v De Heideroosjes groeien en bloeien Antwerpen viert 400ste verjaardag van beroemde schilder Van Dijck 11 Jos de Jonge woensdag 26 mei 1999 Terneuzen en Bergen op Zoom vol jazz 13 Van schilderijen Haarsieraden 15 Attracties vullen het Blikmuseum 16 Op zoek naar het verloren paradijs 16 „Je kunt inderdaad concluderen dat De Heideroosjes in volle bloei staan. De bloemen staan op zeer vruchtbare grond. Deze voormalige champignon-kwekerij geeft ons vreemde, duistere krachten. We blijven heftig door gaan." Aan het woord is Marco Roelofs, zanger van De Heide roosjes, die naast het oefenhok van de artistiek en com mercieel succesvolle Limburgse punkband een lange mo noloog houdt over Kosovo, Pinkpop, internationale ambi ties en de nieuwe, bepaald niet flauwe cd 'Schizo'. Iols. We zijn een echte live-band." Marco Roelofs. door René Megens „In onze teksten ventileren we vaak een heel duidelijke me ning over bepaalde zaken. Daar kun je dan in interviews over praten. Als je alleen zingt over elfjes en bijtjes, dan wordt het moeilijker om daar een zinnig gesprek over te voe ren. Ik zie mijzelf echter niet als de boodschapper met een grote B. Ik leg een mening neer en de mensen kunnen daar op reageren. Natuurlijk gebeurt het ook dat mensen, ook fans, tijdens concerten die mening voor kennisgeving aannemen en aan de bar drie bier gaan bestellen." „De Heideroosjes hebben de ideale combinatie van uit je dak gaan en bezinning. Wij hebben op een en dezelfde cd een nummer over Bosnië en een bewerkte Spice Girls-co- ver staan. Andere bands dur ven dat niet. Wij wel." „In Bosnië ben ik verleden jaar in twee weken tijd volwassen geworden. Geestelijk dan. Ik heb daar gesproken met men sen die de gruwelijkste dingen hebben meegemaakt. Die ver telden ze tegen mij zonder dat ik daar om vroeg. Zij moesten hun hart uitstorten. Sinds ik in Bosnië geweest ben, hang ik in verband met Kosovo aan de te levisie. Ik moet alles zien. Die ogen van de mensen die nu over de grens komen, die heb ik in Bosnië ook gezien." „Met De Heideroosjes wilden we in maart '98 de mensen in Bosnië plezier brengen. Er spelen weinig bands daar, want er valt niks te verdienen. We deden het uit puur idealis me. Offspring „Tegenover het spelen in Bos nië en kraakpanden in Duits land staan bijvoorbeeld Duit se optredens met The Offspring. En dan sta je in hal len van drie-, vierduizend man en word je met de catering op je wenken bediend: diner is ï-eady. Noodles, de gitarist van The Offspring, kwam na het eerste optreden naar ons toe. Wat denk je dan? The Offspring verkoopt miljoenen platen en wat moet hij nu met een fucking support-actje uit Nederland? Dat interesseert hem toch niet, dacht ik. Hij vond ons echter 'absolutely great'." „Muzikaal zijn De Heideroos jes weer gegroeid. Ik heb altijd een hekel gehad aan studio's. Daar konden we ons ding nooit goed doen. Dat is ook wel lo gisch. We zijn een echte live band. Het moet vlammen, knallen, uit de bocht, recht door. Het draait om energie Als je aan het opnemen bent, moet je je muziek analyseren en dan kom je er achter dat het allemaal niet werelds is. Maar aan de andere kant is het wel weer goed genoeg om heel veel mensen een goed gevoel te ge ven. „De titel van de plaat 'Schizo' heeft ook met de band te ma ken. We zijn aan de ene kant een beetje schizofreen. We zijn niet rechtlijnig, we brengen engagement en escapisme. Er zijn een heleboel dingen aan de hand. Aan de andere kant is het in mijn eigen hoofd wat schizo. Allerlei dingen lopen door elkaar. Ik ben geen soci aal en politiek correct Heide roosje. Ik kan het presteren om immens boos te worden over iets wat ik op het journaal zie. Maar een uur later kan ik daar een flauwe grap over maken. Een