Een kleine genoegdoening
voor koloniale overheersing
Restauratie Zeeuws
kerkje in Guyana
in deze bijlage
Pf reportage 25
QslBflfir zaterdag 22 mei 1999
-
9Hi
De ruïne van Fort Zeelandia in Brits Guyana - in 1740-1743 gebouwd - wordt geconserveerd.
Zeeuwen hebben twee
eeuwen van Guyana
geprofiteerd, eind dit jaar
doen ze er iets voor terug. Een
gebaar van goede wil, met een
zeker eigenbelang. Op
Forteiland, in de monding van
de rivier Essequibo, wordt
eind dit jaar een oud Zeeuws
kerkje gerestaureerd. Ter
genoegdoening én om een
bijzonder hoofdstuk uit de
Zeeuwse koloniale
geschiedenis levend te
houden.
Een beetj e trots is hij welDoeke
Roos uit Vlissingen, oud-loods
en kenner van de Zeeuwse ge
schiedenis overzee. „Af en toe
moetje drammerig zijn. Misschien
tot vervelens toe. Maar het is ge
lukt. Het geld is er."
Roos vertrok drie jaar geleden
'naar de Berrebiesjes', naar Brits
Guyana, een buurland van Suri
name, dat doorsneden wordt door
prachtige rivieren als de Berbice
en Essequibo. Hij had een op
dracht van de Stichting Menno
van Coehoom op zak en die luidde
kortweg: 'breng de oude Neder
landse vestingwerken in kaart'.
„Het is een vergeten hoekje van
onze geschiedenis", kijkt Roos te
rug op die eerste reis. „Het land
heet niet voor niets in de wandel
gangen nog altijd Brits Guyana,
alsof het voor de onafhankelijk
heidsverklaring in 1966 steeds in
Engelse handen is geweest."
Niets is minder waar. Britten heb
ben er zelfs korter gezeten dan
Zeeuwen, want dat was Guyana
tussen 1600 en de Engelse overna
me in 1799 vooral: een Zeeuwse
kolonie.
Als schrijver van twee standaard
werken over de Zeeuwse koloniale
tijd was Roos de aangewezen per
soon om de restanten van het
Zeeuwse verblijf in Guyana in
beeld te brengen. Wat hem en zijn
meereizende echtgenote Hilde
Hiestand direct opviel, was dat de
geschiedenis er zo voelbaar is.
Vlissengen Road is de langste
straat in de hoofdstad George
town. „Vraag mensen niet waar
die naam vandaan komt. Ze weten
het absoluut niet." En de grootste
markt in Georgetown heet Sta
broek Market, naar Stabroek bij
Antwerpen. Voor dit soort verwij
zingen was Roos niet gekomen. De
Stichting Menno van Coehoorn
zet zich in voor het behoud en de
restauratie van vestingwerken, in
Nederland én overzee. Dat was
ook zijn doel.
Begin zeventiende eeuw kwamen
de kolonialen niet in een leeg Guy
ana. Het eerste wat zij deden, uit
angst en als machtsvertoon, was
het oprichten van verdedigings
werken. Tegen de lokale bevolking
en zeker tegen de Europese con
currenten; Fransen, Engelsen,
Spanjaarden.
Oude stenen
Zo zijn er her en der forten verre
zen op strategische plaatsen, met
niet al te fantasierijke benamin
gen. Nassau aan de Berbice, Zee
landia in de monding van de Es
sequibo en Fort Kijkoveral
stroomopwaarts de Essequibo.
Tussen de dikke muren verbleven
soldaten, ambtenaren en bestuur
ders, direct in de nabijheid vaif
suiker-, katoen- en tabakplanta
ges. „Fort Kijkoveral is het oud-
ATLANTISCHE OCEAAN
Cuyuni
ste", weet Roos. „Vanaf 1616 heb
ben er Zeeuwen gezetenVeel is er
niet meer van over. De funderin
gen en een mysterieuze poort. Dat
is alles. Ook van Nassau is weinig
overgebleven.
Fort Zeelandia, het jongste, heeft
de tand des tijds nog het beste
doorstaan. In 1740-1743 ge
bouwd, heeft het vooral te lijden
gehad van de rivier die het fort
schampt en de oevers aantast. En
van bewoners van het eiland,
waarop het vestingwerk staat. Zij
kunnen de oude stenen goed ge
bruiken.
Roos deed op het eiland van Fort
Zeelandia, simpelweg Forteiland
genaamd, zijn grootste ontdek
king. Zijn bloed ging er sneller
door stromen. Hij wist wel van het
bestaan af, maar niet dat het hem
zo zou raken.
Op foto's oogt het gebouw niet
aantrekkelijk. Het lijkt meer een
opslagloods dan een kerkje. „Als
je er binnenkomt", vertelt Roos,
„zie je het onmiddellijk. Er staan
kerkbanken in. De kerkklok, die
vroeger in een klokkentoren op het
dak stond, staat binnen. Er liggen
drie graven. Wij waren er op een
zondag. Het goot van de regen. Er
was een kerkdienst. Vooral vrou
wen. Die zongen, begeleid door
een oudere man op een gitaar.
