Van vetkuif tot hanenkam Prenten geven fraai tijdsbeeld Snapshots van intiem leven I Achttiende eeuw in tekeningen D7r» kunst ift/v cultuur Photo Work(s) in Progress 'In Wenen in bad' van de fotografen Wout Berger en Noor Damen. Zeer huiselijke, alledaagse taferelen. Hoe anders moet je een man in bad, een bejaarde dame in een stoel of een slapend stel in bed omschrijven? Situa ties die voor iedereen zonder meer herkenbaar zijn. Met dit verschil: alle hoofdpersonen be horen tot de intieme kling van de fotografen Wout Berger en Noor Damen. Voor de tweede editie van het project PhotoWork(s) in Pro gress legden de twee Neder landse fotografen een jaar lang het leven van een select aantal intimi op de plaat vast, op zoek naar de identiteit van al deze vrienden en familieleden. Het resultaat daarvan is nu te zien in het Nederlands Foto Instituut (NFI) in Rotterdam. Het NFI en de Mondriaan Stichting zijn het proj eet in 19 9 5 gestart om de rol van de fotografie te onderzoe ken in relatie met maatschappe lijke ontwikkelingen. Voor deze nieuwe aflevering van Photo- Work(s) in Progress hebben de initiatiefnemers naast Berger en Damen ook opdrachten gege ven aan Korrie Besems en de Duitser J oachim Schmid. Even als bij de eerste editie is ook nu het thema 'Constructing Identi- ty'- Korrie Besems (1961) bekeek het afgelopen jaar de verande rende identiteit van een aantal woonwijken en natuurgebieden in Nederland. Onder de titel 'History Sells - New architectu re and nature in The Nether lands' presenteert zij twaalf monumentale fotowerken. Ze bezocht nieuwe woonwijken als het Java-eiland in Amsterdam met zijn typische architectuur, maar ook de Millingerwaard waar een 'nieuw' stukje natuur te zien is. 'Sinterklaas Sees AH' heet de bijdrage van Joachim Schmid (1955). De Duitse fotograaf zwierf geruime tijd door Neder land, op zoek naar gebruikte fo tografische beelden. Hij verza melde onder meer snapshots, krantenfoto's en briefkaarten en zocht op die manier naar de identiteit van de visuele cultuur in Nederland. Wout Berger (1941) en Noor Da men (1949) zochten het wat dichter bij huis. Zij volgden acht a negen goede vrienden en directe familieleden op de voet, onder wie de moeder van Da men en de dochter van Berger. Een aantal foto's was al eerder gemaakt, de overige werden in het afgelopen jaar op een groot aantal locaties geschoten. De tentoonstelling met de toe passelijke titel 'The Everyday' toont onder meer een oudere da me (moeder Damen) gezeten op de kachel, wandelend in het bos en in een stoel in de woonkamer. Overige foto 's laten een bevrien de arts zien die een operatie uit voert, een Franse vriend in het bos en de vriend van dochterlief in de besneeuwde bergen tijdens de jaarlijkse skivakantie. Stuk voorstuk alledaagse situa ties. Behalve dan misschien het beeld van een hond op de opera tietafel die door twee artsen wordt verlost van zijn hazenlip- je. „Een van die twee artsen is een goede vriend, met wie ik ook naar Vietnam ben gegaan. Daar opereert hij mensen met een ha zenlip. Maar een hondje dat daaraan moet worden gehol pen... dat heeft toch wel alles te maken met westerse identiteit." Berger en Damen houden zich al jaren bezig met het maken van familiealbum-achtige foto's. „Dagboek-achtige fotografie. In plaats van notities maak je een foto van wat die dag belang rijk is", legt hij uit. In de eerste plaats is hij echter landschapfo tograaf, wiens werk op tentoon stellingen in binnen- en buiten land te zien is. Zijn werk is op genomen in de collectie van on der meer het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daarnaast is hij docent aan de kunstacademie in Rotterdam. Noor Damen is autodidact. Tot 1987 was zij werkzaam alsiri tuumontwerpster voor thea en dansgroepen. Nu werkt ze styliste en fotografe. 