journalist van Trouw zei een keer dat we cabaretpunk maken. Dat vond ik een heel goede term, want er valt bij ons wat te lachen en na te den ken." „We hebben ook gespeeld met het Metropole Orkest. Dat is leuk. Je staat daar op een podi um met strijkers en dat is voor een punkband als De Heide roosjes een absoluut unieke er varing. We hebben gesproken met een aantal musici en zij vonden het het leukst om met heftige bands te werken, want dan is het contrast het grootst. In Paradiso brachten we onze nummers in een geheel nieuwe vorm. Dat geeft iets speci aals." Pinkpop „Of het nou niet begint te ver velen dat we alweer voor de derde keer op Pinkpop hebben gestaan? Nee, nooit. De adre naline die door je lijf raast als je voor zestigduizend mensen staat te spelen, is geweldig. „Mensen kunnen ons geen punkhype meer noemen. De Heideroosjes bestaan onder tussen al tien jaar en de laatste vier jaar kennen we heel goede cd-verkopen en uitverkochte shows. Wij zijn geen instituut, maar we verdienen wel res pect. We hebben bewezen dat we vanuit dit stinkoefenhok de wereld hebben kunnen ver overen." De Heideroosjes treden zondag op in Brogum in Zierikzee, aanvang 15.30 uur. Van Dyck leeft! Onder dat motto herdenkt de sinjorenstad dat 400 jaar geleden Antoon van Dyck in Antwerpen werd geboren. Begenadigd portretschilder van adeldom en pre laten, wispelturig en rusteloos, hofschilder van koningen en aartshertogen wordt Van Dyck wel de Mozart van de schilderkunst genoemd: een jonggestorven natuurtalent dat een reusachtig oeuvre naliet. Tot eind augustus is een unieke verzameling van zijn werk op een drietal exposi ties te bewonderen. door Trees van Herpen Antoon van Dyck was het ze vende kind in een welvarend gezin van twaalf. Al op elfjari ge leeftijd werd hij samen met Jan Bruegel II leerling van de schilder Hendrik van Balen. Amper achttien jaar oud be haalde hij de meesterstitel in het Sint Lucasgilde. Kort na dien deed hij zijn intrede in het atelier van de twaalf jaar ou dere Peter Paul Rubens. Nog tot eind vorige eeuw werden werken van Rubens en Van Dyck door kenners verward, zo veel gelijkenis vertoonde hun robuuste, dramatische en vitale stijl. Dat geldt vooral voor de religieuze en mytholo gische voorstellingen waar naar veel vraag was in de con- trareformatische periode van begin 17e eeuw. In de portretkunst vond Van Dyck spoedig een eigen stijlzo getuigen jeugdige zelfportret ten. Een snelle, lichte penseel voering en ongeëvenaarde stofuitdrukking vormen daar van aanvankelijk de belang rijkste kenmerken. Zijn talen ten worden opgemerkt door graaf Arundel, kunstverzame laar en hoveling van de Engel se vorst Jacobus I. Deze weet Van Dyck in 1920 naar Londen te lokken. Niet voor lang ech ter, ruim een jaar later is An toon van Dyck op weg naar Italië. Rubens en Van Balen hadden hem reeds in aanra king gebracht met Italiaanse meesters als Titiaan en Tinto retto. Tijdens zijn vijfjarig verblijf in Rome, Venetië, Ge nua, Turijn en andere steden schildert hij prelaten en vor sten, edelen en veldheren, prinsen en aristocraten in een steeds lichter wordend colo- riet en met steeds meer verfij ning. Terug in Vlaanderen be noemt aartshertogin Isabella hem tot hofschilder aan het Brusselse hof, een eer die hij met Rubens deelt. Sir Anthony Tijdens één van zijn twee be zoeken aan de NoordelijkeNe- derlanden maakt hij een por tret van stadhouder Frederik Hendrik en diens gemalin Amalia van Solms en him kin deren. Ook vindt een ontmoe ting met Frans Hals plaats. Zolang Rubens echter de Ant werpse markt domineert, komt Van Dycks' talent onvol doende tot bloei, hij geniet minder waardering dan waar hij recht op meent te hebben. Na stevige financiële onder handelingen