Het werd steeds leger rond Stalin Goethe in de ban van Rembrandt Fotografische zuivering Zevenjarigen op groot formaat I%fjf> kunst riAj cultuur Brieven aan toekomst 15 Gemanipuleerde foto's van Stalin vertellen het verhaal van een meedogenloze dictatuur. maken, maar indirect weer wel. Het laat de macht van een beeld zien en waar een beeld voor gebruikt of misbruikt kan worden." De foto's van King herinnerden hem aan een voorval in de jaren vijftig, toen zijn moeder 'met veel pathos' de afbeelding van een hakenkruis uit het boek 'Zinnebeeld in Nederland' scheurde. „Ze had kennelijk zo'n gevoel van: dit is zo fout, dit moet ik verminken." De voorbeelden van beeldmanipulatie die King laat zien, noemt Wijle 'extreem ernstige gevallen'. ,,A1 deze foto's hebben iets heftigs en sentimenteels. Je weet dat het echte mensen waren, die letterlijk en figuurlijk werden weggesneden." Wijle hoopt dat de tentoonstelling, die eerder in onder meer Boedapest te zien was en straks doorreist naar Washington en als het lukt Rusland zelf, vooral veel scholieren zal aantrekken. Want het gaat tenslotte ook om de vraag wat waarheid is. Men neme de beroemde foto uit 1936, die lange tijd als een icoon werd gekoesterd in de Sovjetunie, van Stalin met op zijn armen de zes-jarige Gelya Markizova uit Mongolië, van wie hij zojuist een bos bloemen heeft ontvangen. Naast hen staat een glunderende M.I. Erbanov, de eerste secretaris van de Boerjat Mongoolse Autonome Sovjetrepubliek. De foto kreeg de titel: 'Vriend van de kleine kinderen'. Een jaar nadat de foto was genomen, werd Gelya's vader, de tweede secretaris van de republiek, wegens 'spionage voor Japan' en 'het maken van voorbereidingen voor de moord op Stahn' doodgeschoten. Korte tijd daarna werd Gelya's moeder, nu een 'vrouw van een vijand van het volk' onder mysterieuze omstandigheden vermoord. „Zo mysterieus", noteerde King cynisch in 'The Commissar Vanishes', „dat de zaak nooit door de autoriteiten is onderzocht." En ook de glunderende Erbanov werd uiteindelijk weggezuiverd en zou niet meer op latere versies van de 'icoon' voorkomen. Met de dood van Stalin in 1953 kwam er overigens geen einde aan de geschiedvervalsing door middel van foto's of schilderijen. In 1947 schilderde Vladimir Serov Lenin, terwijl hij de Sovjetmacht uitriep op het tweede Congres van de Sovjets. Achter hem stonden onder meer Stalin en Dzjerzjinski, de eerste chef van de Tsjeka, de voorloper van de KGB. Het schilderij kreeg een jaar later de Stalin Prijs. In 1962 moest Serov echter op bevel van Chroesjtsjov het hele schilderij overdoen. De destalinisatie vereiste dat Stalin en Dzjerzjinski werden vervangen door revolutionairen uit het volk. De grote zuiveraar zelf was nu ook weggezuiverd. De geschiedenis werd op zijn George Orwells nog een keer 'herschreven'. Aly Knol ExpositieDe grote leugen, bewerk te foto's uit het Rusland van Stalin. Stroom, Spui 193, 4e verdieping. Den Haag. Tot en met 29 mei. Op 27 mei van 15.30 tot 18.00 uur: lezing over beeldmanipulatie en filmverto ning 'De val van Berlijncompilatie van sequenties over Stalin met en zonder Beria. anipulatie van beeldmateriaal is van alle tijden. In het digitale tijdperk is het zelfs een fluitje van een cent. Beeldmanipulatie op grove wijze kenmerkte de dictatuur* van Jozef Stalin in de Sovjetunie. Foto's en schilderijen werden verminkt om ieder spoor van in ongenade gevallen personen uit te wissen, dan wel om Lenin of Stalin meer toeschouwers te bezorgen bij partijbijeenkomsten. £)e