Prachtig."
Minder fraai was (en is) de onder-
houdstoestand. Het dak van golf
platen lekt verschrikkelijk. De
luiken langs de ramen zijn door en
door rot. En het hang- en sluit
werkvan de luiken is overal kapot.
Bij deze aanblik kreeg Roos een
Het kerkje in Guyana dat dringend toe is aan restauratie. Een aantal Zeeuwen en gemeenten maakt zich sterk
voor het gebouw dat nog het meeste wegheeft van een opslagloods.
BRAZILIË
brainwave. „Zeeland heeft zoveel
uit deze kolonie gehaald. Waarom
zullen we niet eens iets terugdoen?
Het gebouw is constructief nog
uitstekend met zijn 61 centimeter
dikke muren. Er valt echt iets van
te maken, van dat kerkje dat kort
na de bouw van Fort Zeelandia is
gesticht. Het is het oudste gebouw
van Guyana."
Roos is, eenmaal terug in Vlissin
gen, met zijn idee de boer opge
gaan. Op zijn eigen manier. Rustig
aan, anders breekt het touwtje.
Maar vasthoudend. De geesten
rijp maken voor zijn project, als
een kleine genoegdoening voor
wat Zeeuwen met slaven uit West-
Afrika en de plaatselijke bevol
king in Guyana hebben uitgevre
ten.
Er moest ergens een vonk over
slaan. Dat lukte bij VPRO-ver-
slaggever Kees Slager die eind
1997 met Roos het Forteiland be
zocht, voor een reportage over het
koloniale verleden van Nederland
in Guyana. Zij zetten er samen de
schouders onder, om geld in te za
melen.
Roos' plan was dat de provincie
Zeeland en de drie Walcherse ste
den Veere, Middelburg en Vlissin
gen zouden bijdragen aan het
herstel van het kerkje. „Die vier,
omdat de provincie Zeeland en de
drie steden zo direct betrokken
waren bij de West-Indische Com
pagnie (WIC), de handelsonderne
ming uit die tijd."
Vlissingen zegde bij monde van
wethouder Cees de Keijzer als eer
ste geld toe; tienduizend gulden.
Onlangs volgde de provincie met
Vlissengen Road is de langste straat in de hoofdstad Georgetown.
het dubbele. Ook Veere komt met
een bijdrage, zo durft Roos te wed
den.
„Alleen Middelburg heeft spon
taan 'nee' gezegd." Hij maakt zich
kwaad. „De wethouder zei: 'als ie
dereen voor een fort bij mij
komt.En ik vroeg net als bij Vlis
singen tienduizend gulden. Alsof
dat zoveel is! De monumenten die
de gemeente Middelburg in de ei
gen stad zo koestert, zijn betaald
met profijten uit Guyana. De Mid-
delburgsche Commercie Compag
nie heeft op Forteiland, datzelfde
eilandje, vele honderden slaven
uit West-Afrika gedropt. Ik wil
niet spreken over 'zonden van de
Zeeuwse zonen', maar er zijn wel
degelijk heel vervelende dingen
gebeurd. Toen de Zeeuwen er weg
gingen, hebben ze alle slaven ge
woon achterlaten. Na ons de zond
vloed."
Roos zou graag zien dat Middel
burg alsnog zijn bijdrage levert,
maar hij gaat er niet om bedelen.
Dat hoeft ook niet. Geld voor ex
tra dingen, zoals herstel van de
klokkentoren, blijft welkom.
Maar in principe is het project fi
nancieel rond. Vooral dankzij de
NCDO, een landelijke organisatie
die zich bezighoudt met interna
tionale samenwerking en duurza
me ontwikkeling.
Via het Centrum voor Ontwikke
lingssamenwerking (COS) Zee
land is een lijn uitgelegd naar de
NCDO. En die organisatie was
vrijwel direct gecharmeerd van
het kleinschalige plan. „Onder
voorwaarde dat er uitsluitend ma
terialen uit Guyana zelf worden
gebruikt. En dat kan prima. Er
hoeft niets ingevoerd te worden.
Er is volop goed hout in het land.
Voor de luiken. En voor het dak
kunnen leien van hout worden ge
bruikt. Dat werkt feilloos en gaat
heel lang mee."
Uit veel hoeken en gaten, ook gif
ten van particulieren, is het res-
tauratiegeld nu bijeen. Zestigdui
zend gulden. Een lachertje, in
vergelijking met bedragen die in
Nederland aan monumenten wor
den uitgegeven. Toch kan het met
dat geld, verzekert Roos. „Onze
begroting zit prima in elkaar."
Begeleiding
Met geld alleen zal hij het echter
niet redden. Goede begeleiding ter
plaatse is minstens zo belangrijk.
Guyana is een arm land, waar iets
weieens zomaar wil verdwijnen.
Archiefdozen voor Nederlandsta
lige stukken in het nationaal ar
chief van Guyana bijvoorbeeld.
