Geen dorre vlakten
der woestijnen
De club van zeventien
buitengebjec
29
door A. J. Snel
Zelfbeheersing is nu geboden.
Voor akkerbouwers is na een
zo lange periode van gedwongen
nietsdoen de verleiding groot met
de kunstmeststrooier het land op
te gaan of gewassen in te zaaien.
Als het meezit, kan er in de
tweede helft van deze week op de
drogere percelen wel kunstmest
worden gestrooid, maar om te
zaaien is het nog te vroeg. De
akkers mogen intussen grijs
kleuren, maar schijn bedriegt.
Kees Bierens: „De grond is door
en door verzadigd van het water.
Eerst moet de ondergrond
opdrogen. Ga je te vroeg het land
op, dan rijd je alles vastWe zitten
met de erfenis van ruim een half
jaar regen. Dat hoeft trouwens
geen probleem te zijn want het is
nu goed weer en we zijn nog niet
laat. Het is een kwestie van
geduld."
Nu de lente echt doorkomt,
breekt de tijd weer aan dat de
club van zeventien op donderdag
niet altijd geheel compleet zal
bijeenkomen. In de afgelopen
winter was de opkomst goed. Er
viel weinig uit te richten, dus de
zeventien mannen hadden
weinig reden tot verlet. Ze komen
trouwens het hele jaar door wel
zo trouw mogelijk bij elkaar,
maar soms gaat het werk voor.
De discussieclub van zeventien
YValcherse boeren is meer dan
veertig jaar geleden opgericht op
aandringen van Jan Dingenus
Dorst, voor de oorlog directeur en
secretaris van de provinciale
voedselcommissaris in Zeeland
en na de oorlog onder meer lid
van de Stichting Beheer
Landbouwgronden. Dorst
stimuleerde de vorming van
groepen boeren die kennis
uitwisselden. In de loop van de
jaren zijn de meeste clubs
verdwenen, maar die op
Walcheren bestaat nog steeds.
Vorig jaar werd het veertigjarig
jubileum gevierd. Bierens is al
zo'n jaar of twintig lid.
„De discussieclub had destijds
een nuttige functie en dat is nog
steeds zo. We wisselen kennis en
ervaring uit en er is ook een
duidelijke sociale functie. De
boer is in de loop van de jaren
eenzamer geworden en dit is een
vast moment in de week waarop
je vakgenoten ontmoet. We
komen op de Middelburgse
marktdag, iedere donderdag dus,
in De Huifkar bij elkaar. Tussen
één en twee uur precies. Op
alfabet komt ieder lid met een
onderwerp waarover we in dat
uur discussiëren. Dat kan gaan
over landbouwtechnische of
landbouwpolitieke zaken, maar
ook over een onderwerp van
algemene, maatschappelijke
aard. Bij voorbeeld over zinloos
geweld. Alleen religie is taboe.
Dat ligt te gevoelig. Verder
praten we over alles wat men
maar aan de orde wil stellen. Het
is ook een vriendenclub. Wie
verjaart geeft een rondje en als
iemand bij voorbeeld een
huwelijksjubileum viert, gaan we
allemaal naar de receptie."
De club van zeventien kan wel
wat jong bloed gebruiken, vindt
Bierens. „Het zou mooi zijn als de
traditie in stand gehouden
wordt." Er zijn wel een paar
voorwaarden. Boeren die zich
willen aansluiten, moeten hun
bedrijf op Walcheren hebben. En
als een nieuweling wordt
verwelkomd, moet er ook iemand
afscheid nemen. Zulks staat
nergens geschreven want
statuten en huishoudelijke
reglementen zijn er niet. Maar het
gaat hier nu eenmaal om de
Walcherse club van zeventien.
Met zoveel man is ooit begonnen
en zoveel moeten het er blijven.
Waarom? Bierens heeft geen idee.
„Het is gewoon niet anders."
Akkerbouwer C.J. Bierens uit Grijpskerke doet in deze rubriek weke
lijks verslag van zijn werk en wederwaardigheden.
door A. J. Snel
Of de Thoolse akkerbouwer E.
