Vreugde in het schop werk Calis licht doopceel van onze letteren 1 Oudheid met een knipoog Anna Enquist en Ronald Giphart D7P kunst r£j\j cultuur Vrienden van weleer 10 hoofdstukken van De vrienden van weleer zijn aan Criterium gewijd. Reve maakte daarin zijn debuut, net als Jan Hanlo. Maar vooral Willem Frederik Hermans was zeer nadrukkelijk aanwezig. Samen met onder anderen Adriaan Morriën had hij zittingir de redactie. Die twee waren volgens Cafe 'een gouden team', maar ze hielden een ka ter aan de samenwerking over. In dit boekt; de ruzie tussen Hei-mans en Morriën tot op de bodem uitgezocht. De eerste was financi eel voor een belangrijk deel van het blad afhankelijk en zette zich volledig in. Zijn woede over de aarzelende en soms onwaar achtige opstelling van de ander is daarom begrijpelijk. De vrienden van weleer werden in elk geval levenslange vijanden. De mooie verwach tingen vervlogen. Maar Piet Calis heeft dus nog een vrolijke finale in petto voor zijn in drukwekkende serie waarin de wortels van de hedendaagse literatuur worden blootge legd. H.W. Piet CalisDe vrienden van weleer. Schrijvers er. tijdschriften tassen 1945 en 1948-420pag./geïl lustreerd/ f 49,90 - Meulenhoff, Amsterdam. Twee jaar geleden verraste de Vlaamse classicus Patrick DeRynck(geb. 1963) zijn lezers, die hem tot dan toe enkel ken den uit uitmuntende, zeer gede gen publicaties als het samen met Andries Wëlkenhuysen ge schreven De Oudheid in het Ne derlands en de bloemlezing La tijnse poëzie Op de snaren van Apollomet een heel speels boek De knipoog van Medusa. On dertitel: 'Avonturen van oude Grieken'. Het bevatte bewer kingen van de teksten uit zijn radioprogramma 'Het einde van de wereld'. De uitzendingen zo wel als het boek hadden succes, en het is dan ook heel plezierig dat er thans een tweede bundel in dezelfde trant verschenen is: Het ei van Helena, 'Avonturen met Griekse godinnen'. Ook dit is weer een boek dat je moeilijk uit handen legt wan neer je er eenmaal in begonnen bent, ook al raadt de auteur aan niet meer dan één verhaal per week te lezen. De stof van de oeroude mythen zou namelijk over het algemeen zo liederlijk en verbijsterend, amoreel en ab surd zijn, dat de geschokte lezer de relativering van De Rvncks humor en spot bitter nodig heeft om die lawines van rampen en misdaden zonder schade te kun nen verwerken Doordat De Rynck zich keer op keer rechtstreeks tot zijn lezer richt met mededelingen over zijn speurtochten in bibliothe ken, naslagwerken en oude foli anten, zie je hem telkens aan het werk: een serieus wetenschap pelijk onderzoeker met de instelling van een spottende kwajongen, professor en blaag versmolten in één. Hij benadert de Oudheid niet met heilig ont zag maar met ix-onie en ki-itische blik, en haalt tei'loops ook even uit naar analoge onzin uit het christendom. Wanneer Leda, koningin van Sparta, door op pergod Zeus in de gedaante van een zwaan bevrucht is, staat er: ,,In minder profane verhalen durft een duif wel eens dezelfde functie te vervullen." Als Pax-is de appel aan Afi-odite, de mooi ste van de drie godinnen uit- reikt, heet het: „De haat in de blik van Athena en Hera, de twee andere kandidaten, was dodelijk. En een dik decennium en duizenden doden later zou Ti-oje niet meer bestaan. Vanwe ge een appel, ook in andere ver halen de vrucht des verderfs." En in het slotverhaal, een 'bis- nummer' en hopelijk de opmaat tot deel drie in deze reeks, ver wijst hij voortdui-end, zelfs door het taalgebruik, naar de evan geliën. Er wordt dan ook ge zegd: „Het ideale moment om het te lezen is rond Kerstmis." Wanneer