Gevangen in het sonnet
Riskant proza
blijft op de rails
Wie écht werkt krijgt vieze handen
T)7P kunst
£j\j cultuur
D
Oscar
van den
Boogaard
Patty
Scholten
Een blik door de tralies
De orang-oetan
4 FAMILIE-
ALBUM
1
egen jaar geleden
debuteerde
Oscar van den
Boogaard (geb. 1964) met
Dentz. Het pas verschenen
Liefdesdood is zijn vijfde
roman. Hij is een schrijver
die over een heleboel
verschillende pennen
beschikt. In dit nieuwe boek
lijkt hij ze allemaal te willen
gebruiken. Zo blijft dit
verhaal over de dood van een
kind en het einde van een
liefde tot het eind verrassen.
Oscar van den Boogaard is
geen schrijver die op veilig
speelt. Hij waagt zich aan
zinnen die andere auteurs
angstvallig zouden vermijden.
Voor weelderige
beschrijvingskunst deinst hij
niet terug. Hij is ook niet bang
voor verbijsterende erupties
van taal. In Liefdesdood gaat
het allemaal moeiteloos samen:
de koele registratie met
bewogen poëzie. Maar ook
ingetogenheid en emotie,
realisme en sprookje, regelmaat
en romantiek mengen zich.
Bewonderenswaardig genoeg
houdt deze schrijver al die
grillige combinaties goed in de
hand. De wonderlijke
ontwikkelingen in het verhaal
worden ondervangen door de
breuken in de schrijfstijl, en
andersom. Zijn vorm past
volledig bij de inhoud. Wat hij te
vertellen heeft, stemt op een of
andere manier precies overeen
met hoe hij het vertelt.
Het draait in Liefdesdood
allemaal om een gestorven kind
Vera, het achtjarig dochtertje
van Oda en de beroeps-militair
Paul, verdrinkt in het zwembad
van een buurvrouw Pas heel
geleidelijk wordt het de le?er
duidelijk dat Oda tegelijk met
haar kind ook de grote liefde
van haar leven verloor. Ze had
uitgerekend op die zomerdag
samen met Vera bij Emile (een
collega van haar man) in willen
trekken. Maar juist toen zij Paul
het slechte nieuws wilde
vertellen, kwam hij met het
verschrikkelijke bericht over
het ongeluk in het zwembad.
Paul had niets geweten van haar
overspel, en zal er ook nooit
weet van krijgen. Hij wijt de
nukken van zijn echtgenote,
haar afwerende houding
helemaal aan haar onverwerkte
verdriet over Vera.
Iedereen benijdt hem om zo'n
mooie en stijlvolle vrouw Maar
wanneer hem gevraagd wordt
naar Suriname te gaan, laat hij
haar opgelucht achter in
Nederland. Zij vindt het ook
uitstekend zo: 'gelaafd heeft ze
zich aan zijn afwezigheid.' Na
drie jaar keert hij echter terug
naar huis. vol dromen over een
betere toekomst. 'Je hebt een
kitschbeeld van haar gemaakt,
onwaarschijnlijk zoet en vol
mogelijkheden', houdt hij zich
al snel voor. Want hem wacht
allerminst een warme
ontvangst. Hij wordt naar een
Oscar van den Boogaard: Virtuoos en trefzeker.
foto Klaas Koppe
aparte slaapkamer gedirigeerd
en de echtelieden doen niets
samen. 'Dit is geen leven. Dit is
een echec', realiseert hij zich.
Voor hem is het probleem 'haar
verscheurende, onmenselijke en
niet van de wijs te brengen
letterkundige
kroniek
afstandelijkheid.' Zij stoort
zich juist aan het
ondoordringbare pantser dat de
militair zich ook in zijn privé-
leven heeft aangemeten. Net als
hij van plan is te scheiden,
vinden Oda en Paul elkaar toch
weer. Dat komt doordat het huis
van de buren afbrandt, de
mensen bij wie Vera is
verdronken. 'De rekening is af',
reageert Oda uitgelaten. En van
Pauls pantser blijft niets over
als hij in de tuin bij het
brandende huis een meisje ziet
staan dat hem aan Vera doet
denken. Hij mag voortaan weer
het bed met zijn knappe vrouw
delen.
