Piet Verhage is niet moe te krijgen Briljant in al zijn sloomheid Ronald van Sliedregt Toen ze ermee begonnen, werden ze met de vinger nagewezen. In de jaren zestig waren hardlopers vreemde schep sels in Zeeland. Je kon je energie toch wel nuttiger gebruiken? Het clubje West ka pellaars dat woensdagsavonds bij de dijk aan het trimtochtje begon, had er geen boodschap aan. En zeker Piet Ver hage niet. De draafpartijen met zijn dorpsgenoten bezorgden de inmiddels 54-jarige schilder het virus van de ver slingerde duursporter. Het Zeeuws kam pioenschap marathonschaatsen, waaraan Verhage zaterdag in Geleen meedoet, is voor hem eigenlijk niet meer dan sprintje. Citius, altius, fortius. Verhage kan smakelijk vertellen over de jaren dat de duursporten ook tot Zeeland doordrongen. Geassisteerd door zijn vrouw en beide zoons verhaalt hij over de eerste triatlon op Zeeuwse bodem. Het was 1982 of daaromtrent, "s Morgens vroeg fietsten de deelnemers Walcheren rond. Een paar uur daarna zwommen ze in het Vlissingse zwembad en halverwe ge de middag begonnen ze aan het afslui tende looponderdeel. „Ik ben tussendoor thuis nog even om de koffie ge weest', lacht Verhage. ..Je had vooraf geen idee hoe goed of hoe slecht je was. Alles was nieuw. Ik zwom in die wedstrijd bijvoor beeld voor het eerst in een zwem bad. Daarvoor had ik dat alleen in de zee gedaan." Later, toen men in de gaten had gekregen dat de onderdelen op elkaar moesten aansluiten (en dat er eerst gezwommen moest worden en pas daarna gefietst), namen de deelnemers rustig de tijd om van kleding te wisselen. „Als je gezwom men had, ging je je eerst eens rustig af drogen en trok je andere kleren aan. Dat gebeurt tegenwoordig niet meer. Je doet alles in hetzelfde pak. alleen van schoei sel wordt soms nog gewisseld. Maar dan wel razendsnel." Aanzet Dat eerste triatlonnetje (met afstanden die ongeveer overeenkomen met de hui dige kwarttriatlon) gaf de aanzet tot een drastische uitbreiding van activiteiten. Verhage schaatste nadien drie Elfste dentochten (1985, 1986 en 1997), vol tooide twee hele triatlons (Almere) en acht wintertriatlons. „Bij die eerste wedstrijden bleek al snel dat ik goed mee kon Ik zag ook dat ik meer uithoudingsvermogen had. Wan neer anderen stopten, ging ik nog een poosje door." Bij de Elfstedentochten was Verhage steeds voor donker binnen en in Almere finishte hij binnen de twaalf uur. Zo'n hele triatlon doet hij nooit meer. „Het kost zo ontzettend veel tijd om je op zo'n wedstrijd voor te bereiden. De weekenden en de vakanties kun je wel op je buik schrijven." Zoon Theo legt even uit wat voor afstanden in Almere afge legd moeten worden. Hij plaatst voor het gemak Westkapelle even in het centrum van de wereld. „Je zwemt van Westka pelle naar Zoutelande, je fietst van West kapelle naar de Duitse grens en je loopt van Westkapelle naar Goes." Het besluit van Piet Verhage om die hele marathon af te zweren, werd in familie kring overigens met instemming be groet. Om met voldoende calorieën van start te komen, serveerde moeder Verha ge dagen achtereen macaroni. „Het kwam je neus uit", laat een van de twee zoons weten. Een van zijn mooiste successen behaalde deWestkappelaarin 1996. Op de Winter- triatlon, waar een nationale titel te ver dienen was, eindigde Verhage als derde in de veteranencategorie boven vijftig jaar. ,,Ik had zelf helemaal niet in de ga ten dat ik derde lag. Bij het schaatsen kreeg ik een officiële teller. Die moest in de gaten houden of ik wel 108 ronden reed. In de jaren ervoor had mijn vrouw die ronden steeds geteld. Toen ik onder de douche stond, begreep ik pas waarom het zo gegaan was. Ik werd op het podi um geroepen. Maar ik ben ook trots op de wisselbeker van de Zeeuwse superpres tige. Die heb ik in de H5 O-categorie vier keer achter elkaar