Zeeuwen, geen zeeën Poep spreekt boekdelen Le Carré puzzelt verder 1V7P kunst rLK* cultuur Woorden hebben historie I Hurl A S Pi NMAN Merkwaardige herinneringen van Thomas Penman 13 s een luipaard lui? Is het vagevuur vaag? Vragen naar de oorspronkelijke vorm en oetekenis van woorden. N'aar de etymologie. De geschiedenis van onze woorden - het is een aderwerp waarmee een talkundige altijd aan kan tomen. Noem een paar jijzondere woorden, leg de j wrsprong en de ontwikkeling I jjten het succes is verzekerd. N'eem nu node in de uitdruking node iets doen', met tegenzin jus. Dat node is hetzelfde word als nood. Wie in nood zit, ut in een dwangsituatie. Het Kerkwoord noden betekent dan ook oorspronkelijk 'dwingen, opdringen'. Later verzwakte de jetekenis tot ontbieden, janvankelijk dus een minder mendelijke, zeg maar gerust, jedwongen uitnodigen. Het voord nood in de betekenis van dwang' zien we nog via 'gebrek' ahongersnoodnooddruft. Sode (uit dwang, dus ongaarne) tornt voor het eerst voor in een loordenlijst van omstreeks 200 en is niets anders dan een uamvalsvorm van nood. Het rerkwoord noden werd \odigen, zoals einden eindigen rerd. foor het oudste Middeleeuwse N'ederlands kunnen we niet veel verder teruggaan dan zo'n 1200. Slechts schaarse bronnen geven ons een glimp van dat oudere N'ederlands. Soms zijn oude Nederlandse woorden rcrtalingen uit het Latijn. Zo tam aan het eind van de 12e eeuw als vertaling van wgatorius ignis, het louterende vuur, het woord ugevuur op. Dit vage is niet Ktzelfde als ons normale vaag, jde betekenis van onbepaald. Dat laatste is van Frans iikorast: vague dat op zijn beurt nnhet Latijnse vagus (z revend, onvast) afstamt. Dit ?w<7 treffen we aan in ngabond. Het eerste deel van agevuur daarentegen hebben re nog in het werkwoord (w qjvageneen variant van xgen. In het vagevuur moeten eezielen der gestorvenen ijdelijk verblijven als straf en ij© metedoening - een reiniging, ten zuivering op weg naar het and igende stadium, eb,, loetedoening is trouwens ook '40| en woord waarvan wij de van itymologie niet zonder on-woovdenboek doorzien. We bethebben een werkwoord boeten •ord dat tegenwoordig 'boete doen' ieb- betekent, maar in de uitdrukking netten boeten zie je z? I nog de oude betekenis herstellen'. Want wie boete doet. herstelt een uit de hand ide slopen situatie. Wie een boete «taalt, verricht een estelbetaling om zijn zonden ifouten uit te wissen, ter de geschiedenis en de lüeiding van Nederlandse Borden is onlangs een aardig -oekje verschenen van de hand r«nMarlies Philippa. In Onze iial, het mooiste tijdschrift «vertaal dat in Nederland rerschijnt, schrijft zij stukjes ver etymologie. Die zijn nu «werkt, aangepast en in eventien thematische od toofdstukken geordend, tot een andzaam boekje verzameld, lozijn er hoofdstukken over Eesten vrije tijd, school en Jerk,religie, kleding, schoeisel, "ijk «raden. Geld en getallen zijn iankbare onderwerpen. In een 'i apitteltje over maanden en agen bespreekt ze de lorsprong van woorden die M harop betrekking hebben. Het 1® (est plezierig en biedt veel Menswaardigs. Om het te unnen lezen moet je niet veel zira an taalgeschiedenis, orS fonologie of Indo-germaans n? dweten. Dat is een keuze van de m thrijfster. Je kimt je ook een Adriaen van de \/enne schilderde Cornelis Kiliaen, corrector van de beroemde Antwerpse drukkerij Plantijn. boekje voorstellen dat onze woordgeschiedenis wat steviger in de vergelijkende taalwetenschap zet en ook wat theorie behandelt. Niet alleen de Europese taalinvloed op onze woordenschat bespreekt Philippa- zij is juist erg op de hoogte van Maleis en Arabisch. Zo lees je hier dat het Franse