kunst Karei Glastra van Loon Achter de tekstverwerker Kosovo-oorlog biedt Gemanipuleerde foto's
Afrika is
mooi ziek
Vlaamse meesters in Italiaans palazzo
Hemelse kruiden
en aardse kwalen
in Berg en Dal
CUllUUl 10 11 13
15
9
PZC
debuteert met een wordt Julie Parsons een kunstenaars weinig van Stalin vertellen veel
/^n 1 Tl 111 y* waarachtig melodrama echte verhalenverteller inspiratie over zijn dictatuur
In een van de mooiste heuvelgebieden van ons land,
nabij Nijmegen, ligt het plaatsje met de toepasselijke
naam Berg en Dal. Men vindt daar, prachtig gelegen,
het Afrika-Museum, dat niet alleen een fraaie eigen collectie
bezit en toont, maar waar bovendien de laatste jaren onder
de bezielende leiding van mevrouw drs. Ineke Eisenburger
interessante tentoonstellingen worden gehouden die ook in
het buitenland belangstelling weten te wekken en die
begeleid worden door gedegen catalogi.
Dit jaar gaat het om Hemelse kruiden en aardse kwalen,
geneeskunde in al haar aspecten in Afrika, vroeger en nu.
Een onderwerp dat ieder aan zal spreken en dat op welhaast
ideale wijze wordt getoond en begeleid.
Alles wijst erop dat in zwart
Afrika miljoenen jaren
geleden de mens is 'ontstaan' en
we moeten dan ook aannemen
dat in het enorme continent die
eerste mensen als ze ziek werden
of gewond raakten naar
middelen zullen hebben gezocht
om de pijn te stillen en beter te
worden. Ze zullen hebben
ontdekt hoe bepaalde kruiden
of dierlijke stoffen heilzaam
waren of juist dodelijk giftig,
hoe andere je in een soort roes
brachten. Ze zullen duidelijk
giftige middelen zijn gaan
gebruiken om de pijlpunten te
smeren bij jacht of krijg, of om
vissen in rivieren te verdoven.
Roesmiddelen zullen stellig ook
gebruikt zijn bij feesten of
magische praktijken. Eeuwen
en eeuwenlang is dat zo
doorgegaan bij de schriftloze
volken, vanaf die onheuglijke
tijden tot zelfs in deze eeuw in
sommige gebieden. Geleidelijk
zal zich in de groepen mensen,
de stammen, een specialisatie
hebben ontwikkeld, waardoor
bepaalde individuen de taak
van genezer gingen uitoefenen,
deels met stoffen, ontleend aan
flora en fauna, deels met
magische middelen. Zo
ontstonden allerlei inheemse
behandelwijzen gebaseerd op
ervaring en traditie, en vaak
zeer effectief.
In de latere tijden en vooral in de
negentiende en de twintigste
•eeuw is door de invloed van
Europeanen en islamieten en de
kolonisatie, de uitwisseling van
gedachten en theorieën,
buitengewoon veel veranderd.
De traditionele Afrikaanse
genezer kijkt heel anders tegen
zijn patiënt aan dan de
hedendaagse westerse arts. Die
richt zijn aandacht allereerst op
de kwaal zelf die hij te
behandelen krijgt. Een
Afrikaanse dokter plaatst zijn
patiënt in zijn omgeving, zijn
sociale leven, hij zoekt naar de
eventuele conflicten die de
ziekte kunnen hebben
veroorzaakt. Merkwaardig is
dat ook bij ons zelfs in de eerste
helft van deze eeuw menige arts
veel meer van alles van zijn
patiënten op de hoogte was, een
soort huisvriend, terwijl
hedendaagse artsen soms niet
meer zijn dan een stem door de
telefoon.
