Veranderen
is niet altijd
verbeteren
PZC
van de
restauratie
Alsof
je de
hemel
in kijkt
Officiële heropening Historie
Beeldhouwer
Ton Mooy zet
handtekening
mm
basiliek Hulst donderdag 11 maart 1999 27
Hans de Kort, een van de zes
pastors van de Willibrordus Ba
siliek.
door Jean-Lou de Gucht
De trots van Hulst. Zo noemt
Hans de Kort, één van de
zes pastors van het team dat
■verantwoordelijk is voor de H.
■Willibrordus Basiliek, de
■gerestaureerde kerk. „Het geeft
"leen bijzonder gevoel om in de
■basiliek van Hulst de mis op te
■dragen. Je wordt door de
■aanwezigen van alle kanten
■jekeken. En als je naar boven
pnjkt, zie je de sterren in het
fclafond. Het is alsof je de hemel
■jinkijkt. Mensen zeggen vaak
■tegen me da t de basiliek in Hulst
■nog een echte kerk is en veel
meer charme heeft dan een
I modern kerkgebouw. Daar ben
I Met eigenlijk wel mee eens.
I Dezekerk roept nog echt het
I mysterie op van God, het heft
hel hart als het ware op naar
boven."
In de marge
Decentrale plaats van de
basiliek in het centrum van
Hulst komt volgens De Kort niet
meer overeen met de plaats die
dekerk in het leven van de
mensen inneemt. „De basiliek is
bewust op deze plaats
neergezet. In het leven van de
middeleeuwse mens stond God
centraal. Tegenwoordig is dat
niet meer zo God staat niet
meer in het centrum van de
Hulsterse mens. Je kunt rustig
stellen dat God hoe langer hoe
meer in de marge terecht is
gekomen. Dat is ook de reden
dat steeds meer kerken worden
gesloten. De centrale rol van de
theologie is hoe langer hoe meer
overgenomen door de economie
en de techniek."
De Hulster pastor betreurt het
dat de huidige tijdgeest teveel
gencht is op materialistische
zaken. „Natuurlijk is het
J belangrijk dat de behoeften van
de mensen bevredigd worden,
maar er is meer. De mens leeft
I met van brood alleen. Je kunt je
leven met blijven vullen met nog
i meer auto's en vakanties. Het
kan toch niet zo zijn dat het
leven alleen bestaat uit
ij produceren en consumeren. De
mens komt zo in een
koortsachtige spiraal terecht,
waarin hij niet meer tot rust
t komt."
Kentering
j Toch denkt De Kort dat er
j wellicht een kentering op komst
is. De geestelijke leegheid moet
'1 uiteindelijk gevuld worden.
iiDematex-ialistischemensis
f meer en meer op zoek naar
geestelijke verdieping. Kijk
maar eens hoeveel mensen iets
zoeken op paranormale beurzen
en in sekten, hoeveel mensen
gaan er niet naar
bezinningsdagen. Ik ben van
mening dat ze daarmee een
zekere rekening aan de kerk
presenteren. Wij zijn misschien
wel te kort geschoten. Met
alleen een kerkdienst en een
preek op zondag hebben we de
mensen gewoon te weinig te
bieden. We zouden er goed aan
doen eens na te denken over wat
w e meer voor de mensen kunnen
betekenen. Ik reken het tot een
belangrijke taak van de kerk om
mensen weer tot bezinning te
brengen. Sinds de biechtstoelen
meg zijn, zitten de wachtkamers
Van de psychiaters vol. Ik ben
ervan overtuigd dat de mens
Uiteindelijk blijft hunkeren
uaar het mysterie van God.
Kerkvader Augustinus zei het
mimers al: onrustig is mijn hart,
totdat het rust vindt in U."
mÊmÊmKmsaammËmmtmmmamKÊmÊÊiÊmmmmÊÊimtmmKismÊxmsÊmÊmmmÊmmmimmÊÊmimÊÊÊÊÊÊÊiÊitÊmitÊÊÊÊm
door Conny van Gremberghe
Halverwege de jaren '80 constateert het bestuur van de
Willibrorsdusparochie in Hulst dat de staat van onder
houd van de basiliek te wensen overlaat. Weer en wind, zure
regen en het autoverkeer doen de gevels en ornamenten lij
den. De buitenkant gaat gehuld onder een zwarte roetlaag,
de glas-en loodramen verliezen glas en het loodwerk is no
dig aan vervanging toe. Een commissie van wijzen wordt ge
formeerd die het parochiebestuur van advies moet dienen.
28-12-1989: De commissie komt met het advies aan het paro
chiebestuur dat aan een restauratie niet valt te ontkomen
23-1-1990: Parochiebestuur besluit tot restauratie.
30-1-1990: Een eerste restauratieplan wordt ingediend bij de
gemeente Hulst óm subsidie te kunnen krijgen op het project.