woord voor moordenaar, assasin afstamt van het Arabische roesmiddel hasjies. In de tijd van de kruistochten was de werking van die stuf bekend. Leden van een sekte in Syrië, berucht vanwege moordaanslagen op zowel christenen als moslims, werden hasjasjien genoemd, hasj mensen. Daaruit ontwikkelde zich in het Italiaans het woord assessino met de betekenis 'moordenaar' en de Fransen namen dat over. Die moesten daar natuurlijk ook een woord voor hebben. Hier en daar besteedt Philippa aandacht aan volksetymologie, aan de manier waarop woorden van vorm of betekenis veranderen zonder dat er een taalhistorische verwantschap is. Een voorbeeld daarvan zou kunnen zij n het woord luipaard. In het Middeleeuwse Nederlands komt dat woord voor als lupaert, liepaert, liebaert. Via het Oudfrans zijn deze woorden afkomstig van het Latijnse leopardus, een samenstelling van Leo (leeuw) en pardus (panter). Misschien, zegt Marlies Philippa, heeft men het eerste deel van luipaard geassocieerd met een oud werkwoord lupen, later luipen dat 'gluipen, verraderlijk aanvallen' betekent. In dat geval heeft er dus een volksetymologische vervorming plaatsgevonden. De voorbeelden en het overvloedige materiaal vormen de charme van deze stukjes. Het feit dat er nergens wat dieper ingegaan wordt op het verschijnsel volksetymologie en pseudo-etymologie de beperking. Etymologisch onderzoek is het lastigste deel van de taalkunde. Het is als bij vertaalwerk: een vertaler is iemand die de woorden opzoekt die hij al kent. Zo is het ook met etymologie. Als je denkt dat je iets weet, blijf je het opzoeken en controleren. Philippa is een betrouwbare gids in de jungle van de woordgeschiedenis die af en toe mooie verbindingen legt. Zo legt ze in hoofdstuk zestien terloops het verband uit tussen sneeuw en Zeeuw. In oorsprong is het Nederlandse woord voor sneeuw snee. De w in sneeuw komt van de verbogen vorm van het woord, bijvoorbeeld de vorm van de tweede naamval. Middelnederlanders spraken niet (altijd) 'van snee', maar zeiden sneewes'. met een w. Die w werd definitief achter het grondwoord gezet. De spelling u +w is trouwens de oude weergave van een 'dubbellippige w'. Dus de w die Brabanders en sommige Vlamingen nu nog gebruiken, een w dus waarbij je je tanden niet gebruikt. Snee is te vergelijken met zee. In Zeeland wonen Zeeuwen, geen Zeeën en zij spreken, sommigen althans, geen Zees, maar Zeeuws. De geschiedenis van dit woord wordt jammer genoeg zonder uitstapje naar de gothische vorm saiwes verteld. Hoe dan ook: Zeeuws gaat texnig op een naamvalsvorm van zee. Het zijn bewoners van de landen bij de zee, moeraslieden. Eigenlijk zouden die Zeeuwssprekende Zeeuwen dan ook een 'dubbellipige w' in Zeeuws moeten gebruiken. Lo van Driel Marlies Philippa, Etymologie-SDU Uitgvers Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen (Onze Taal Taaicahiers) - 120 blz., f 24.90. Irvine Welsh: Smeris (oor spronkelijke titel: Filth, De Ar beiderspers, 377 blz., ƒ49,90, vertaald door Ton Heuvel mans). Met Kerstmis in aantocht be sluit politierechercheur en cor rupte mensenhater Bruce Ro bertson zichzelf te trakteren op een weekje seks en drugs in Am sterdam. Maar helaas komt een smerige moordzaak tussenbei de. In zijn onderzoek door de onderbuik van de samenleving wordt de slechtste diender van Schotland bovendien gecon fronteerd met een onverwachte, maar zeer hardnekkige tegen stander. Irvine Welsh werd wereldberoemd sinds de verfil ming van zijn cultroman Train spotting. Claude ArnaudChamfort. Een biografie (De Arbeiderspers/ Open Domein, 407 blz., geb., 79,-, vertaald door Edu Bor ger). Het leven van de Franse schrijver Chamfort (1741-1794) speelde zich af tegen de achter grond van de Verlichting en de Franse revolutie. Hij bouwde een bestaan op als 'literaire huurling'in de betere, aristocra tische kringen van het Ancien Régime, maar koos tijdens de Franse Revolutie voor de Derde vertaald Stand. Door kenners wordt Chamfort beschouwd als de meester van de maximes en afo rismen, die hij op losse papier tjes noteerde en die pas na zijn dood zijn gepubliceerd. De bio grafie over Chamfort, over wiens leven weinig bekend was maar wiens werk vele grote schrijvers en filosofen tot inspi ratie diende, wordt gevolgd door zeventig niet eerder gepu bliceerde of nooit herdrukte maximes, anekdotes, uitspra ken en dialogen. Michael Pye: Gestolen levens (oorspronkelijke titel: Taking Lives, Nijgh Van Ditmar, 299 blz., 39,90, vertaald door Paul Heijman). Hoofdpersoon in Ge stolen levens is de Nederlander Martin Arkenhout. Hij moordt, neemt de identiteit van zijn slachtoffer aan en leidt de le vens van anderen beter dan zij dat zelf konden. Tot hij het leven van de Britse kunsthistoricus Christopher Hart steelt. Diens verleden maakt Arkenhout tot een gezocht man. Een belang rijk deel in deze literaire thriller speelt zich af in Nederland. De persoon op wie Pye dit boek ba seerde wordt nog steeds gezocht door Interpol. Eerder verscheen in vertaling De waterkelder, het verhaal over de Nederlandse Grietje Reyniers, de eerste hoer van New York. Christa Hein: Een vrouw uit Ri ga (oorspronkelijke titel: Der Bliek durch den Spiegel, Pro metheus, 334 blz., 45,-, ver taald door Gerda Meijennk). Debuutroman van de Duitse journaliste en vertaalster Chris ta Hein (1955). Het verhaal speelt zich af aan de vooravond van de Russisch-Ja panse oorlog aan het begin van deze eeuw. Een ondernemende jonge vrouw wordt onder druk gezet door haar familie om te doen wat van vrouwen wordt verwacht. Zij geeft haar baan als wiskundelerares en haar passie: fotograferen op, trouwt, krijgt een dochtertje en is onge lukkig. Als haar man door de tsaar wordt uitgezonden naar Port Arthur, laat de vrouw haar dochtertje achter en reist hem achterna. De lange en avon tuurlijke reis die volgt, wordt voor haar het begin van een nieuw leven. Een boek van John le Carré lezen is meestal als het leg gen van een puzzel zonder voor beeld. Je krijgt als lezer veel fraaie stukjes aangereikt, maai er is geen duidelijk doel. Pas als je halverwege bent, kun je enigszins begrijpen wat voor soort beeld je aan het creëren bent. Le Carré, pseudoniem van Da vid Cornwell (1931), heeft een verleden in de Britse diploma tieke dienst. Bovendien is hij, zeker in Amerikaanse ogen, de vleesgeworden Engelsman. Un derstatement, formele vriende lijkheid, nooit duidelijk zeggen wat er aan de hand is - dat is Le Carré. 'Ja' wordt dan 'Well, ra ther yes, actually'. 'Neen' is dan 'Well, you see, No, I think, in this case'. In zijn laatste boek, Single Single, heeft Le Carré zijn hel den zeer Brits geschapen. Tiger en Oliver Single zijn verant woordelijk voor een op het randje van wat aanvaardbaar is opererende zakenbank in de Londense City. Het meeste geld is daar tegenwoordig te verdie nen in handeltjes met figuren en bedrijven uit de voormalige Sovjet-Unie. Dat er behalve een vulpen of chequeboek ook wel eens een Kalashnikov-geweer of een 9-millimeter-pistool aan te pas komt - dat hoort er in de jaren negentig bij. Le Carré heeft al eens eerder geschreven over de valkuilen die de min of meer eerlijke zakenman bedrei gen in de randgebieden van Rusland. Nieuw element is dit keer dat vanuit Europa de doua ne en politie samen optrekken tegen de stinkend rijke zaken mensen die denken dat af en toe een