Het is onmogelijk in kort bestek
ook maar een flauwe indruk te
geven van de talloze problemen
Pot voor palmwijn, terracotta, gemaakt door de Mangbetu in Kongo.
die er wijzen op het
overgangsgebied tussen een
medicijnkuur en magie. Dat
geldt tenslotte ook vandaag de
dag hier in Nederland: we
hebben naast de 'normale'
medische wetenschap de
homeopathie, anthroposofie,
reformwinkels,
kruidenvrouwtjes, Yomanda,
Prinses Irene, Lourdesgangers
en de placebo. Helpt allemaal,
in sommige gevallen.
Zeker is dat tal van oude
Afrikaanse kruiden in moderne
westerse preparaten worden
verwerkt. Op de tentoonstelling
ligt een halve apotheek aan
westerse pillen en poeders
uitgestort naast een tafelvol
schedeltjes, schildpadschilden,
slangenhuiden en andere
parafernalia die op iedere
Afrikaanse markt te koop zijn.
Trouwens: aan hekserij werd in
West-Europa ook nog lang
geloofd en de rituelen waarmee
heksen werden uitgebannen
waren puur magisch. Er
bestond tot in deze eeuw een
'witte magie' die weinig
verschilde van de 'zwarte
Nïgeriaans ziektemasker van de Ibibio
magie'. Met spijkers, spelden en
messen doorboorde popjes uit
Vlaanderen en Noord-
Frankrijk hadden (en hebben
zelfs) dezelfde functie als de
krachtbeelden, de
spijkerfetisjen uit Kongo. En
wat te denken van de talloze ex-
voto's bij wonderdoende
beelden en in heilige grotten?
In Afrika wordt de laatste halve
eeuw in menige stad
samengewerkt met westerse
dokters die op hun beurt vaak
weer leerden van de ervaringen
van inheemse genezers. Over
dat misvormingen toont. Spijkerfetisj uit Kongo, achter de spiegel op zijn buik zitten medicijnen.
het algemeen blijft de Afrikaan
niettemin aangewezen op de
plaatselijke hulp, want op
westerse wijze geoutilleerde
ziekenhuizen zijn veel te
schaars en veel te duur voor
hem. Over al deze
verwikkelingen wordt de
bezoeker helder ingelicht door
teksten en een schat aan
voorwerpen, waaronder curiosa
maar ook magnifieke
etnografica.
De tentoonstelling is ingericht
door Roel Schneemann uit
Amsterdam. Op de
bovenverdieping zijn vitrines
als een soort kijkkasten
ingebouwd, met duidelijke
bijschriften. De voorwerpen
zijn perfect verlicht. Menig
groot museum zou hier een
voorbeeld aan kunnen nemen.
Deze expositie zou het waard
uitgebeeld, zo is er een mannetje
met elefantiasis van zijn balzak.
Beslist luguber is het ongeveer
zeventig centimeter hoge beeld
van een verhongerende
Makonde, mogelijk voor de
westerse markt gemaakt.
Wanneer je dat beeld een beetje
knap belicht in je hal plaatst,
slaan dieven gegarandeerd in
paniek op de vlucht. Heel mooi
is ook een hurkend vrouwtje uit
de Kongo dat met beide handen
naar haar buik grijpt, mogelijk
in een dysenterie-aanval. Dan
zijn er grappige èn instructieve
uitbeeldingen van
kiezentrekkers, men ziet
verloskundigen aan het werk en
het veelvuldige gebruik van
klysma's wordt op diverse
manieren gedemonstreerd.
Vanaf de klysteerspuit, via het
mond-op-anus klysma, tot een
Het veelvuldige gebruik van klysma's wordt op diverse manieren gedemonstreerd. Dit houten beeldje is mogelijk voor de westerse markt gemaakt in Kameroen.
zijn te 'reizen', zij is zonder meer
van internationaal peil.
De vitrines zijn op thema
ingericht, beginnend met de
ziektemaskers van de Ibibio die
de gruwelijkste misvormingen
tonen door lepra en andere
kwalen aangericht. Maar tevens
zijn het aangrijpende
kunstwerken. Hetzelfde geldt
voor de door pokken
geschonden gezichten, de
figuren met bochels,
kropgezwellen en monsterlijk
dikke buiken. Zelfs tot in de
kleine goudgewichtjes van de
Ashanti worden ziekten
acrobatische zelfbediening.