Roos kreeg het Rijksarchief in
Middelburg zover gratis dozen be
schikbaar te stellen. Ze zijn met
een bananenboot naar George
town gebracht en daar in het niets
verdwenen. „Waarschijnlijk dcten
ze dienst bij één of ander ministe
rie." Momenteel worden de Ne
derlandstalige archiefstukken
voor gebruik in Nederland op mi
cro-fiches gezet. Eind goed, al
goed dus.
Zoals de archiefdozen in andere
handen zijn gevallen, zo zal dat
ook met het bouwmateriaal van
het kerkje gebeuren, is de vrees,
als er niemand toezicht houdt.
Roos zal Roos niet zijn, als hij
foto's Hilde Hiestand
daarvoor geen oplossing had. Hij
heeft Peter Jan Cornelisse uit
Schiedam bereid gevonden het
werk te begeleiden. Ze zijn elkaar
in Guyana tegen het lijf gelopen.
Cornelisse, inmiddels terug in Ne
derland, heeft twee jaar in Guy
ana gewerkt in de rijstsector. Hij
kent het klappen van het zweep en
is, net als Roos, door de geschiede
nis van de Zeeuwen in Guyana ge
grepen. Hij wist de Guyaanse au
toriteiten er zelfs toe te bewegen,
dat zij twintig gevangenen vrijaf
gaven om het eilandje met Fort
Kijkoveral te schonen. Cornelisse:
„Veertien dagen zijn wij er bezig
geweest, op een terrein niet groter
dan een voetbalveld. Er was veer
tig, vij ftig jaar niks aan gedaan. Er
stonden anderhalve meter dikke
bomen." Kijkoveral is een curiosi
teit in Guyana. Op toeristenfol
ders staan de restanten afgebeeld.
Binnenkort vertrekt Cornelisse
naar Guyana om het kerkproject
op poten te zetten. Om te praten
met aannemers. Om het transport
van bouwmaterialen naar het ei
land te regelen. En, niet in de laat
ste plaats, om het één en ander af
te stemmen met de National Trust
van Guyana; Monumentenzorg.
Want hij wil de Guyanezen er di
rect bij betrokken houden. „Dat
moet. Je kimt er niet aan de slag
zonder een officieel verzoek tot
restauratie."
Toezichthouder
Cornelisse gaat er vol enthousias
me tegenaan. Hij denkt tien dagen
nodig te hebben om de voorberei
dingen te treffen, waarna hij in
november weer naar Guyana wil
reizen. Om de restauratie uit te
voeren. Cornelisse denkt vier tot
vijf weken nodig te hebben.
„Het grootste probleem zal de vei
ligheid zijn. Mensen zijn er zo ge
haaid, uit armoede. Daarom kun
je het hen ook niet kwalijk dat ze
proberen van alles mee te nemen.
Toch is Cornelisse niet bang dat de
restauratie voor niets is, omdat al
le spullen later worden 'herge
bruikt'. „Zo zitten ze niet in el
kaar. Er woont een toezichthouder
naast de kerk van de National
Trust. En het is een klein eiland
van amper vier vierkante kilome
ter, met honderd, honderdvijftig
inwoners. Nu zijn ze al serieuzer.
In het kerkje ligt allang een stapel
stenen. Die is nog niet wegge
haald. En je moet de mensen laten
zien, dat wij het ook voor hen
doen. Dat ze het als kerkje kunnen
gebruiken, en ook als schooltje,
museum, om ansichtkaarten te
verkopen."
Zo wordt het nog weieens wat met
de Zeeuwse erfenis in het verre
Guyana. Monumentenzorg
Nederland denkt, dankzij het on
derzoek van Roos voor de Menno
Coehoom-stichting, aan het con
serveren Fort Zeelandia. Anders
zal het stukje bij beetje in de rivier
verdwijnen.
„Niet meer dan terecht", vindt
Roos de belangstelling van Monu
mentenzorg. „Er zijn miljoenen
guldens besteed aan zulke forten
in onder meer Sri Lanka en Indo
nesië. Guyana verdient ook aan
dacht."
Roos treedt in de voetsporen van
Laurens Storm van 's Gravesande,
die van 1738 tot 1772 comman
deur en later gouverneur van
Forteiland was. Hij wist zijn
Zeeuwse bazen ervan te overtui
gen dat er een kerk moest komen,
zoals Roos het geld voor de restau
ratie bij elkaar heeft, gesprokkeld.
Als het klaar is, gaat hij er niet
heen. „Ik heb een hekel aan lange
vliegreizen."
Harmen van der Werf
Geestelijk bijtanken in de spirituele cafés van Lambèrt de Kwant
Fotorubriek: plankenkoorts
Marco Bakker is weer de oude, met een litteken
Bijbel predikt weldegelijk liefde en zorg voor alle dieren
Asbest zal de gemoederen nog lang bezighouden
Marianne Timmer schaatst alleen voor goud
Wasmachine bevrijdde de vrouw van het wasbord
Vliegdekschip Roosevelt voert een complete luchtoorlog