'Consti ting Identity' is het eerste ge menlijke project van Berge Damen. Identiteit, het thema van P toWork(s) in Progress, is volg qj de twee fotografen vooral er, kwestie van persoonlijke wikkeling. „Identiteit is p soonsgebonden. Je kunt je „0! niet aanmeten met materiele ,j, ken als twee auto's voor de d ej Waar het om draait is hoe mand zich manifesteert", 1 Berger uit. er De tentoonstelling in het a, geeft een beeld van de mai waarop hun vrienden en fa en lieleden zich doorgaans ma cj festeren. Ze werden gefotog )e feerd in situaties die voorl or typerend zijn. Berger wijstop ne foto van de man in bad, die w m gemaakt tijdens een weekjei ne nen. „Ik ken hem erg goed en ,ap is 'm helemaal. Dat koppie.i ,0f hijdaarzitinbad...Datis'm ier woon." Hetzelfde geldt voor moeder van Damen, die d#B| haar dochter veelvuldig wf® gekiekt in gezelschap vank "t Pablo. Snapshot-achtige beeldend ger: „We werken volgens dtf» thode van de snapshot, mrfi uitvoering is verre van vlua Het verschil is een kwestiel kijken. Wanneer druk je oa£ knop, wanneer sla je toe?" Hoewel het in de gehele s do, gaat om goede vrienden en milieleden, was de opdn qq volgens Berger geen gemaï lijke. „Uit een week Weneigp, bijvoorbeeld maar één foto „j, komen die we goed genoeg vjgai den voor dit project. Een ptez dagen Londen eind vorig ji je omdat ik nog een foto wilder lup ken van de broer van Noor, rer verde helemaal niets op. Een ag to moet krachtig zijn, sï ieE genoeg om op zichzelf te sU !0( Pas dan is hij goed genoeg." [e, In] Evelien Ba iet PhotoWork(s) in Progress II: R Berger/Noor Damen, Korrie üe sems en Joachim Schmid Ne he lands Foto Instituut, Witte de B m straat 63 Rotterdam, t/m 25 apr, Een tentoonstelling zorgt straks dat de bezoeker zich weer even jong voelt. Of die jeugd nu in de jaren vijftig lag of veel re center. iedereen treft op de expositie iets aan dat herinnert aan de prille jaren. De nostal gie zal hoogtij vieren. De een overvalt wee moed bij het zien van een petticoat, de ander bij de aanblik van Adidasschoenen. Daar tussenin ligt nog een heleboel. Om een greep te doen: de postbode-cape, minirok en witte kousen, een spijkerpak uit de Provotijd, een soulbroek, kaftan, een palestinasjaal en een afgeknipte hanenkam uit de punkperiode De expositie die Jong.' als titel krijgt, gaat een beeld schetsen van de jongerenculturen van de afgelopen vijftig jaar in Nederland. De tentoonstelling wordt volgend jaar op zaterdag 12 februari geopend in zowel het Historisch Museum Rotterdam als het Drents Museum in Assen. Maar de voorbe reidingen zijn intern al in volle gang. Daar bij wordt ook het publiek ingeschakeld. De musea zijn op zoek naar mensen die zelf- gedragen kleding en accessoires uit hun jeugd in bruikleen willen afstaan. Ze vragen ook om attributen uit de jaren vijftig tot en met negentig, zoals foto's, films, affiches, buttons en plakboeken. Maar er zijn meer wensen, zegt Jacques Borger, hoofd com municatie van het Historisch Museum Rot terdam. „We hopen dat mensen die ons iets uitlenen, willen vertellen hoe zij de periode uit hun ven. De bizar uitgemonsterde punkers dien den zich aan. Borger, lachend: „Er zat vanochtend een punker naast me in de me tro. Hij had een enorme hanenkam op z'n hoofd, een grote haarspeld in zijn oor en op zijn schouder droeg hij dikke ijzeren din gen. Hoe maffer hoe mooier." De punker is weliswaar een verschijnsel uit de jaren tachtig, maar kan ook nu worden gesignaleerd. „De jaren negentig kennen geen eenvormigheid van stijl", reageert Borger. „Er is een enorme diversiteit. Alles kan; je ziet disco, punk en zelfs invloeden van de nozems terug." Conservator Sjouk Hoitsma leidt het pro ject, dat al een tijd geleden is begonnen. Het Historisch Museum gaf toen Kitty de Leeuw, die verbonden is aan de Erasmus Universiteit, opdracht onderzoek te doen naar jongeren (sub)culturen in Nederland van 1950 tot 2000. Het onderzoek is de basis van