gewonnen. Trainen Verhage traint tegenwoordig een uur of tien in de week, eerlijk verdeeld over schaatsen, zwemmen, lopen en fietsen. Soms komt daar nog een stukje skeele ren bijOp basis van die arbeid kan hij de meeste wedstrijden wel aan. „Ik ben 54, natuurlijk gaat mijn tempo wat omlaag. Maar ik kan niet zeggen dat ik langer dan vroe ger vermoeid ben van een in spanning. Bij de laatste win- tertriatlon was ik zesenhalf uur onderweg. Natuurlijk was ik meteen na de finish moe. Maar een paar uur later voelde ik me weer zo fris als een hoen tje." Zaterdag reist hij af naar Geleen voor het Zeeuws kampioenschap marathon schaatsen, Om kwart voor zes 's morgens verzamelen de deelnemers van IJsclub De Poel zich in Kapelle. Om acht uur valt het eerste startschot, ,,'t Is natuurlijk een clubje fanatiekelingen dat daar naar toe Veteraan uit Westkapelle naar ZK marathonschaatsen Piet Verhage: „Bij de laatste wintertriatlon was ik zesenhalf uur onderweg. Natuur lijk was ik meteen na de finish moe. Maar een paar uur later voelde ik me weer zo fris als een hoentje." foto Dirk Jan Gjeltema gaat. Er zitten erbij die drie keer per Een plaatsje bij de eerste zes, daarmee week naar Den Haag gaan om te trainenben ik dik tevreden. Daarom heb ik weinig kans om in mijn categorie bij de eerste drie te eindigen. Koen de Vries Het moment van zijn afscheid nadert met rasse schreden. Ronald van Sliedregt (33) beseft dat hij hooguit nog een tweede jaar bij Hoek zal voetballen. Daarna moet het over en uit zijn voor de artistieke spits, die al bijna twintig jaar meeloopt op de velden. Het wordt nog een moeilijk afscheid, want voetbal heeft zijn leven beheerst. ,,Het heeft mijn maatschappelijke carrière in de weg gestaan, maar daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik kan niet snappen dat mensen soms hun hele leven op een kantoortje gaan zitten. Die moeten heel ongelukkig zijn." Met Hoek, dat na twee opeenvolgende zeges naar de top van de ranglijst is geklommen, gaat hij nog een mooi slot tegemoet. De Dordtenaar, gehuwd en vader van een zoon (5) en een dochter (3), vindt dat dat alles zegt over de klasse waarin Hoek speelt. „Het is een wonder dat we na zo'n slechte start nog bijna bovenaan staan." Tandem Voor zijn doen heeft hij bij één club opval lend lang gespeeld. Bij de zondag-hoofd klasser Halsteren heeft Van Sliedregt in de afgelopen zeven jaar zijn draai gevon den. Hij trof er een speelwijze die hem goed lag: veel voetballend vermogen, al tijd aanvallend, op de helft van de tegen stander. Tot twee jaar geleden was Frans Vermeulen (nu Hoek) er trainer en hij vormde er een prachtige tandem met de Thoolse middenvelder Walter Bevelan der. „Ik vond", zegt hij, vergelijkend, „dat Halsteren een betere ploeg heeft dan Hoek, al denk ik niet dat Halsteren van Hoek zou winnen. Het zijn daar wel vruchtbare jaren geweest, met een lands titel en een bekerfinale. Ik moet zeggen: het zaterdagvoetbal valt me tegen. We ko men bijna alleen ploegen tegen die heel verdedigend denken." Het is eigenlijk een wonderlijk toeval ge weest, dat Ronald van Sliedregt in Hoek Hij weet nog niet waar hij volgend jaar speelt, maar heeft er wel over nage dacht. Binnen nu en drie weken beslist Ronald van Sliedregt of hij bij Hoek blijft. Dat is afhankelijk van wat hij zelf wil, wat Hoek met hem wil en of er nog andere clubs interesse hebben in een voetballer die in de nadagen van zijn carrière is. „Ik zou wel willen blijven, want Hoek bevalt me wel." Het is somber buiten: een regenachtige middag. De Dordtse spits, iets vroeger ge stopt met werken, parkeert de auto voor een eetcafé in Schoondijke en neemt ruim de tijd om te praten over zijn toekomst, zijn niet gerealiseerde profambities en zijn positie bij Hoek. Hij geeft zelf aan dat hij het best over geld wil