V V Lucie van Dam van Isselt is altijd goed gezelschap Glasgow Phoenix Choir in Grote Kerk Veere Vleugels voor Mevrouw Meijer Klein beetje Laurel en Hardy met Kommil Foo 12 Ernst Daniel Smid zingt met Apollo in Wissenkerke 13 Paleis Het Loo toont koninklijk zilver uit Denemarken 15 woensdag 31 maart 1999 Velvet Goldmine is een filmische herinnering aan de glamrock 17 Bijbels Museum serveert een antieke maaltijd 17 Het Schotse Glasgow Phoe nix Choir geeft aanstaande vrijdag (2 april) een concert in de Grote Kerk van Veere. Het internationaal bekende gezelschap van zeventig zan gers en zangeressen onder lei- Het zeventig leden tellende gemengde Glasgow Phoenix Choir. ding van Marilyn Smith is in deze paasweek bezig aan een Europese tournee en trad ook drie jaar geleden in deze pro vincie op, toen eveneens in Veere, en Brouwershaven. Het koor, in 1951 opgericht, heeft een breed en divers re pertoire opgebouwd. Het va rieert van ï-eligieuze klassieke muziek - in Veere klinken het Ave Verum van Mozart en geestelijke werken van Tsjai- kofski en Fauré - tot bekende nummers uit musicals en Schotse volksliederen. Het Glasgow Phoenix Choir treedt vrijdag op in Grote Kerk te Veere, aanvang 20.15 uur. De hooge hoed (Domburg). In 1911 bezoekt de schilderes Lucie van Dam van Isselt (1871-1949) Italië. Ze bewondert er de Flora van Titiaan en dat prachtige schilderij overtuigt haar ervan dat ze zelf niet te hoog moet grijpen. „Hoe ik ertoe gekomen ben, kleine stillevens en bloemen te schilderen, kwam doordat ik jaren geleden Titiaans Flora zag, die blanke, rossige vrouw met dat boeketje primula's in dé hand. Toen wist ik, dat ik geestelijk en ambachtelijk niet verder kon reiken dan dit merveilleus geschilderde tuiltje bloemen." Vanaf zaterdag tonen het Zeeuws Museum in Middelburg en het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg honderd schilderijen en tekeningen die in hun beperking het mees terschap van Lucie van Dam van Isselt onderstrepen. door Ernst Jan Rozendaal Beperking is hier dus geen ne gatieve kwalificatie. Van Dam van Isselt kiest bewust voor de diepte en concentreert zich op een gering aantal onderwer pen. Zoals een criticus in 1919 schrijft: „Zij begreep, dat het beter voor haar was, met alle wilskracht op een nederig plan iets goeds te willen bereiken, dan naar vele kanten grijpend, iets middelmatigs te willen verwerven." Het gaat wat te ver om te stellen, zoals de schilderes zelf met enig gevoel voor overdrij ving doet, dat ze uitsluitend bloemstillevens heeft geschilderd. In een inter view met De Telegraaf, ter ge legenheid van haar zeventig ste verjaardag, staat het zo: „Sinds mijn vierde jaar, zegt de dame met het witte haar en het snoer oude bloedkoralen, schilder ik Meizoentjes. Ten minste, het verhaal gaat, datik er toen een uit het gras ge haald, in de pot gezet en ge- conterfeit heb..." Behalve stillevens, niet alleen van bloemen, schildert en te kent Van Dam van Isselt inte rieurs, portretten en stadsge zichten. Ook in de uitvoering legt ze zich beperkingen op. Wie de heldere en informatie ve tekst van Wim Blok leest in de bij de tentoonstellingen uit gegeven publicatie, zal het opvallen hoe vaak de critici spreken over haar 'witten en grijzen', 'een harmonie van witten alleen', waarin 'dui zend nuancen van wit zijn ver werkt, rood, geel, groen, blauw, noem maar op, met als resultaat de ideale synthese van het wit'. De in Bergen op Zoom geboren Lucie van Dam van Isselt heeft een groot deel van haar leven - van 1907 tot 1933 - in Veere ge woond. Villa 'De Beekhof' in Renkum, waar ze tot 1907 met haar eerste echtgenoot Evert Ekker woont, heeft zich eerder al ontwikkeld tot een ontmoe tingsplaats voor kunstenaars van allerlei slag. Jan Toorop komt er vaak, evenals de in