzienbare tijd bij alle tunnels in
Nederland vergelij kbare
moerassen zullen verrijzen. „Elke
situatie is toch weer anders. Ér
zijn ook tunnels waar een ander
systeem wordt toegepast. Als het
een tijd niet heeft geregend, is de
weg vies en dan krijg je bij een
regenbui water met een vrij grote
hoeveelheid verontreinigende
stoffen in de opvangkelders. Dat
water kun je via een leiding naar
een zuiveringsinstallatie
transporteren. Maar als het wat
langer regent en de weg is
schoongespoeld, is er weinig
bezwaar tegen rechtstreeks op het
oppex-vlaktewater te lozen."
niet. De Winter: „Je moet over
vijftien jaar 's winters nog wel het
gevoel hebben dat je in Zeeland
woont. Groenblijvers zijn
landschappelijk geen alternatief.
Trouwens, coniferen hebben een
bolle wortelklomp, die waaien
met harde wind in de sloot."
Te laat
De tien proefsoorten staan er voor
het tweede jaar. FPO heeft nogniet
gemeten bij welke soort het minste
gif in de sloot komt. Volgens De
Winter is zo'n emissiescherm het
antwoord op de strengere
milieueisen. Maar volgens hem
kunnen de fruittelers nooit op tijd
hun schermen klaar hebben. „Ze
gaan hier pas volgend jaar meten.
En dan duurt het bij de anderen
ook nog wel drie jaar voor ze een
scherm van twee, tweeënhalve
meter hebben. De overheid heeft
veel te lang gewacht met het
stellen van eisen. Dus konden we
niet eerder wat doen. Anders
maak je kosten voor een sterfhuis.
Het is beleid dat achter een bureau
is gemaakt. En wij moeten maar
zien hoe we het redden."
Het emissiescherm is niet het
enige experiment waar De Winter
mee bezig is. Een computer
voorspelt wat de kans op schurft is
zodat hij niet te pas en te onpas
hoeft te spuiten maar alleen als het
echt moet. Dat spaart gif. Vei"der
sturen een weerstation en allerlei
draden in de grond gegevens over
het weer. grondwaterstand en
verdamping door aan een grote
computer van DLV die precies
berekent hoeveel water de
appelbomen nodig hebben. Dat
spaart weer water. De Winter zegt
dat al die experimenten niet alleen
nodig zijn om de overheid
tevreden te stellen, ze kunnen ook
helpen de fruittelers van het
imago van gifspuiters te
bevrijden. „Zo ziet de consument
ons. Maar ze oordelen over iets
waar ze geen verstand van
hebben. Open dagen voor het
publiek zouden hier wat aan
kunnen doen."
Een weerstation levert gegevens aan een computer, die berekent hoeveel water de fruitbomen nodig hebben.
door Ben Jansen
Ontwerpers van tunnels dienen
rekening te houden met de
eigenschap van water dat het
altijd het laatste punt opzoekt. Via
de in- en uitritten loopt
regenwater binnen dat zich op het
laagste punt van de tunnel
verzamelt. Daar is rekening mee
gehouden door dat laagste punt
onder het wegdek te leggen: de
neerslagkelder. Een automatisch
systeem zorgt ervoor dat die wordt
leeggepompt. Ook de Vlaketunnel
is met zo'n handige voorziening
uitgerust. Het opgevangen water
wordt op het Kanaal door Zuid-
Beveland geloosd.
Dat gebeurt al 24 jaar zo.
Rijkswaterstaat, de eigenaar van
de Vlaketunnel, is dat lozen op het
kanaal de laatste jaren steeds
meer tegen gaan staan. Het
opgevangen regenwater is
vermengd met stoffen afkomstig
van auto's die door de tunnel
rijden: bandenslijpsel, zware
metalen, olie en teerresten. Het
gaat weliswaar om een geringe
vervuiling - zo gering dat het
waterschap de grote
hoeveelheden tunnelwater liever
niet in zijn zuiveringinstallaties
verwerkt - maar ook de lozing van
kleine hoeveelheden vervuilende
stoffen op het oppervlaktewater
dient tegen te worden gegaan.
Moerasgebieden
De Zeeuwse directie van
Rijkwaterstaat heeft nu een
oplossing bedacht die aan deze
ongezuiverde lozing een eind
maakt en die mogelijk ook bij
andere tunnels toepasbaar is.