Leto Artemis ter we reld brengt, 'beurtelings leu nend tegen een palm- en een olijfboom en met haar onge schoeide voeten in het keiige zand', lezen we: 'Zij kon alleen maar dromen van een droge stal met links een warme lucht bla zende ezel en rechts een BSE. arm rund'. Vierendertig levensverhalen van Oud-Griekse wouwen, aaneengeregen door vijftig episodes uit het raadselachtig bestaan van de roemruchte He lena van Troje, de mooiste vrouw aller tijden, zogezegd Vrijwel alles wat we over die vrouwen weten, waarschuwtDj Rynck, heeft ons bereikt via de mond en uit de pén van mannen „En al die teksten werden een- wenlang gefilterd, gezift en geïnterpreteerd door ander? mannen: kerkvaders, monn> ken, humanisten, filologen. Die waren niet allemaal even vrouwvriendelijk. Het is hoogste tijd voor een inhaalbe. weging." De zeer hedendaagse Vlaming nam het fel voor de antieke hel dinnen op. Hij laat overtuigend zien dat ze hun mannetje ston den in liefde en in haat, in moed in list en in onvoorstelbar? wreedheid. Hij doet dat met be trokkenheid, bewondering warmte, verbijstering, een spot tende knipoog en een bevrijden- de schaterlach. Het ene momen: serieus geleerde, het anderees joelende student. H.W. Patrick De Rynck: Het ei van Hek- na. Avonturen met Griekse go io nen - Davidsfonds/Clauwaert n samenwerking met Aristos, Leu ven/Rotterdam -185 pag., Bfrs 49j f 28,50. nna Enquist (geb. 1945) en Ronald Giphart (geb. 1965) horen tot de meest gelezen Nederlandse schrijvers van dit moment. Ze hebben allebei belangstelling voor voetbal. Anna Enquist getuigt daarvan in vijf verhalen uit haar pas verschenen bundel De kwetsuur. Ronald Giphart in zijn nieuwe novelle De Voorzitter. Haalt voetbal het slechtste in de mens naar boven? Ie tterkundige kroniek Al heel lang geleden schreef Charivarius (1870-1946) een 'Voetbal-hymne' die zich bijna laat lezen als een toekomstvoorspelling. 'O Spel, dat hoofd en hart der knapen vult, Die dagelijks 't gedaas der- krant verslinden, In hartstocht, die geen smaak voor 't hoog're duldt, Dat mensen beesten maakt, en zienden blinden - Hoort, hoe het plebs uit rauwe kelen brult, Terwijl het aan 't afzichtlijk schouwspel smult, Als daar een horde woestaards en ontzinden In 't schunnig schop-werk vuile vreugde vinden...', begon Charrvarius zijn sonnet. Jammer genoeg heeft die dichterlijke vermaning niet geholpen. Integendeel, voetbal wilt de hoofden en harten van meer mensen dan ooit. En de bedenkelijke kanten van het voetbal zijn in de tijd van het grote geld en het supportersgeweld, de televisie en de sponsors alleen maar toegenomen. Desondanks is voetbal langzamerhand een onderwerp geworden dat ook door sommige schrijvers serieus wordt genomen. We kennen tegenwoordig zelfs een literair voetbaltijdschrift Hard gras. Anna Enquist heeft daarin enkele verhalen gepubliceerd die nu terug te vinden zijn in haar bundel De kwetsuur Ook Ronald Giphart behoort tot de medewerkers, eerdere versies van zijn hilarische novelle De Voorzitter werden in het blad opgenomen. Ondanks hun interesse denk ik dat beide schrijvers het op zekere hoogte eens zullen zijn met de bezwaren van Charivarius. Gipharts novelle is een bijtende satire over wat er in de profvoetballerij gaande is. En al spelen Enquists verhalen zrch af in een betrekkelijk onschuldige wereld, ook bij haar ontaardt voetbal vaak in een afzichtelijk schouwspel. Het wordt nog altijd een beetje raar gevonden: letterkundigen die zich in voetbal verdiepen. Maar deze twee auteurs houden zich, volgens menigeen, dan ook op aan de rand van de literatuur. Bij Ronald