Het plan gaat uit van een begroting van 4 miljoen gulden,
maart 1990: De subsidie-aanvraag wordt aangepast omdat
het Rijk voor de instandhouding van beschermde kerkgebou
wen een apart fonds van 130 miljoen gulden in het leven
heeft geroepen. Het bestuur wil een beroep doen op dit nieu
we, tijdelijke fonds.
19-3-1991: De Bonte Knaagkever houdt huis in de kerk en
noopt het kerkbestuur tot een aanpassing van het restaura
tieplan. De begroting komt nu uit op ruim 4,5 miljoen gulden.
De subsidie-aanvraag wordt weer aangepast.
23-6-1992: Weer nieuwe subsidiepotten scheppen perspec
tief voor grotere restauratiebeurt. Ook bestaat er een zure re-
genpot. Restauratieplan wordt weer herzien, nieuwe subsi
die-aanvraag gaat de deur uit. Kosten opknapbeurt nu ruim
16,2 miljoen gulden.
15-10-1992: Kerkbestuur wacht lang op reactie subsidiege
ver. Directeur rijksdienst Monumentenzorg komt naar Hulst,
bekijkt het monument en kweekt hoop.
23-3-1993: Subsidie-aanvraag moet nog eens worden aan
gepast.
23-12-1993: Nieuwe directeur Monumentenzorg roept optot
algemene mobilisatie in Hulst om voldoende geld voor res
tauratie in te zamelen, daarnaast wil hij zo spoedig mogelijk
een besteksklaar plan voor toren en kerk op zijn bureau zien.
29-4-1994: Kerkebestuur geeft Sturm Architecten opdracht
dat plan te maken.
7-6-1994: Eerste vergadering van het bouwteam.
14-10-1994: Stichting Fondsenwerving Restauratie Basiliek
start haar activiteiten.
20-2-1995: Bericht van rijkssubsidiegevers, voor kerk en to
ren is bijna 11,4 miljoen gulden aan steungeld toegekend.
21-3-1995: Aannemingsbedrijf H. Jurriëns uit Utrecht is
goedkoopste bij aanbesteding en mag het karwei klaren,
mei 1995: Startsein om te mogen beginnen met restauratie
blijft uit.
zomer 1995: Via media wordt politieke aandacht gevraagd
voor de opknapbeurt van de basiliek.
augustus 1995: Geen steun voor restauratieproject van Euro
pese Gemeenschap. Project stond derde op de lijst, maar de
EG had er geen geld voor over.
november 1995: Kabinet stelt eenmalig 275 miljoen gulden
beschikbaar voor de restauratie van grote monumenten.
6 december 1995: Staatssecretaris A. Nuis maakt middelen
vrij voor Hulster project, maar pas eind februari weet de res
tauratiecommissie dat de eerste 3,2 miljoen gulden van het
Rijk er aan zit te komen.
28 maart 1996: Gemeenteraad van Hulst stelt zich garant
voordeel restauratiekosten.
5 april 1996: Parochiebestuur geeft opdracht tot begin res
tauratie.
9 juni 1996: Project officieel van start. Nuis geeft beginsig-
naal.
mei 1997: Schip kerk opgeknapt, plaatsing van kruisbloem
op westgevel.
najaar 1998: Buitenwerk voltooid, parochianen moeten tijde
lijk wijken voor opknapbeurt binnenwerk,
december 1998: Kerk kan weer in gebruik worden genomen,
vrijdag 19 maart: Officiële opening gerestaureerde basiliek.
Dik een decennium na het opstellen van de eerste restauratieplan
nen is de Hulster Willibrordusbasiliek, nagenoeg, geheel opge
knapt. De kerk is sinds Kerstmis vorig jaar al weer volop in gebruik,
maar vrijdag 19 maart wordt de officiële heropening gevierd.
De bekende Hulsterse organist Jo Ivens opent om 19.00 uur de plechtig
heid met een mini-concert op het fameuze zestiende eeuwse orgel. Ver
volgens krijgen de genodigden een litanie van toespraken te horen, tij
dens welke de historie van de basiliek voorbij zal trekken en de unieke
sfeer door velen zal worden geschetst.
Burgemeester A Kessen, pastor C. van Geloof, architect F. Sturm,
bouwcoördinator P. Hamelink, gedeputeerde G. de Kok en A Assel-
bergs van de Rijksdienst Monumentenzorg voeren achtereenvolgens
het woord alvorens een herdenkingsteken wordt onthuld. Ook oud
staatssecretaris A Nuis geeft naar alle waarschijnlijkheid acte de pre
sence. Nuis startte zijn Werkplan Monumentenzorg in juni '96 met het
toekennen van de eerste subsidiebedragen voor de restauratie van de
basiliek. Het Hulster Gemengd Koor, de Cantorij der Basiliek en de Ko
ninklijke Stedelijke Harmonie luisteren de openingsplechtigheden op.