Ook dit komisch houten beeldje
is mogelijk voor de westerse
markt gemaakt in Kameroen.
Er zijn vitrines met diverse
instrumenten, verlostangen,
allerlei messen waarmee zelfs
vrij gecompliceerde
schedeloperaties werden
verricht, en er wordt veel
aandacht besteed aan
genotmiddelen als alcohol,
palmwijn, tabak, hennep, én de
wijze waarop die worden
genuttigd.
Een bijzonder woord van lof
verdient het handboek dat wel
niet exact een catalogus is, maar
waarin al het tentoongestelde
werd afgebeeld, en nog véél
meer. Dat Engelstalige boek
heet Herbs Health Healers,
Africa as
ethnopharmacological
Treasury door dr. Peter AG.M.
De Smet, die als
gastconservator optrad. De
Smet is farmacoloog, een
vooraanstaand geleerde op zijn
vakgebied. Een baanbrekend,
origineel werk, een ware
schatkamer aan gegevens. Een
boek dat ieder die zich voor
Afrika en Afrikaanse kunst
interesseert zich zou moeten
aanschaffen.
Behalve de tentoonstelling
'Hemelse kruiden en aardse
kwalen' biedt het museum op de
benedenverdieping allerlei
bezienswaardigs: topstukken
uit de eigen collectie en een
tijdelijke tentoonstelling
Hommage aan Idolo, werken
van de moderne Afrikaanse
beeldhouwer Josiah Onemu
(1945) die daarmee zijn in 1996
overleden moeder Idolo eer
bewijst.
Ik begon met te zeggen dat het
Afrika Museum fraai gelegen is
in de heuvels. Het is ook een
fijne plek om een dag met
kinderen heen te gaan. Grote
tuin en veel terreinen buiten
met allerlei
bezienswaardigheden als
hutten, dieren. Binnen is een
speelkamer met tekengerei en
Afrikaanse spellen. Er naast een
restaurant met terras, waarover
eetlustopwekkende exotische
geuren waaien. En in het
'winkeltje' van het museum zijn
zelfs naast replica's en
souvenirs een paar authentieke
spulletjes te koop. Kortom: Berg
en Dal biedt een ideale dag uit
voor iedereen.
Hans Warren
Expositie: Hemelse kruiden en
aardse kwalen - Afrika-Museum,
Postweg 6, Berg en Dal, tot en met
31 december 1999; maandag tot en
met vrijdag 10.00 -17.00 uur, zater
dag, zon- en feestdagen: 11.00 -
17.00 uur; toegang f 11,-; het boek
'Herbs Health Healers' kost f 70,-,
180 pag., rijk geïllustreerd.
Familieportret van de Antwerpse kunstenaar
AdriaenThomasz. Key (circa 1544-1589).
Kunsthistoricus dr. Didier Bodart zucht
eens diep. Natuurlijk, hij is heel trots op
'zijn' tentoonstelling. Honderd kunstwer
ken van bekende en minder bekende
Vlaamse meesters uit Italiaanse privé-col-
lecties opdiepen is geen geringe prestatie.
Maar wat er in het 'palazzo Doria Pamphili'
met kan worden getoond, doet de curator
toch een beetje pijn.
Neem dat prachtwerk van Joos van Cleef
bijvoorbeeld. Het hangt bij een goede
vriend van hem op Sicilië. „Ik vroeg hem,
leen het me voor deze tentoonstelling. Maar
hij zei: beste vriend, je rukt m'n hart uit als
je dit werk bij me weghaalt. Ja, wat moet je
dan, de vriendschap breken en het schilderij
meenemen? Ik heb het maar gelaten waar
het was. Maar jammer blijft het."