De vreugde is nog groter
wanneer ze het onbekende
meisje in huis mogen nemen.
Daisy, die logeerde bij de buren,
wordt een plaatsvervangster
van de verdronken dochter. Oda
vindt het heerlijk dat ze bij de
slager drie biefstukjes kan
bestellen. Paul geniet ook van
Daisy's aanwezigheid. Maar hij
houdt niet alleen van haar zoals
een vader van een dochter
houdt. Kort voor Daisy
teruggaat naar haar ouders,
neemt Oda haar mee naar
Emile. Het meisje begrijpt niet
veel van het bezoek, en de lezer
ondanks een paar subtiele
vooruitwijzingen evenmin.
Want in plaats van te kiezen
voor een risicoloze
slottournure, vertelt Van den
Boogaard tegen het eind van
zijn boek het geheim van Oda en
Emile. De eerste blik die zij
wisselen verleidt de auteur tot
wendingen als: 'Vuurwerk. Zij
spatten in elkaar tot een
gelukzalige oerbol.' Dat is wel
opgewonden, maar bepaald
geen opwindend proza.
Doorgaans slaagt de auteur van
Liefdesdood echter.
Opmerkelijk groot is zijn
inlevingsvermogen. In de
meeste Nederlandse romans
zijn zelfs de hoofdpersonen
types in plaats van karakters.
Hier kun je in alle
verhaalfiguren geloven. Vanaf
de jeugdige Daisy tot en met de
bejaarde Emile: ze krijgen
allemaal een eigen aard, hoogst
persoonlijke verlangens
Om dat te kunnen bereiken
heeft een schrijver allerlei
pennen nodig. Een pen die heel
dun en een pen die heel vet
schrijft, een stijve en een
zwierige pen. Oscar van den
Boogaard hanteert ze allemaal
virtuoos. Hij schreef zo opnieuw
een boek dat voortdurend van
kleurverschiet, waarin de
stemming steeds wijzigt en de
stijl snel verandert. Riskant
proza dus, waann ook grote
woorden en overweldigende
gevoelens niet worden omzeild.
Maar deze literaire waaghals
wint.
Hans Warren
Oscar van den Boogaard Liefdes
dood -176 pag. 37,50 - Quendo,
Amsterdam.
De belangstelling voor haar
dichtbundels Het dagjes
dier en Ongekuste kikkers was
zo groot dat de uitgever de ver
zen van Patty Scholten opnieuw
heeft gebundeld onder de titel
Traliedieren. Een verzameling
sonnetten die voor het grootste
deel is geschreven in de dieren
tuin. Patty Scholten schrijft ook
stripverhalen. Noortje uit het
meisjesblad'Tina' is haar popu
lairste. „Vaneen Noortje-album
worden er zo 36.000 verkocht,
maar mijn hart ligt bij zo'n klein
boekje met een oplage van 700."
Met een opschrijfboekje en een
abonnement op Burgers' Zoo en
Ouwehands Dierenpark ging
Patty Scholten een paar jaar ge
leden haar midlifecrisis te lijf.
Dat was een kleine 35 jaar na
een korte romance met een die-
renoppasser m Artis Dieren
zijn er in haar leven altijd ge
weest; het dichten was ze even
vergeten. „Al was ik nog maar
tien toen ik alle twintig couplet
ten van Annie M G Schmidts
'Tante Mathilde' uit m'n hoofd
had geleerd. Ik mocht ze voor
dragen aan Sinterklaas, maar
die zei na een paar coupletten al:
'heel mooi. dapkjewel'."
