Haastige spoed is bij W.F. Hermans goed Gerard Reve's grote jaren Herzberg presenteert gevarieerde bijvangsten tj<7p kunst r£j\j cultuur Hans van Straten schreef bio van een moeilijke man A Geyu*-"" Hooft-prijs dith Herzber ar 1982 a V n het Reve Brandt ikv Verzameld werk Haastige spoed is zelden goed. Daarop kwamen tot nu toe de reacties op Hans van Stratens biografie Hermans neer. Het was te verwachten dat er vele aanmerkingen op dit werk gemaakt zouden worden. Want het is een onmogelijke onderneming om in één boek het leven van Willem Frederik Hermans (1921-1995), maar ook zijn werk en zijn tijd te willen vatten. De biograaf heeft geen moeite gedaan de recensenten de wind uit de zeilen te nemen. In zijn voorwoord en zijn nawoord legt hij nau weilij ks verantwoording af over de problemen waarmee hij had te kampen. Zijn grootste moeilijkheid was dat de erven Hermans hun medewerking onthielden, waardoor hij allerlei documenten niet kon raadplegen. Tegenover dat nadeel staat ook een groot voordeel, iets waarom vele biografen hem zullen benijden, namelijk dat hij Hermans goed heeft gekend, hem zijn hele literaire loopbaan heeft gevolgd en hem regelmatig heeft geïnterviewd In 1995 werden nog twee van die vraaggesprekken - waarvan tot dan toe de bandopnamen reddeloos verloren leken - bijeengebracht in een boekje Ze zullen eikels zaaien op mijn graf. Hermans' weduwe was fel tegen de publicatie, maar zij wist die met tegen te houden. Het heeft er alle schijn van dat Van Straten daarmee een Pyrrhus-overwinning heeft behaald, want hij verspeelde alle sympathie bij haar. Natuurlijk heeft hem dat parten gespeeld bi] het schrijven van de biografie. Maar het feit dat hij bijvoorbeeld geen toegang had tot Hermans' correspondentie, hoeft niet per se fatale gevolgen te hebben gehad. Ik zeg dat nadat ik vergeleken heb wat enerzijds Van Straten in zijn boek en anderzijds Piet Calis in het onlangs verschenen De vrienden van weleer te vertellen hebben over de tijd dat Hermans redacteur was van het literaire blad Criterium. Calis mocht wél uit de brieven citeren, maar dat blijkt hem geen beslissende voorsprong te geven. Zijn opzienbarendste mededelingen - over bepaalde aanpassingen in de voor de uitgever al te vrijmoedige tekst van De tranen der acacia's - blijken juist op ontdekkingen van Van Straten te zijn gebaseerd! Dat wil allerminst zeggen dat de biograaf onberispelijk werk heeft geleverd. Teleurstellend vind ik vooral dat hij de inhoud van Hermans' boeken omstandig samenvat (hij rept zelf van voor 'jonge, soms nog schoolgaande lezers' bestemde uittreksels), maar dat hij niet ingaat op diens ideeënwereld. Wanneer je Hermans leest, wordt eigenlijk niet duidelijk waarom hij zo'n grote figuur is in onze literatuurhistorie. Van Straten is eerder geneigd z'n belang te relativeren. Hij besluit zijn nawoord zelfs met nogal vernietigende opmerkingen over het uitblijven van enig succes in het buitenland. De oppervlakkigheid van het boek wordt gecompenseerd door de vlotte schrijf trant. Hij weet als weinig andere Nederlandse biografen hoe je een verhaal moet vertellen. Met een ans van Straten dóet waar anderen eindeloos over praten. Hij bewijst dat weer eens met het omvangrijke Hermans. Zijn tijd, zijn werk, zijn leven. W.F.Hermans logeert 20 november 1986 in Hotel des Indesin Den Haag, de dag voor hij in de Ridderzaal een lezing houdt over het Auteursrecht. foto's Erik van Straten anekdote op het juiste moment, een vrolijke wending, een aardige onthulling houdt