De tijd schrijdt nu eenmaal voort, ook in Tibet Zoekplaat voor de moderne mens Serra verpletterend in loodzwaar zwart t% fjf% kunst r£j\* cultuur 16!" David Salle in Amsterdam Kadir van Lohuizen HUH Zijn bekendste werk schoot Kadir van Lohuizen in de hel van Rwanda. Met zijn foto reportage over een trein vol vluchtelingen naar Kisangani verwierf hij in 1997 niet alleen de tweede plaats in de categorie Spot News van World Press Photo, maar ook de prestigieuze Zilveren Camera. Die mocht hij vorig jaar opnieuw ontvangen voor zijn fotoserie over Tibet, tot en met 6 juni te zien in het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam. De 35-jange Van Lohuizen le vert als freelancer onder meer aan Vrij Nederland, Trouw en The Independant on Sunday: ,,Ik zit voor mijn werk als pers fotograaf vaak in de ellende. Dat moet je afwisselen met an der werk om een balans te kun nen vinden. Anders houd je het niet vol." Vandaar nu een serie aanmerkelijk luchtiger foto's over Tibet, waarin voorde misè re geen plaats is. Van Lohuizen is naar eigen zeggen gevangen door 'de com plexiteit' van de weliswaar au tonome, maar evengoed Chine se provincie. Hij kwam er in 1985 voor het eerst, nadat hij bij Tibet was omgevormd tot voor stad van haar bezetter, tot een nederzetting voor de overvloe dige Chinese bevolking. „In de jaren tachtig werd het land echt overspoeld door Chinezen", weet Van Lohuizen. „En daar kwam begin jaren negentig nog eens de overdondering van de vrije markteconomie overheen. Dat heeft ertoe geleid dat Tibet het meest complexe land is ge worden dat ik ken." Dat complexe zit in de spanning tussen het etiket van agressor en weldoener dat de Tibetanen aan China opplakken. De Tibetaan se jeugd verwestert hard mee, gaat voor de baan, de auto en de mobiele telefoon; zaken die de Chinese overheid hen biedt. ,Maar de vraag blij ft natuurlij k of ze daar zelf wel om gevraagd hebben", stelt van Lohuizen. „Want de economie is een in strument van de Chinezen om Tibet rustig te houden. Jongeren die om vijf uur 's nachts uit een houseparty stuiteren, hebben echt geen zin meer om de vol gende dag te demonstreren." Het levert een kloof op tussen de oudere en jongere Tibetaanse generatie, die in Van Lohuizens fotowerk is terug te vinden. In de traditionele theehuizen wordt tv gekeken, de traditio nele pelgrimstocht naar Lhasa voert langs een Chinese karao- kebar. Van Lohuizen: „Maar die bar zit net zo goed vol met Tibe tanen hoor." Waarmee de fotograaf maar wil zeggen dat zijn foto's geen ver oordeling zijn van de Chinese invloed en de gretige consump tie daarvan door de jongste Ti betaanse generatie. „Want ik ben zo moe van dat wijzende vingertje van het Westen", ver klaart hij. „Wij hebben niet het recht om te zeggen dat de Tibe tanen moeten blijven leven zo als ze tweehonderd jaar geleden deden. Dat is een irritante hou ding die we ook ten opzichte van de indianen hadden. De tijd schrijdt nu eenmaal voort, ook in Tibet." Die moderniteit van het nieuwe Tibet is terug te vinden in de ti tel die Van Lohuizen zowel aan de expositie als aan zijn net uit gekomen boek over het land heeft meegegeven: het fictieve Internetadres 'www.tibet.chin- .com'. „Want er wordt vaak ge zegd dat de Tibetaanse cultuur be* door de Chinezen wordt ver-Lj moord", vindt de fotograaf,F „maar als dat zo is hebben de Ti-t betanen daar zeker voor de helft schuld aan." JL Eén foto op Van Lohuizens ex-La positie bij het NFI toont tweepe pelgrims, die de traditionele_e; tocht naar Lhasa afleggen zoalsr^ elke Tibetaan die eens in zijn le-Le( ven moet ondernemen. VolgensLj, het protocol moet dat op zoge-Ls heten prosternerende wijze ge-^ beuren: de pelgrim werpt zich op de grond, strekt zich uit,S( staat op, en begint opnieuw op^a het punt waar zijn lichaam juistp was geëindigd. D „Toen ik deze foto nam moestent^ die mannen zo nog driehonderd^ kilometer afleggen alvorens ze*a in de heilige stad aankomen",IL zegt Van Lohuizen. „Maar ditLQ ritueel is aan het uitsterven. Ti-K betaanse jongeren gaan nog welje op bedevaart, maar dan gewoon met een auto." JL Marc Floors or Nederlands Foto Instituut in Rotter- jer dam, tot en met 6 juni de expositie^j 