Liszt vraagt pathos
en géén bombast
Tabakshal biedt ruimte voor grote emoties
Vijfde
oncours
Vriendenboek
over Haitink
Nederlandse Opera
met wereldpremières
Opera in de
Van Nelle-fabriek
13
Stel je voor: waar vroeger pakken Supra
van de band liepen en pakjes 'zware van
deweduwe' hun weg vonden naar het 'ruwe
werkvolk' klinkt straks het lieflijke gezang
van de dolfijnen die de Griekse held Arion
begeleiden op zijn weg naar het vaderland,
fris veel gebeurd in de zeventigjarige ge
schiedenis van de Van Nelle-fabriek in Rot
terdam, maar opera heeft er nooit geklon
ken. En dat is nu precies wat er morgen,
?aterdag, gaat gebeuren met de opvoering
van de Engelse opera Arion the Dolphin
van Alec Roth en Vikram Seth uit 1994. Aan
bet'project', want zo kun je het wel noemen,
is bijna twee jaar gewerkt en als Arion
straks veilig de haven bereikt is dat te dan
ken aan de eendrachtige samenwerking van
professionals en amateurs.
Er zijn weinig bouwwerken in Nederland
ie je zo met ontzag vervullen als de voor
malige Van Nelle-fabriek aan de Delfsha-
vense Schie. De inmiddels tot wereldmonu
ment verheven schepping van Brinkman en
Van der Vlugt uit 1925 lijkt voornamelijk te
bestaan uit glas. De opvoering van een ope-
13 lijkt eigenlijk meer recht te doen aan de
pure schoonheid van het gebouw dan de
productie van pakjes shag. De uitvoering
van de relatief onbekende opera Arion de
Dolfijn heeft een lange voorgeschiedenis.
De Engelse componist Alec Roth schreef de
muziek in 1994 op een verhaal van Vikram
Seth voor een educatief project in het En
gelse Plymouth. Wat in Engeland kan, moet
ook in Nederland kunnen, dacht operapro-
óucent Michiel van Westering. Maar dat
was twee jaar en vele tegenslagen geleden-
In Rotterdam is het project uiteindelijk van
grond gekomen door de samenwerking
D- econservatoria in
Nederland en Duitsland
kbben Liszt lange tijd
tfbannen, vindt hij.Brahms
5 Clara Schumann zeiden
öterlijk: we moeten onze
^den wassen, want we
£Öben Liszt gespeeld. In
\ederland zei iemand, we
ebben de zaal opnieuw gewit,
-ant er is Liszt in gespeeld. Zo
iep lag de afkeer, aan het eind
vmde vorige eeuw. En op de
pjnservatoria is die afkeer lang
jjjvenhangen. Liszt was vies
Dvoos, die muziek deugde voor
£eenmeter. 1961 was het
ónderd vijftigste geboortejaar
nn Liszt en er gebeurde
gemaal niks. Het leek wel een
ceurjaar."
Soos Groen praat snel en
edreven. Over het Lisztfestival
darmee de Lisztkring
jarenlang in Utrecht ijverde
Toor erkenning van de
rerguisde componist. Over het
oncours dat in 1986 bedoeld
■as als eenmalig evenement ter
«luistering van de honderdste
sterfdag van Liszt en dat in
dertien jaar uitgroeide tot een
tan de topconcoursen in de
gereld. Maar één ding snapt hij
jiet. Nu is er binnen handbereik
ien internationaal aanzien
emetend concours, maar de
Nederlandse deelnemers laten
bet afweten.
.We zijn het land met de meeste
onderwijsinrichtingen voor
puziek in de wereld, het
motste aantal orkestleden per
ïerkante meter in de wereld,
i'e hebben één keer een
fiederlandse winnaar gehad,
maar voor de rest is de deelname
lil eigen land bedroevend,
lennelijk kunnen ze in
Kederland het hoge niveau niet
jan, uitzonderingen
laargelaten. Als je naar de
lussen kijkt - wat je er
uuzikaal ook van vindt - bij hen
ajnde noten er allemaal. En in
iet goeie tempo. Ze kunnen het
raaknog iets sneller ook. Dat
rnnnen de Nederlanders niet.
hekrijgen waarschijnlijk heel
reel les in theorie en
nuziekgeschiedenis. Ook heel
ïuttig natuurlijk, maar ja, het
>aat uiteindelijk wel om het
nstrument waar je goed op
koet spelen."
