Slotakkoord in Roeselare
Wegsmelten bij een
kus van Ibouche
Ron Zwerver
VOLLE*
Marcelle
de Kam
27
S 1 S LEY
Ron Zwerver (6 juni 1967,
Amsterdam) was jarenlang hét
boegbeeld van het Nederlandse
volleybal. Hij, het prototype van
een professional met een ideaal,
dirigeerde het nationale team van
de Europese middenmoot naar de
wereldtop. Het olympisch goud van
Atlanta ('96) en zilver van
Barcelona ('92), evenals de eindzege
in de World League ('96), kleuren
zijn palmares het meest in. Nu, na
dertien jaar topvolleybal, is het
afscheid nabij. Slechts het sluitstuk
van de Belgische competitie -
Zwerver staat met Roeselare, zijn
huidige club, bijna in de eindstrijd
van de play-offs tegenover Maaseik
- resteert. Daarna is het over,
voorgoed. „Het vuur in mij is
gedoofd."
Het was 25 december 1997. Ron Zwer
ver bracht de eerste kerstdag met
vrouw Jacky en dochtertje Demi bij zijn
ouders in Nederland door. Opeens was er
dat telefoontje uit Italië. De vedette werd
gesommeerd direct terug te keren naar
Treviso, het prachtige stadje ten noord
westen van Venetië, waar Zwerver onder
contract stond van de plaatselijke trots.
„Kom ik daar aan, blijkt er een uurtje
krachttraining te zijn ingelast", zegt
Zwerver met onverholen woede. Op
dracht van de president van de club. „Op
dat moment knapte er iets. Ik vroeg mij af:
is dit het me allemaal nog wel waard? Nee,
dus. Ik wilde niet langer als oud vuil wor
den behandeld."
„Geregeld kwam het voor dat de presi
dent na een verloren duel woest de kleed
kamer binnenstapte en ons flink de huid
vol scholdOf, als hem iets niet zinde, ging
tijdens de training plotseling het licht uit.
Je had het maar te pikken. Dat gaat lang
goed, maar op een gegeven ogenblik krij
gen irritaties de overhand. Dan is het tijd
om op te stappen."
Maar liefst zes seizoenen had Zwerver bij
Treviso, een topclub uit de Italiaanse A-l,
onder contract gestaan. „Het waren tro
penjaren. De druk was extreem. Ik kwam
uit het buitenland en was voor veel geld
gehaald. Er werd van mij verwacht, of be
ter gezegd geëist, dat ik er iedere wed
strijd stond. Meer nog dan anderen moest
ik mij telkens weer bewijzen."
Opgesloten
„Jaren achtereen zat ik opgesloten in het
zelfde team. Dag in, dag uit was ik bezig
met volleybal. De stress, het altijd maar
uit de koffer leven, de verplichtingen er
omheen; je werd geleefd. Lang kon ik dat
opbrengen. Tot ik op een gegeven moment
begon te verlangen naar een grotere vrij
heid. Het strakke keurslijf paste me niet
meer. Ik was opgebrand, gesloopt, kapot.
Stoppen zou te voorbarig zijn geweest,
een halte te ver. Ik had tijd nodig om alles
eens goed op een rijtje te zetten, om een
weloverwogen beslissing te nemen."
Hij keerde Treviso de rug toe en streek
neer in West-Vlaanderen. „Het is hier een
stuk minder professioneel dan in Italië.
Roeselare heeft bijvoorbeeld slechts tien
volwaardige spelers. Valt er een speler
Ron Zwerver, altijd fanatiek, altijd fel.
Vorig jaar hield Zwerver het voor gezien in Treviso. Hij koos voor de
rust van Roeselare. foto Cor Mulder/ANP
weg, dan is er geen vervanger. Van door
stroming is geen sprakeomdat een j eugd-
selectie domweg ontbreekt. Toch houden
we ons gemakkelijk staande, aangezien
het niveau van de meeste andere teams
dramatisch is."
Tweede plan
Dat Roeselare met Maaseik dit seizoen
zou duelleren om de hoofdprijzen stond
dan ook op voorhand vast. De nationale
beker werd een prooi voor de aartsrivaal
uit Belgisch Limburg. In de Europa Cup 3
werd Roeselare eveneens naar het tweede
plan verwezen, doordat het Italiaanse Pa
lermo de West-Vlamingen in de eindstrijd
van alle illusies beroofden.
Rest het landskampioenschap. Roeselare
is hard op weg naar de finale van de play
offs, waai-voor Maaseik zich al heeft ge
plaatst. De ploeg van Zwerver, Martin van
der Horst en Albert Cristina kan zaterdag
de eindstrijd veiligstellen.
