Mooi hoor, alleen die
toren
hé
basiliek
Hulst
Hulst, de meest Vlaamse stad van Neder
land. Rijk aan geschiedenis en cultuur.
Het thuisfront van Reintje de Vos. Maar
vooral niet te vergeten: de stad van de Willi-
brordusbasiliek. Over vele schatten binnen
de stadspoorten heerst onvrede. Over de
Keldermanspoort, die aan een fikse op
knapbeurt toe is. Over het Houtenkwartier,
waar velen geen afscheid van kunnen ne
men. Zo ook over het Hulster godshuis. Ja
ren geleden pleitten parochiebestuurders al
voor restauratie van het gebouw.
door Catlijne Akkermans
De stenen aan de buitenkant zagen zwart
als hadden ze vlam gevat en het houtwerk in
het gebouw werd al tijden illegaal bewoond
door houtwormen. Enkele jaren geleden
ging de spreekwoordelijke kogel door de ba
siliek. De restauratie kon van start en zou in
totaal 11,5 miljoen gulden kosten. Niet niks,
dus. Maar het resultaat mag er wezen, vol
gens Hulstenaren en bezoekers van de stad.
Vrijdag 19 maart wordt de kerk officieel
heropend. De renovatie is dan op een oor na
gevild. Het kerkbestuur wil graag binnen
kort nog een entree voor invaliden in de
zuidgevel creëren en de tuin rondom de ba
siliek moet meer het karakter van wandel
plantsoen krijgen.
Trefpunt
L. Legrand komt uit Aalst en is een van de
vele Belgische bezoekers van de Hulsterse
weekmarkt. Hij komt een aantal keren per
jaar een kijkje nemen in de Reynaertstad en
kan zich nog wel herinneren hoe de basiliek
er vóór de restauratie uitzag. „Hij is erg
mooi geworden. De structuur van de stenen
komt goed uit en de zonnewijzer is erg origi
neel. Dat zie je niet vaak. Het is het trefpunt
van HulstDe binnenkant ken ik niet, ik ben
nog nooit in de basiliek geweest." Ookland-
genoot O. Janssens uit Temse steekt de lof
trompet. .Alleen die toren, die is veel te mo
dern en past echt niet bij de gotiek."
Hulstenaar J. deBooij wil zijn plaatsje in de
rij bij de groenteman op de markt wel even
laten schieten. Hij heeft de binnenkant van
het gebouw nog nooit bezichtigd. Maar over
het uiterlijk van de basiliek is hij erg te spre
ken. „Voor Hulst is het een fantastische op
knapbeurt." Ook hij ziet de toren graag ver
anderen, maar het gaat hem niet om de
vorm. „De kleur vind ik gewoon niet mooi.
Misschien moeten ze hem zandstralen,
maar ik weet niet of dat gaat." De tuin rond
om de kerk kan volgens hem veel bijdragen
aan het succes van de restauratie. „Zo'n jeu
de boules-baan vind ik wel een goed idee.
Dat brengt mensen met elkaar in contact."
„Ja, weer witter, hè! Hij zag er zo goor uit!"
Marktkraamster C. de Waele zet het krat
met kroppen sla even op de grond. „Ik vind
het alleen zo jammer dat de opening van de
kerk in besloten kring wordt gehouden. El
ke Hulstenaar heeft toch een steentje bijge
dragen aan de restauratie. Iedereen was er
bij betrokken. Het is een beetje zonde dat
alleen 'status-mensen' mogen komen."
„Hij is echt klaarder geworden, vroeger was
het zo'n donker kotzegt G. Meulemeester
uit Terhole met Vlaamse tongval. „Alleen
die toren steekt me wat tegen. Die staat er
niet bij." Achter zijn pintje in het café met
uitzicht op de basiliek en een shagje draai
end, legt hij uit hoe hij de omringing van de
kerk graag zou zien. „Een mooie tuin met
paadjes erin. Mensen, vooral ouderen, kun
nen niet altijd naar de wallen toe, omdat de
ze te hoog liggen. Die krijgen dan de moge
lijkheid om bij de kerk wat te wandelen. Het
is het enige stukje groen in de binnenstad!
Dat 'groen' moet volgens hem geen ordinair
grasveldje worden. „Niet zo'n terrein dat ie
dere week wordt gemaaid en klaar. Nee, zet
er bijvoorbeeld een bankje in en sluit lamp
jes aan. Maak het fris, zodat men daar lek
ker een tijdje kan vertoeven."
A Saman uit Kloosterzande heeft - als een
van de weinigen - het nieuwe interieur van
het godshuis al eens bewonderd,De Kruis
weg is mooi opgeknapt, echt als nieuw." De
buitenkant is bij haar ook in goede aarde ge
vallen, behalve die onvermijdelijke toren.
„Maar ja, hij hoort erbij, hè?! Je bent het ge
wend."
Volgens H. de Rijbel uit Sint Jansteen was
de nood hoog. „Als ze de boel niet gerestau
reerd hadden, was het over tien jaar gedaan.