Giphart is dat ongetwijfeld een kwestie van berekening: hij houdt ervan te provoceren, óver de grens te gaan van wat betamelijk wordt geacht. Maar hij weet wat hij doet, met vrolijke knipogen bewijst hrj steeds weer de regels van het literaire spel precies te kennen om ze vervolgens toch te Anna Enquist blijft, ondanks haar succes, in haar proza en poëzie overko men als een zondagsschrijver. foto Peter Boer in de verhalen uit De kwetsuur allemaal zo simpel mogelijk te houden. Waagt zij zich toch aan beeldspraak, dan loopt het vaak verkeerd af. Zo is er sprake van voetballers die 'zich als dolle hommels in de vermeende loop van de bal' storten. En ze schrijft dit soort onbegrijpelijke dingen: 'Als een bloem in een vijver is het eiland naar de waterspiegel gegroeid.' Vijf van de tien verhalen uit haar boek zijn voetbalverhalen. Drie daarvan zijn het lezen waard. In 'De kwetsuur' volgt de schrijfster samen met haar man de verrichtingen van hun zoon Willem op het voetbalveld van sportpark 'De vuurlinie'. Tijdens de wedstrijd breekt Willem een been. Een hele reeks artsen buigt zich over zijn geval. 'Honger' is het verhaal van Hanna, een meisje van dertien dat een beetje verliefd is op de midvoor van DES. De voetballer - die ook een cafetaria drijft - nodigt haar uit te komen ki jken,Het wordt een prachtwedstrijd.'' Wat erna de wedstrijd gebeurt, is een stuk minder prachtig. De voetballer verkracht zijn jonge fan. Het beste verhaal uit het boek is 'Grieks voetbal', dat speelt in de tijd dat de Flevo-polders werden drooggelegd. De kinderen op het werkeiland voetballen graag en ze verheugen zich op een wedstrijd tegen een team van het vasteland. Hun onderwijzer vat het zeer ernstig op. Hij wordt steeds fanatieker. 'Roei ze uit! Vaag ze weg tot elke prijs. Liever de dood dan de nederlaag', moedigt hij de kinderen aan. Dat loopt uiteraard niet goed af. In De Voorzitter van Giphart gaat het niet over verdwaasde amateurs, maar over cynische profs. Gevoetbald wordt er eigenlijk nauwelijks, des te meer praat men over zaken en zaakjes. De realiteit wordt door de schrijver uitvergroot, er gaat geen bladzijde voorbij of je moet om deze grimmige komedie lachen. De hoofdpersoon van het verhaal is Epi Brons, iemand die zich in het leven redt met fraude, chantage en intimidatie. Hij is een liefhebber van macht en van vrouwen ('Godverdomme, zoals ik hou van kutten'). Hij verdient veel geld met zijn bedrijf 'Intertegel' en hij is de baas van de voetbalclub Bandstad '83, die het niet al te best doet in wat hij de 'PTTeletubbiecompetitie' noemt. Bons meent een meesterzet te doen wanneer hij Johan Cruijff als trainer aantrekt. Maar de resultaten blijven pover, en donkere wolken beginnen zich boven de voorzitter samen te pakken. Z'n tegenstanders slaan terug. Zijn vrouw verlaat hem. Van zijn kinderen komt niets terecht: een dochter wordt gek, een zoon mislukt als voetballer, en het ergste is dat een andere zoon besluit zijn leven aan de literatuur te wijden. De fiscale recherche verschijnt op het toneel. 'Intertegel' gaat failliet. Ook wordt hij afgezet bij Bandstad '83. Ronald Giphart geniet duideli jk van zijn lekker gekke verhaal, van zijn verrukkelijk slechte hoofdpersoon en van de ontluistering van de edele sport. Maar na al deze boeken wordt de neiging om de ondubbelzinnige conclusie van Charivarius te onderschrijven alleen maar groter: 'Ja, duizendwerf vervloekt zij 't voetbalspel, waarbij Bedrogen wordt, gewed, gekonkeld.../ Voort! vuige voetbalbende - vaar ter hel!' Hans Warren Anna Enquist: De kwetsuur. Tien verhalen - 232 pag. 