Het is de ontboezeming van een perfectio
nist. Voor de meeste bezoekers zal de ten
toonstelling II dipingere di Flandra (de
Vlaamse schilderkunst) in San Martino al
Cimino, een doip even buiten Viterbo, ge
woonweg af zijn, een pracht beeld geven
van de ontwikkeling van Vlaamse schilder
kunst in de periode tussen pakweg 1400 en
1700. Maar als je, zoals Bodart, vijf maan
den op schilderijenjacht bent geweest, kijk
je er anders naar. „Een tentoonstelling
houdt altijd het midden tussen dat wat je
wilt en dat wat lukt", weet hij.
Bodart, oorspronkelijk afkomstig uit Ave et
Auffe, en echtgenote Diane wonen al dertig
jaar in Italië. „Je kent de musea, kunstbezit-
ters. Je weet dus welke werken er zijn en in
welke stromingen tijd ze vallen. Je weet wat
beschikbaar is voor uitlening. Veel hangt af
van de persoonlijke relaties, maar dan nog.
Sommige mensen ken je dertig jaar en wil
len niks uitlenen, anderen zijn juist heel ge
lukkig als ze dat kunnen doen", vertelt hij.
Bodart heeft ervaring, hij organiseerde eer
der een Rubens-tentoonstelling in Padua.
„Ik ben twaalf landen afgereisd om aan vijf
tig werken te komen. Je moet er namelijk
vanuit gaan dat je het dubbele aantal rela
ties moet opzoeken om tot een aanvaard
baar totaal te komen." Volgens hem zijn er
in Italië niet meer privé-collecties dan in
België of Nederland. „Maar wat je hier wel
hebt is dat sommige collecties, bijvoorbeeld
omdat dit testamentair bepaald is, niet uit
de stad mogen waar ze zich bevinden. Ook
met deze tentoonstelling heb ik zulke pro
blemen gehad."
Het resultaat is echter wel dat in het Pam
phili een aantal kunstwerken aan de muren
hangt dat normaliter niet voor een groot pu
bliek te bewonderen is. De meeste bezoekers
van II Dipingeri di Flandra zullen vallen op
het spectaculaire doek 'De Verleiding van
de Heilige Antonius' van Hieronymus
Bosch. Bodart heeft andere voorkeuren. Hij
is („ik geef toe, een heel persoonlijke
smaak") bijvoorbeeld 'weg' van het portret
van een Spaanse admiraal van Pieter Paul
Rubens. „Een van de zeer zeldzame werken
uit zijn eerste Spaanse periode. Niet zo
maar een mooi schilderijhet is ook een heel
specifiek moment van Rubens", legt hij uit.
Sommige tentoongestelde schilders zijn mij
als niet-deskundige totaal onbekend. Zo
had ik nog nooit gehoord van Jan Frans van
Bloemen, bijgenaamd 'Horizon', een Ant
werpenaar die al op jeugdige leeftijd via
Frankrijk naar Italië trok en daar tot zijn
dood in 1749 bleef wonen. Hij was niet de
enige, want er was in die tijd in Rome een
'schildersbent', een vrije associatie van
Vlaamse en Hollandse schilders.
Van Bloemen was met zijn zwierige land
schapstaferelen een lieveling van de
Italiaanse aristocratie. Bodart reikt voor
komend het excuus aan voor mijn onwe
tendheid „Dat het grote publiek namen van
die schilders niet kent is dus niet zo vreemd.
Ze leefden hier en stierven hier, hun werk is
hier bekender dan in eigen land.
Hans Geleijnse
Officieel blijft de op 1 mei door de Belgische am
bassadeur geopep.de expositie tot 8 juni in het Pa
lazzo Doria Pamphili in San Martino al Cimino.
Mogelijk wordt die periode verlengd. Werk van
onder meer Rubens, Bosch, Brueghel (Abraham,
Jan II, Pieter II en Pieter II), Hendrik Frans van
Lint, Adriaen Thomasz. Key, Federik en Lucas
van Valckenborgh, Sebastiaen Vranxen vele, vele
anderen.
vrijdag 14 mei 1999