Nu is het goed, ik denk dat hij veel toeristen
zal lokken." Hij heeft de vroegere toren nog
gekend. „Deze past er wel bijvind ik. Maar
een hoop mensen hebben er commentaar
op."
Uniek
O. van Nieulande uit Zuiddorpe werkt als
kok in een restaurant aan de Grote Markt.
Hij heeft de restauratie dus goed kunnen
volgen en is zeer positief over het resultaat.
„Hij is weer in oude staat gebracht. Voor
Hulst is het een uniek gebouw." Dat veel
mensen uit de streek geld hebben gegeven
voor de restauratie vindt Van Nieulande erg
bijzonder. „Dat er zoveel mensen zijn die er
interesse voor hebben!
H. de Bruijn staat iedere week met een
kraam op de markt. ..Ik vind de basiliek
prachtig geworden! Vroeger had ik er nog
nooit zo op gelet, maar nu steekt 'ie echt uit.
Iedereen die voorbij loopt, kijkt ernaar. Tij
dens de kerstmarkt was hij helemaal ver
licht. Ook de binnenkant is veel verbeterd.
Hé, wat vind jij van de basiliek?", vraagt hij
een collega. Die heeft een korte, maar
krachtige toevoeging. „De toren moet
eraf„Ja, daar vind ik ook niet veel aan",
beaamt De Bruijn.
fotografie Peter Nicolai
door René Hoonhorst
l\Tu de restauratie is vol-
1V tooid, levert de Hulster
basiliek van alle kanten een
mooiplaatje op. Voor het ma
ken van een foto zullen de
meeste fotografen waar
schijnlijk toch, behalve voor
het 'totaalbeeld' vanaf de
Grote Markt, voor een blik op
de westgevel kiezen. Aan de
Steenstraat bevinden zich
tenslotte de hoofdingang en
het grote voorportaal,
hiel is niet meer dan logisch
dat een beeld van Sint Willi-
brord in een lege nis hoog bo
ven de hoofdingang is ge
plaatst.
Of er ooit eerder een beeld
van de naamgever van de ba
siliek in of op de kerk heeft
gestaan is niet bekend. De
I nissen in de gevel zitten er
echter niet voor niets. Paro
chiebestuur, restauratiecom
missie én de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg waren
het er dan ook over eens dat
een basiliek die Willibrordus
heet niet zonder eerbewijs
kan voor de eerste man die de
rooms-katholieke blijde
boodschap in Nederland ver
kondigde.
Toon Grassens maakte een
sereen beeld van de heilige
bisschop. Op de rechterhand
van Wïllïbrord prijkt een
kerkje, het symbool van zijn
vruchtbare stichtingswerk.
De toren van het godshuisje
is gemaakt naar ontwerp van
Theo Verlaan. Zijn klassieke
torenspits moest het destijds
afleggen tegen de Prediker
van de architect Brouwer,
een keus die veel Hulstena
ren nog steeds betreuren. Zo
niet het parochiebestuur, liet
coördinator P. Hamelink bij
de installatie van het Willi-
brordusbeeld weten. „De to
renspits op het kerkje dat
Willibrordus op zijn hand
houdt, moet je niet zien als
bouwkundig commentaar,
maar als een knipoogje naar
de historie."
donderdag 11 maart 1999
Ze zijn er trots op. Zo schoon en wit staat-ie er bij.
De Willibrordusbasiliek van Hulst, het enige mo
nument in de vestingstad dat de tocht door de eeu
wen in volle glorie wist te doorstaan. Zeker, Hulst
telt meerdere mooie gebouwen met historie, maar
van geen enkele werden de eerste stenen gemetseld
in de Middeleeuwen. Het bedehuis in Scheldego-
tiek is een relikwie uit vergeten tijden, dat gekoes
terd werd door de bouwmeesters Van Leyen,
Spoorwater, Keldermans en Van Sassen en nog
steeds warm gewaardeerd wordt door de heden
daagse restauratiemeester Piet Hamelink en al die
andere Hulstenaren die de voorbije tien jaar grif
met geld over de brug kwamen om de grote kerk te
herstellen. Het karwei zit er op, vrijdag 19 maart
wordt de kerk officieel heropend; de stenen zijn
schoon, het leien dak is
vernieuwd en de orna
menten zijn terugge
plaatst op west-en oost
gevel. De tuin is gereed
gemaakt voor het groei
seizoen. De Hulstena
ren prijzen zich geluk
kig met het opgepoetste
sieraad van de binnen
stad. Had de oude kerk
meester Wilking nog geleefd, dan zou hij - net als in
de jaren twintig - wellicht uitgeroepen hebben dat
'de kathedraal er weer prachtig bijstond'. Wilking
zou net als toen in zijn enthousiasme de basiliek
onterecht opwaarderen tot een bisschopskerk. De
Willibrordus-basiliek mag dan geen kathedraal
zijn, voor de stedelingen is het gebouw meer dan
dat. Alleen die torenspits, de betonnen kroon op
het laat-middeleeuwse juweel, die blijft de meeste
Hulstenaren een doorn in het oog.