'Zijn'Lisztconcours telt dit jaar
48 deelnemers uit 24
verschillende landen. In twee
vooirondes, de halve finale en
definale strijden deze jonge
I pianisten om de eerste plaats
die,behalve een geldbedrag, een
serie concerten oplevert en dat
betekent dikwijls een start van
eenmooie carrière. Eerdere
winnaars als Martijn van den
Hoek, Enrico Pace, en Igor
Horna, bewezen dit. Maar niet
itdere pianoleerling is geschikt
alsLisztspeler, meent Groen.
Studenten die wat zwakker
tan bouw zijn kunnen sommige
stukken niet spelen. Liszt
raagt grote handen en veel
tracht en
athoudingsvermogen. Zo'n
Sonate van dertig minuten, dat
keen atletiekwedstrijd. Bij het
concours is het altijd een
verplicht nummer. Studenten
een het als een uitdaging, maar
Hanisten die er fysiek het meest
maken. Hij heeft ook nooit
pianoles gehad. Wat hij kan op
het instrument heeft hij zichzelf
geleerd. Natuurlijk speelt hij
ook Liszt. En zijn passie voor de
romantische componist
ontstond al vroeg
„Bij mijn ouders thuis stond een
piano met daarop de
bladmuziek van de Hongaarse
Rapsodie van Liszt. Dat
probeerde ik zo'n beetje te
spelen. Een ander moment
stond er de Liebestraum en dat
vond ik ook een leuk stuk. Noten
lezen heb ik mezelf ook geleerd.
Toen ik een jaar of zestien was
kocht ik een biografie van Liszt,
in de pocketserie Achterin
stond een werkenlijst van wel
vijftien pagina's lang. Met
allerlei stukken van Liszt die in
die tijd nooit te horen warren,
ook niet op de radio.
Faustsymfonie,
D antesymfonie, Mephistowals,
al die intrigerende titels vond ik
interessant. Toen ben ik de
bladmuziek gaan kopen en
platen en in de loop der jaren
bouwde zich dat uit tot een
echte verzameling. Ik schat dat
ik 14000 opnamen met Liszt
heb, en dat is zo'n 95% van wat
er bestaat."
Om twee redenen spelen
pianisten de Sonate graag. „Ten
eerste kan je er alle kanten mee
op. Je kunt het mooi romantisch
spelen, maar er zit ook veel
techniek in. Het is bovendien
een lang stuk, je bent een half
uur onder de pannenen het past
dus mooi op een plaatkant. Ten
tweede is het een stuk van Liszt
waar je ook vroeger mee voor de
dag kon komen, want het had
geen buitenmuzikale inhoud.
Het heette niet Mephistowals of
Faustwals, nee het was De
Sonate. Dus zelfs mensen als
Arthur Schnabel of Clara
Haskil. pianisten die je niet in
verband brengt met Liszt,
speelden dat stuk. Ze speelden
Liszt, maar dan wel een decente
Liszt. Zeker geen Hongaarse
Rapsodie of Liebestraum."
Groens favoriete opname van de
Sonate is de uitvoering van
Enrico Pace, de winnaar van
tien jaar geleden. Waarom? 'Het
is Italiaans en dat betekent dat
het altijd zingt. Het is niet vet,
het klinkt natuurlijk. En hoewel
het een heel moeilijk stuk is,
hoor je dat niet. Die man heeft er
gewoon mooie muziek van
gemaakt."
Ik heb ze allemaal gehoord, alle
driehonderd opnamen, en er zit
een hoop knoeiwerk tussen. Ook
van toppianisten. Een recente
opname van Brendel
bijvoorbeeld, die vind ik niet om
aan te horen. Dat heeft iets
grauwigs, Duits. Dat staat
haaks op het open, mooie-
muziekmaken-geluid van de
Italianen. Ook in de zwaarste
stukken als de octaven
denderen, blijft het bij de
Italianen altijd muziek.
Anderen, vooral de Russen
hebben dat sterk, slaan het liefst
dóór de piano heen. Bikkelhard.
Aan het eind van zijn leven
beklaagde Liszt zich er al over.
Ze beschuldigden hem dat hij de
mensen zo hard liet spelen.
Maar, zei hij, ik heb mijn piano
altijd liefgehad, ik heb altijd
gestreeld en nooit geslagen."
Joke Dame
Vijfde Internationaal Franz Liszt
Pianoconcours. Vredenburg
Utrecht 15 t/m 27 maart.
Eerste Voorronde 15 t/m 17 maart,
kleine zaal. Tweede Voorronde 18 en
19 maart, kleine zaal. Halve Finale
di 23 en wo 24 maart, grote zaal. Fi
nale en prijsuitreiking zaterdag 27
maart met medewerking van het Ra
dio Symfonie Orkest o.l.v. Kenneth
Montgomery.