Nu hij aan de vooravond van zijn 'pensio
nering' staat, dwalen de gedachten gere
geld af naar het Nederlandse team. „Alles
wat ik als volleyballer heb bereikt, heb ik
te danken aan Oranje. Zonder die bikkel
harde leerschool zou ik nooit zover zijn
gekomen."
Het 'Bankrasmodel'. Ron Zwerver mag
worden beschouwd als een uitermate ge
slaagd exponent van het inmiddels afge
zworen systeem van eenzame voorberei
ding. „Achteraf heb ik me wel eens
afgevraagd hoe wij het al die tijd hebben
volgehouden. Ari Selinger (de toenmalige
bondscoach en architect van het Bank
rasmodel) had het als coach allemaal al
eens meegemaakt. We geloofden heilig in
zijn aanpak, volgden hem blindelings.
De gouden medaille op de Olympische Spelen van Atlanta was de mooiste prijs in de
carrière van Ron Zwerver. foto Reuters
Stoppen kwam niet in je op. Je verbeet de
pijn, wilde niet voor slapjanus worden
uitgemaakt."
Het 'dwangmatige' had er misschien eer
der moeten uitvloeien, zegt Zwerver nu.
„Het ging op een gegeven moment niet
meer. En toch bleven wij volharden in on
ze aanpak." Maar verder geen kwaad
woord over Selinger. „Hij heeft me ge
leerd mijn maximale capaciteit te benut
ten. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar
voor."
Toch was het diezelfde Selinger die Zwer
ver tijdens de Olympische Spelen van
Barcelona diep in de ziel raakte. De coach
ging als een bezetene tegen de sterspeler
tekeer, toen deze niets had opgeschreven
tijdens een videosessie. Het was niet de
enige tirade van Selinger. Zwerver: „Wat
er in Barcelona is gebeurd, gun ik mijn
ergste vijanden niet. De Spelen waren
verschrikkelijk. Scheldpartijen, dicht
slaande deuren. De sfeer was om te snij
den, iedereen wantrouwde elkaar. Dat we
uiteindelijk nog zilver hebben gehaald,
mag een wonder heten."
De gebeurtenissen hebben hem gevormd.
„Ik was geneigd mij kwetsbaar op te stel
len. Na de Spelen ben ik harder geworden,
egoïstischer ook. Ik besloot alleen nog
voor mezelf te kiezen. Mensen moesten
wijken als ze mijn belangen in de weg
stonden of mijn toekomst blokkeerden."
De groep viel na Barcelona uiteen, nadat
in 1990 al een eerste scheuring was ont
staan. Peter Blangé en Ron Grabert
zwichtten in dat jaar voor het grote geld in
Italië. Zwerver vervloekte ze om hun be
sluit en zorgde ervoor dat het drietal tij
delijk uit Oranje werd verbannen. „Wij
hadden eeuwige trouw beloofd, zij schon
den die afspraak. Ik pikte dat niet, dacht:
als ik niets verdien, dan jullie ook niet. Ik
had moeten inzien dat ze met de in Italië
opgedane routine een positieve bijdrage
hadden kunnen leveren aan het Neder
landse team. Dat de ploeg er sterker op
zou zijn geworden."
Zelf wimpelde hij in die periode buiten
landse aanbiedingen steevast af. Tot on
geloof van zijn vader. „Dan had mijn pa
weer eens iemand van een Italiaanse club
aan de lijn en vroeg hij wat ik kon gaan
verdienen. 'Zoveel geld? Natuurlijk doet-
ie het daarvoor'zei mijn vader. Als ik toch
weigerde, leidde dat bijna altijd tot stevi
ge woordenwisselingen. Ik heb nooit spijt
gehad van mijn koppigheid. Ik wilde
slechts één ding: beter worden. Mij is wel
eens verweten naïef te zijn geweest. Tot
'92 heb ik echter in mezelf geïnvesteerd.
Vervolgens ben ik mijn kwaliteiten gaan
exploiteren."
Banvloek
Om een mening zat Zwerver zelden verle
gen, merkte ook Joop Alberda. De opvol
ger van Selinger gaf het Nederlandse vol
leybal na Barcelona een nieuw gezicht,
maar kreeg in '95 in Sport International
de banvloek over zich uitgesproken. „Er
zijn momenten geweest dat je wenste dat
er een coach voor de groep stond die zei:
dit moet er gebeuren. Er stond niemand",
luidde de scherpe aanklacht. En: „We
hebben niets aan een coach die bloedner
veus is."
„Ik was verschrikkelijk lastig en veelei
send", verklaart Zwerver. „Ik zocht be
wust het conflict om veranderingen te be
werkstelligen. De grote verdienste van
Alberda was, dat hij de ploeg intact wist
te houden. Hij stelde zich op als een diplo
maat, gaf spelers de vrijheid. Naar mij toe
had hij zich juist harder moeten opstellen.