'www.tibet.chin.com' van Kadir±GC van Lohuizen. je lo< lij' na David Salle: Exit Laughing, 1993. David Salle, Digby Plays, 1997. Broad Cove Marsh 2,1996, van Richard Serra Zwaar, loodzwaar. En zwart. Het werk van Richard Serra op papier is al net zo verplette rend als uitgevoerd in staal. Parallel aan een grote Serra- tentoonstelling in het nieuwe Guggenheim Museum van Bil bao toont Museum Kurhaus in Kleef de komende maanden een retrospectief van de Ameri kaanse kunstenaar, met prenten uit de periode 1972-1999. In het Duitse grensstadje komt de tentoonstelling niet hele maal uit de lucht vallen. Vrien den van het museum beijveren zich voor de verwerving van een beeld van Serra (geb. 1939 San Francisco), dat een plek moet krijgen in het barokke park in de nabijheid van het kuurhotel. Een veelbelovend ontwerp heeft de met een Duitse ge trouwde en om die reden regel matig in de 'Heimat' verkerende kunstenaar al afgeleverd. Het betreft een uit drie stalen ku bussen bestaand geheel, dat de streng geometrische tuinarchi tectuur uit de zeventiende eeuw niet alleen respecteert maar - zo moet nog blijken - op een eigen tijdse manier ook bestempelt. Met de tentoonstelling lijkt de lobby door museum en vrien denkring zwaar te zijn ingezet. Veertig werken hangen er tot de zomer in het Kurhaus. Hoewel beslist geen sprake is van voor studies of schetsen, maar van een volstrekt onafhankelijk ge hanteerd medium, toont de ten toonstelling dat Serra ook op papier een beeldhouwer is. Net zoals in zijn overige werk on derzoekt hij in het grafisch oeu vre de kwestie van volume, mas sa en gewicht, van spanning en balans. Hoe zwaar het werk van Serra op de maag kan liggen, blijkt uit een affaire die een twintigtal ja ren geleden in New York speel de. Voor het Federal Plaza in Manhattan maakte de kunste naar een gebogen muur van Corténstaal die, zoals veel van zijn werk, de zwaartekracht lijkt uit te dagen. Grimmig en dreigend deelde het beeld het plein in tweeën. Publiek en re geringsfunctionarissen pikten het werk niet. Het werd be schouwd als 'een bedreiging van de persoonlijke en nationale veiligheid' en om die reden ver- £>e wijderd. Met als gevolg dat het U in feite ophield te bestaan, want} Serra maakt zijn beelden zon- V der uitzondering voor een be- paalde plek en situatie. H Vanaf de vroege jaren zeventig; heeft Serra het medium grafiekLjj intensief verkend. Het resultaat! is een niet zeer omvangrijk'* maar evenmin te verwaarlozen K oeuvre, van op dit moment ruim|na 130 bladen. De volharding!aa waarmee eraan is gewerkt be- j.u wijst dat we zijn litho's, etsen,j aquatinten, monotypes en zeef-Jp(. drukken niet moeten zien alsjex een marginaal verschijnsel bin-Le nen het oeuvre, maar als uit- pj€ drukkingsvormen die gelijk- aj} waardig zijn aan het sculpturale werk. de De mogelijkheid van relatiefye eenvoudige vermenigvuldiging gte zijn het belangrijkste kenmerk van grafiek. Maar kijken wegja naar Serra's prenten, dan wordt ye. duidelijk dat het hem niet te_L doen is om seriële productie. Vooral de zeefdrukken van na de jaren zeventig zijn unica ge- a j worden en hebben een bijnaCg. sculpturale gedaante aangeno-Le men. Op gebruikelijke wijze isjje j een zwarte verflaag met een ra kel door de zeef op het papierLe gebracht. Voor de volgende:on drukgang is met grote krachtig, een olieblock in lange banen! over de zeef getrokken. In meer-^ dere lagen wordt de ondergrond^ bewerkt, tot een diepzwart vlakL-. ontstaat. Het geweld waarmeelH dat gebeurde, is eraan af te Ie-; zen. De vlakken hebben reliëf'^ als ruw geploegde akkers, metn- korsten en geulen. Hier en daar' doemen puisten op, waar de zeef W het heeft begeven onder het ge-I weid van de drukker Over zijn tekeningen zei Serra jaren terug dat ze 'plekken op deL0 muur zijn die de ruimte her-be-r palen'. De uitspraak gaat netLj zozeer op voor het grafiek.K Reusachtige monochrome vlak-. e| ken waarbij het niet om de vorm? te doen is, maar die balanceren,r,a] omhoog torenen, elkaar tartenina en met hun onverbiddelijkheid^ onze notie van het begrip ruimte! op radicale wijze veranderen. jer Yvonne Jansenj,ri Museum Kurhaus Kleve: Richard Serra, werken op papier, t/m 