Edo de Waart heeft de muzikale leiding in producties van de opera's
Werther van Massenet en Kata Kabanova van Janagek.
foto Maurice Nelwan
De Nederlandse Opera in
Amsterdam brengt in het
seizoen 1999-2000 zes nieuwe
producties op de planken, inclu
sief drie wereldpremières. In to
taal speelt De Nederlandse
Opera dit seizoen twaalf pro
ducties.
Het gezelschap omsluit de
eeuwwisseling met twee we
reldpremières: Het stuk Writing
to Vermeer dat is voortgekomen
uit de samenwerking tussen
Louis Andriessen en Peter
Greenaway en Hier van Guus
Janssen en Friso Haverkamp.
De derde wereldpremière be
treft de eerste scenische uitvoe
ring van een aantal werken van
Claude Vivier.
Ook de komende jaren wil De
Nederlandse Opera (DNO) een
aantal wereldpremières voor
het voetlicht brengen. Het pro
gramma voor dit seizoen biedt
een overzicht van de verschil
lende kwaliteiten die DNO de
afgelopen jaren heeft opge
bouwd. Zo komt het gezelschap
met een nieuwe benadering van
de klassieker Alceste van
Gl.uck, dat onder muzikale lei-
ding staat van Hartmut Haen-
chen. Met een nieuwe Kata Ka
banova wordt onder muzikale
leiding van Edo de Waart de
„herontdekking" van Janacek
voortgezet. Ook werkt DNO sa
men met Riccardo Chailly en het
Koninklijk Concertgebouwor
kest aan een nieuwe vertolking
van Verdi's Aida.
DNO wil meer diversiteit bren
gen door regelmatig producties
van een heel andere aard en om
vang buiten het Muziektheater
te brengen. Zo komen er ook
voorstellingen in de Stads
schouwburg in Amsterdam en
de Amsterdamse Westergasfa
briek. Het gezelschap hoopt zo
een nieuw publiek te bereiken.
In het nieuwe seizoen komen
verder voorstellingen van wer
ken van Massenet, Puccini. Ros
sini. Richard Strauss. Wagner
en Stravinsky. Edo de Waart
opent hel nieuwe seizoen als
nieuwe gastdirigent met
Werther van Massenet-AZVP
Nog ter gelegenheid van zijn
70ste verjaardag (4 maart)
is de 'eredirigent' van het
Koninklijke Concertgebouwor
kest, Bernard Haitink. afgelo
pen dinsdag in het Concertge
bouw een geheel aan hem
gewijd boek overhandigd. Het is
een Liber Amicorum, waarvoor
de samensteller Paul Korenhof
ruim vijftig musici, concertor
ganisatoren en mensen uit de
platenindustrie wist te strik
ken. Dat laatste kostte weinig
moeite. Mensen die niet iets aar
digs over Haitink wilden schrij
ven, waren er naar verluidt niet.
De dirigent zelf wist van niets.
„Wat een toestand, ik word
nooit meer zeventig", zei hij.
De vaak nogal tobberige Hai
tink bleef badinerend, maar met
een hier en daar ernstige onder
toon: „Ik ben degene, die het
meest van mezelf heeft meege
maakt. Dat was niet altijd pret
tig. Mijn collega Furtwangler
zei, toen hij naar een stukje film
had gekeken waarop hij stond te
dirigeren: ik ben niet zo'n be
wonderaar van mezelf. Ik heb
hetzelfde gevoel. Toch kan ik
niet ontkennen, dat ik het wel
leuk vind nu even in het middel
punt te staan."
Aan het boek hebben onder an
deren Vladimir Ashkenazy, Ja-
net Baker, Robert Heppener,
Herman Krebbers, Seiji Ozawa,
Murray Perahia, Simon Rattle,
Andras Schiff en Jaap van Zwe
den meegewerkt. Zij waren er
dinsdag niet.
Tot de medewerkers, die wél van
de gelegenheid gebruik maak
ten Haitink te feliciteren, be
hoorde de zangeres Sophia van
Santé, die een brief met de aan
hef 'Lieve jarige Bernard'
schreef. Ook de 83-jarige so
praan Gré Brouwenstijn, ooit
lieveling van het Nederlandse
operapubliek, was er bij. „Zij
was het die mijn eerste opera
uitvoering, 'Don Carlos', red
de", riep Haitink enthousiast.