Patty Scholten is dichteres; Pat
ty Klein schrijft strips. Het zijn
twee kanten van dezelfde per
soon. Klein is haar meisjes
naam. Scholten die van haar
man. Het zijn in haar ogen twee
zo verschillende disciplines, dat
ze het prettig vindt die ook in
naam te scheiden. Strips
schrijft ze al dertig jaar onafge
broken op een professioneel ni
veau. Dichten doet ze al langer,
zij het pas een jaar of drie seri
eus en doelgericht.
„Ik heb pas nog een reünie van
school gehad. Dan heeft ieder
een zo'n naambordje op. Ie
mand las mijn naam en zei: 'oh,
jij bent die van de gedichten'.
Een lerares geschiedenis bleek
nog twaalf gedichten van mij te
hebben. Die had ze destijds af
gepakt en dertig jaar bewaard.
Het bleek dat ik toen ook al veel
over dieren dichtte. Nu denk ik:
'had ze maar niet afgepakt,
maar had me maar gestimu
leerd'."
Ook thuis was er weinig aan
dacht voor het poëtische talent
van Patty. „Mijn moeder was
pianiste, mijn vader architect.
Ik kom dus wel uit een kunstzin
nig milieu. Vanaf mijn zesde
kreeg ik les van mijn moeder: ik
moest en zou pianiste worden.
Veel familieleden zijn ook in de
muziek terecht gekomen. Maar
ik zat te huilen achter de vleu
gel. Niet dat ik een hekel had
aan muziek, maar ik had liever
cello of zo gespeeld, een instru
ment waarop je zelf de toon
moet maken. Je kunt zeggen dat
ik die toon nu in mijn gedichten
maak."
Getuige de gedichten in Tralie
dieren moet ze de dierentuinen
Patty Scholten: ,,Op m'n vijftiende was ik elke vrije middag in Artis en daar ging echt een wereid voor me opei $r
foto Peter
bijkans hebben platgelopen.
„Ik liep er als een ouwe land-
schapsdiehter", schetst ze. „Al
le metaforen en beelden ont
stonden ter plekke. Vaak werkte
ik de gedichten daar ook uit.
Waarom ik zo van dieren houd,
weet ik met Het is nooit anders
geweest. Nadat mijn ouders me
vertelden dat een muis mak
werd als je zout op z'n staart leg
de, zat ik als vierjarige met een
zoutvaatje bij een muizenhol.
Later las ik het boek 'Sloompie
Muis'. Dat vond ik zo leuk, dat
ik van een oom een echt wit
muisje kreeg met een jasje aan
van rood vilt. Op m'n vijftiende
was ik elke vrije middag in Artis
en daar ging echt een wereld
voor me open. Natuurlijk zitten
die dieren vaak heel droevig ge
vangen, maar het is iets wat mij
echt emotioneert."
In de poëzie van Scholten wor
den de dieren opnieuw gevan-
gen. Niet in kooien, maar in de
strenge wet van het klassieke
sonnet. Trouw en vormvast ke
tent de schrijfster het dierenrijk
aan de twee kwatrijnen gevolgd
door twee terzetten. Zelfs de
traditionele wending tussen het
octaaf en het sextet is ze niet
vergeten. Waar het octaaf ge
noeg moet zijn voor de beschrij
ving, is het sextet gereserveerd
voor de emotie
„De sonnetten heb ik geleerd bij
Hooft Het is een heel mooie
vorm. Tegenovergesteld eigen
lijk aan het schrijven van strip
verhalen. Daar mag het alleen
spreektaal zijn. Ik heb in de
Toonder Studio's gewerkt en
daar werd alles wat literair was
meteen doorgestreept. Zo'n zin
als 'O regengeest wordt wakker
bevloei de dorre akker' mocht
dus niet. Ik denk dat ik de enige
vrouwelijke stripschrijver
Nederland ben die al dertig)
fulltime bezig is. Ik durf miji iei
vakvrouw te noemen. Maari
die strips is geen eer te behal ng
Dat is voor mij echt werk. i
strip is een wegwerp prodt
dat wordt één keer gelezen
hup weg ermee. Zelf vergee
ook meteen wat ik heb bedac erl
maar een gedicht, datisechti eir
mij" it k
zei
Dick Lam ,de
•tc
iis
he
De orang-oetan is me gaan herkennen
en komt nu telkens naar de grote ruit.