die tijd gezaghebbende criticus Albert Plasschaert. Beiden ber zoeken 's zomers Walcheren en ongetwijfeld hebben zij het echtpaar Ekker uitgenodigd hetzelfde te doen. Bovendien is Mies Elout-Drabbe, een spil in het Domburgse kunstleven aan het begin van deze eeuw, een nicht van Lucie van Dam van Isselt. Als haar huwelijk met Ekker op de klippen looptj vestigt dé schilderes zich blijvend in Zeeland. Ze trouwt met Plas schaert, maar ook dat huwe lijk zal niet standhouden. Haar huis in Veere wordt een pleisterplaats voor kunste naars en wanneer ze later naar Den Haag verhuist^ gebeurt daar hetzelfde. Haar zoon Martin Ekker merkt daarover op: ..Ze had een wichelroede om allerlei mensen om zich heen te verzamelen die out of the normal waren, maar dan in zeer positieve zin, zo waarde vol en interessant." Keerzijde Maar behalve een mondaine, uitbundige kant heeft haar kunstenaarsleven ook een stil le keerzijde: „Ik ben veel al leen. Maar ik vind dat niet erg, want ik vind dat ik dan in goed gezelschap ben." VanDam van Isselt beschrijft zichzelf als twee personen: „De dame, wo nende in de lichte, sfeervolle woonkamer vóór en de andere joffer, werkende achter het venster, tusschen haar doeken en tuben en penseelen. De eer ste dame, gesteld op orde, re gelmaat en netheid, de joffer op niets gesteld dan enkel op het werken, het scheppen, geen acht slaande op de rom mel, uiterlijk slordiger en uiterlijk nonchalanter op de dingen in haar omgeving, naarmate zij heviger en direc- Al zo'n vijftien jaar maakt Cécilia Meinders samen met Reint Laan als het duo Rijn en Trijn familietheater, zowel binnen als buiten, onder de paraplu van de Stichting tot Behoud van Roodkapje de Boze Wolf in Zierikzee. Maar deze stichting biedt ook ruimte voor soloprojecten. Zo speelde Cécilia al eens voor volwassenen Achttien Zangen van een Nomadenfluit en richt zij zich nu tot een publiek van 4 tot 8 jaar met de produktie Mevrouw Meijer leert vliegen, die vanmiddag (woensdag) de Zeeuwse première beleeft. door Frans Doeleman Mevrouw Meijer leert vliegen is gebaseerd op het prenten boek Mevrouw Meijer, de me rel van Wolf Erlbruch. Hoewel deze Duitse schrijver en teke naar, die vorig jaar voor de Ne derlandse versie van dit werk zowel een Zilveren Griffel als Penseel ontving, een zomer woning bezit in Zoutelande, heeft Cécilia Meinders hem nog nooit gesproken. Het idee om de voorstelling te maken, bestond dan ook al voordat het boek in het Nederlands ver krijgbaar was. Toen Cécilia aan de Vlaamse regisseuseHil- de Cromheecke. die onder meer werkte bi j het Antwerpse jeugdtheatergezelschap Blauw Vier, de wens voorlegde een stuk voor kleuters te doen, suggereerde zij een bewerking van het boek van Erlbruch, daarbij uitgaande van de Franse editie. Daarin is er sprake van Madame K, zodat de voorstelling van Cécilia tot en met de eerste try-outs nog de titel Mevrouw K leert vlie gen droeg. Maar omdat de kin deren zich tijdens de voorstel ling hardop gingen afvragen waar mevrouw Meijer bleef, is de naam aangepast. Mevrouw en meneer Meijer vormen de hoofdpersonen in het verhaal. „De vrouw is ie mand die zich steeds zorgen maakt en de man is altijd vrolijk met een rode neus en schildert prachtige Japanse prenten", vertelt Cécilia, die mevrouw Meijer neerzet als een degelijk, ouderwetse huis vrouw met een schort. Op een dag vindt zij een uit het nest gevallen jonge merel en neemt de zorg voor het diert j e op zich „Met haar dikke, vormeloze lijf zit zij op een gegeven mo ment ook op een boomtak en leert die vogel vliegen. Door de zorg voor dat kwetsbare vo geltje vergeet zij als het ware haar eigen zorgen. In metafo rische zin vertaal ik het zo dat de zorg voor het kwetsbare je vleugels geeft. Ik denk ook aan de regel van Lucebert die