Brit David King heeft in de loop van de laatste 30 jaar een indrukwekkende verzameling aangelegd van originele en bewerkte foto's uit de Stalin-periode. Ruim 100 foto's uit die collectie zijn nu te zien in Stroom aan het Spui in Den Haag. „Dit laat de macht van een beeld zien en waar een beeld voor gebruikt of misbruikt kan worden." De 52.000 Brieven aan de Toekomst die mensen vorig jaar schreven over hun leven op 15 mei vormen de basis voor een expositie in het Openluchtmu seum in Arnhem. Het Openluchtmuseum, het Ne derlandse Centrum voor Volks cultuur in Utrecht en het Meer- tens Instituut in Amsterdam trokken vorig jaar internatio naal de aandacht met hun idee om mensen een brief te laten schrijven over wat zij op 15 mei 1998 hadden gedaan. De brie ven zijn bedoeld voor de volgen de generaties, zodat die zich een beeld kunnen vormen van het dagelijks leven aan het eind van de twintigste eeuw. Uit de 52.000 Brieven aan de Toekomst zijn 62 epistels gese lecteerd. Deze zijn onderge bracht in een bundel, die mor gen (zaterdag) bij de opening van de tentoonstelling wordt gepresenteerd. Naast brieven zijn ook foto's en andere inge zonden voorwerpen te zien. De expo duurt tot 31 oktober. ANP Toen Lenins weduwe Nadezjda Kroepskaja in 1935 bij Stalin protesteerde tegen de doodstraf voor Lev Kamenev, die met andere Bolsjewieken van het eerste uur terecht stond in een van de showprocessen van die tijd, riep Stalin haar tot de orde. Als ze zich niet aan de partijlijn hield, zei hij, zou de partij wel een andere weduwe voor Lenin kiezen. Want de partij, zo voegde hij eraan toe, kan alles. En dat is gebleken. Het is er nog net niet van gekomen dat Kroepskaja werd 'afgelost' als weduwe, maar duizenden andere onwelgevallige personen uit Stalins directe omgeving werden letterlijk uit de geschiedenisboeken geschrapt, gescheurd of geknipt. Door scholieren, aangemoedigd door hun leraren, maar ook door bange familieleden en kunstenaars. De Brit David King, maker van onder meer een fotografische biografie van Leon Trotski, werd er in 1984 mee geconfronteerd toen hij in Moskou de woning bezocht van de familie van de schilder, beeldhouwer, graficus en fotograaf Alexandr Rodchenko. Hoewel Rodchenko, een van de groten van de Russische avant- garde, al in 1956 was overleden, was zijn huis nagenoeg onveranderd. „Schilderijen van de meester leunden tegen de muren", zou King later optekenen, „alsof hij er zojuist de laatste hand aan had gelegd." In de boekenkast stonden de fotoboeken, die Rodchenko in de loop van zijn leven had samengesteld, waaronder het zeer merkwaardige 'Tien jaar van Oezbekistan', over de eerste tien jaar van Oezbekistan onder het 'heilzame' Sovjetbestuur. „Bladeren in Rodchenko's exemplaar van 'Tien jaar van Oezbekistan'", aldus King, „was als het openen van de deur naar de plek van een verschrikkelijke misdaad." Drie jaar na de publicatie van het boek had Stalin in 1937 een grote zuivering verordonneerd onder de Oezbeekse partijleiders. De portretten van degenen die waren 'verdwenen' of geliquideerd, moesten worden verwijderd, him namen mochten niet meer worden genoemd. Wie zich daar niet aan hield, liep het risico zelf te worden gearresteerd. King: „Het album werd plotseling illegale literatuur. Rodchenko zag zich gedwongen met dikke zwarte Indische inkt zijn eigen boek te schenden. De macabere resultaten zijn zowel wreed als angstaanjagend. Op de tentoonstelling De grote leugen, bewerkte foto's uit het Rusland van Stalin in Stroom in