hij de aandacht van de lezer voortdurend vast. Een groot talent heeft Van Straten ook voor het uitzoeken van onduidelijke kwesties. Hij brengt heel wat interessante biografische en bibliografische details aan het licht. Hij is nóóit bereid om Hermans op zijn letterkundige kroniek Hans van Straten legt de laatste hand aan zijn biografie over Hermans. gevonden te hebben. Maar ik moet zeggen dat ik die 'noten' nogal eens' onbenullig, onheus, ja onuitstaanbaar vind. Bij een passage uit Onder Professoren vraagt hij zich sarcastisch af of De biograaf wachtte niet op subsidies en commissies. Hij trok er zich niets van aan dat archieven gesloten bleven. Nee, hij ging gewoon aan het werk om nog geen vier jaar na Hermans' dood een bewonderenswaardig boek af te leveren. verrassend overzichtelijk beeld van de persoon en de auteur Hermans. Sterk is onder meer zijn relaas' over de jonge jaren van de schrijver, over zijn hardvochtige vader, over de geheimzinnige dood van zijn zuster aan het begin van de bezettingstijd. Verbazend weinig wordt meegedeeld over zijn j arenlange werk als fysisch- geograafZelfs z'n dissertatie wordt achteloos afgedaan. De biograaf wordt pas weer wakker wanneer er herrie van komt, en Hermans' vermeende laksheid in Groningen tot een nationals rel leidt. Het levensverhaal van de schrijver, zoals het hier wordt verteld, is een aaneenschakeling van ruzies en vetes. Zelfs Hermans' echtgenote kon het allemaal niet meer volgen. Ze zou er zich eens over beklaagd hebben 'dat ze op een boekenbal nooit wist wie ze wel en wie ze niet mocht groeten.' Hij heeft vele, vele vijanden gemaakt en is daarmee al vroeg in zijn loopbaan begonnen. Dat moet gedeeltelijk een kwestie van karakter zijn geweest. Maar het kwam óók omdat hij de literatuur zeer serieus nam. In elk geval is hij in vele affaires verwikkeld geraakt, en Van Straten vertelt daarover met smaak en kennis van zaken. In 1951 werd hij vervolgd omdat hij het katholieke volksdeel beledigd zou hebben. Enkele jaren daarna schreven tegenstanders hem een 'fascistische mentaliteit' toe. Een heel hoofdstuk wordt gewijd aan de 'oorlog' die hij in de jaren zestig voerde met uitgever Van Oorschot. Algemeen wordt aangenomen dat de schrijver de rechtszaak won, maar hier wordt duidelijk dat hi] juist een enorme nederlaag leed. De hele zaak 'was gewoon een kwestie van geld', vat de biograaf samen. Uiteraard kan men in dit boek ook alles nalezen over de Weinreb-zaak, over Hermans' gedachten omtrent Zuid-Afrika die vooral in Amsterdam verontwaardiging wekten, over de nasleep van de gemiste AKO-prijs voor Een heilige van de horlogerie. Je wordt daarnaast ingelicht over de aardige kanten van de man, over de auto's waarin hij reed en - heel terughoudend - over zijn familieleven. Daarbij valt steeds op hoe evenwichtig de biograaf te werk gaat. Hij schrijft eerlijk over de voors en tegens, weegt Hermans' standpunten zorgvuldig af. Hans van Straten kent zijn leven, zijn werk en zijn tijd uit de eerste hand. De kracht van deze biografie is dat hij tegelijk betrokken én afstandelijk blijkt, ooggetuige én geschiedschrijver. Zeker, het boek heeft bepaalde tekortkomingen. Maar het lijkt me buitengewoon moeilijk het te overtreffen. Anders dan voor veel andere besprekers, bewijst hij voor mij de waarheid van de leus: wat goed is, komt snel. Hans Warren Hans van Straten: Hermans. Zijn tijd.zijn werk, zijn leven - Gebonden 608 pagina's met los fotokatern f 79,90 - Uitgeverij Aspekt, Soester- berg. woord te geloven