container met cocaïne of he roïne in een Westerse havenstad geen kwaad kan. Hoofdfiguur van Le Carré is dit keer Tiger Single, die zijn zoon Oliver betrekt in zijn onwaar schijnlijke miljoenenhandeltjes met de (naar blijkt tijdelijke) machthebbers in de Sovjet- Unie. Perspectieven in olie, me talen en donorbloed vervliegen, maar de verwachtingen van partners blijven: al in het eerste hoofdstuk wordt een vertegen woordiger doodgeschoten in het grensgebied van Rusland en Turkije. Dan blijkt dat behalve de En gels-Russische maffia ook de Brits-Europese politiemachine betrokken is. Zoon Oliver zet te- John le Carré: Understatement, formele vriendelijkheid. gen vader Tiger Single een 'sting' op. Vele affaires en echt scheidingen later komt de aap uit de mouw: er zijn alleen maar verliezers en geen winnaars. De enigen die eruit sprmgen, zijn de jonge Single's ex en hun dochter: er is per ongeluk op een spaarrekening van het kind en kele miljoenen overgemaakt. Le Carré heeft aan het slot van zijn boek wellicht bewust een open einde gelaten: Oliver Sin gle kan, al dan niet als volleerd goochelaar en ballonnen-mani pulator, maar in ieder geval als financieel deskundige nog te rugkeren. Le Carré is er in geslaagd een boek te schrijven dat een inzicht biedt in de duistere wereld van de haute finance, richting Mos kou. Hij geeft ook een paar fraaie aanwijzingen voor men sen die in West-Europa spoor loos willen verdwijnen. En zijn gebruik van de Engelse taal is wederom onnavolgbaar. Le Carré is een van de grote schrijvers over de Koude Oorlog die na de val van de Muur het spoor niet bijster is geraakt. Hij is blijven schrijven over men sen, geld en relaties. Zijn cynis me over de combinatie van deze drie explosieve gegevens stemt ook nu weer tot nadenken - 'Well, yes, rather, actually I think'. James McGonigal John le CarréSingle Single - Uit geverij Scribner, 49,95. J Pijdens een literair gesprekje vertrouwde mv I een vriend ons onlangs het volgende toe: nKt !s kind was hij een keer van school ge- tourd omdat hij in zijn broek had gepoept. to juf weigerde hem schoon te maken. Zijn errf toeder bleek niet thuis te zijn, zodat hij wel B? (dwongen was bij de buurvrouw aan te Noj toppen. Die had evenmin zin in een poets- ;etf eurt en hing, om het huis geurvrij te hou- tn, de volle broek even buiten aan de was- A» pi. Tot vergroting van ieders afgrijzen en ied e schaamte van de jongen kwam als een ducht de hond des huizes naar buiten ren- ge® Oi, griste met een snoekduik de poepbroek [flj? 3ii de lijn en ging daar in een verborgen 0ekje van zitten genieten, iv® Iet boek De merkwaardige herinneringen M un Thomas Penman van Bruce Robinson e ei oept bij wie je het er ook over hebt dadelijk >g® «gelijke jeugdherinneringen op, waarvan rtrouwens erg veel blijken te bestaan. De 'man gaat voor een belangrijk deel over - kinderpoep, bejaardenpoep, hon- tnpoep - maar vreemd genoeg wekt dat («der ontroering op dan walging. 'M kt begin van de roman, die zich afspeelt in "7 als Thomas Penman bijna 14 wordt, is fel een beetje walgelijk. Hij kent sinds zijn T li «U 11 A R MjflFO R f E 5 OF kj m s«mtr of wtf hu ut inn j éh ilL .