Den Haag zijn onder meer die door Rodchenko zelf ontluisterde foto's te zien naast vele andere, soms primitief, soms met precisie, bewerkte foto's uit Stalins tijd. De staatsretoucheurs maakten er soms een vreemd potje van. Op een foto van Lenin en de schrijver Maxim Gorki uit 1908, die te midden van een groep toekijkende vrienden een spelletje schaak spelen, wordt één van de toeschouwers vervangen door een vage, grijze pilaar, nadat hij in 1937 op bevel van Stalin is geliquideerd. Op een eerste foto van demonstrerende soldaten tijdens de Februari-revolutie van 1917 staat op de achtergrond op de gevel van een winkel nog te lezen 'Horloges - goud en zilver'. Op een latere versie staat op dezelfde plek ineens de leuze 'Vecht voor je rechten'. Kameraden komen en gaan. Op een foto vari een toespraak van Lenin vanaf een houten podium staan aanvankelijk ook Trotski en Kamenev. Zij worden na hun val getransformeerd tot vijf traptreden die naar het podium lopen. Nikolai Jezov, die als chef van de geheime politie in 1938 in ongenade viel en in 1940 werd geëxecuteerd, is op een foto van een wandeling langs het Moskou-Wolgakanaal met Stalin en Molotov tot betonnen leuning gedegradeerd. Hoe dan ook wordt het steeds leger om Stalin. Op een foto uit 1926 wordt hij nog omringd door drie kameraden Antipov, Kirov en Sjvernik. Als diezelfde foto in 1940 wordt herdrukt is Antipov, tezamen met een kandelaar op de achtergrond - wat heeft die misdreven9 - verdwenen. In 1949 blijkt ook Sjvernik er niet meer bij te horen. En op een schilderij dat op basis van diezelfde foto is gemaakt, moet tenslotte ook Kirov het ontgelden: Stalin staat er nu alleen voor. David King, van wie in 1997 het uitgebreide album 'The Commissar Vanishes' (De commissaris verdwijnt) verscheen, maakte voor deze expositie zelf een keuze van ruim 100 foto's uit zijn collectie originele en bewerkte foto's uit de Stalin-periode. Ir. Jan Wijle van Stroom, projectleider kunst in de openbare ruimte, zag de expositie bij toeval tijdens een verblijf in Berlijn en was er meteen door geïmponeerd. Toch heeft hij hem slechts 'met enige schroom' naar Den Haag gehaald, „omdat hij een beetje uit ons normale beleid springt". Wijle: „Met beeldende kunst heeft dit niet direct iets te De kinderen van zeven jaar die Celine van Balen por tretteerde voor de jaarlijkse fo to-opdracht van het Rijksmuse um kijken allemaal ernstig. Ze toont dat zevenjarigen de leef tijd van de onbekommerde fase van louter lachen en spelen voorbij zijn en voor het eerst se rieus nadenken over hun eigen sociale plek en die van ouders, broertjes, vriendjes en vriendin netjes. Van Balen wilde de kern van hun ontluikende volwassen gevoelsleven treffen en hen la ten zien zoals ze nooit op foto's van ouders staan. Het Rijksmuseum presenteert de jaarlijkse foto-opdrachten in samenwerking met NRC Han delsblad onder de naam 'Docu ment Nederland'. De eerste ex positie in deze serie was in 1998 gewijd aan foto's die Catrien Ariëns van de zondagse activi teiten van een dwarsdoorsnede van de bevolking maakte. Van Balens foto's sluiten naadloos bij deze noemer aan, omdat het ook haar lukte een representa tieve mengeling van blank, ge kleurd, zwart, asielzoeker, al lochtoon, autochtoon, arm en rijk voor haar camera te krijgen. De expositie omvat veertig fo to's op groot formaat van 26 kin deren. Op de bijschriften staat vermeld waar hun wieg stond, in welke plaats ze nu wonen en naar welk schooltype ze gaan. Er wordt ook vermeld in welk land hun