hebbenhoewel dat bij de meeste ama teurvoetballers een gevoelig onderwerp is. „Ik doe er niet geheimzinnig over hoor", zegt hij met een veelzeggende gri j ns,Toen ik bi j Halsteren speelde, is er een inval van de Fiod geweest om de boe ken te controleren. Het bestuur werd op gepakt en wij moesten met een paar spe lers op het politiebureau in Bergen op Zoom verschijnen. Ik werd door twee re chercheurs verhoord en ik heb open kaart gespeeld Dat doet hij ook over Hoek Wie vanuit Dordrecht vier keer per week naar Hoek rijdt (240 kilometer heen en terug), doet dat niet alleen omdat de twee dochters van de voorzitter zo mooi kunnen juichen. Ronald van Sliedregt kan zelf aardig re kenen. Duizend kilometer per week, veer tig weken per jaar, is 40.000 kilometer te gen zestig cent. De Dordtse aanvaller kost Hoek alleen aan kilometers dus al 24.000 gulden per seizoen. „Ik zou gek zijn als ik zei dat ik het voor niets deed. Dat snapt iedereen wel. Maar bij Hoek - en toen ook bij Halsteren - zeg gen ze dat het allemaal exact volgens de regels is. De onkosten zijn te verantwoor den door de reisafstanden. Daar maak ik me verder dus niet druk om. Ik heb ook geen angst voor die Fiod gehad en heb er na mijn Halsteren-tijd nooit meer iets over gehoord. Als ik wel eens spelers te genkom, zeggen ze dat het onderzoek nog loopt. Ik zie wel hoe dat afloopt." Bijklussen Ronald van Sliedregt gaat als een veredel de amateur door het leven. Zijn hart ligt op het veld, maar om voor zijn gezin te zorgen, moet hij overdag bijklussen. Het komt niet vaak voor dat hij lang voor één baas werkt, want aan sleur heeft hij een broertje dood. En 's avonds werken is al helemaal geen hobby. „Ik ga veel liever trainen dan overwerken", bekent hij. Zijn ideaal is altijd geweest om profvoet baller te worden, maar dat heeft hij nooit waar kunnen maken. Het werd in de weg gestaan door een mobiel ongemak. De blonde Dordtenaar, die een paar ama teurclubs versleet, twee jaar bij DS'79 (h et laatste jaar onder Ad Versluys) speelde en jarenlang topscorer was bij Halsteren, heeft een gebrekkig bewegingsritme en sprint als een strijkijzer. Hij wordt niette min gekwalificeerd als een van de beste aanvallers in de hoofdklasse, want hij compenseert zijn zwaktes met een ver fijnd balgevoel, timing en de gave om an deren te laten scoren. „Toch hebben ze mij over het hoofd ge zien". klinkt het een tikje somber. „Hoe dat komt, weet ik ook niet goed. Ja, dat ge mis aan snelheid, dat moet het geweest zijn. En misschien niet brutaal genoeg. Ik speelde in de jeugd met Marco Boogers, Juul Ellerman en Dennis van der Gijp. die het allemaal iets verder hebben geschopt dan ik. Ik ben blijven hangen bij de ama teurs. Met Helmond Sport heb ik twee ge sprekken gehad. Ik heb ze gezegd wat ik wou verdienen en heb nooit meer iets van ze gehoord." „En nu is de kans verkeken. Ik word ou der, scoor minder en ben niet meer zo veel in beeld. Een afmaker ben ik eigenlijk nooit geweest. Zeker nu niet meer. Ik ga te veel nadenken als ik voor de goal kom. Dat is gekomen met het ouder worden. Ik wacht op een reactie, op een beweging van de keeper. Het gaat soms maar om een- tiende seconde, en dan is de kans weg. Dat zou ik eigenlijk niet meer moeten doen, dat nadenken. Gewoon afmaken is beter. Ronald van Sliedregt versleet een aantal amateurclubs. Eén daarvan was ASWH uit Hendrik Ido Ambacht. Ronald van Sliedregt in actie tegen Spakenburg: „Het zaterdagvoetbal valt me tegen. We komen bijna alleen ploegen tegen die heel verdedigend denken." foto Charles Strijd heeft gebracht. In zijn zucht naar avon tuur nam de Dordtenaar vorig jaar een aanbod van een kennis aan om zich op Mallorca te vestigen. Hij zou er, omdat hij goed in talen is en zelfs een beetje Spaans spreekt, een baan krijgen bij een hande laar in