„AAt kleutertijd geen groter genot dan stiekem op een verborgen plekje op haast rituele wijze in zijn broek te poepen. De gevulde onderbroek verstopt hij op de meest on waarschijnlijke plaatsen, zodat familiele den op de raarste momenten geconfronteerd worden met zijn geplette en verdroogde drollen. Later nemen de honden de gewoon te aan om in huis te poepen, en nog weer la ter ondergaat opa dagelijks een klysma, waar Thomas zijn uiterste best voordoet om het bij te wonen. Er is, grof gezegd, veel stront aan de knikker in De merkwaardige herinneringen van Thomas Penman. Wat daar nu zo ontroe rend aan is? Dat is nu juist het merkwaar digst. Bruce Robinson gebruikt uitwerpselen als een ongewone maar effectieve metafoor voor ellende; de poep spreekt bij hem als het ware boekdelen. Gelukkig legt hij een zeke re luchtigheid en onschuldigheid aan de dag die tegenwicht biedt aan de door ontlasting verbeelde narigheid. Thomas ontpopt zich als een raar jongetje met vreemde gewoontes. Hij lijkt nog het meest op zijn grootvader, die een grote por nocollectie verbergt en daar zijn eigen col lages van knipt en plakt. De twee voelen el kaar goed aan en communiceren via een zelfgebouwde morse-set. Opa raakte als te legrafist zwaargewond tijdens de Eerste Wereldoorlog, een gebeurtenis die wordt ge schetst als een groteske scène waardoor al lerlei sanitaibe misstanden in de roman in een heel ander licht komen te staan. Want wat is een kluitje bevuilde onderbroe ken tussen de kerstspullen vergeleken bij het feit dat grootvader op een Belgisch slag veld met opengereten schedel en buik da- genlang onder een stapel rottende paar- denkadavers en soldatenlijken lag tot zijn buik vol zat met krioelende maden, 'glinste rend als een pan rijst', en zijn schedel een 'vliegenbordeel' werd van in- en weer weg- zoemende vette vliegen? Terwijl Thomas geslachtsrijp wordt, ver liefd en geliefd raakt en zijn broekpoeperij afzweert, teert zijn grootvader weg aan kanker. Min of meer op de achtergrond figu reren zijn vader en moeder, zijn zusje en zijn onbetrouwbare vriendje met wie hij katten kwaad uithaalt (ze maken explosieven en schieten krabben als verscheurde projectie len het stadje in). Zijn vader, die overspel pleegt, haat hem en dat is, zo blijkt geleide lijk, wederzijds en volkomen begrijpelijk. Zijn moeder is totaal onverschillig; en ook zij blijkt een geheim te verbergen te hebben. Zijn ouders communiceren via de honden, en de hondenpoep. 'Als je alles terugbracht tot de essentie, bestonden de ingrediënten van dit huishouden uit kanker, afkeer, pu berteit, echtscheiding, hondenpoep, hon denvlees en dood', stelt Thomas nog voor zichtig vast. Daar moet verraad bij, schuld en levenslange straf. De ergste kwellingen geeft de auteur half terloops prijs. Tegenover de hardere en minder smakelijke fragmenten in deze bijzondere roman staan lieflijke gedeeltes over het engelachtige meisje waar Thomas verliefd op is - roeren de, schattige scènes die ook de teerste herin neringen bij de lezer oproepen. Maar het bloed kruipt bij Bruce Robinson waar het niet gaan kan: op het moment dat het meisje Thomas ontmaagt, juist als hij de opperste verrukking voor het eerst beleeft, komt er een hond aan zijn blote billen snuffelen. Deze roman is het beste boek over een jon- getjesjeugd sinds 'Paddy Clarke, Ha Ha Ha' en 'Angela's Ashes', tenminste voor wie niet terugschrikt voor wat viezigheid. De schrijver heeft op fascinerende en origi nele wijze groot kinderverdriet vorm gege ven. Helaas geeft Bruce Robinson, scenario schrijver van 'The Killing Fields', aan dat zijn boek gebaseerd is op eigen doorstaan kinderleed. Misschien is zijn bron hiermee nu uitgeput, en dat zou toch erg jammer zijn. De merkwaardige herinneringen van Thomas Penman is hilarisch grappig, droef ontroerend en slingert de lezer heen en weer tussen hoop en wanhoop. Het boek is een prachtige aanwinst voor de scatologische literatuur. Margot Engelen Bruce Robinson: De merkwaardige herinnerin gen van Thomas Penman - Vertaling Ronald Co- hen - Uitgeverij Nijgh Van Ditmar, 294 blz.. f39,90. vrijdag 26 maart 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 13