Hurkt neer, kijkt met die brave oerwoudsnuit
tersluiks naar mij. Het is wel even wennen.
Ik wil hem in zijn bajes graag vermaken
en geef daarom spontaan een demonstratie.
Zijn ogen worden klein van concentratie
als ik mijn handtas openmaak en zaken
als kammetje, agenda, pen laat zien.
Ik brand mijn aansteker in alle standen
en toon het lipstick-lift je bovendien.
Mijn tas gaat dicht. Ik sta met lege handen.
Het is tot op de bodem nagezien.
Ik vlucht, voel in mijn rug zijn ogen branden.
Dieren zouden het uitste
kend redden zonder men
sen. Maar mensen kunnen niet
zonder dieren. Ook dichters
niet, in heel wat moderne Ne
derlandse poëzie is een belang
rijke rol voor beesten wegge
legd. Chr. J. van Geel en C.
Buddingh', Ida Gerhardt en Ju
dith Herzberg: het zijn maar en
kele van de dichters die dikwijls
over dieren schreven. Kees Stip
werd beroemd doorzijn geestige
sixtijnen over dieren en de laat
ste jaren maakt Patty Scholten
(geb. 1946) furore met haar
beesten-sonnetten. In 1997 ver
scheen haar bundel Het dagjes
dier, een jaar later gevolgd door
Ongekuste kikkers. Boeken die
snel uitverkocht raakten,
vandaar dat ze nu in één band
werden herdrukt onder de titel
Traliedieren.
Het gaat inderdaad in de meeste
gevallen om gedichten over die
ren die achter de tralies zitten.
Zelfs de scholekster wordt door
Patty Scholten bekeken aan een
'betonnen Noordzeestrand/ dat
landinwaarts verrees in Ouwe
hand.' Afgaande op wat ze in
een van haar verzen schrijft,
werkte de dichteres al op haar
zeventiende in Artis. Sindsdien
bezoekt ze met grote regelmaat
dierentuinen en kijkt daar ken
nelijk bijzonder goed uit haar
ogen. Haar subtiele sonnetten
vallen vooral op door de zorg
vuldige observatie van de die
ren. Patty Scholtens vergelij
kingen zijn dan ook altijd raak.
Ze heeft gelijk: een giraffe heeft
iets van een 'deinende moskee'.
En jawel, je kunt over flamin
go's schrijven 'hun lijf een kom
ma, hals een uitroepteken.' Ook
de taal van deze dichteres ver
rast soms aangenaam. Over de
otters stelt ze met een zelf be
dachte overtreffende trap vast:
'Wat een doet, kan de ander
acrobater
he
Ze mag nog zo veel gemak hi en
ben van de dierentuin: hieri ge
ze de beesten die anders st
zouden vliegen of rennen rus ip,
waarnemen. Toch heeft zev (p(
aandacht voor de tragische k te
van de zaak. Over een valeg iri
schrijft ze 'De weggeborg rtx
vleugels zonder taak./De sch ar
pe klauwen brodeloze dolke on
De jungle van het paartje pi oec
ters is 'teruggebracht tot kali
bakDe prooi van de lynx 'ko: iar
van de slager./ Met tegem
kauwt hij het koude vlees'. H;
wat van deze sonnetten
over kijken en bekeken woraawaï
De scherpe ogen van een rooJshet
gel 'turen rond naar lijk be;
maar dagjesmensen vallen;, m<
vaak dood.' De gemiddeld! mi
zoeker beseft niet eens in' je 1
voor situatie hij beland is.'i He
dieren zijn door ons hier odYvc
sloten./ Nu komen we eens
ken hoe het gaat/ als evolui|aa
helden op twee poten', is
instelling van menigeen. Mi
Patty Scholten onderkent I en
absurd het is dat de mens ara edi
dieren opsluit om zich te ven oio;
ken: 'Ik maak me los van het; ou
drang, gepraat,/ probeer st(
geefs mijn ruimte te vergroti oli
terwijl bewustzijn me
schaamte slaat.'