en wijst op tal de supermarkten in Groningen van onrechtvaardige beschuldigingen in zijn polemieken. Ook meent hij verschillende inconsequenties in zijn romans en verhalen soms op maandagochtend geopend zijn. Wanneer Hermans het in De Donkere Kamer van Damokles heeft over 'het stadhuis' van Voorschoten, moppert hij: 'Voorschoten is een dorp, en heeft dus geen stadhuis, maar een raadhuis.' Over het algemeen heeft Van Straten echter een overtuigende prestatie geleverd. Hij geeft een Judith Herzberg foto Theo Bohmers Vissers varen uit om tong, ka beljauw, of een andere be paalde vis te vangen. Altijd blij ven er echter ook soorten in hun netten achter waarop ze niet uit waren: de bijvangst. Dat kun nen grote en kleine vissen zijn, waardeloze of juist waardevol le, maar ze werden min of meer per ongeluk gevangen. Bij vangst heet ook het nieuwe ge dicht enboek van Judith Herz berg (64), al jarenlang een vein de grote persoonlijkheden van de Nederlandse literatuur. Het is een titel die op een of andere manier haar poëzie karakteri seert. Want haar gedichten lij ken onopzettelijk te ontstaan. Op doelbewuste uitspraken, stellige gedachten zul je haar niet gauw betrappen. Ze is voor al bedreven in het profiteren van het toeval. Er wordt einde loos geaarzeld, langdurig ge zocht, van alle kanten afgetast, zo veel mogelijk omcirkeld in dit werk. Ook om een andere reden vind ik Bijvangst een toepasselijke ti tel. Want je krijgt de indruk dat zij in deze bundel vooral haar bijvangsten bijeen heeft ge bracht. Dat wil zeggen dat de gedichten heel gevarieerd zijn, in onderwerp, in benadering én in kwaliteit. Bij een schrijfster als Judith Herzberg die zo in tens experimenteert met wat nog nèt wel en wat nét geen poë zie meer is, die zo afhankelijk is van de prachtige inval en de grandioze vondst hebben doffe en briljante gedichten elkaar al tijd afgewisseld. Ze raken je, en dan ook helemaal. Ofwel laten ze je onverschillig, en wel vol strekt. Maar de verhouding tus sen geslaagde en mislukte gedichten is deze keer teleur stellend uitgevallen. Er zijn nogal wat verzen als het kwatrijn 'In droogte' die de vlakke notitie nauwelijks ont stijgen: 'Arabische tuinen zijn zuinig met water/ elke plant staat alleen met niets erom heen/ elke roos heeft hoogstens een roestig blik/ soms een pot, of een perk in steen.' Ook vele lan gere gedichten blijven vaag, missen een pointe, de elegante draai die Herzberg aan haar beste werk weet te geven. 'Mondriaan' begint uitdagend genoeg: 'Stel dat we allemaal geboren waren in een tijd/ waarin alleen abstracte kunst bestond.' Vervolgens laat ze een seniele Mondriaan de figuratie ve kunst uitvinden, maar daar na wist ze kennèlijk geen raad meer met de ongekende moge lijkheden en strandt het ge dicht. Gelukkig is bijvangst voor Judith Herzberg niet zon der meer een ander woord voor bijwerk. De bundel bevat ook gedichten die je niet graag zou missen in haar oeuvre. Een vers als 'Rij- krijm" bijvoorbeeld, of de ver zen 'Lijn 1', 'Kraaiennest' en 'Welcome in Free World' waarin ze op allerminst plichtmatige wijze getuigt van haar sympa thie voor de verliezers in de he dendaagse samenleving. Of die even heldere als geheimzinnige verzen 'Nog raarder dan dat' 'Jijen' en 'Iemand om aan te ver tellen wat niet van belang is over gemis. Het is een rijkere vangst dan in de gemiddelde Neder-landse dichtbundel Maar van een schrijfster vai haar formaat verwacht je netten vol, netten vol. H.W. Judith Herzberg-Bijvangst -64pa} f 26,50 - De