Hage er maar voor wil zorgen
dat de Amerikaanse consument
van aardappelproducten geen
splinters in zijn strot of
spijsverteringskanaal krijgt. Hij
zal wel moeten, wil hij zaken
kunnen blijven doen. Het zit zo:
Hage levert al jaren
fritesaardappelen aan de in
Kruiningen gevestigde super-
patatbakker Lamb-
Weston/Meijer. Daar gelden
Amerikaanse mores. Men voelt er
niets voor van iemand uit de
Verenigde Staten een schadeclaim
te krijgen doordat er iets mis is met
een product. Een houtsplinter in
een hap eten kan tot een juridisch
proces leiden waarvoor de kosten
aardig kunnen oplopen. Lamb-
Weston/Meijer verlangt om die
reden dat boeren die aardappels
opslaan, geen houten koelkanalen
laten timmeren. Die moeten dus
van metaal worden gemaakt. Als
Hage zijn plan om een nieuwe
schuur te bouwen uitvoert, moet
hij daar rekening mee houden en
hij zal hogere kosten moeten
maken om aan de toekomstige
eisen te voldoen. Zo zijn Tholen en
Amerika kort bij elkaar komen te
liggen. Een boer uit Scherpenisse
heeft, indirect, de wereld als
werkterrein.
Debat
Vanavond - woensdag - wordt in
de Gasthuiskapel in Tholen op
initiatief van de stichting Het
Zeeuwse Gezicht een debat
gevoerd over het landschap,
plattelandsontwikkeling en
ruimtelijk beleid. Hage, die
voorzitter is van de afdeling
Tholen van de Zuidelij ke Land- en
Tuinbouw Organisatie (ZLTO) zal
bij die gelegenheid worden
ondervraagd over de rol van de
landbouw in de schaarser
wordende ruimte. Hij is zich
terdege bewust van het feit dat
zijn bedrijfsvoering wordt
beïnvloed door beslissingen die op
duizenden kilometers afstand van
zijn akkerbouwbedrijf worden
genomen. En door besluiten van
nabijop nationaal, provinciaal en
lokaal niveau.
„Steeds meer mensen moeten zich
zo nodig met de landbouw
bemoeien en dat ontaardt in
doodknuffelen. Er is veel behoefte
aan de ruimte die wij in beslag
nemen. Tegelijkertijd zie je het
verschijnsel dat mensen in de
steden van de natuur vervreemd
zijn geraakt. Dat wordt blijkbaar
als een gemis ervaren en ter
compensatie daarvan melden die
mensen zich als lid van
Greenpeace of Natuur en Milieu.
Dat levert een krachtenbundeling
op en druk op de landbouw. Ik
denk dat we ervoor moeten kiezen
op een harmonieuze manier met
elkaar te praten. Maar wel vanuit
een weerbare instelling en een
zeker zelfbewustzijn. Er is
namelijk wel degelijk toekomst
voor de landbouw. Daarvoor is het
nodig dat we ons aanpassen aan
wat de samenleving van ons
vraagt. Maar ook dat die
samenleving ons niet zoveel
beperkingen oplegt, dat we niet
meer in staat zijn economisch te
overleven. En dan heb ik het niet
over gigantische inkomens.
Liefde
We doen een rondje Tholen en
Hage geeft een toelichting
waaruit liefde voor het land en die
daarop arbeiden spreekt. Hij
praat over collega's die vroege
aardappelen telen en die dat heel
goed doen. Over de
bloemzaadteelt die het eiland
steeds opnieuw kleur verschaft.
woensdag 17 maart 1999
Over glastuinbouw rond Sint
Annaland. Over
natuurontwikkeling in en bij de
karrevelden bij Gorishoek. „Is het
niet prachtig,verzucht hij,Ki j k,
een buizerd. Die zie je weer steeds
meer."
een statische manier worden
uitgevoerd. Er moeten
ontwikkelingen mogelijk zijn en
die houd je tegen als je teveel
beperkingen oplegt. Kijknou eens
naar de regels die windmolens
Geen museum
Akkerbouwer E.Hage uit Tholen: „De samenleving moet ons niet zoveel beperkingen opleggen, dat we niet
meer in staat zijn economisch te overleven." foto's Lex de Meester
Als we langs de stallen van de
nieuwe varkensgiganten komen,
is hij minder opgewekt. „Dat is
niet goed voor de streek, daar zijn
we het hier wel over eens." Even
later: „Als je hier rondkijkt, dan
zie je toch geen verpauperde
landbouw. Er is gewoon toekomst
voor de sector. Boeren hebben het
platteland vorm gegeven en ze
hebben nog altijd zeventig
procent van de grond in
bewerking dus ze zullen daarin
een belangrijke rol blijven spelen.