poetsmiddelen. „Die jongen had een Nederlands middel geïmporteerd en wilde handel maken. Hij had mij ge vraagd om jachthavens te bezoeken en booteigenaren te interesseren." „Ik ben zelf vooruit gereisd, zou er een paar maanden werken en dan mijn gezin over laten komen. Maar dat is anders ge lopen. Het huis dat ze voor me hadden ge regeld, was nogal een tegenvaller. Ik zou in een boerderijtje gaan wonen, maar het was een verbouwde schuur. Zonder ra men, met houten luiken, midden in de bergen. Ik zag mijn vrouw en kinderen daar nog niet wonen. Toen ik er een week je zat, heb ik het bijltje erbij neergegooid. Ik ben teruggegaan, maar had al tegen Halsteren gezegd dat ik niet meer be schikbaar was. Ze hadden Ad Gladdines al als vervanger aangetrokken." Pingelaar Het kwam voor alle partijen nog niet zo slecht uit. Ronald van Sliedregt moest op zoek naar een nieuwe club, Hoek zocht een nieuwe spits voor Gladdines en Frans Vermeulen, die zes jaar met Van Sliedregt had gewerkt, was altijd al gecharmeerd van de balvaste aanvaller. En in Hoek was de spits ook al geen onbekende meer. Toen Halsteren de Zeeuws-Vlaamse ploeg in maart uitschakelde voor de beker, schreef de PZC: „Met de handige pingelaar Wal ter Bevelander en de balvaardige Ronald van Sliedregt bezit Halsteren een aanval lend duo, dat al jarenlang de verdedigin gen in de hoofdklasse tot wanhoop drijft. De overgang van Halsteren naar Hoek was dus wel voorspelbaar, al was de af stand een struikelblok. „Ik ben dertig uur per week aan voetbal kwijt", rekent Van Sliedregt voor. Dat is iets minder dan Kees Kist, die ooit bij .Hoek als trainer/speler werd aangesteld en van Steenwijk op en neer moest rijden, maar veel meer dan,wat de gemiddelde ama teurvoetballer eraan kwijt zal zijn. „Ik heb nu wel tij delij k werk in Vlissingen gevonden. Via de vriendin van John Bent- schap-Knook, Nanon Doeland, heb ik een baan bij het ROC. Zeeland. Dat sluit aar dig aan bij mijn opleiding. Ik heb heao ge daan met logistiek management en in mijn werk in Zeeland doe ik iets met fi nanciële berekeningen. Mijn dagen zijn wel aardig gevuld. Ik vertrek om kwart over zeven vanuit Dordrecht naar Vlissin gen. Daar stap ik, drie van de vijf dagen, om vijf uur op de boot om te gaan trainen. En 's avonds om elf uur ben ik weer thuis Binding „Ik mis alleen de binding met de clubom dat ik zo veel moet reizen. Je blijft wat minder lang hangen na een training. En op zaterdag zijn mijn ouders en mijn zoontje er meestal bij, dan ga je ook weer wat sneller naar huis. Bij Halsteren bleef ik wel altijd lang. Het valt me ook op dat er in Hoek minder wordt gelachen. We hebben niet echt een gangmaker in het elftal. De Belgen zijn allemaal vrij stille jongens, wel aardig, maar met weinig be leving. Zelf ben ik ook niet direct een voortrekker, dus om nou te zeggen dat het altijd heel gezellig is. Met Gladdines had je dat wel. Dat is zo'n jongen die je er voor de sfeer in het elftal bij moet hebben. „Het is toch weer allemaal anders dan ik in Halsteren gewend was. Ik vind het pro fessioneler bij Hoek. Dat bevalt me wel. Je mag ook niet anders verwachten met jon gens als Nijskens en Naudts, die al zo veel hebben meegemaakt. Alles ziet er profes sioneler uit hier. Bij Hoek hangt meer een sponsor-cultuur. Ze zijn veel nadrukkelij ker aanwezig. Bij Halsteren zaten ze in de bestuurskamer en had je er als speler niets mee te maken. Ik heb er geen moeite mee hoor, dat het hier anders is." Ronald van Sliedregt heeft zich al lang aangepast aan Hoek. En Hoek ook aan hem. Het is even wennen geweest: aan dat slungelige loopje, die slome houding en zijn afkeer van het vuile werk. Wie hem dat kan vergeven, ziet alleen nog de gratie van de eigenzinnige aanvaller. Frits Bakker

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 37