Een dag later, zaterdag 20 maart, kunnen alle Hulstenaars en andere
geïnteresseerden het gerenoveerde kerkgebouw tussen 10.00 en 16.00
uur van binnen bekijken.
Door deel te nemen aan door amateur-historici verzorgde rondleidin
gen kan eenieder alles over de restauratiewerkzaamheden te weten ko
men.
fotografie Peter Nicolai
kerk bleef er in slechte staat bij
staan. In 1880, zo valt in de ar
chieven te lezen 'viel de kalk als
sneeuw van het gewelf naar be
neden Actie was nodig en volg
de ook. De gewelfvelden werden
volldig afgekapt en opnieuw be
pleisterd, helaas werd er ook ge
morreld aan hardstenen delen
van de kerk. Tien jaar later
kreeg men spijt van dat ondes
kundig restaureren, toen er
scheuren werden ontdekt in de
oostelijke torenpijlers. Cuypers'
hulp werd weer ingeroepen om
de schade te herstellen. Weer
werd er gekapt en bepleisterd.
De nieuwe pleisterlaag werd
door de Gentse decoratieschil
der Remi Goethals rijk beschil
derd. De polychromie werd ech
ter niet gewaardeerd, eind jaren
twintig - toen de basiliek volle
dig in katholieke handen over
ging - werd het sierschilderwerk
dan ook onmiddellijk verwij
derd.
Botsende meningen
De aankoop van de basiliek in
1929 door de katholieken - voor
de somma van 120.000 gulden -
stelde het nieuwe parochiebe
stuur gelijk voor een nieuw pro
bleem. Geld voor een grote
restauratiebeurt was niet voor
handen. Stadsarchitect F. Rou
leau was bereid om voor de helft
van zijn normale gage een restu-
aratieplan op te stellen samen
met J. Cuypers, zoon van de
vroegere rijksbouwmeester.
Cuypers vertikte dat echter.
Vervolgens ontstond er in de
kringen van de architecten enig
gekrakeel over hoe gotische
bouwwerken moesten worden
gerestaureerd. Moesten de
bouwwerken in oude stijl wor
den hersteld, moesten ze wor
den 'verbeterd' of mocht dit
juist niet. De historica Ineke Pey
heeft dat voortdurend botsen
van meningen aardig beschre
ven in haar boekje 'De Sint-Wil-
librorduskerk te Hulst in nieu
we luister', dat drie jaar terug
werd uitgegeven door de Hul
ster heemkundige kring.
Hoe het ook zij, uiteindelijk
werd het kerkgebouw aange
pakt, voorzien van nieuwe glas-
in-lood (ijzer) ramen met een
uitbundig neo-gotisch maas
werk, de pinakels werden ver
vangen door neo-gotische
exemplaren in een soberder
stijl, het hekwerk rond de kerk
werd vervangen door een stenen
muur en het binnenwerk werd
volledig ontpleisterd. Delen van
het buitenwerk die in de jaren
dertig verdwenen zijn nu, bij de
laatste restauratiebeurt, weer
teruggekomen. Want, in Hulst
weten ze inmiddels, dat elke
verandering niet per se een ver
betering is.
door René Hoonhorst
Gebouwen hebben - al
zijn ze opgetrokken uit
het hardste graniet - niet het
eeuwige leven. Mortel ver
liest in de loop der jaren zijn
bindende kracht tussen de
stenen, gevels kunnen niet
op tegen de verwoestende
kracht van wind en regen,
stenen verbrokkelen en ver
pieteren en op gezette tijden
moet er dan ook - wil men het
gebouw behouden - ingegre
pen worden. Dan verschij
nen architecten en bouw-
meesters ten tonele, worden
De jongste restauratie van de basiliek werd ook aangegre
pen om wat verfraaiingen aan te brengen én misperen uit
vorige opknapbeurten te corrigeren. Zo werd het wat sombere
bruin waar de luiken van de dakkapellen het de laatste eeu
wen mee moesten stellen, vervangen door fris ossenbloed-
rood.
De pironnen, ornamentjes op de daknokken, kregen een blad
gouden laagje en de wimbergen, steile topgevels boven ven
sters en portalen, werden in alle gotische glorie hersteld. Bo
vendien werden er 22 pinakels op de omloop van het kerkkoor
geplaatst en kwamen er vier nieuwe gotische siertorentjes op
de westgevel. De pinakels stonden er weliswaar vorige eeuw
al niet meer op, maar als het aan de bekende architect P. Cuy
pers had gelegen waren ze begin deze eeuw reeds terugge
plaatst. Het geld ontbrak echter toen de katholieken in 1929
het hele kerkgebouw weer in handen kregen. De tekeningen
van Cuypers werden in de kerkarchieven teruggevonden en
de huidige restauratiecommissie besloot dat de torentjes er
deze keer koste wat kost moesten komen.
