Elke streek zijn eetcultuur Meer werk van fietsen op platteland PZC buitengebied' Vroege lenteboden zorgen voor een ongekende drukte 32 woensdag 31 maart 1999 door Rinus Antonisse Het is een goede zaak dat de belangstelling voor het nationale erfgoed in vele vormen de laatste jaren toeneemt. Er is in het verleden door desinteresse al genoeg waardevols verloren gegaan. In het rijtje van ergoeden dient zich ook het gastronomisch erfgoed aan. Daarbij gaat het om traditionele streekgerechten. In 1994 begon de Stichting Landbouw en Eetcultuur Nederland (Lacune) met een inventarisatie van de nog bekende traditionele streekproducten in Nederland, ten behoeve van een Europees project. In de twaalf landen van de toenmalige EG werden 4.000 producten opgespoord en vastgelegd in een databank. Voor Nederland werden er slechts 69 etenswaren geselecteerd, omdat Lacune de definitie van traditioneel streekgerecht streng heeft toegepast.Het resultaat van de inventarisatie is neergelegd in het boek Traditionele Streekproducten; gastronomisch erfgoed van Nederland. In het boek staan de 69 geselecteerde producten beschreven, variërend van Amsterdamse osseworst tot Walcherse schapenkaas, van Arnhemse meisjes tot Stellendamse garnalen en van Beerenburg tot Utrechtse Sint- Jansui. De beschrijvingen bestaan steeds uit twee delen: een stuk over de geschiedenis van het product en een stuk over het vakmanschap. Daarnaast wordt informatie gegeven over de bijzondere kenmerken, het eetgebruik, de productie-omvang en dialectbenamingen. Er staan zes typisch Zeeuwse producten in het boek. Samensteller Hielke van der Meulen stelt dat Nederland meer te bieden heeft dan Goudse fabriekskaas en smakeloos kippenvlees. „Waar ter wereld tref je zoveel kaasboerderijen bij elkaar als in het Zuid-Hollands veenweidegebied en zoveel ambachtelijke worstmakers als in Gelderland?" Wie een beetje zoekt ontdekt een scala aan bijzondere etenswaren die uniek zijn voor de streek of plaats waar ze worden gemaakt. Veel van de producten die in het boek zijn verzameld kunnen volgens Van der Meulen de vergelijking met de Franse appellation contrölée's doorstaan. Hij noemt het opvallend dat er zo weinig over is geschreven en dat er zo weinig mee wordt gedaan. Het lijkt alsof de regionale kwaliteitsproducten niet bestaan of niet zoveel voorstellen, en mede daardoor dreigen ze te verwateren of zelfs helemaal te verdwijnen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de Noord-Hollandse meshanger. Andere producten zijn niet meer wat ze zijn geweest. Het verdwijnen van kwaliteitsproducten heeft, behalve met gebrek aan serieuze aandacht, soms ook te maken met de hygiëneregels van de Keuringsdienst van Waren. Dat is bijvoorbeeld het geval met de groene Texelse schapenkaas, die ooit net zo beroemd was als de Italiaanse Parmïgiano-reggiano. Er is wel een kentering aan de gang, constateert Van der Meulen verheugd. De laatste tien jaar worden op veel plaatsen in Nedeiiand - en Zeeland blijft daarbij niet achter - initiatieven ontplooid door boeren, slagers, bakkers en anderen om de eigen streekproducten nieuw leven in te blazen. Zo is men in Midden- Limburg bezig het ouderwetse roggebrood met zuurdesem in ere te herstellen en in Overijssel mag door Harmen van der Werf Op een zonnige dag zoals afgelopen zondag komen ze en masse in de beweging, de fietsers. En vaak zoeken ze dezelfde plekjes op, het water, bosrijke gebieden, kortom rust en stilte. Het Zeeuwse platteland heeft dat veel te bieden. Als beheerder van plattelandswegen wil het waterschap Zeeuwse Eilanden het de fietser nog meer naar de zin maken, zonder de automobilist te pesten. Onlangs heeft het