ouders zijn geboren. In overeenstemming met de maat schappelijke realiteit was dat naast Nederland in Rusland, Nigeria, Ghana, Turkije, Zuid- Afrika, Somalië, Brazilië, Hon garije, Canada en Suriname. Voor wie meer wil weten over de achtergrond van de kinderen ligt op de expositie een NRC Handelsblad-uitgave met inter views klaar. Het aantal schei dingen is zoals bekend hoog, maar het is toch onthutsend te lezen hoeveel van de gefotogra feerde kinderen in gebroken ge zinnen opgroeien. Dat levert stereotiepe verhalen op over verdeelde weekschema's ('De meeste dingen heeft ze dubbel, behalve haar viool') en de in breng van de nieuwe partners. Het is schrijnend hoe dapper ze proberen te doen alsof dat alle maal vanzelfsprekend is. Het stemt bovendien niet vrolijk dat een paar ouders vertellen dat hun kinderen gedragsproble men hebben. Een van de meisjes (welgesteld, blank) gaat op maandag naar de kunstclub, dinsdags naar ten nis, woensdags naar pianoles en donderdags naar zwemmen. Binnenkort gaat ze ook nog op ballet. Is het een wonder dat ze soms hoofdpijn heeft op school? Ze haalt er zelf haar schouders over op: „Ik heb voor niets lager dan een zeven." Een aantal kinderen op deze fo to's is aangekleed als mini-vol wassenen en ook dat stemt niet vrolijk. Bouwen deze kinderen ooit nog zandkastelen? Kliede ren ze nog wel eens onbezorgd met hun ijsje? Slapen ze nog met knuffels, of zijn die inmiddels in een vuilniszak aan de kant van de straat gezet? Het is niet goed voorstelbaar dat de zevenjari gen van tegenwoordig al derge lijke activiteiten niet meer ver richten. Van Balens project wijst er de kijker op dat de emoties van ze venjarigen over hun eerste bewuste stappen naar volwas senheid serieuze aandacht ver dienen. Dat is natuurlijk nuttig, maar omdat er nergens een lachje af kan kleeft aan haar be nadering ook het bezwaar van eenzijdige beeldvorming over die jonge levens. GPD Expositie: Kinderen van zeven. Foto's van Celine van Balen - Rijks museum (Stadhouderskade 42, Am sterdam), t/m 18 juli. Geopend dage lijks van 10 tot 17 uur. Fanny foto's Celine van Balen In het Rembrandthuis in Amsterdam is een expositie gewijd aan de passie van Goethe voor het verzamelen van werken van Rem brandt en van andere Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw. Tientallen fraaie wer ken portretteren hem als briljant verzame laar, maar vooral aardig aan deze expositie is de aanwezigheid van tekeningen van Goethe zelf. De geniale Duitser verwierf al tijdens zijn leven grote roem met zijn uit zonderlijk veelzijdige literaire oeuvre, maar dat hij ook een niet onverdienstelijk kunstenaar was is minder bekend. Het initiatief voor de tentoonstelling kwam van het Goethe Instituut in Amsterdam, dat daarmee een belangwekkende Nederlandse bijdrage levert aan de evenementen ter her denking van Goethes 250ste geboortejaar. Centrum van de festiviteiten is Weimar, dat in 1999 onder meer Europese Culturele Hoofdstad mag zijn omdat Goethe daar het grootste deel van zijn leven heeft gewoond. Na de voltooiing van zijn rechtenstudie in Straatsburg vestigde Goethe zich als advo caat in zijn geboorteplaats Frankfurt, maar hij gaf in 1775 gehoor aan het verzoek van hertog Carl August van Weimar bij hem in dienst te treden. Hij zou er tot zijn dood in 1832 blijven wonen en uitgroeien tot de machtigste staatsman. Naast zijn supervi sie over de hof bibliotheek, legde hij voor de hertog bovendien het fundament voor de uitzonderlijke tekeningencollectie van Hollandse