Bij het boek is een cd gevoegd,
waarop Haitink het Concertge
bouworkest dirigeert m werken
van Berg en Ravel ('L'enfant et
les sortilèges'). „Mooie keus",
aldus Haitink. „Het is prettig
even van Mahler en Bruckner af
te zijn. Dat geeft me een licht ge
voel."
Aad van derVen
Bernard Haitink - Liber Amicorum -
Uitgeverij Anthos, f 49,90
Een repetitiefragment uit de opera Arion en de Dolfijn, die zaterdag in de voormalige tabakshal van de
Van Nellefabriekin Nederlandse première gaat. foto Jaap Rozema
van de stichting Culturele Evenementen
Rotterdam en het Albeda College voor mid
delbaar beroepsonderwijs.
Regisseur Jos Groenier: „Het was bijvoor
beeld moeilijk een goede locatie te vinden.
Het moest een plek zijn die heel erg Rotter
dams was, maar ook een waar je de tijd hebt
zo'n opera op te bouwen en te repeteren. Dit
is niet iets voor een theater. Het liefst had ik
iets midden in de Maas gedaan, het gaat ten
slotte om dolfijnen. Toen dat niet bleek te
lukken kwam de Van Nelle-fabriek in beeld.
Zo'n gebouw vraagt om iets bijzonders, en
Rotterdamser kan bijna niet. Maar het was
toen pas verkocht en het is lange tijd onze
ker geweest of we hier aan de slag konden
Deze voorstelling, waarvoor hij ook het ont
werp heeft gemaakt, is wel een van de be
werkelijkste die hij onder handen heeft ge
had. „Voorwaarde die ik gesteld heb is wel
dat de directe uitvoerenden beroepsmensen
zijn. Die brengen htm ervaring in waar an
deren weer van leren. Anders werkt het
niet." De 'beroeps' zijn behalve hijzelf en de
twee genoemde solisten ook tenor Romain
Bischoff, die de kapitein vertolkt en so
praan Caren van Oijen, die de dolfijnpartij
zingt. Zes kleinere solistische rollen worden
uitgevoerd door Rotterdamse conservatori
umstudenten. Het orkest is het Rotterdams
Doelenensemble onder leiding van dirigent
Ernst van Tiel, die zijn sporen verdiende bij
onder meer Mini Maxi en het Brabants
Orkest. Het koor, onder leiding van Jan van
Maanen. bestaat hoofdzakelijk uit ama
teurs. Het kinder- en jeugdkoor wordt ge
vormd door de Berkelse zangertjes en de
Young Voices. De dansers worden gecoa-
ched door de Rotterdamse Dansacademie
en bestaan deels uit amateurs, deels uit af
studerende leerlingen van deze dansschool.
En dan zijn er nog decors, licht, geluid, gri
me, kapsels, kostuums, bouw en techniek,
die door leerlingen en docenten van het Al
beda College, met z'n vele vormen van be
roepsonderwijs zijn verricht. Een logistieke
legpuzzel waarvoor project-coördinatrice
Ida van der Vreede verantwoordelijk is.
Terug naar Arion. De muzikant aan het hof
van Periander scheept zich in voor een tocht
naar Sicilié om daar op last van de koning
een belangrijke zangwedstrijd te winnen.
Dat lukt hem dankzij een magische schelp
die hij van de kapitiein heeft gekregen en
beladen met goud en juwelen keert hij terug
naar Corinthe. Maar de zeelui zijn afgunstig
en werpen hem overboord. Arion wordt ge
red door een school dolfijnen en wordt ver
liefd op de mooiste vrouwtjes-dolfijn. Een
maal in Corinthe worden ze van elkaar
gescheiden en sterft de dolfijn van verdriet.
De kapitein wordt ter dood veroordeeld, -
maar Arion pleit voor diens leven. Uiteinde
lijk offert hij zich op om het leven van de
zeelieden te sparen.
„Ik heb het slot bewust open gehouden",
zegt Jos Groenier. „Op belangrijke strijd
vragen in het leven is ook niet altijd een slui
tend antwoord. Arion staat voor de vrijheid,
de dolfijnen voor de natuur en harmonie, de
zeelieden voor de hebzucht en het 'geschip
per' van de mens. Die krachten strijden
voortdurend om de macht, ook binnen de
mens zelf. Waar het hier om gaat is welke-
keuzen de mens maakt om overeind te blij
ven tussen 'goed' en kwaad'."