vertrekt hij we derom naar Engeland waar in middels Karei I de troon heeft bestegen. Die benoemt de jon ge Vlaming tot hofschilder en slaat hem weldra tot ridder. Vanaf 1631 gaat Antoon als Sir Anthony Vandycke door het leven. Geheel in overeenstem ming met de pracht en praal van het toenmalige Engelse hof, bewoont Van Dyck een woning aan de Theems in Blackfriar bij London, adap teert hij een luxueuze levens stijl, verzamelt kunst, waar onder veel Titiaans, en een kring van kunstenaars om zch heen en ontvangt de ene op dracht na de andere. Met enke le korte onderbrekingen in Vlaanderen brengt Van Dyck Antoon van Dyck, zelfportret. de rest van zijn leven door in Engeland. In 1639 huwt hij Mary Ruthven, een hofdame van koningin Henriëtta-Ma- ria, die op 1 december 1641 het leven schenkt aan dochter Jus- tina Anna. Een week later, op 9 december, sterft Antoon van Dyck, slechts 42 jaar oud. Handen De in Italië ingezette verande ring in de portretschilderij krijgt in Engeland een vervolg. Steeds meer legt hij de nadruk op sierlijkheid ten koste van karakterexpressie. Geflat teerd, geraffineerd en geaffec teerd verbeeldt Van Dyck de Engelse upper class en dat is precies wat die wenst. Door li chaamshouding weet hij een hooghartige waardigheid op te roepen, door de perfecte weer gave van brokaat, fluweel, satijn en goudstiksel soms weerspiegeld in een glanzend harnas roept hij rijkdom op. Symbolen heeft hij niet nodig. Gelaat en handen krijgen ex tra aandacht, waarbij opvalt dat bijna alle handen onwer kelijk slank zijn. Er gaat een verhaal dat de koningin Van Dyck eens vroeg waarom hij handen zo fraai en zorgvuldig schilderde. 'Omdat zij het zijn die mij betalen' zou zijn ant woord hebben geluid. Meer dan een week nam een portret niet in beslag. Van Dyck heeft in een hoog tempo gewerkt en veel van zijn werken zijn, wel iswaar verspreid over de gehe le wereld, bewaard gebleven. In het Antwerps museum voor Schone Kunsten zijn voor de gelegenheid 105 schilderijen bijeen gebracht die onder meer afkomstig zijn uit de ei gen collectie, uit The National Galleries van Londen en Was hington, De Hermitage en het Prado, het Rijksmuseum en de privé collectie van de Britst vorstin. Naast een zeventigtal portretten worden er ook my thologische en bijbelse tafere len op een royale, hel dere wijze gepresen teerd. Twee andere kanten van het vakmanschap van Van Dyck krijgen eveneens ruim aan dacht met elk een eigen tentoonstelling. Tij dens de weinige mo menten van verpozing die de schilder zich gun de, nam hij pen of water verf mee naar buiten. In enkele rake lijnen legde hij het landschap vast. Zo is, onbedoeld, deze vrije tijdsbesteding de grond slag geworden voor de tra ditionele Engelse land schapskunst. In het Ru benshuis vormen deze te keningen, aangevuld met die van tijdgenoten, een mooi tijdsbeeld. Net als Rembrandt, Dürer en Goya was ook Van Dyck een begenadigd etser. Veel van zijn prenten dienden weliswaar als voorstudie voor latere portretten, maar het betekende ook een auto nome kunstvorm voor hem. Hij maakte een soort portret tengalerij van illustere tijdge noten de 'Iconographie' ge naamd, die nu integraal te zien is in het charmante drukke rijmuseum Plantin-Moretus. Van Dyck 1599-1641, Kon. Museum voor Schone Kun sten tot 15 aug. dag. van 10.00 tot 18.00 uur Van Dyck, inspirerende landschapstekeningen. Rubenshuis en Van Dyck, begenadigd prentkunste naar, Museum Plantin-Moretus tot22 aug. dag. van 10.00 tot 18.00 uur, ma. gesloten. Tal van activiteiten in het kader van 'Van Dyck leeft!', voor informatie: Dienst van Toerisme tel. 00.32.32.320.103 ;eltport,et.datAntoonvan Dyck op jonge leeftijd maakte.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 11