De dieren kijken bij haar t(
er is een contact.. Dat maakt|oei
gedichten uit Traliedieren
als het hierbij afgedrukte
orang-oetan' - zo boeiend .Pa j.ii
Scholten schetst niet zomi pa
charmante portretten van d nd
ren. Nee, ze peilt de verwror
verhouding tussen ons en h oe<
Tussen ons, de zelfbenoem »e
koningen van het dierenrijk, m1
hen die zich machteloos m jzij
onze wensen moeten schikke ge:
H. rat
Patty Scholten: Traliedieren - e'a
pag./f 35,-- Atlas, Amsterdam-I Ms
werpen.
oal
Dat kinderen soms met hun ouders over
hoop liggen is op zich niet zo bijzonder.
Maar wat gebeurt er wanneer een kind in
een andere cultuur opgroeit dan zijn ou
ders? En wat als die zoon of dochter in die
andere cultuur dan ook nog eens een - niet
zelden omstreden - beroep als schrijver
kiest en een belangrijke bijdrage levert aan
die andere cultuur? Niet-Nederlandse pro
zaschrijvers. die allemaal ongeveer in de
zelfde tijd debuteerden, aan het woord over
familie.
„De Marokkaanse cultuur werd bij ons
thuis streng gehandhaafd", vertelt Hans
Sahar (1975). schrijver van Hoezo bloed
mooi (1995) en Zoveel liefde Hij kwam op
tweejarige leeftijd naar Nederland. „Ne
derlandse invloeden waren absoluut niet
welkom. Mijn ouders zagen die als bedrei
ging voor hun eigen cultuur. Ze dachten al
tijd dat als we met het 'andere volk' mee
zouden doen, we hier teveel gewend raakten
en niet meer zouden wennen in Marokko
Mijn vader was hier gekomen om keihard te
werken. In de loop der tijd zouden mijn ou
ders weer teruggaan naar hun land Maar
Sahar groeide ondertussen op tussen twee
culturen. Thuis leefde hij in de Marokkaan-
Hans Sahar
se cultuur, daarbuiten in de Nederlandse.
Dat gaf wel eens problemen. De verjaar
dagsfeestjes in Nederland waren een onbe
kend fenomeen voor zijn ouders. Maar Hans
(het is een pseudoniem) sprak steeds slech
ter Marokkaans en kon ze moeilijk uitleg
gen wat een verjaardagsfeestje precies was.
„Het sprookje dat ze ooit terug zullen gaan
naar Marokko hebben mijn ouders inmid
dels losgelaten", vertelt de schrijver.
Die cultuurkloof bestond bij Naima El Be-
zaz (1974). schrijfster van De weg naar het
Noorden (1995), thuis stukken minder. De
schrijfster was vier jaar toen ze naar Neder
land kwam en werd heel westers opgevoed
Haar ouders komen uit Casablanca, zelf
werd ze geboren in Meknes. één van de ko
ningssteden in Marokko. „De overstap naar
Europa was voor ons niet zo groot", vertelt
El Bezaz. „Mijn ouders zijn wel Marok-
kaanser dan ik. De islam is bij ons thuis be
langrijk, hij speelde een dominante rol in de
opvoeding. Toen mijn ouders en ik hier net
waren hadden we wel moeite met bepaalde
aspecten van de Nederlandse cultuur, zoals
de gastvrijheid, openheid en warmte. Bij
ons is het normaal dat mensen blijven eten
als ze op bezoek komen. In Nederland wor
den de gasten weggestuurd zodra het eten
op tafel komt. Maar ik zie dat dit de laatste
tijd wel verandert. En mijn ouders hebben
door de jaren heen een evenwicht gevonden
boekenweek 10-20 maart 1999
tussen de Marokkaanse en de Nederlandse
cultuur."