in Rotterdam op het Witte Huis staat: Alles van waarde is weerloos. Voor Hilde heeft het verhaal tevens een feministi sche betekenis, want mevrouw Meijer zegt op een gegeven moment tegen haar man, nou, ik kook vandaag niet, hoor, ik ga er opuit om te vliegen." Het spel kent drie lagen. Zo manipuleert Cécilia met pop pen, is ze een vertelster en speelt ze mevrouw en meneer Meijer. „Als mevrouw Meijer loop ik helemaal vast in de zor gen, maar aan de andere kant ben ik ook meneer Meijer die het vermogen bezit om met een grapje alles licht te maken en met een stukje muziek of een liedje de zaak op te vrolijken." Cécilia begeleidt zichzelf daarbij op accordeon. Aardappelen De poppen ontstaan tijdens de voorstelling. „Daar die vrouw eruit ziet als een soort huis houdster zocht ik naar een ac tie die vertrouwd is voorkin deren. bij het huishouden hoort en mij de mogelijkheid biedt te spelen met poppen. Zo kwam ik op het schillen van aardappelen. Terwijl ik aan het vertellen ben, snij ik de poppen. Mevrouw Meijer heeft een groot hoofd en meneer Meijer een dikke buik. Verder gebruik ik allerlei attributen uit de keuken, zoals elastiekj es en luciferhoutjes en onder mijn vergiet ligt een krant, waarvan ik de vogel maak, met een rode knijper als snavel." Om zich de belevingswereld van kleuters eigen te maken, heeft Cécilia zich enige tijd op een school onder de kinderen gemengd om samen te teke nen, te spelen en taartjes te maken in de zandbak. „Al moest ik wel vaak roepen: ik ben geen juffrouw, ik ben Céci lia. Maar ik heb daardoor wel meer inzicht gekregen in hoe ze als groep reagerenD e inter actie tussen mij en het publiek is een belangrijk onderdeel van de voorstelling. Ik heb moeten leren dat goed te dose ren. Als ze opeens enthousiast worden, krijg je van die ener- giegolven vanuit de zaal. Ik moet zorgen dat ik die voor blijf, alsof ik er op surf." Wanneer meneer Meijer, een bourgondisch type dat van eten houdt, vertelt wat hij alle maal lekker vindt, zi j n er altij d wel kinderen die hun favoriete gerechten de revue laten passeren. En toen mevrouw Meijer het zoeken naar regen wormen voor de merel symbo liseerde door op de grond te stampen, gingen de toeschou- wertjes daar zo in mee, dat het zoemen van de dikke vlieg die daarna op het menu stond, overstemd werd. Cécilia be sloot daarom in het vervolg maar eerst de vlieg te vangen. „Wat ik heel prettig vind, is de oprechtheid waarmee ze rea geren. Die mevrouw wordt zo vertrouwenwekkend, dat erna afloop gewoon kinderen naar mij toekomen om mij een kus te geven." Cécilia Meinders speelt vanmiddag (woensdag) de Zeeuwse première van Me vrouw Meijer leert vliegen in de aula van de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg (14.30 uur). Scène uit de voorstelling Mevrouw Meijer leert vliegen met Cé cilia Meinders. foto Pieter Honhoff ter door de kracht van dat scheppen werd aangegrepen." Volgens vooi'drachtskunste- naar Koos Speenhoff is Van Dam van Isselt tot in het diepst van haar wezen een kunstena res. „Ze móet schilderen, net als ademhalen en voeden. Ze leeft niet, maar ze schildert." Na haar dood is het werk van Lucie van Dam van Isselt enigszins in de vergetelheid geraakt. Wellicht brengen de exposities met haar vroege en Veerse werk in Domburg en met haar latere, Haagse werk in Middelburg daar verande ring in. Expositie: Lucie van Dam van Isselt, Meizoentjes, van 3 april t/m 15 augustus in het Zeeuws Museum in Middelburg (maandag-zaterdag van 11-17 uur en zondag van 12-17 uur) en het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg (dinsdag-zondag van 13-17 uur). Publicatie doordrs. W. Blok, uitgegeven door Van Spijk Art Projects in Venlo, 34,90. Meizoentjes (Domburg).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 11