Ik stond boven hem. Althans, zo voelde ik
dat." Atlanta werd niettemin voor beiden
het onbetwiste hoogtepunt uit hun loop
baan. „Die gouden medaille draag ik de
rest van m'n leven in mijn hart."
Nog even en dan is het over. Zwerver weet
niet wat hij daarna precies gaat doen. „Ik
wil in de sport actief blijven. Begeleiding
van jonge olympische sporters bijvoor
beeld. Niet direct, want in september ver
wachten wij ons tweede kind en daar wil
ik eerst tijd voor vrijmaken. Alberdaheeft
mij al benaderd met de waag of ik er iets
voor voel om af en toe een praatje te hou
den voor sportbestuurders. Het contact is
nu warmer dan toen wij bij Oranje met el
kaar te maken hadden. Er is meer respect,
het wantrouwen is verdwenen. Ik denk
minder zwart-wit, ben rijper geworden.
Of ik innerlijke rust heb gevonden? Waar
schijnlijk wel, ja."
Marco Knippen
De zilte zeelucht heeft Domburg in haar
greep. Het water slaat hoorbaar op de
kust en een stevige lentebries waait over
het land. Enkele honderden meters achter
de duinen is Marcelle de Kam met haar
hobby bezig: paarden. De viervoeters
hebben het hart van de Domburgse
amazone gestolen. Bij een bezoekje aan de
stal liefkoost De Kam ze. Een van hen,
Ibouche, beantwoordt haar liefde
onmiddellijk en kust met zijn grote lippen
De Kam op haar achterhoofd.
Marcelle de Kam, een 22-jarig lache
bekje, een spraakwaterval, een
spontane meid, een eigenwijze tante, een
ambitieuze blondine, een leergierig type,
gewoon een gezellige dame. Maar boven
al, helemaal gestoord van paarden.
Ze is zelfs zo gek van de beesten dat ze da
gelijks op en neer reist naar haar school in
Breda, het NHTV (nationale hogeschool
voor toerisme en verkeer). Dat kost haar
vele uren, die ze al reizend benut met stu
deren. Thuisgekomen kan De Kam veel
tijd besteden aan haar paarden Ibouche
en Irish Coffee, die in een stal achter het
huis van haar ouders staan.
Gevorderd
De Kam heeft niet voor de makkelijkste
discipline in de hippische sport gekozen.
Ze doet namelijk mee aan samengestelde
wedstrijden (SGW). Dat zijn drie onder
delen bij elkaar: dressuur, springen en
cross. Daarin blijkt De Kam - komend
weekeinde komt ze met Irish Coffee in de
M-klasse in actie op een stei-k bezette
SGW-wedstrijd in Arnemuiden - door de
jaren heen behoorlijk gevorderd te zijn.
Aan de weg omhoog lijkt voorlopig geen
einde te komen. Vorige week nog kreeg ze
te horen dat ze bij de nationale selectie
voor de Europese kampioenschappen van
de Z-paarden zit. Het EK wordt dit jaar in
juli in Oostenrijk gehouden.
De Kam maakt deel uit van een achtkop-
pige selectie, waarvan twee leden moeten
afvallen. Een goed resultaat bij de ko
mende SGW-wedstrijden in Breda (met
Pinksteren) en in Exloo (begin juni) en De
Kam is verzekerd van een ticket naar Oos
tenrijk.
Nieuw
Geselecteerd worden voor een nationale
ploeg is niet nieuw voor De Kam. Bij de
pony's verscheen ze al op het EK van 1991
in Nederland. En niet zonder succes. Met
de nationale ploeg behaalde De Kam een
zilveren medaille. In het individuele toer
nooi werd met haar pony Rad j a vi j ftiende
Een jaar later, toen het EK in Zweden
werd gehouden, overleed Radja op de dag
van het vertrek aan een koliek.
Voor het EK in 1993 kreeg De Kam het
paard Boston, waarmee ze reservekampi
oen van Nederland in de M-klasse werd,
in handen. Het titeltoernooi ging echter
aan haar neus voorbij omdat ze een rug
blessure had. Na de pech kwam een leer
zame tijd bij een Engelse military-stal.
„Daar heb ik heerlijk de boel afgekeken",
spreekt De Kam in een rap tempo door.
„Ik heb er heel veel wedstrijden gereden
en heel veel geleerd. Het was echt gaaf. De
Engelse mentaliteit met betrekking tot
paarden is heel anders dan in Nederland.
Daar kunnen we hier nog wat van leren."