20 juni. Rt, Open: di t/m zo en feestdagen 10-18^, uur. L: pel ka Vo David Salle: E. A. J. A.. 1990. vrijdag 30 april 1999 Conservator Dorine Mignot verklaart zijn plaats in het spectrum van de actuele kunst aldus: „Wanneer we het postmodernisme opvatten als stroming waarin tekst-, bouw- of beeldelementen uit verschillende stijlen worden geciteerd, bewerkt en gecombineerd in nieuw werk, dan is David Salle bij uitstek een postmodernist. Met feilloze composities die tegelijk afstandelijk en hoogstpersoonlijk ogen. schrijft hi] zo verder 'aan het grote verhaal van de eeuwenoude schilderkunst." Tijdens de hoogtijdagen van conceptkunst en minimalisme in de jaren zestig en zeventig rustte er op de schilderkunst een taboe. Jongere generaties zetten zich toch weer aan het schilderen omdat het in reactie op dat strenge keurslijf de hoogste tijd was geworden voor een nieuwe uitlaatklepMet zij n generatiegenoten Julian Schnabel en Eric Fischl werd Salie (1952) een van de kunstenaars die de oude schilderkunstige traditie een nieuwe impuls wasten te geven met een beeldtaal die uitmunt door verfrissende originaliteit. Volgens Stedelijk Museum directeur Rudi Fuchs wordt zijn werk onterecht vaak als modieus en oppervlakkig beoordeeld. „Ik heb in David Salle altijd een ernstig en intelligent schilder gezien", reageert hij op deze vooroordelen. Salie gebruikt voor zijn schilderijen weliswaar naar hartelust door anderen gemaakte sentimentele en soft- Tibet 1998: Pelgrims kruipen honderden kilometers om de heilige stad Lhasa te bereiken, foto Kadir van Lohuizen e Amerikaanse kunstenaar David Salle gebruikt details van oude schilderijen ook allerlei hedendaagse afbeeldingen toe. Op een meesters als Velazquez, Poussin, Bernini, Cézanne, overzichtsexpositie in het Stedelijk Museum blijkt Salie een intrigerend Giacometti, Géricault, Courbet of Picabia. componist van zoekplaatjes en vooral een schilder die de techniek van zijn Zonder zich te laten imponeren door zijn inspiratiebronnen voegt hij aanzijn ambacht tot in de puntjes beheerst. erotische foto's, advertentiefragmenten en filmscènes en citeert uitvoerig 'oude' schilders, maar een rondgang over de expositie stelt zijn critici moeiteloos in het ongelijk. Zijn vernuftige composities wekken nergens de indruk van modieuze commentaren, maar ogen als zeer geslaagde poging tot ordening van de emoties die de moderne mens dagelijks te verwerken krijgt. De expositie begint in 1984 en eindigt met recent werk, zodat goed te volgen is hoe consequent Salie deze rode draad heeft vastgehouden. De postmodernist Sqlle presenteert zijn kijkers op elk schilderij een enorme hoeveelheid vaak heel verschillende beelden, maar dankzij zijn grote talent zet hij vanzelf alle visuele en emotionele voelhorens aan het werk. Wie in zijn composities toch de weg kwijt raakt, heeft gewoon niet goed genoeg gekeken. Frangoise Ledeboer De expositie van David Salle (Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, Amsterdam duurt tot en met 13 juni. De openingstijden zijn dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur. een bezoek aan China had ge merkt dat Tibet voor toeristen Vrij toegankelijk was. „Dat land had iets heel mystificerends", zegt de fotograaf, „al was het maar doordat je Kuifje in Tibet had gelezen. En het clichébeeld over Tibet sprak me aan: in drukwekkende landschappen, prachtige kloosters en mooie mensen. Dat was ook echt wat ik daar tegenkwam." Was Van Lohuizen er toen slechts met een hobby-camera- tje, in 1995 keerde hij terug met een professioneel fototoestel. Zijn journalistieke interesse voor het land was gewekt door de omslag die Tibet had doorge maakt. „Want er was na tien jaar een groot en schokkend verschil te zien. In 1985 waren de Chinezen enkel aanwezig in enkele kleine huisjes in de Tibe taanse steden. Een decennium later waren dat grote overheer sende wijken geworden: de Chi nezen waren opeens in de meer derheid." Kadir van Lohuizen was de winnaar van de Zilveren Camera 1997 met een serie foto's over vluchtelingen- transport in Rwanda, onder de titel De trein naar Kiangani. foto Phil Nijhuis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 22