,Het belangrijkste is om de gelaagdheid van
de emoties zichtbaar te maken zodat het
mensen van vlees en bloed worden. De mu
ziek de tekst en de handeling kunnen elkaar
versterken, maar ook contrasterend wer
ken. Als je al die nuances kunt overbrengen
wordt het pas spannend en kom je aan die
onderste lagen toe, laat je zien wat erbinnen
in die mensen leeft."
De inrichting van de grote fabriekshal en de
decors zijn bewust sober gehouden, vertelt
hijj uist om het dramatisch effect te verster
ken. „Ik heb niet geprobeerd er een com
pleet ingericht theater van te maken. Het
blijft simpel, maar juist daardoor helder.
Het mooie van deze hal is dat hij door z'n
omvang ook letterlijk de ruimte biedt aan
grote emoties. Je kunt ze er in kwijt." Even
als water, dat een belangrijke rol speelt in
het verhaal en dat ook door de hal zal stro
men.
En dan klinkt plotseling het hemelse gezang
van Arion, luisterend naar de magische
schelp. Maarten Koningsberger, ondermeer
docent zang aan het Rotterdams Conserva
torium, ziet er prachtig uit met zijn lier.
Maar behalve lijfelijk zal hij tijdens de
voorstelli ng ook anderszins nadrukkelijk te
zien zijn. Vrijwilligers uit de asielcentra
hebben voor het decor 75 torso's van hem
gemaakt, beschilderd met goudverf. Goud-
merk, van Van Nelle.
Frans Alten
Opera: Arion de Dolfijn - opera van AlecRoth
en Vikram Seth. Regie Jos Groenier. Muzikalelei-
ding Ernst van Tiel en het Doelen-ensemble. So
listen. Maarten Koningsberger. Romain Bischoff,
Caren van Oijen, Kor-Jan Dusseljee. Met onder
steuningsan leerlingen en docent en van hei Albe-
da College, Rotterdamse Dansacademie. SKVR.
asielcentra en vrijwilligers uit de wijk Feijen-
oord Van Nelle Ontwerpfabriek. zaterdag 13
maart (première), 20.00 uur; zondag 14 maart
20.00 uur, dindag 1 fi maart 20 uur. Kaarten 22,50.
Reserveren010-4140000.
Het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours beleeft
deze maand in het Utrechtse Vredenburg zijn vijfde
editie. Koos Groen, fervent Lisztverzamelaar en bedenker
van het concours, legt uit hoe het zit met zijn favoriete
componist. „Liszt is moeilijk. Aan Liszt moet je iets
toevoegen. Als je bij Liszt alleen speelt wat er staat, is het
niks. Het simpele is dan kaal, en het volle bombastisch. Je
moet Liszt met pathos spelen, maar zonder bombastisch te
worden, en het moet sentiment hebben, maar niet
sentimenteel zijn. Dat is niet iedereen gegeven."
Koos Groen, de man achter het internationale Liszt-pianoconcours: „Muziek is te leuk om er mijn beroep van te maken." foto Jaap de Boer
geschikt voor zijn, slaan zich er
het makkelijkst doorheen.
Toch betekent dat niet dat de
winnaar per definitie een man
zal zijn. Neem Martha Argerich.
Er zijn weinig mannen die het
stuk zo krachtig spelen als zij
Ze heeft vrij forse handen, maar
het is ook een kwestie van
ontwikkeling van de spieren.
Alicia de Larrocha heeft kleine
handen, maar door bepaalde
vingerzettingen en oefeningen
kan ze toch die grote grepen in
haar vingers krijgen. En bijna
elk jaar dringt er ook een vrouw-
door in de finale. Vorige keer een
Japanse, de keer daarvoor twee
Russinnen. Het is dus zeker niet
zo dat dit concours
vrouwonvriendelijk is.En Liszt
zeker ook niet. Vergeet niet dat
de piano in de tijd van Liszt een
totaal andere statuur had dan
de Stein way's van
tegenwoordig. De toetsen van
de Erards en de Pleyels waren
smaller, dus je haalde
makkelijker een decime dan
tegenwoordig."
Maar Groen is geen voorstander
van een Lisztconcours op een
historische piano. „Daar zijn
onze oren niet op ingesteld. Ik
heb wel opnamen van Liszt op
instrumenten uit zijn eigen tijd.
maar ik vind het toch al gauw
iets hebben van een pianola."
Koos Groen heeft zelf geen
professionele geschiedenis in de
muziek, hij is een echte amateur.
Daar is hij nog altijd dankbaar
voor, want hij vindt muziek te
leuk om er zijn beroep van te
vrijdag 12 maart 1999