de expositie. De twee musea hebben voor Jong! opnieuw de banden aangehaald. Eerder werkten ze samen voor de tentoon stelling 'Kleding op de bon'. Jong! wordt gesplitst in twee exposities. Het Drents Museum laat eerst de jaren vij f tig tot en met tachtig zien, het Historisch Museum Rotterdam de jaren negentig. Omstreeks half mei volgend jaar wisselen de musea. De opening op 12 februari 2000 wordt bij zonder, kondigt Borger aan. „De genodig den zijn overdag in Drenthe en 's avonds bij ons. We willen de gasten op een leuke ma- M1 nier van Assen naar Rotterdam laten rffifci] Het openingsfeest gaat hier verder; er: afj plannen om het museum 's nachts opdrk stellen". ee Bij de expositie verschijnt het boek Je W; met daarin foto's en achtergrondverhajge Onderzoekster De Leeuw zal mensen id du viewen voor het boek. lie Kitty de Leeuw ontdekte onder meer eecipe geheten stamboomstructuur: de ene gejov ratie liet zich, zonder zich dat te realise.1ku beïnvloeden door een andere. Borger: va bezoeker leert op de tentoonstelling roi over het gedrag van bijvoorbeeld puni ha en ziet dat sommige aspecten nauw vervt sC] zijn met zeg maar de vetkuiven uit de ja Zc vijftig. Ze hebben die onbewust overge men. Dat soort dwarsverbanden tonen op de expositie aan." Voor de inzamelingsactie hoopt Borger reacties uit het hele land. Een brommer he de jaren vijftig zou het museum graag bruikleen ontvangen. Maar kleding en ine cessoires zijn het uitgangspunt van dees m: sitie. „De jeugd onderscheidde zich da mee van de rest van de samenleving wilden daarmee zeggen: 'wij zijn jong vormen een andere cultuur'." Joke Korvi Wie spullen in bruikleen wil afstaan kan ro> april van maandag t/m woensdag tussen 10 M 16.00 uur bellen naar het Historisch Museum':3na terdam 010 4214937. ni l")i: De tentoonstelling viert de verschijning van het eerste deel van de AHM- bestandscatalogus over de 18de eeuw. Als vervolg op eerder verschenen catalogi is hierin werk gebundeld van Nederlandse kunstenaars die werden geboren tussen 1660 en 1745. Deel zes verschijnt later en is gereserveerd voor tekenaars die tussen 1745 en 1780 het levenslicht zagen Bestandscatalogi van museale verzamelingen bevatten altijd de nodige taaie kost. Wetenschappelijke maatstaven vereisen nu eenmaal gedetailleerde opname van gegevens over de gebruikte techniek, opschriften, watermerken en verzamelgeschiedenis en een bibliografie. Ook deze AHM- catalogus is rijk gevuld met dergelijke informatie, maar de rest van de tekst leest lekker weg en is ook voor leken interessant. vrijdag 5 maart 1999 Een Venezolaanse Amazonepapagaai, tekening van AertSchouman 1710- 1792). n het 18de-eeuwse Nederland werd op zo grote schaal getekend dat het Amsterdams Historisch Museum (AHM) de inventarisatie over dit tijdvak niet in één catalogus kwijt kon. Onder de tekenaars was ook pasteibakker Herman Henstenburgh uit Hoorn, in de collectie present met 'Een tros vruchten' en 'Een koolmees en een pimpelmees bij een tak appelbloesem'. Op de expositie Uitmuntend fraay geteekend is hij een van de amateurs die naast de vele professionals een verbluffende virtuositeit etaleren. Kunsthistorici Ingrid Oud en Leonoor van Oosterzee beperken zich bij alle kunstenaars tot een paar noodzakelijke basisgegevens over leven en oeuvre. Wie meer wil lezen, kan naar de bibliotheek met de opgegeven lijst boeken. Ze concentreren zich op de beschrijving van de werken en slagen er in de lezer intenser te laten genieten omdat hij door hun toelichting veel beter gaat kijken. Bij Henstenburgh wordt vermeld dat hij niet alleen voor pastei bakken maar ook voor tekenen in de leer was bij zijn stadgenoot Johannes Bronkhorst. En dat zijn oeuvre bestaat uit tekeningen van vogels en insecten en uit bloem en vruchtenstillevens. Dat is genoeg. Het gaat de samenstelsters in de eerste plaats om een loftuiting op 'zijn