Hoewel Sahar en El Bezaz het grootste deel
van hun leven in Nederland hebben doorge
bracht, vergeten ze hun Marokkaanse ach
tergrond zeker niet. Sahar: „Mijn vader
leerde ons altijd: Je moet weten waar je van
daan komt, anders weet je niet waar je naar
toe gaat."
Dankzij haar westerse opvoeding werd Nai
ma El Bezaz erg
gestimuleerd
door haar ouders
om te schrijven.
Ze waren ver
trouwd met het
beroep, want een
neef en een oom in
de familie schrij
ven ook. Naima
begon al met schrijven toen ze twaalf jaar
oud was. Haar werk hebben haar ouders
echter slechts 'doorgelezen'. „Maar voordat
ik aan de slag ga. vertel ik ze altijd eerst
waarover ik ga schrijven en vraag ik naar
hun mening."
De vader van Hans Sahar vindt het beroep
van zijn zoon maar vreemd. „Schrijven
vond mijn vader geen werk", aldus Sahar.
„Hij was gewend dat hij voor zijn werk
stront moest ruimen voor de boeren. Als je
écht werkt, krijg je vieze handen, vond hij.
Dus dat verwachtte hij Qok van mijEen jaar
lang heb ik moeten aanhoren: Wanneer ga je
nu eens echt werk zoeken? Toen heb ik hem
eens meegenomen naar een lezing en de pre
sentatie van mijn tweede boek. Toen be
greep hij: Dat is fijn werk."
De ouders van
Sahar lezen zijn
boeken niet. Hij
leest ze er wel uit
voor. „Maar uit
een bepaald, res
pect vertel ik ze
niet alles", be
kent Sahar. „Mijn
ouders zijn heel
islamitisch. Mijn vader is zelfs naar Mekka
geweest. Dan ga ik niet voorlezen hoe een
jongen een meisje op haar bek pakte en haar
benen zo ver spreidde dat je een knak hoor
de. Ik was dan ook binnen vijf minuten
klaar met het voorlezen van mijn eerste
boek", lacht hij.
De Chinese schrij fster Lulu'Wang (1960) de
buteerde in 1997 met haar Nederlara
boek Het Lelietheater. Ze woonde toen 'n
jaar in Nederland. Doordat zij opgroeit 1R1
de Chinese cultuur, die volgens haar ei? n
concurrentie is gericht, verschilt de bi tg
met haar ouders met die van Sahar en El! ed
zaz. Wang: „Mijn ouders wilden altijd da! j:
met kop en schouders boven iedereen kx
zou steken." as
„Ik heb altijd gehoopt, en ernaar gestree et
succesvol te zijn zodat mijn ouders tevreo Ln
over mij konden zijn. Nu ik dat dreig te! ïlo
reiken, vinden ze weer andere redenen; en
ontevreden over me te zijn. Waar houdt ar
op? Ik ben bijna veertig. Aan de andere ki an
begrijp ik mijn ouders wel In het Chic oe
hebben we een gezegde: 'Ouders hopeni ik
hun kind een draak wordt'. De draak is: lui
symbool van keizerlijkheid, macht en?, en
ces. Maar draken bestaan niet. Hun te\" tn
denheid is als de zon; hij valt niet te ber d
ken. Door mijn verblijf in Nederland heb an
geleerd een eigen mening te vormen zoda'> jn
afstand kan nemen van die verwachting rat
van mijn ouders die mijn vrijheid belemc ld
ren. Ik respecteer hun mening als de hunc ;t
or
Jorinde Benren
vrijdag 5 maart 1999