34,90 gebon den f 45,- - De Arbeiderspers, Am- sterda m-A n twerpen Ronald Giphart: De Voorzitter. Epi sodische novelle-160 pag. f 27,50- Podium, Amsterdam. Graa Boomsma lieden die, tijdens een lange bootreis, met eikaars persoon lijke obsessies worden gecon fronteerd. Debuut. Nicolaas Matsier: Elke dag va derdag (De Bezige Bij, 87 blz., ƒ15,-). Het eerder verschenen Een uitgebreid echtpaartje, waarin Matsier alle belevenis sen met zijn dochters aan het papier toevertrouwde, aange vuld met zeven nieuwe verha len. Marieke GroenNet als Barba- papa (Podium, 188 blz., 29,90). Verhalen. De jonge vrouwen in Net als Barbapapa staan allen op het punt hun on schuld te verliezen. Alleen de aanleiding varieert. Prozade buut van Marieke Groen, die eerder boeken publiceerde over Ufo's en over de popgroep U2. Onno te Rijdt De navel van Chi- ara (Podium, 158 blz., ƒ29,90). Een jongeman geeft zijn voor spelbare toekomst op en stort zich in een avontuur met een jonge onweerstaanbare Itali aanse vrouw. Nieuwe roman van Onno te Rijdt (1959). Hester Albach: Een druppel goud (De Prom, 160 blz., 24,90). Verhalen. Van Hester Albach (1953) verschenen eer der de novelle Het debuut en de romans Een gezonde relatie en Evenbeelden. scheiden. Hij werkt duidelijk naar een doel toe. Dat is zeker te zien aan zijn relaas over Het Woordhet tijdschrift dat uitgever De Bezige Bij onfatsoenlijk snel weer liet val len. Calis benadrukt vooral dat dit het tijd schrift was waarin Bert Schierbeek zij n ver nieuwend proza publiceerde, waarin Jan G. Elburg en Gerrit Kouwenaar associatieve poëzie lieten verschijnen, en waarin vignet ten van Lucebert werden afgedrukt. Overigens was ook vrijwel alle andere nieu we literaire bladen slechts een kort leven beschoren. Slechts twee tijdschriften hiel den het wat langer vol. Podium bestond tot 1969. Libertinage - waarvan Calis nu de eer ste jaren beschrijft-redde het tot 1953. Cri terium was in 1948 in Libertinage opge gaan. De interessantste en spectaculairste proza Aafke Steenhuis: Het meer van verhalen (Contact, 143 blz., 32,90). Verhalen over de won derlijke samenhangen in het le ven; over beweging, toeval en betrokkenheid. Aafke Steen huis, schrijfster en tekenares, was onder meer redacteur van de Groene Amsterdammer voor- cultuur en Latijns Amerika in de periode 1974-1990. Dirk van Weelden Van hier naar hier (Meulenhoff, 272 blz., 39,90). In brieven, verhalen en beschouwingen beschrijft Van Weelden in zijn nieuwe boek de wanhoop en de roes die horen bij het vinden van een eigen begin. Ronald Giphart: Willem de Dik ke (De Arbeiderspers, 31 blz., geb., 25,-), een hilarisch sprookje over de besognes van een moderne kroonprins. Met il lustratie van Ruud de Rode. Jan Roelof van der Spoel: Lem- nringjaren (De-Bezige Bij, 129 blz., 27,50). Debuutroman over de drie levens die nauw met elkaar samenhangen. Rebecca Gomperts: Zeedrift (P odium, 175 blz., 29,90). Alle gorische roman over zeven mannelijke en vrouwelijke zee Nicolaas Matsier Joost Huls: Vorstverlet (Promet heus, 160 blz., 29,90). Een an tiquair krijgt een uitnodiging van zijn vroegere geliefdenaar de Filippijnen te komen. Zo komt zijn zekere maar kleurloze leventje opeens in een versnel ling die hij zelf maar nauwelijks kan bevatten. Debuutroman Graa Boomsma: Laagland (P rometheus, 188 blz., 29,90). Over familie, verbondenheid, ontworteling en de woede over wat verloren ging. Nieuwe, vijf de roman van Graa Boomsma. Koos van Zomeren: 1946 Ver kenning van een geboortejaar (De Arbeiderspers, 216 blz., 29,90). Koos van Zomeren bundelde de afleveringen van zijn wekelijkse