verfijnde tekentechniek'. Zo wijzen ze bij 'Een tros vruchten' enthousiast op de levensechte fluweelachtige schil van de perziken, de ietwat doffe buitenkant van de druiven en pruimen, de slak op een takje en de waterdruppels op druiven en bladeren. Een van de veelzijdigste kunstenaars van de 18de eeuw was Comelis Troost. Hij ontleent zijn grootste bekendheid aan de humor die hij in zijn werk stopte. Op deze tentoonstelling hangen 'Officieren in een wachtlokaal' en 'Het vertrek van een gezelschap aanzienlijke heren na een vrolijke avondpartij', kostelijke satirische taferelen vol dikbuikige vadsige types en dronken heren die overgeven en/of niet meer op hun benen kunnen staan. Optocht van verklede kinderen tijdens de kermis in Amsterdam, naar Comelis Troost, tekening van Sara Troost (1731-1803). Dat Troost ook in andere genres 'uitmuntend fraay' tekende tonen zijn tere portretten van vrouwen die 'Herfst' en 'Winter' verbeelden en de zeven bladen die het AHM van zijn sfeervolle maandenserie bezit. Op 'Februari - Carnavalsvierders trekken langs een gracht' begeleidt een violist twee gemaskerde dames die een stropop dragen; de pop was het symbool voor de winter en werd tijdens het carnavalsfeest verbrand. Op 'Maart' wordt een boom geplant en op 'Mei' wordt druk verhuisd. Wie zich afvraagt waarom: de samenstelsters geven opheldering door te vertellen dat de jaarlijkse huurcontracten in Amsterdam toen van 1 mei tot 30 april liepen, zodat veel mensen daarna verhuisden. Een andere bekende kunstenaar uit de 18de eeuw was Jacob de Wit, van wie op deze expositie onder meer een tekening van twee zoetige cherubijnen hangt. Dat engeltjes in die tijd geliefd waren bij verzamelaars blijkt uit het grote aantal gevleugelde kopjes dat van De Wit bewaard is gebleven. De kunstenaar maakte voor het huidige Koninklijk Paleis op de Dam een groot schilderij onder de titel 'Mozes verkiest de 70 oudsten'. Uit een van de vele voorstudies op deze expositie blijkt dat De Wit daarvoor bepaald niet over één nacht ijs ging. Uitmuntend fraay geteekend omvat ook veel landschappen, topografische afbeeldingen van steden en buitenplaatsen, kopieën van 17de-eeuwse meesters als Frans Hals en Rembrandt en portretten. Vooral Egbert van Drielst en Jacob Cats slagen er in heimwee op te wekken naar een tijd dat het Nederlandse landschap nog niet was verpest. Het grootste deel van de AHM- collectie werd verzameld door de Amsterdamse kolenhandelaar Carel Joseph Fodor (1801-1860), die zich bij zijn dood omringd had door meer dan 800 tekeningen. Daarbij was ook 'De Venezolaanse amazonepapegaai' van Aert Schouman, die met zijn fraaie kleuren en vrolijke kraaloogjes nu een van de meest virtuoze blikvangers op deze expositie is. Frangoise Ledeboer Expositie. Uitmuntend fraay ge teekend - m het Amsterdams Histo risch Museum (Kalverstraat 92, Amsterdam), t/m 2 mei. Geopend maandag t/m vrijdag van 10 tot 17 uur en op zaterdag en zondag van 11 tot 17 uur. De catalogus 'Nederland se tekenaars geboren tussen 1660 en 1745' (Waanders Uitgevers, Zwolle kost f 89,50. Punkers tijdens een demonstratie tegen politie optreden in juni 1998. foto Phil Nijhuis Een beeld uit 1958: vetkuiven, petticoats en een brommer foto Eva Besnyö jeugd hebben beleefd. Dat geeft straks iets persoonlijks aan de expositie en tegelijker tijd een Nederlandse dimensie. Wat jeugd culturen betreft zijn we altijd geneigd naar Engeland en de Verenigde Staten te kijken. Maar elk land heeft een eigen invalshoek en Nederland heeft er een flinke melodie in meegespeeld." Dat begint in de jaren vijftig met de nozems; de jongens met de vetkuif en tochtlatten a la Elvis Presley. Daarna kwam de langharige en kleurrijk geklede flower-power-jeugd, gevolgd door de discogangers met hun glit ter en glamour. Een reactie kon niet uitblij-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 14