„Ze geven de wat sobere basiliek ook van buiten wat extra ca
chet", verklaart bouwcoördinator Piet Hamelink. Beeldhou
wer Ton Mooy tooide elke uit Tsjechisch trachiet (een hard,
granietachtig stollingsgesteente) gehouwen torentje met
kunstzinnige bloem versiersel en en een kruisbloem op de top.
Als een middeleeuwse kunstenaar zette Mooy op één van de
pinakels zijn handtekening: een klein (acht centimeter) man
netje, dat zich angstvallig vasthoudt aan een ezelzadeltje op
één van de krufèbloempjes op een torentje. Met het blote oog is
het bange kereltje niet te zien, maar met een goede verrekijker
moet het 'geintje' van Mooy vanaf de Lange Nieuwstraat zijn
te zien.
Beeldhouwer Ton Mooy zette op één van de pinakels zijn
handtekening: een klein (acht centimeter) mannetje.
Restauratie van de basiliek in 1930.
ders hun zegje wilden doen. Het
gevolg van dit steekspel met
woorden en meningen was dat
herstelplannen telkenmale
werden herzien, werden aange
past, totdat er een compromis
uitrolde dat voor de meeste be
trokkenen acceptabel was. Na
de torenbrand van 1876 had
rijksbouwmeester P.J.H. Cuy
pers - nog voor rijksambtenaren
de schade in Hulst hadden opge
nomen - een nieuw herstelplan
voor toren en kerk gemaakt. Het
torenplan werd uitgevoerd,
maar Cuypers' restauratieplan
voor de eigenlijke kerk ver
dween linea recta in een diepe la
waar het nooit meer is uitgeko
men. De nieuwe neo-gotische
torenspits met een hoogte van
86 meter sierde de basiliek als
geen enkele spits tevoren had
gedaan. De Hulstenaren waren
er destijds zeer over te spreken,
maar zo niet de architecten Gu-
gel en Gosschalk, die meenden
dat Cuypers de toren hoger had
gemaakt dan nodig was. De me
ningsverschillen in kenners
kringen leidden uiteindelijk
toch nog tot consternatie, om
dat gemeente en Rijk met elkaar
in conflict raakten over de be
kostiging van de herstel werken.
De toren mocht dan na de brand
van 1876 een nieuwe spits heb
ben gekregen, de rest van de
Op 17 september 1944 werd de toren kapot geschoten.
er restauratie- en aanpas
singsplannen gemaakt en
ambachtslieden ingescha
keld. Zo ging het vroeger, zo
gaat het tegenwoordig nog.
door Conny van Gremberghe
Al is er nooit tevoren zo'n
veelomvattende restauratie
aan de Willibrordusbasiliek in
Hulst uitgevoerd als die van de
laatste jaren; in vroeger eeuwen
is er ook al heel wat aan het
kerkgebouw verbouwd, veran
derd en verbeterd. Zo werd de
torenspits sinds de late middel
eeuwen tot vier keer toe
vernieuwd, nadat natuur- en
oorlogsgeweld hadden toege
slagen. Ook het bedehuis zelve
werd verschillende malen onder
handen genomen, soms op vak
kundige wijze, de andere keer
bepaald niet, omdat architecten
meenden er goed aan te doen om
oude zaken 'te corrigeren' of
nieuwe ornamenten aan het
bouwwerk toe te voegen waar
bij nieuw en oud niet meer te on
derscheiden waren.
Dat de basiliek eeuwenlang in
handen was van het protestant
se Oost-ZeeuwsVlaamse volks
deel - een zeer kleine groep men
sen die de grote kerk eigenlijk
niet kon onderhouden - heeft
het bedehuis geen goed gedaan.
Ook het feit dat de kerk tussen
1806 en 1929 zowel door de pro
testanten als de katholieken ge
bruikt werd pakte - als we het
hebben over de onderhouds-
staat van het gebouw - niet al
tijd even goed uit.
Bliksem
En dan hebben we het nog niet
gehad over de natuurkrachten,
die in het verleden met name de
toren weigerden te ontzien. Tot
vier maal toe ging de torenspits
van de basiliek door brand - na
blikseminslagen - op in as. Tel
kens werd de bovenbouw weer
hersteld. De ene keer met meer
enthousiasme dan de andere
keer. Moest er aan de basiliek
iets vernieuwd, veranderd of
hersteld worden, dan ging daar
altijd een heel proces aan vooraf
waarin kerkbestuurders, bis
dom, architecten, ambtenaren
van monumentenzorg en ge
meente- en provinciebestuur-