waterschapsbestuur een fietsnota uitgebracht, waarin de beleidshoofdlijnen zijn vastgelegd. Het is een praktisch stuk geworden, minder hooggegrepen dan zulke nota's pakweg vijf, tien jaar geleden waren. Dat was ook precies de bedoeling van Bert van de Hoef, dagelijks bestuurder van het waterschap. „Jaren geleden heb ik meegepraat over zo'n soort notitie, toen ik nog geen waterschapsbestuurder was. Dat ging over groenvoorzieningen langs polderwegen. Het was een mooi verhaal, maar er was geen geld." Van de Hoef heeft daar een les uitgetrokken, met het hele waterschapsbestuur. Nota's zijn mooi, maar ze moeten wel financieel uitvoerbaar zijn. En dat is de fietsnota, verzekert de gezworene. Met het fietsbeleid staat het waterschap Zeeuwse Eilanden verschillende doelen voor ogen, die in eikaars verlengde liggen. Het moet leiden tot meer verkeersveiligheid en minder verkeersslachtoffers. Het fietsen op het platteland moet voor zowel bewoners als toeristen aantrekkelijker worden. En als dat lukt, kunnen plattelandsbedrijven ervan profiteren. Iedereen gelukkig, dus. Of dat echt zo zal zijn, moet de praktijk uitwijzen. „Verkeer is net als voetbal", onderkent Van de Hoef het vraagstuk waarvoor hij staat, „iedereen maakt gebruik van wegen en denkt verstand van verkeer te hebben. Niet ten onrechte. Bewoners weten vaak heel veel van hun directe omgeving, kennis die niet altijd bij ons aanwezig is." Over de aanpak van verkeersknelpunten valt weinig te twisten, zo mag je verwachten. Niemand op Tholen zal waarschijnlijk betwijfelen dat er iets moet gebeuren aan de aansluiting van de Bitterhoekseweg en de Bram Groenewegeweg in Poortvliet. Hetzelfde zal gelden voor de aanleg van een fietspad langs de P Noordlangeweg bij Colijnsplaat, langs deMonsterwegbij Borssele en langs de Weelweg/Kakkersweelweg in de schoolroute Scharendijke- Zierikzee. Ingenieursbureau Haskoning heeft, voor de fietsnota, op basis van verkeerstellingen en - ongevallen die knelpunten op een rijtje gezet. Om die op te lossen trekt het waterschapsbestuur één a anderhalf miljoen gulden per jaar uit, van de vier miljoen gulden die jaarlijks beschikbaar is voor grote reconstructies. Hoe een knelpunt opgelost kan worden, kan nog wel discussie opleveren. Als levend voorbeeld daarvoor kan de Hogelandseweg in hartje Walcheren dienen. De lobby voor een fietspad langs die weg is sterk. Van de Hoef wil zich nog nergens op vastleggen. „Maar", constateert hij, „de Hogelandseweg is natuurlijk geen doorgaande weg. En volgens de fietsnota ligt die ook in een verblijfsgebied, een gebied waar wij een maximum snelheid van 60 kilometer per uur willen invoeren. De keuze moet nog worden gemaakt, maar persoonlijk geef ik meer de voorkeur aan een gedeeltelijke afsluiting voor autoverkeer, bijvoorbeeld in de ochtenduren. Dan hou je het gebied overdag bereikbaar en zorg je dat kinderen er veilig kunnen rijden, als ze 's ochtends naar school fietsen." De Hogelandseweg is te vergelijken met de problematiek rond de Noordhoekweg; Heinkenszand-Goes. De hele Zak van Zuid-Beveland wordt, als het aan het dagelijks bestuur van het waterschap ligt, een 60 kilometer- gebied. Dat vraagt aanpassingen voor het autoverkeer. Op een gekende sluiproute als de Noordhoekweg gaat dat niet zo gemakkelijk, is in het verleden wel gebleken, toen daar een verkeerssluis werd gemaakt. Die was binnen de korste keren kapot gemaakt. Sober „Wij zullen die verblijfsgebieden, met een maximum snelheid van 60 kilometer per uur, niet meer zo inrichten als de Noordhoekweg", weet Van de Hoef al. „Wij kiezen voor een sobere aanpak, een aanpak waarvoor ook een draagvlak bij de bevolking te vinden is." Dus bijvoorbeeld geen