Na haar periode in Engeland (1995/1996)
kwam De Kam in 1997 wederom in de se
lectie voor het EK terecht. Maar het paard
van de huidige voorzitter van de Neder
landse Hippische Sportbond Frank
Schreve, Touch of Delight, liet haar in de
steek. „Hij had een peesblessure. Dat is
natuurlijk dramatisch voor een SGW-
paard. Bij elke landing die een paard
maakt, wordt zijn pees belast." Touch of
Delight ging terug naar Schreve. „Het
paard heeft nu een goed leven", weet De
Kam. Met Touch of Delight reed ze nog
wel naar een derde stek bij de nationale Z-
titelstrijd.
Met bondscoach Roelie Bril ging De Kam
op zoek naar een nieuw paard voor het
EK. Maar de tijd om een paard klaar te
krijgen en de band die een amazone ermee
moet hebben, was te kort om goed gepre
pareerd op het EK te verschijnen. Als
schrale troost werd de Walcherse amazo
ne Nederlands kampioen SGW in de M-
klasse met Inmar, een paard dat in huize
De Kam gefokt werd.
Na Inmar kwam Ibouche, het paard dat ze
nu berijdt en waarmee ze hoopt naar het
EK te gaan. Door een tip van bondscoach
Bril kwam ze Ibouche op het spoor. De
Kam raakte niet onder de indruk van de
eerste ontmoeting met Ibouche. „Het was
niet mijn droompaard en niet bepaald
moeders mooiste." Nu, na anderhalf jaar,
wil ze hem niet meer kwijt. „Never nooit
niet", bevestigt ze. „Ik ben er heel blij
mee. Hij gaat voor me door het vuur." En
hoe: Ibouche zit op EK-niveau in de Z-ca-
tegorie en is het vijfvoudige waard van
wat hij heeft gekost.
Enkelspan
De Kam en de edele viervoeters, het is een
combinatie die bijna niet stuk kan. Maar
ja, wat wil je. Peter de Kam, haar vader,
was vroeger twee keer de beste van Ne-
Marcelle de Kam over haar paard Ibouche: „Hij gaat voor me door het vuur."
foto Lex de Meester
derland op het onderdeel marathon met
de enkelspan.
Van kinds af aan was zijn dochter betrok
ken bij de paardensport. „Ik begon op een
kleine pony en daar heb ik lekker op rond
gescheurd. Ik kan me dan ook niets anders
herinneren dan dat ik een paard had",
vertelt De Kam. „Het is allemaal heel on
gedwongen gegaan. Ik vind het zelf heel
leuk. Zolang dat gevoel er is, blijf ik er
heel, heel lang mee doorgaan."
Dat heeft ze zeker niet in de laatste plaats
aan haar vader te danken. Dik anderhalf
jaar geleden liet hij een stal bouwen. Met
een eigen accommodatie in de achtertuin
kon De Kam op professionele wijze aan de
slag. „Een eigen plek, dat werkt goed. Ge
lukkig heb ik een fantastische vader, ook
in financieel opzicht. Ik ben student, dus
dat verdient niet veel. Zonder hem had ik
het niet gered."
Christiaan Provoost, vorig jaar deelne
mer aan het WK enkelspan en ook wo
nend in Domburg, is net als De Kams va
der een steun en toeverlaat. Marcelle de
Kam: „Provoost heeft veel verstand van
paaxtien, vooral hoe je een paard fit naar
een wedstrijd moet brengen. Negenenne
gentig van de honderd dingen die hij zegt,
kloppen. Hij heeft vaak een eigen mening
en er is weinig discussie met hem moge
lijk. Ik moet dus veel accepteren."
En voor iemand die eigenwijs is - De Kam
dus - valt dat niet altijdmee. „Ik denk dat
het goed is om eigenwijs te zijn, anders
kom j e niet overalJe moet zelf achter din
gen zien te komen, daar leer je veel meer
van. Thuis en in de stal loop ik tegen veel
dingen aan, omdat ik veel alleen moet
doen.Zo kan ze meteen praktijkervaring
opdoen voor haar grote doel: het opzetten
van paardensportbedrijf. De locatie er
voor heeft ze al.
Maar de ambitieuze Domburgse, die sinds
kort een adviserende functie heeft in de
Stichting Promotie SGW Zuid West, wil
nog meer. Het lijkt haar geweldig achter
de schermen van bijvoorbeeld Indoor
Brabant actief te zijn. Haar opleiding in
Breda is daar een goede basis voor. En
hoewel ze in haar klas de enige is die aan
paardensport doet, heeft ze genoeg mede
studenten achter zich staan. Op de milita
ry in Breda zullen ze ongetwijfeld met
spandoeken langs de kant staan. De Kam:
,Daar zijn ze gek genoeg voor. Je moet ook
lol in je leven hebben."
Peter Godrie