Harmonie, Amsterdam Iemand om aan te vertellen wat niet van belang is Het regent en niemand om aan te vertellen hoe nat ik ben. Het regent en niemand om aan te vertellen dat mijn nieuwe schoe nen nu al,lek zijn. Jac, ik ben in een plas gestapt en mijn schoe nen zijn lek, ik ben nat, door en door. Jac, en jij? Hoe hard het regent Het regent heel hard. Heel erg hard. Harder dan ooit. proza Over de schreef (Gigant, 120 blz., 18,50). Korte verhalen. Laatste bundel van de O-serie, waarmee uitgeverij Gigant ruimte biedt aan startende schrijvers om hun verhaal in druk te presenteren. Helene Nolthenius. Voortge- schopt als een steen (Querido, 168 blz, geb., 45,-). Nieuwe ro man. Herman Pieter de Boer: Het ver langen (Bzztöh, 223 blz., 29,50). Nieuwe, autobiografi sche, roman. Geerten Meijsing: Kerstnacht in de kathedraal en Louis Ferron: Hier ligt Boot (Gottmer/Becht, 32,90). Vijfde en zesde deel in de Muggenreeks, waarin Neder landse schrijvers worden uitge nodigd hun vex-houding tot Haarlem en de Haarlemmers ('Muggen') te verwoorden in een novelle, een autobiografische schets of een essay. poëzie Manuel Kneepkens: Zuider links (Bèta Imaginations, 64 blz., 29,-). Nieuwe dichtbun del. De uitgave bestaat uit een twintigtal door de auteur geïl lustreerde verzen, waarin de ri vier de Maas een belangrijk ver bindend element vormt. herdrukt Drie nieuwe titels in de Pandora pocketreeks: Renate Dorre- stein: Een sterke man (288 blz., 15,-), Salman RushdieDe laatste zucht van de Moor (448 blz., 17,50) en Mart Smeets: Door naar de volgende ronde (160 blz., 12,50. Joost Zwagerman: De buiten vrouw (De Arbeiderspers, 215 blz., 25,-). Achttiende dmi van Zwagermans roman ui! 1994 over Iris, een Surinaams jjde' gymlerares die een affaire krijg: «etf met een van haar collega's. Simon Vestdijk: Rumeiland (Conserve, 349 blz., ƒ49,95). Rumeiland (1940) env nge ren- ityrr wordt beschouwd als een van Vestdijks belangrijkste histori sche romans en beschrijft hel^ett verhaal van Richard Beckford'öat die, na jaren in Engeland te heb- bet ben gewoond, terugges tuii/ó ui to wordt naar het Jamaica van zp I nog j eugd om polshoogte te gaan re-I hers men op de familieplantage. On- Jdoet langs verscheen de vijftiendeLloj druk. beta: Marion Bloem De leugen van de her kaketoe (Singelpockets, 250 blz., 15,-). In een lange brief aan haar grootmoeder vertiet Melanie Fleury het verhaal van vier generaties vrouwen. Vierde druk. Paulo Coelho: De weg naar hel zwaard (Singelpockets, 254 blz., 15,-). Derde druk van Coelho's roman over Paulo, zoek naar zijn zwaard dat hij fewe pas in ontvangst mag nemen al' Kei hij bewezen heeft dat hij het ooi waard is. F.B. Hotz: Ernst vuurwei^ozi Singel Pockets, 313 blz., ƒ15,- Verhalenbundel uit 1978, be- rerk kroond met de F. Bordewijk- prijs. Sirene Pockets: Carol Ann Le apit Anne Frank (368 blz., 16,9: geill.). Een nieuwe, herzir editie van de biografie van Anm óaarr Frank.De PC volgens Bartjea ;«st (352 blz., 16,95) en De vrolijke retei vliegende schaar (144 blz. jmn 9,95), een actuele bloemlezing tant. uit de rubriek Geknipt voor: van Vrij Nederland, samengfr fa-e: steld door Rinus Ferdinandi (niet eerder verschenen). :.