drempels, maar plateaus bij kruisingen. „Zodat je voelt dat je beter moet uitkijken, zodat je ook langzamer gaat rijden, maar niet natuurjournaal f de kruusmoes zich in een toenemende belangstelling verheugen. In Zeeland verricht de Stichting Zeeuwse Vlegel met een groeiend aantal producten baanbrekend werk. Etenswaren die een paar decennia geleden nog als armeluis voedsel golden, zijn tegenwoordig delicatessen, zoals de lamsoor en zeekraal van de schorren. In het boek worden in de eerste plaats voedselproducten beschreven, die tenminste een paar generaties oud zijn. In enkele gevallen is hierop een uitzondering gemaakt, namelijk voor het Zeeuwse Vlegelbrood en de Texelse lamsham. Hoewel ze vijftien jaar geleden nog niet bestonden, bouwen ze voort op eeuwenlange tradities. In de tweede plaats gaat het om producten die exclusief zijn voor een bepaalde streek of stad. Die streekgebondenheid is niet altijd zo eenduidig. Eierkoeken zijn tegenwoordig typisch voor West- Brabant en Zeeland, maar vroeger waren ze vrij algemeen. Het omgekeerde komt ook voor: etenswaren die vroeger streek- of plaatsgebonden waren (L imburgse vlaai, Goudse stroopwafels), zijn nu algemeen verbreid. Het derde selectiecriterium is dat er rond het product een cultuur bestaat; een cultuur die door meerdere makers wordt gedragen. Onder de zes Zeeuwse streekproducten bevindt zich opvallend genoeg géén visproduct, hoewel de Bergse Anjovis dicht in de buurt komt en in de Oosterschelde wordt gevangen. Wel wordt aandacht besteed aan: de Walcherse schapenkaas (van het echte Zeeuwse melkschaap), de Zeeuwse leverworst (ongekookte worst van varkenslever, spek en slachtresten), Zeeuwse Vlegelbrood (van windgemalen volkorentarwe), paptaart uit Zeeuws-Vlaanderen (gebakje met vulling van rijstepap), schrööselkoek uit Schouwen (k oek van roggemeel met honing en kruiden), de Zeeuwse bolus en de Zeeuwse boterbabbelaar, het palingbroodje en lamsoor. Traditionele streekproducten, gastronomisch erfgoed van Nederland. Door Hielke van der Meulen. Uitgave Elsevier Bedrijfsinformatie, Doetinchem. Isbn 90 5439 070 0. Prijs f 49,50. De egel vindt als insecteneter zijn kostje gekocht dankzij het zachte weer. Kwakende groene kikker. Nu ze net uit hun winterslaap ontwaakt zijn, gedragen kikkers zich heel schuw. foto's Chiel Jacobusse dat je met je hoofd tegen het dak van je auto aan bonkt." Voor de inrichting van verblijfsgebieden, verspreid over grote stukken platteland van Zeeuwse Eilanden, is tot in 2002 zes miljoen gulden beschikbaar. Daarvan is vier miljoen gulden rijkssubsidie en twee miljoen gulden stopt het waterschap er zelf in. Terloops wordt gekeken of en hoe fietsenstallingen bij strandovergangen uitgebreid kunnen worden. Worden her en der picknickplaatsen ingericht. En krijgt het waterschap - niet altijd tot genoegen van vogelbeschermers overigens - onderhoudswegen op vernieuwde Westerschelde-dijken eenvoudigweg in de schoot geworpen; die voldoen uitstekend als recreatief fietspad. Al met al moet het Zeeuwse platteland er over vier jaar nog fietsvriendelijker bij liggen dan het nu al is. Zonder de bereikbaarheid voor de automobilist wezenlijk aan te tasten. Vroeger zat dat wel in verkeersplannen, maar die zijn dan ook nooit uitgevoerd. door Chiel Jacobusse De eerste zwaluwen waren er al ruim een week geleden, en zoals vrijwel altijd was het de boerenzwaluw die zich het eerst weer vertoonde. De zwaluwen en andere insecteneters die terugkeren uit Afrika konden het nauwelijks beter treffen. Door het mooie weer en de hoge temperatuur van de afgelopen dagen wemelt het van de insecten. Vooral allerlei muggen (geen steekmuggen overigens) vliegen weer met