meestex*s die nu is ondergebracht in het Schlossmuseum in Weimar. De expositie omvat tekeningen uit dit mu seum die nog niet eerder in ons land waren te zien, waaronder tekeningen van Ferdinand Bol, Albert Cuyp, Allaert van Everdingen, Govert Flinck, Jan van Goyen, Adriaen van Ostade, Jacob van Ruisdael, Pieter Saenre- dam en Cornelis en Herman Saftleven. Bo vendien is geput uit de collectie van zeventien werken van Rembrandt en zijn leerlingen die Goethe toevoegde aan de gi gantische verzameling in zijn huis aan het Frauenplan. In de catalogus staat een op somming: bij zijn dood liet hij naast talrijke afgietsels van antieke sculpturen, schilde rijen en majolica-schalen ook 17.800 ste nen, 4500 afgietsels van antieke gemmen, 8000 boeken, meer dan 9000-prenten en 2512 tekeningen na. De begeleidende teksten op de expositie zijn te summier voor wie een meer dan opper vlakkige indruk wil krijgen van Goethes ac tiviteiten als verzamelaar, kunstkenner en tekenaar. De inleiding van Rembrandthuis- conservator Bob van den Boogert in de cata logus voorziet daarin wel, maar niet ieder een is nu eenmaal bereid of in staat daarvoor bijna vijf tientjes neer te tellen. Van den Boogert wijst erop dat Goethes le venslange affiniteit met 17e-eeuwse Hol landse kunst al tijdens zijn jeugd in Frank furt werd gelegd. De kunstsmaak van de welgestelde burgerij was er haast volledig op de buren gericht: schilderijen, etsen en tekeningen uit de Gouden Eeuw waren ge liefde verzamelobjecten en de kunstenaars van die tijd werkten in de trant van de Hol landse meesters. Toen Goethe van 1765 tot 1768 rechten stu deerde aan de universiteit van Leipzig (hij zou zijn studie na een lange ziekte later af maken in Straatsburg) kreeg hij privé-te- kenlessen bij Friedrich Adam Oeser, direc teur van de Kunstacademie in deze stad. Oeser schilderde zelf eveneens in de stijl van de Hollandse meesters, maar hij beïnvloed de zijn leerling vooral ook met zijn gloed volle uiteenzettingen over de kunst uit de klassieke oudheid. Goethe zou pas in 1786 naar Italië reizen en terugkeren als harts tochtelijk promotor van de klassieke erfe nis, maar de kiem voor zijn andere passie werd al in Leipzig gelegd. Met de publicatie van 'Die Leiden des jun- gen Werthers' verwierf Goethe in 1774 grote roem in Duitsland en al gauw ook in de rest van Europa. Intussen bleef hij zich bekwa men in de tekenkunst, onder meer tijdens zijn eerste reis door de Zwitserse Alpen. In zijn landschappen, het genre dat zijn voor keur had, is de stilistische invloed van de Gouden Eeuwers duidelijk zichtbaar. Daar bij probeerde hij vooral hun grote vaardig heid in de door hem bewonderde natuurge trouwheid te evenaren. Hoezeer hij in Rembrandts ban was toont een citaat uit een brief die hij in november 1774 aan een vriendin schreef: „Ik teken, maak kunst... en leef helemaal met Rem brandt. Op de omslag van de eerste uitgave van zijn beroemde toneelstuk 'Faust' in 1790 kwam niet voor niets de gravure van Johann Heinrich Lips naar de befaamde Faust-ets van Rembrandt te staan die nu ook op deze expositie hangt. Volgens Van den Boogert heeft deze ets hem bij het schrijven van zijn hoofdwerk voortdurend voor ogen gezweefd. Frangoise Ledeboer Expositie: Goethe en Rembrandt, tekeningen uit Weimar - Rembrandthuis (Jodenbreestraat 4, Amsterdam), t/m 18 juli. Geopend maandag t/m zaterdag van 10 tot 17 uur, zon- en feestdagen 13 tot 17 uur. Catalogus f 49,50. vrijdag 14 mei 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 15