-ra (ank Van buiten ziet het boek er slaapverwek kend uit, van binnen is het een bijzonder opwindend boek: het tweede deel van Ge rard Reves Verzameld werk. Nog maar een paar maanden geleden, ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag, ver scheen deel één van deze serie. Daarin was het werk vanaf zijn debuut tot en met 1962 opgenomen. De reeks zal zes delen omvatten en al over twee jaar volledig beschikbaar zijn. Een uitstekend initiatief, want Reve is voor ve len de enige Nederlandse schrijver die het niet alleen verdient gelezen, maar ook her lezen te worden. Dit tweede deel bestnjkt de periode 1963-1973. Ongetwijfeld de mooiste tijd uit de literaire loopbaan van Reve, zijn sterkste proza én zijn beste poëzie ontstonden in de ze jaren. Hij vond zijn onverwisselbare toon, zijn hoogst persoonlijke mythe kreeg gestalte en hij bereikte een groot publiek. Met Op Weg Naar Het Einde (1963) werd hij de Reve zoals we Reve nog altijd kennen. Voor een literair tijdschrift deed hij verslag van een schrijverscongres in de vorm van Werk van Gerard Reve uit de jaren 1963-1973 is nog altijd een sensatie. foto Klaas Koppe brieven. Al snel besefte hij dat dit het genre was waarnaar hij zo lang had gezocht, het genre dat hem alle vrijheid liet. Hij maakte gebruik van die vrijheid. En hoe! Meteen haalde hij zich de woede van heel reactionair Nederland op de hals met zijn zeer eigen visie op godsdienst en zijn ongekende openhartigheid over homosek sualiteit. Op Weg Naar Het Einde is een ver bluffend boek, hét middelpunt van Reves oeuvre, hij bouwt nog altijd voort op wat hij destijds heeft ontdekt. Nader tot U (1966) doet er overigens niet of nauwelijks voor onder. Naast brieven bevat dit werk ook een reeks gedichten die niet meer uit de Neder landse literatuur zijn weg te denken. Het sleetse begrip 'geestelijke liederen' kreeg een verrassende inhoud: 'Gij, die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja ja, kom er eens om,/ Gij weet waarom het is, ik niet./,Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?' Tot de hoogtepunten in deze aflevering van het Verzameld werk horen ook de Vier Plei dooien. De auteur meende zelf dat deze tek sten 'de diepste motieven' van zijn werk en persoon verwoordden. Twee van de vier pleidooien houden verband met het ge ruchtmakende proces wegens godslaste ring. Hij verdedigde zichzelf overtuigend voor de rechtbank en voor het gerechtshof. In de Vier Pleidooien vindt men ook het meesterlijke verhaal Véértien Etsen Van Frans Lodewijk Pannekoek Voor Arbeiders Verklaard en de toespraak die hij hield toen hem de P.C. Hooftprijs was toegekend. Hij noemde zichzelf daarin 'een romantisch— decadent' auteur en sprak het besef uit: 'Ik sta in de Nederlandse literatuur van tijd alleen. Ik kan op geen enkele tijdgentó ts k: in Nederland wijzen, met wie ik mij eni£ tuur zins verwant zou kunnen voelen.' leju Hij benadrukte die positie door met alleris collega's genadeloos de spot te drijven.Bj edw voorbeeld de manier waarop hij Cees No» lopp teboom ('het zieke aapje N.') portretteens Eurt was verpletterend. Maar niemand kreegt* ai. van Reve zo te verduren als Reve zelf. Alls rr, wat hem heilig lijkt, wordt toch oneerbieci ie sc bejegend. Opperste vervoering kri) Ehicl prompt een ironisch tegenwicht. Hij ge» en.£ zich volkomen bloot, maar blijft ongnj an d baar. oekj Tussen 1963 en 1973, tussen het brieve Iet b boek Op Weg Naar Het Einde en het gedié an tenboek Het Zingend Hart bereikte 'M jept daarin de perfectie. Daarom is dit saai oge» erge de deel van zijn Verzameld werk nog altij r een sensatie. j it._, HM loep enp« Gerard Reve: Verzameld werk deel 2, redatf ^de Nop Maas - gebonden 768 pag./ f 79,90 - Ui# Ftb verij Veen, Amsterdam-Antwerpen. 957 *Ie< vrijdag 26 maart 1999 -Wit AL -,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 12