horden rond, maar ook honingbijen, sluipwespen, sommige vliegensoorten en verschillende dagvlinders. Op de vroegbloeiende nectarleveranciers in de tuin, zoals skimmia's en mahonia's is het een ongekende drukte. Opvallend zijn de flink uit de kluiten gewassen hommels. Vooral op bloeiende wilgenkatjes zijn de vroege soorten als de steenhommel, de aardhommel en de weidehommel volop te vinden. Wat je nu ziet zijn allemaal koninginnen die op zoek zijn naar een geschikt plekje voor het vestigen van een kolonie. Met de komst van de insecten komen ook hun natuurlijke vijanden die de winter in Nederland doorbrachten weer uit hun winterse schuilplaatsen tevoorschijn. Allerlei spinnen verlaten hun schuilhoeken om weer op jacht te gaan en ook onze grootste insecteneter de egel, is koortsachig in de weer. Wie 's-avonds door de polder rijdt komt steevast trekkende egels tegen. Te vrezen valt dat er de komende weken weer heel wat egels slachtoffer worden van het verkeer, net nu de ergste golf van verkeersslachtoffers onder de padden voorbij is. mengeling van een ouderwetse snoepwinkel en hele goeie wijn. Niet ver van de maartse viooltjes prijken de felgele sterren van het speenkruid tussen het gras. Him uitbundig vroege groeien en bloeien is mogelijk dankzij de 'speentjes' met reservevoedsel dat in het voorgaande jaar ondergronds is opgeslagen. Opmars Speenkruid staat bekend als een plant met een uitgesproken zoutmijdend karakter. Bij de watersnoodramp en door andere inundaties heeft het speenkruid in het verleden veel terrein moeten prijsgeven in het Zeeuwse. De laatste jaren lijkt deze bosplant echter weer bezig aan een opmars naar gebieden waar hij eerder verdween en ook in dorpsplantsoenen en jonge ruilverkavelingsbossen heeft het speenkruid stevig voet aan de grond. De plant is nu op de top van zijn bloei en zeker met het huidige weertype zal het niet lang duren voordat de bloemen op him retour zijn. Intussen is de grond, na de overvloedige neerslag van de afge lopen maanden heel hard aan het opdrogen. Er ontstaat op veel plaatsen een keiharde laag opgedroogde klei. Als het even zo doorgaat moeten we de zwaluwen aan nestmateriaal helpen door in de tuin met behulp van een paar emmers water een slikplasje aan te leggen. Dat is meer dan iemand een paar weken geleden had durven dromen. Speenkruid Het mooie weer levert heel wat extreem vroege waarnemingen op. Zo was er een paar weken geleden al een groene kikker die luidkeels kwakend acte de presence gaf; een maand eerder dan normaal. Het is opvallend hoe schuw zo'n net ontwaakte kikker is. Misschien is het een reactie op de temperatuur, die weliswaar aangenaam is voor de tijd van het jaar, maar natuurlijk stukken lager ligt dan in de zomer. Bij warm zomerweer kun je een kwakende kikker tot op enkele decimeters benaderen, maar nu verdwijnt zo'n beest zodra het je ontwaart. Een kwestie van veiligheid, want een trage net ontwaakte kikker kan zich niet op het laatste moment met een snelle reuzensprong in veiligheid brengen, zoals dat in de zomer gebeurt. Een stuk vroeger dan normaal is ook de paardenblóemenbloei begonnen. De bermen woi'den per dag kleurrijker, zeker waar ook de eerste exemplaren van het fluitekruid in bloei staan. Op beschaduwde plekken bloeien de maartse viooltjes. Zo'n plek met viooltjes verspreid de lekkerste lentegeur die er bestaat: een foto Willem Mieras Lamsoor was vroeger voedsel voor de armen, nu geldt het als een Zeeuwse delicatesse. VERBODEN EEN'NIET-A/ foto Lex de Meester Dagelijks bestuurder Bert van de Hoef van waterschap Zeeuwse Eilanden :niet alleen een plan, er is ook geld voor.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 32