Maar we moeten niet toestaan dat
we tot beheerders van een museum
worden gebombardeerd. Het
platteland biedt welzijn aan de
stedelingen die hier willen
wandelen en fietsen. Wij hebben
een taak als het gaat om het
psychisch welbevinden van
anderen. Maar die taak kan niet op
verbieden. Mijn grootvader
bouwde een molen op het bedrijf.
Die is ooit verdwenen. Nu we er
weer wat mee kunnen, moet je zo'n
activiteit niet verbieden.
Zij grootvader legde ook de eerste
steen voor de schuur naast het
woonhuis. Hage wil die nu
afbreken en er een moderne loods
voorin de plaats zetten. Hij kent
de kritiek; zijn eigen dochter vindt
het helemaal niet zo geweldig wat
hij van plan is. Hij zegt: „In die
oude schuur zitten telefoonpalen
verwerkt die vroeger ook
meebepalend zijn geweest voor
het landschap. De dingen
veranderen nu eenmaal en je moet
niet alles bij het oude willen laten.
Ik ben nu 52 jaar en ik zou tot mijn
zeventigste op deze boerderij
willen blijven werken. Dat is niet
mogelijk binnen de
arbeidsomstandigheden die van
honderd jaar geleden zijn.
Natuurlijk, je kunt stoppen met
boeren en ik weet wel dat veel
mensen er vreemd tegenaan
een goeie. Uit al die regels die ons
worden opgelegd blijkt geen
enkele besef van het feit dat wij
voedsel produceren. Toch gaat het
daar wèl om. Tussen tekort en
overschot ligt altijd maar een
klein percentage. Ik ben er blij
mee dat ik me kan bezighouden
met iets tastbaars en elementairs
en niet met handel in gebakken
lucht, zoals beleggingen. Dat
element van voedsel produceren
speelt veel te weinig in de
discussie over het vitale plateland.
Ik heb sterk het gevoel dat allerlei
ideeën en bemoeienis voortkomen
uit de behoefte van de stadsmens
om te recreëren en te ontspannen.
En van het groen te genieten. Dat
is ook prachtig, zeker in het vroege
voorjaar als de eerste kleur weer
over het land ligt. Maar men moet
zich er van bewust zijn, dat er een
doel is: voedsel produceren. En dat
je om dat doel te bereiken
productie-omstandigheden moet
hebben die de landbouw nodig
heeft. Met die omstandigheden
bemoeit iedereen zich en dat gaat
op een manier waarin iets dubbels
zit. De discussie over
scharrelvlees, dat is de waan van
de dag. Je zou eens moeten zien
wat er gebeurde als je in Frankrijk
de productie van foie gras kritisch
aan de orde stelt of in Spanje het
stierenvechten."
Hage ziet op zijn eiland
mogelijkheden te over. In de
bloemzaadteelt, in vroege
aardappelen en op langere termijn
in groene energie. „De natuur is de
meest creatieve inspiratiebron die
je kunt bedenken. Er zal in de
toekomst nog zoveel meer
mogelijk zijn. Hoe Tholen er over
tien jaar uit zal zien? Aangepast
aan de tijd en de samenleving. Niet
verpauperd. Geen dorre vlakten
der woestijnen. Tholen zal zich
verblijden. Eindeloos."
Akkerbouwer E. Hage ivordt
vanavond - woensdag - tijdens een
bijeenkomst van de stichting het
Zeeuwse Gezicht ondervraagd over
het Thoolse platteland. Op die
bijeenkomst spreekt ook wethouder
WC. van Kempen van Tholen en S.
Slabbers, directeur van Bosch en
Slabbers tuin- en
landschapsarchitectecten. Aanvang
20.00 uur in de Gasthuiskapel aan de
Kerkstraat in Tholen.
kijken hoe agrariërs met kapitaal
omgaan om aan de gang te kunnen
blijven. Bekijk je het alleen
zakelijk dan zie je dat de beloning
achterblijft. Maar ik vind dat je
wel buitengewoon arm bent als je
alleen maar bevrediging kunt
vinden in geld en je laat drijven
door competitiedwang. Ik wil
graag doorgaan. Mijn voorouders
en ouders hebben zich grote
inspanningen getroost en het staat
me tegen om wat ik heb gekregen
zomaar van de hand te doen en het
geld op te maken. Daarom kies ik
voor vernieuwing en dat heeft
gevolgen voor het landschap."
Geen besef
Dezer dagen heeft Hage van het
ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij een brief
ontvangen waarin hij werd
geattendeerd op het
millenniumprobleem. „Je wordt
daarin dan gewezen op je
verantwoordelijkheid voor de
voedselproductie. Dat vind ik nou