kroniek, die hrj de afgelopen tijd in NRC Han delsblad publiceerde. Alfred Birney: Fantasia (Cont act, 125 blz., 29,90). Eerste verhalenbundel. Een aantal verhalen verscheen eerder in tijdschriften, kranten en gele genheidsuitgaven. Voor deze bundel werden ze herzien. Rob van Olm: Coby, mijn zusje (Conserve, 139 blz., 29,95). Roman over de dood van een j ong mei sj e en de gevolgen daar van. Rob van Olm (1947) schree! eerder Verloren dagen, een ro man over de Spaanse Burger oorlog. kwam deel twee uit, Speeltuin van de ti taantjes, gewijd aan de gang van zaken tus sen 1945 en 1948 bij Columbus, Proloog en Podium. Nu zag het licht De vrienden van weleer, over wat er in dezelfde tijd gebeurde bij Het Woord, Criterium en Libertinage. In 2001 - precies een halve eeuw na de gerucht makende Podiumavond waarop de Experi mentelen zich presenteerden - hoopt Calis zijn reeks af te sluiten met een boek over on der meer Cobra, Blurb en Braak. Stellig zal ook dat weer een omvangrijk werk worden. Want de auteur die vele getuigenissen, brie ven en documenten heeft verzameld, zou de ontwikkelingen in deze jaren voor de grote literaire omwenteling liefst van dag tot dag boekstaven. Die neiging maakt dat zijn boeken bijzon der gedetailleerd zijn. Hij gaat uitgebreid in op de inhoud van de bladen, licht de doop ceel van alle betrokkenen enzovoorts. Er is Calis wel eens verweten dat hij te volledig wil zijn. Maar wanneer deze dingen nu niet vastgelegd worden, kan het waarschijnlijk nooit meer. Voor het achterhalen van som mige feiten is het zelfs al te laat, blijkt hier en daar uit deze boeken. Hij is, zoals hij in De vrienden van weleer bewijst, wel dege lijk in staat hoofdzaken van bijzaken te Al jarenlang werkt Piet Calis (geb. 1936) aan een studie over een weinig belichte periode van onze literatuur: de jaren vóór de vijftigers doorbraken. Het was een tijd van grote hoop en bittere teleurstellingen, van vele verwachtingsvolle debutanten en wei nig auteurs die zich wisten te handhaven. Maar ongetwijfeld is in deze periode het fundament gelegd door de hedendaagse let terkunde Schrijvers als Hermans en Reve die destijds hun loopbaan begonnen, zijn nog altijd niet van hun vooraanstaande plaats verdrongen. Calis vertelt zijn verhaal aan de hand van wat er in en rondom de lite raire tijdschriften voorviel. Een verstandi ge keuze. Weliswaar waren in die jaren com mercieel gezien de letterkundige bladen even marginaal als nu. Maar in artistiek op zicht waren ze veel belangrijker dan tegen woordig. Wanneer een essayist, een prozaïst of een dichter vandaag iets te zeggen heeft, doet hij dat op de televisie of in de krant. In dertijd gebruikte men daarvoor een literair tijdschrift. De onderneming van Calis zal tot vier boeken leiden. In 1989 verscheen Het onder gronds verwachten, over de illegale en clan destiene tijdschriften die in de bezettingsja ren werden uitgebracht. Zes jaar geleden Harry Mulisch (rechts) ontving in 1951 de Reina Prinsen Geerlings Prijs. Ronald Giphart houdt ervan te provoceren, óver de grens te gaan van wat betamelijk wordt geacht. overtreden. In het geval van Anna Enquist krijg je de indruk dat zulke overtredingen aan onhandigheid te wijten zijn. Ze blijft, ondanks haar succes, in haar proza en poëzie overkomen als een zondagsschrijver. Het schrijven gaat Giphart gemakkelijk af: hij jongleert virtuoos met de taal en spot dat het een lust is. Enquist heeft er duidelijk moeite mee: een lachje kan er nooit af en ze probeert het fotoAnnette Vlug vrijdag 12 maart 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 10